N° 3446. Woensdag 3 November 1920. 343t# Jaargang. en Advertentieblad, Spoor- en Bootdienst. Van week tot week Gemeenteraad van Texel. Olt blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagmorgen Advertentlëu daags voor de uitgave vóór 1 nar nam. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIEN worden aangenomen bjj de üitg. F«ma LANOEVKLS& DE R O O IJ, Parkstraat, Bun® orTixii LICHT OP HOOGWATER Recde van Texel. Post- en telegraafkantoor Den Burg geopend. Beperkte dienstregeling van 25 October 1920 Vertrekuren van de Boot. van Texel7,45 v.m. 2,45 nm. 6-07§ 392 Abonnementspriji per 8 maanden': Voor den Burg 50 Cts. Franco per post door geheel Nederland 65 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Losse nummers 3 cent. ÏÏRA Pr{jt der Advertenliini Van 1 tot 5 regels 50 Cts. Iedere regel meer 10 Ct. Qroote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Van Zaterdag 30 Oct. tot en met Vrijdag 5 Nov. voor rijwielen 5,— uur, voor rijtuigen 5,30 uur Donderdag 4 Nov. v.m. 2,14 Vrijdag 5 3,35 Zaterdag 6 4,55 Zondag 7 5,59 Maandag 8 6,54 Dinsdag 9 7,38 Woensdag 10 8,16 Des namiddags is het ongeveer een halfuur later hoogwater. Op Zon- en feestdagen Vm. 8 tot 9 uur n.m. 1 tot 2 uur Op werkdagen voor Telegrammen Vm. 8 uur tot n.m. 8 uur. voor Postzaken Vm. 8 uur tot n.m. Tl, uur. Voor postwissels, kwitantiën en Rijks verzekeringsbank Vm. 8.30 uur tot n.m. 3 uur Voor Rijkspostspaarbank Vm. 9 uur tot n.m. 7,30 uur Voor postcheque- en girodienst Vm. 9 uur tot n.m. 3 uur. van Nieuwediep: 9,15* 4.— Zondags 8,45 v.m. Vertrek en aankomst der treinen van den Helder naar Amsterdam. Vertrek Helder. Aankomst Amsterdam 6,30 9,06 7,28 sneltrein 9.06 10,25§ 1.30 1&7 3,25 1.54ff 4.42 4,08** 6,30 4,29§ 8.45 7,25 9,40 Van Amsterdam naar Helder. Vertrek Amsterdam. Aankomst Helder 5,28§ 8,36 8^01 9,47 9,15 11.40 12,24§ 3,11 3,03 6,01 8,57 10,48 lLllt 12.54 Niet op Zon- en feestdagen, f Alleen op Zondag, ff Alleen op Zaterdag Niet op Zaterdag, Zon- en Feestdagen. 23—30 Oct. ZjJ, die verwacht mochten hebben, dat na den oorlog dadelijk een aanvang zou worden gemaakt met algeheele ontwapening zullen in den laatsten t(jd herhaaldelijk hebben kunnen constateeren, dat zij zich ten zeerste hadden vergist. In het oosten van Europa zetten de wapenen zelfs nog hun bloedig en doodend werk voort en in de Ententelanden houdt men groote legers op de been, naar het heet, om op alles voorbereid te zijn. Men heeft wel een Volkenbond gesticht, die ook tot taak zal hebben allen, die den vrede trachten te verstoren, tot een beter inzicht te brengen, desnoods met den krachtigen arm, maar de Volkenbond moet eerst nog worden, wat zij zal zjjn. Ook in ons land voelt men den terug slag van die verhoudingen. Van algeheele ontwapening hoort men niets en al moge de regeering ook al streven naar het ver lichten van de persoonlijke lasten, op de begrooting staan weer heel wat miljoenen voor „Oorlog" genoteerd. En bij de behan deling in de Kamer zullen daarover straks wel heel wat woorden wordeu gewisseld. Vooral ook van socialistische zijde zal een sterke oppositie komen. Temeer, nu het partijbestuur het voorstel aanhangig heeft gemaakt bij de afcieelingen, om hetstrijd- program zoodanig te wijzigen, dat daaruit het denkbeeld van een volksleger verdwijnt. Het devies der S.D.A.P. zal zijn„geen leger meer!" Door de versterking der internationale arbeidersgemeenschap en van den Volkenbond, zullen voortaan inter nationale conflicten onmogelijk moeten worden gemaakt. Intusschen heeft minister de Visser het plan van een verplichte lichamelijke ont wikkeling naar voren gebracht en als gevolg daarvan verwacht hij o.m,, dat de verplichte lichamelijke opvoeding van de rijpere jeugd er toe zullen leiden, dat de eigenlijke gezegde militaire lasten voor ons volk kunnen worden verminderd, terwijl niettemin de weerkracht wordt verhoogd. In die richting is, volgens de meening van den minister, voor ons land de oplossing te zoeken, van wat men pleegt te noemen „het militaire vraagstuk". Alle physiek geschikte jonge mannen van 15 tot 19 jaar zullen bij de wet worden verplicht zich lichamelijk te oefenen. Deze oefeningen zullen elk militair karakter missen en bestaan in lichte atlethiek, springen, speer werpen, hardloop'en,vrije en ordeoefeningen, Zweedsche gymnastiek, wandel- en marsch- •oefeningen, alsmede verschillende andere openluchtspelen. Zijn de jonge mannen aldus geoefend,..