H. K. W. VERSTEGEN Anos>siroop, Alkmaaische Stoomsteenhouwerlj. Koopmans' Ee^r' Boekweitemeel Koopmans' z„i,eM Boekweitegort VOLLE MELK REES ELK ander merfi 6°|o Pandbrieven a lOO°|0 H.A.V. BANK OP STRAAT L/ VOT.T.E ME! Draineerbuizen 50 a 60 duizend Kg, Koolrapen, Vruchten- en Sëertuin, Boomgaarden Bosch G. CÖEVEIIT, te den Borg, LLIÏÖM, Ly dan Nederlandsche Hypotheekbank opgericht te Veendam in i89o. worden tot fabrieksprijs geleverd door Firma W. F. STOEL Zn. Alkmaar. TE KOOP a f 10,— per 1000 KG. af hofstede „Bui tenzorg". A. J, KEIJSBSÏ, Hoogerstraat. Bloemenmagazijn den Burg, levert U uit voorraad het benoodigde voor aanleg en aanvulling van Uw Vaste bloemplanten in de meest uitge breide soorten, Voorjaarsperk planten als grootbl. viola, prnmeta veris, Bellis Ferris (madelieven met bloemen als asters) compannla, Anjelieren, rood en wit, dubb. en enkelbloemig. Belast zich met aanleg of vernieuwing Geeft advies en inlichting, Aanbevelend. Schiedam. Levensverzekering. Arbeidscontractverzekering. Ziekte- en Ongevallenverzekering. Individueel en Collectief. Vraagt inlioktingen aangaande premie en coulance bij uitkeering bij den heer Adj. Inspecteur. Groote voor- prijzen raad. GEBRUIKT EIST Gefabriceerd van pas geoogste nieuwe boekweit. Kwaliteit en smaak zijn voortreffelijk. Koopmans' Meelfabriek en Grutterij. kunt U zich gemakkelijk tegen de gevaren van hoest, heeschheid en keelpijn beschermen door het gebruik van de bekende Wybert-Tabletten. Vraagt alleen Wybert-Tabletten. Blauwe blikken doozen a SO cent met nevenstaand fabrieksmerk. De typiaohe lotgevallen van een gevangene in Engeland door STEVENSON. 52.) Jij schelm, barstte ik uit, jij wilt beweren dat jo een Engelschman bent, en je weigeit niet mij te boksen. Maar ik ben niet van plan langer deze verpeste lucht in te ademen. Ik verlaat deze plaats waar men mij zoo diep heeft belesdigd. Hei daar. Wat ben ik schuldig Hier, dat zal wel geuoeg zij», zeide ik ea wierp den waard een handvol zilver toe. Geef mQ mijn bankbiljet terug. De waard, wiens priecipe het was met iedereen goede viienden te blijven, vol deed oogenblikkeiyk san mijn wensch. Mijn tegenstander bevond zich in een Beer onaangename positie. Hij had reeds mijne beide reiskameraden verloren, en was op het punt ook mij te ziea ontschieten. Er was blijkbaar geen kans op hulp. Ik sloeg hem even vaa ter zijde gade en sag hem aarzelen. Een seconde later was zijn besluit genomen, hij nam zijn pruik en zijn hoed trok zijn wijde jas aan on cam een kleine reietaach ia de hand. Duivels, dacht ik, zou de schelm van plan zijn mij le vol-iea Nauwolgks had ik de herberg verlat&n of ik voflde dai de rnsa van de wet mij op de hielen was. Ik zag zijn gelaat dui delijk in de munenschijc en de uitdcukktrg ervan getuigde vaa groote vastberadenheid. Een rilling voer mij door de leden. Dit is geen alledaagech avontuur, zeide ik tot mijzelf. St. Yves, j t hebt hier te doen mot een men van karakter. Een bulhond, een wezel volgt je spoor, eö hoe zul je hem van 'i lijf houden Wie of wat was hij. Uit eenige uitdrukkingen had ik opgemaakt, dat hij de gerechtszit tingen bijwoonde. Maar in welke hoedanig heid? Als een klerk, als een misdadiger of als een geheim agent De wagen zou op een halve mijl ai- stands waarechijnlijk op m(j waohten. Ik overlegde bij mij zelf, dat ik, na verloop van weinige minuten den geheim agent in m ijs mac at zou hebben. Maar één ding stond bij my vast, de kerel mocht in geen geval de wagen zien. ZooJaDg ik hem niet vermoord of van mij afgeschud had, moest ik gescheiden blijven van mijne kameraden ik bevond mij alleen in het groote Engeland op een hard gevroren straatweg die ik weet uiet waarheen voerde, met een speurhond op mijn hielen en geen anderen vriend aan mijne zijde, behalve den knuppel. Wij bereikten tegelijkertijd een kruispunt van wegen. De weg links was dichtbe groeid en donker. Geen straal maanlicht drong door de neerhangende takken en dien weg sloeg ik ia. De ellendeling volgde mij .zwijgend. Gedurende eenige minuien liepen wij noast elkander voort over be vroren plassen, zonder een woord te wis selen. Eindelijk zeide hij Dit is niet de weg naar het huis van den heer Merton. Zoo Dat kan wol wezen, maar het is mijn weg', antwoordde ik. Ea daarom Gok de mijne, zeide hij. Wederom zwegen wij beiden. Wij moe ten zoo ongeveer een halve mijl hebben afgelegd, toen we oss plotseling weer door de maan basctunen zagen, Met zijn wilde jas met kap, zijn tasch in de band, zijn s ff arte piu k liep hij naast mij voort. Mijn vijand rcheea veranderd, ja zoo veranderd dat ik hem bijna met herkende. Hij was zoo vastberaden, Zoo kslm, met een zekere yervaandheid. Ik merkte op dat zijn tasch tamelijk zwaar moest zjjn en dat alles tezamen deed een plan bij rnjj ontwaken. Directie: Mr. G. BROUWER Jzn. en Hr. M. J. BOS Gepl. Maatsch. Kap. f 4.000.000.