3450
Woensdag 17 November 1920.
348t# Jaargang.
leuws- ©n
Advertentieblad.
Spoor- en Bootdienst.
innenland.
Van week tof week
JLéi
O it blsd verschuilt Woensdag- en Zaterdagmorgen
ABONNEMENTEN en ABVERTENTIEN worden aangenomen ds Uitg. Firma LANGEVELB&BEROOIJ, Parkstraat, Bund of T«x a t
f
Abonnementspryi per 3 maanden'.
Voor den Burg 50 Cts. Franco per post door geheel
Nederland 65 Cts. Naar Amerika en andere landen
met verhooging der porto's. Losse nummers 3 cent.
COURANT.
Advertenttën daags voor de uitgave vóór 1 nur nam.
Prigt der Advertentiéni
Van 1 tot 5 regels 50 Cts. Iedere regel meer 10 Ct. Qroote
letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
LICHT OP!
Van Zaterdag 13 Nov. tot en met Vrijdag
19 Nov.
voor rijwielen 4,40 uur, voor rijtuigen 5,10 uur
HOOGWATER Reede van Texel.
Donderdag 18 Nov. v.m. 12,55
Vrijdag 19 1,47
Zaterdag 20 2,52
Zondag 21 4,07
Maandag 22 5,16
Dinsdag 23 6,11
Woensdag 24 7,—
Des namiddags is het ongeveer een halfuur
later hoogwater.
Post- en telegraafkantoor Den Bnrg
geopend.
Op Zon- en feestdagen
Vm. 8 tot 9 uur n.m. 1 tot 2 uur
Op werkdagen
voor Telegrammen
Vm. 8 uur tot n.m. 8 uur.
voor Postzaken
Vm. 8 uur tot n.m. 7'/a uur.
Voor postwissels, kwitantiën en Rijks
verzekeringsbank
Vm. 8.30 uur tot n.m. 3 uur
Voor Rijkspostspaarbank
Vm. 9 uur tot n.m. 7,30 uur
Voor postcheque- en girodienst
Vm. 9 uur tot n.m. 3 uur.
Beperkte dienstregeling
van 35 October 1930
Vertrekuren van de Boot.
van Texel7,45 v.m. 2,45 nm.
van Nieuwediep: 9,15* 4.—
Zondags 8,45 v.m.
Vertrek en aankomst der treinen
van den Helder naar Amsterdam.
Vertrek Helder. Aankomst Amsterdam
6,30 9,06
7,28 sneltrein 9,06
10,25§ 1,30
12,37 3,25
I.54ff 4.42
4,08** 6,30
4,29§ 8,45
7,25 9,40
Van Amsterdam naar Helder.
Vertrek Amsterdam. Aankomst Helder
5,28§ 8,36
8,01§ 9,47
9,15 11,40
12,24§ 3,11
3,03 6,01
6,079,04
8,57 10,48
II,llf 12.54
?Nlet op Zon- en feestdagen.
Alleen op Zondag,
ft Alleen, op Zaterdag
Niet op Zaterdag, Zon- en Feestdagen.
6—13 Nov.
De dood van Dr. A. Kuyper heeft, als
voor het laatst, nog eens weer de volle
aandacht gevestigd op deze geweldige
figuur, die in ons politiek, kerkelijk en
staatkundig leven van de laatste halve
eeuw, zulk een belangrijke rol heeft ge
speeld en in schier elk opzicht een man
van buitengewone beteekenis is geweest.
In Dr. Kuyper is een man heengegaan, die
schoudershoog boven zijn omgeving uit
stak, de geboren politieke leider, die de
anti-revolutionaire partij tot groote bloei
en krachtsontplooiing bracht, een redenaar
schier onovertroffen, 6en geslepen politicus,
een schrijver zonder wederga, een theoloog
wiens geschriften een boekenkast vullen
en die ver over de grenzen gelezen worden.
Eon man, bijna afgodisch vereerd door het
calvinistische volksdeel, op de handen ge
dragen door zijn politieke volgelingen. Het
is de erkenning van ieder, die in de laatste
dagen de pen opnam om eenige regelen
aan de nagedachtenis van dezen grooten
doode te wijden, dat in Dr. Kuyper is
heengegaan een man, zoo rijk begaafd, zoo
alzijdig geleerd, als een menschengeslacht
er maar heel enkelen voortbrengt. En niet
in de geschiedenis van zijn party alleen,
ook in de geschiedenis der kerk en- van
ons staatkundig leven zal zijn naam blijven
voortleven.
In de laatste jaren was de invloed van
Dr. Kuyper in zyn partij en daarbuiten
miet zoo groot meer als vroeger. Er waren
mannen van invloed en aanzien, in zjjn
school gevormd, naast hem komen staan
en voor hen had de stem van „den van
God gegeven leider* niet altijd meer het
volle gezag. De jongeren wilden zich niet
altijd meer in bewonderend en afhankelijk
opzien neerzetten a^n de voeten van den
MeesterMaar toch bleef hjj den Meester
en hadden zjjn advies en zijn wil (nog
groote kracht. Vooral bij de „kleineluyden*,
was hy tot het laatste gebleven' de per
soonlijkheid, wiens woord onaantastbaar
was en die omringd werd meteen trouwe
aanhankelijke Ü6fde, als geen ander volks
leider mocht ten deel vallen.