-dan zal een korte militaire opleiding voldoende zijn, om er flinke soldaten van te maken. Het aantal lote- lingen zal- veel kleiner dan thans kunnen zijn, want een klein kernleger zal voldoende zijn, daar als de nood aan den man komt, de in zfjn geheel goed lichamelijk ont wikkelde jeugd, na een korte voorbereiding klaar zal wezen voor de verdediging van het vaderland. EDgeland en Amerika hebben dat in den oorlog duidelijk bewezen en Frankrijk heeft daaruit al de les ge trokken om alle jonge mannen te verplich ten zich lichamelijk te ontwikkelen. Zoo zoekt nu minister de Visser de oplossing van de militaire kwestie, blijkens aijn wetsontwerp en de in de memorie van toelichting ontwikkelde gronden. Het vraagstuk zal vrij zeker nog wel zoo dadelijk niet van de agenda verdwijnen, —o—o—o— Op het parlementaire tooneel is nog maar nauwelijks het spel hervat, of het begint al meer of minder spannend te worden. Minister de Vries had in de afgeloopen week de hoofdrol en hij, die zich nog steeds met wat goeden moed en een dozijn kwink slagen door zijn zware rol wist heen te slaan, kreeg het thaDS zoo zwaar te ver antwoorden, dat hij tot de dramatiek over sloeg. De zaak is deze, dat tal van Kamerleden het met de politiek van dezen flnancieelen bewindsman niet recht kunnen vinden. En bij de behandeling van het wetsontwerp tot uitbreiding van het gemeentelijk be lastinggebied, is dat nogal tot uiting ge komen. Menig6 scherpe aanval had minister de Vries te doorstaan en zelfs van de zijde zijner politieke vrienden ontbrak het aan de noodige waardeering, waar buiten een bewindsman het al moeielijk kan stellen. En dat alles kan nog slechts worden beschouwd als het voorspel van wat den minister van financiën bij de be handeling zijner begrooting wacht. De N.R.Ct., een en ander besprekende, maakte de bloemrijke opmerking, dat het voorloopig verslag over hoofdstuk I der Staatsbegroo- ting als een ijzige hagelbui de kleurige bloemen van zija eeuwig optimisme van allen glans en geur beroofd had. Hoe het zij, in het voorloopig verslag wordt gezegd, dat „siec.hts weinig leden" het beleid van den minister in bescherming namen en dat. zegt nogal iets. Blijkbaar heeft minister de Vries nu de Kamer van de beteekenis en de mogelijke gevolgen van die critiek willen overtuigen, door zjjn verklaring, in de Kamer afgelegd, dat hij. als hij alleen lette op de critiek van zijn politieke tegenstanders en niet op het landsbelang, zou aftredeD. Hij zou nu met zijn ambtgenooten en politieke vrien den overleggen wat hem te doen staat. Waarschijnlijk moet deze verklaring van den minister, die terecht nogal opzien heeft gebaard, beteekenen dat hij heel licht zijn portefeuille ter beschikking der Koniügin zal stellen als de critiek niet zwijgt. De Kamer moet nu zelf verder maar weten wat ze doet. Het spreekt wel vanzelf, dat de politieke tegenstanders voor een derge lijke bedekte bedreiging niet uit den weg gaan, misschien zal het hun critiek nog verscherpen maar de waarschuwing zal zeker wel meer gericht z^jn aan het adres der rechtsche Kamerleden. Het stellen van de portefeuillekwestie zou de regeering in groote moeilijkheden brengen, want niet alleen zal het heel moeilijk zijn iemand te vinden, die bereid zal wezen om de sleu tels van de berooide schatkist over te nemen, maar de geleverde critiek richtte zich niet enkel tegen den minister, maar langs dezen heen ook tegen de regeering. Straks bij de begroctingsdebatten zal moeten blijken, wat de uitwerking is ge weest van de verklaring van minister de Vries. —o—o—o— De Engelsche regeering is met de mijn- werkersdelegaties tot overeenstemming ge komen. 