—. Hypotheken rnim f 38.000.000.—. Reserves -1.123.917.65. Pandbrieven ruim - 37.000.000.-. VERKRIJGBAAR: aflrsbaar a pari in hoogstens 25 jaar door jaarlijksche uitlotingen van minstens 4%, aanvangende in Janudri 1922. Inlichtingen verstrekt P. J. KONING, Den Burg. Texel. N.B. Deze Bank niet te verwarren met de 15 jaar later eveneens te Veendam opgerichte Veendammer Hypotheekbank. Een koude nacht, mijnheer, zeide ik. Hoe zoudt u er over denken, indien wij het eens op een loopje zetten Ik heb vraeselijk koude teenen. Gaarne, antwoordde hjj. Zijn stem klonk zeker en vol zelfver trouwen, hetgeen mij in het geheel niet beviel. Maar er bleef mij geen ander middel over, behalve geweld, en daartoe wilde ik slechts in den nlleruitersten nood mijn toevlucht nemen. Ik zette het dus op een draf, hij achter mij aan, eu geruimen tijd kon men het geklip-klap van onze voeten op den hard bevroren weg wel een mijl in de verte booren. Hij bleef vlak achter mij ondanks zijn rijperen leeftijd en de zwaarte van zijn reistasoh geraakte hij ni6t buiten adem. Ik besloot aan den wedstrijd een einde te maken, de duivel mocht voor mijn part met hem om het hardst loopen. Bovendien begon ik te vreezeu, dat wij op deze manier eindelijk ergens zouden aan komen, bijvoorbeeld bij het hek van den tuin van den reohter Morton, ergens mid den in een dorp, waar de gendarm niet dronken was, of in de armen eener pa trouille zouden vallen. Er was nu niets meer aan te doenik moest hem, nu het nog mogelijk was, van den hals schuiven. Ik zag om mij heen, de plaats scheen mij geschikt toe, nergens een licht, nergens een huis, niets dan stoppelvelden en een paar kale boomen. Ik keek hem in het maanlicht toornig aan. Na heelt dia gekheid lang genoeg geduurd, zeide ik. Hij bleef evea|eus staan en wendde my zijn bleek, maar kalm gelaat toe. Ik ben het geheel met u eens, ant woordde hij, U hebt't met loopen beproefd nu kunnen we het eens met springen pro- beeren 't komt alias op hetzelfde neer. Ik zwaaide mijn knuppel boven zijn hoofd. Ja, ep u zult zeker wel begrijpen, wdar het op neerkomt, zeide ik. Wij zijn alleen, het is nacht en mjjn besiuit staat vast. Zijt ge niet bang P Neen, volstrekt niet. Ik kan niet boksen, maar daarom ben ik nog geen lafaard, waarvoor u mij sohijnt gehouden te hebben. Misschien is het voor de ver houding, waarfn wjj tot elkander staan, eenvoudiger indien ik u maar dadelijk yertel, dat ik gewapend ben. Met bliksemsnelheid hief ik den stok op maar even snel ontweek hij den slag, en ik zag een pistool in zijn hand glinsteren. Neen, neen, mijnheer de Franschman ik heb geen lust om uw dood op mijn ge weten te nemen. Ik sta u evenmin naar het leven, zeide ik en liet mijn stok zinken, en keek den man niet zonder bewondering aan. Gij schijnt echter een omstandigheid uit het oog te verliezen, hernam ik, namelijk de mogelijkheid, dat uw pistool niet afgaat. Ik heb er meer dan een. Ik draag steeds een paar by mij. Ik maak n mijn compliment. Ge zijt inderdaad wel in staat op n zelf te passen, en dat is veel waard. Maar mijn waarde vriend, laten wij de zaak eens kalm be spreken. Gij zijt geen lafaard en ik even min. Wij hebben beiden een zeer gezond verstand. Ik faab redenen om alleen ts willen reizen, om mijne zaken niet aan de groote klok te hangeu. Ge kant dus wel begrijpen, dat ik uw my opgedrongen ge zelschap niet zal dulden, dat ik ver schoon het woord uwe onbeschaamde ingéreuce in mijn privaat aangelegenheden niet wensch te verdragen. Weer een Fransoh woerd, zeide bjj kalm. De duivel hale de Fransche woorden riep ik uit. Go sobQnt zelt een Franschman te zijn. Wordt vervolgd «.»iST0n.4Z0QS Tqroot er

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1920 | | pagina 4