't Heeft heel wat voeten in de aarde gehad, om dit resultaat te bereiken en vluk voor dat het bereikt werd, dreigde alles nog spaak te zullen loopen. De mijn werkers zelf hebben over de getroffen overeenkomst het laatste woord en bjj stemming moet door hen worden uitge maakt, of het accoord zal worden geaccep teerd. Er zijn echter aanwtjzigiogen genoeg om een gunstigon uitslag te mogen ver wachten. Gehouden Zaterdag 30 October 1920. 's voormiddags 10'/, uur. Voorzitter de heer Buysing Damsté, burge meester. Secretaris de heer Jonker. Tegenwoordig alle (13) leden. De notulen, na opening van de vergadering gelezen, worden ongewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van hetgeen de notulen melden over de verbreeding van de- Elleboogsteeg te Oosterend, merkt de heer de Graaf op, dat het perceel van den heer Bakker thans een andere eigenaar heeft gekregen, met wien misschien met meer succes kan worden onderhandeld. Reeds is, zegt de voorzitter van den nieuwen eigenaar een aanbod ingekomen, zooals U zoo aanstonds zal blijken, 1. Ingekomen stukken. De voorz. doet mededeeling van de volgende ingekomen stukken a. dankbetuiging van mej. Henkes, vroed vrouw te Oosterend voor verhooging jaarwedde en b. van Ged. Staten, bericht van ontvanst van het besluit verhooging jaarwedde gemeente vroedvrouw Oosterend. c. procesverbaal kasopname gemeente-ont vanger op 30 September j. 1. ontvangsten f 181.589,94 uitgaven 166.742,54 in kas f 14.847,40 Sub a, b en c aangenomen voor kennisgeving. d. verzoek eervol ontslag van mej. J. W. Blok, onderwijzeres te Oost, tegen 1 Januari 1921. Toegestaan. e. aanbod van den nieuwen eigenaar van het aan de elleboogsteeg te Oosterend grenzend perceel, om grond of te staan voor verbreeding voor een bedrag van f 100, onder voorwaarde, dat heining, regenbak en waterput in behoor lijken staat en ten genoege van den eigenaar worden opgeleverd. Op voorstel van den voorz. gesteld in handen van B. en W. om te dienen van preadvies, nadat de heer Vlaming op het meer billijke van het aanbod heeft gewezen en de heeren Dekker en Bakker voor het onderwerpelijke iets hebben ten beste gegeven. f. verzoek P. Kuiter, Oudeschild, vrijstelling van het bij verordening bepaalde, dat paling over den vischafslag moet worden verkocht en intrekking desbetreffend besluit. Niet de Raad, zegt de voorz., doch B. en W. zijn bevoegd te dezer zake ontheffing te ver- leenen, de proef, meent spr., omtrent de uit voerbaarheid is nog niet voldoende genomen. De verlading mag geschieden, maar over den afslag, het is om de betaling te doen. Als hunne meening, geven achtereenvolgens de heeren de Graaf, Dekker en de Vries te kennen, dat paling niet onder de verordening diende te vallen. Er is geen uitzondering gemaakt voor paling zegt de voorz., de verordening is nog maar pas in werking, over het al of niet mogelijke van ook paling over den afslag te verkoopen is nog geen oordeel te vellen. Wanneer de heer de Vries daarbij opmerkt, dat nergens de paling verplicht over den afslag wordt verkocht, noemt de heer Boon een 4 tal Zuiderzeeplaatsen, waar dat wel het geval is, w. o. Volendam, Elburg en Harderwijk en merkt op, dat het hier wat scheef is, dat de meeste andere visschers hunne paling buiten de haven om kunnen verladen. Een palinghandelaar met name genoemd heeft spr. verzekerd, dat de verplichte afslag zeer goed mogelijk is en dat van onvrijheid slechts sprake zou zijn, wanneer de paling aan een bepaalde kooper zou moeten worden geleverd. Spr. geeft toe dat adressant Kuiter in een scheeve positie staat in verge lijking met de andere palingvisschers en beveelt de kwestie in goedgunstige beschikking bij B. en W. aan. Wij zullen de zaak nog eens bespreken en overleggen met de visschersvereeniging, zooals wij van den aanvang of ter zake hebben ge daan, antwoordt de voorz. g. uitvoerig gemotiveerd verzoek om loons- verhooging van den gemeente-reiniger. Gesteld in handen van B. en W. voor preadvies h. schrijven van het raadslid Dekker, betref fende gedwongen vacantie van schoolkinderen te Midden-Eierland, doordat de onderwijzeres aan die school in pension was in een gezin, waarin een geval van diptheritis voorkwam. Gewezen wordt daarin op de wenschelijkheid van het aanstellen van schoolartsen. Er is in overleg met den gemeente-geneesheer Dr. Boswijk gehandeld, zegt de voorz. en de aanwezigheid van een of meer schoolartsen zou dus geen verandering in deze hebben ge geven. Bovendien wordt van Rijkswege de regeling van dat onderwerp overwogen en acht spr. die oplossing een betere. Van de 1100 gemeenten in ons land hebben slechts 131 z. g. schoolartsen, waarvan 40 stedelijke gemeenten in werkelijken zin. Op een opmerking van den heer Dekker, dat eerst 5 dagen na dato de schoollokalen ge reinigd werden, merkt de voorz. op, dat die reiniging om een andere reden plaats had. i. uitvoerig geschrift onder dagteekening 24 Sept. '20 van mej. Gijsberta G. M. de Vos, waarnemend arts te de Cocksdorp, houdende scherpe critiek op de geneeskundige voorziening in onze gemeente, en waarin op de stichting van een ziekenhuis wordt aangedrongen. Ook ik persoonlijk, zegt de voorz., krijg hier een veeg uit de pan, maar ik ben overtuigd, dat die veeg mij niet toekomt. De uitkomst heeft bewezen, dat de patient Braam in het gesticht alhier ook uitstekend op zijn plaats was en opneming in een ziekenhuis elders overbodig. Aanleiding tot dit schrijven, deelt de heer de Graaf mede, is geweest, dat volgens een aan schrijving onder burgemeester Gaarlandt op het raadhuis 30 flacons dipthcritiserum voorradig werd gehouden en dat bij aanvraag niet het geval bleek te zijn. Maar wel bij Dr. v. d. Vegt, merkt de voorz. op en wij hebben hen daarheen onmiddellijk verwezen. Het eenige is dan, dat zulks niet aan de dokters was ter kennisse gebracht. De ervaring had ons geleerd, dat het serurn beter bewaard was bij deskundigen. Omtrent het geval Braam, had men den heer Dekker medegedeeld, dat een meer-gegoede per auto naar. een ziekenhuis zou worden ver voerd en omdat er maar voor een op de boot plaats is, Braam moest wachten. De zaak is scheef voorgesteld, merkt de voorz. op, adressante is op de teenen getrapt, vandaar de giftige pijlen. Naar een ingekomen stuk van ouders van schoolgaande kinderen te Oost informeert de heer Dekker, waarop de voorz. antwoordt, dat het zal worden behandeld bij de benoeming van het hoofd der school te Oost. 2. Vaststelling kohier schoolgelden ouer het 4de kwartaal 1920. Het kohier wordt zonder discussie vastgesteld tot een bedrag van f 1150,87'/2. 3. Ontslag aanorage Mej. G. Bakker als oakonderwijzeres aan de o.l. school te de Koog. Overeenkomstig het verzoek eervol verleend tegen 1 Nov. 4. Benoeming hoofd der school te Oost. Bij de behandeling van dit punt gaat de Raad over in geheime vergadering en na heropening der vergadering wordt met 9 stemmen gekozen de heer D. de Groot, drie stemmen worden blanco, één op den heer G. Brouwer uitge bracht. De voordracht was als volgt samengesteld: 1 D. de Groot van Appelscha-Beneden. 2 j. Q. Borgwat van Amsterdam. 3 G. Brouwer van Murmerwoude. 5. Ingebruikgeuing schoollokaal te den Burg. Ingekomen is een verzoek van de jongens- patronaatcommissie, secretaris de heer D. C. Witte en de meisjespatronaatcommissie, secre taresse mej. wed. P. J. Zoetelief om, naar ge bleken is, voor vrije- en orde-oefeningen voor jongens en meisjes van 14—16 jaar wekelijks 2 uur het gymnastieklokaal van de openbare school ter beschikking te stellen. Op voorstel van tt. en W. wordt besloten he: verzoek in te willigen, onder bepaling, dat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1920 | | pagina 1