In het politieke leven vooral heeft Dr.
Kuyper een rol van beteekenis gespeeld.
Vooral toen hij nog in zijn volle kracht
van aanvoerder der oppositie stood. Het
liberalisme zag zich voortdurend door hem
de handschoen toegeworpen, het socialisme
vond in hem een geweldigen tegenstander
en zijn antithese, revolutie en evangelie,
beheerschte heel zijn politiek. Hij wist
door zijn coalitie met Rome de rechterzijde
naar de overwinning te voeren en zijn
partij za8 wöl baar stoutste droomen ver
vuld, toen Dr. Kuyper als minister presi
dent het torentje betrok.
In de laatste jaren, toen d6 lasten van
den ouderdom zich lieten gelden, werd Dr.
Kuyper meer en meer teruggedrongen van
het eerste plan. Zyn gehoor verloor zijn
scherpte en gaandeweg traden de gebreken
van den ouden dag naar voren. Zijn laatste
parlementaire arbeid verrichtte hij als lid
der Eerste Kamer, doch van een actief
deelnemen kon niet meer worden gespro
ken. Aan zjjn blad „De Standaard*, bleef
hij tot zijn dood verbonden, maar in het
laatste jaar nam hy geen driestar meer
voor zijn rekening.
Niet als een reus in zijn volle kracht is
hij gevallen, niet als een eik geveld door
d'orkaan en dat heeft den indruk van
dit heeDgaan eenigermate verzwakt. Maar
ondanks dat, is de algemeene erkenning
óók die van zijn politieke tegenstanders
dat in Dr. Kuyper een der grootste zonen
van ons volk is heengegaan.
—o—o—o—
Twee jaar na den wapenstilstand. De
dag van 11 November 1918 is in Frankrijk
en Engeland plechtig herdacht en in beide
landen was wel net hoofdnummer van het
programma, de byzetting van den onbe
kenden soldaat. In Londen waren het de
geheele koninklijke familie, het SpaaDSche
koningspaar, de leden der regeering en tal
van hoogwaardigheidsbekleeders, die mee
gingen in den stoet naar den Westminster
Abdij, waar het stoffelijk overschot van
den onbekenden Tommy bijgezet werd, als
een hulde aan het Britsche leger. En de
groote leger- en vlootaanvoerders, w.o. de
maarschalken French, Haig en Wilson en
de admiraals Beatty en Jackson, droegen
de slippen van het rouwkleed, dat de
lijkkist dekte
In Parijs gingen Millerand en de drie
legercommandanten achter de baar van den
onbekenden Franschen soldaat, die onder
de beroemde Are de Triompbe een laatste
rustplaats heeft gevonden, als een symbool
van de Fransche overwinning. En tevens
werd meegevoerd in den stoet, de urn met
het hart van Gambetta, Frankrijk's erooten
staatsman en dictator in 1870 1871, ge
plaatst op een zegekar en dat bijgezet werd
in het Panthéon.
Bepaalde de herdenking van den wapen
stilstand zich in Engeland hoofdzakelijk
tot de plechtigheid te Londen, in Frankrijk
had de herdenking op uitgebreider schaal
plaats, omdat tevens het vijftigjarig bestaan
der republiek herdacht werd. Er hadden
in Frankrijk byna in alle plaatsen feeste
lijkheden plaats.
o—o—o—
Twee jaren na den wapenstilstand. Men
behoefde er niet voor in Londen of Parys
te zijn, om er een oogenblik bij stil te staan.
Ook bij ons is de 11 November 1918 her
dacht. En ook hier is teruggedacht aan
dat oogenblik, toen de telegraaf het beiicht
bracht, dat het wapenstilstandsverdrag
geteekend was en de vijandelijkheden ge
staakt waren. Maar ook niemand heeft
op dat oogenblik kunnen denken, dat na
twee jaren de naveeën van uen oorlog
nog zoo groot zouden zijn, als thans nog
het geval is. Heel het economisch leven
in Europa is nog ontwricht en de alge
meene toestand laat zich nog. even zorgvol
aanzien, als twee jaren geleden. Ook is de
haat tusschen de volken nog lang niet be
koeld.
Gelukkig is er, wat dit laatste betreft,
in den laatsten tijd een kentering ten goede
merkbaar. Frankrijk en Belgie mogen nog
streng vasthouden aan de politiek van
haat en wraak jegens Duitschland,
Engeland is in dezen geen bondgenoot meer.
Lloyd George heeft het dezer dagen uit
drukkelijk verklaard, dat de tegenwoordige
Duitsche regeering zoo goed de ontwape-
ningsvoorwaarden is nagekomen, dat men
van haar mag zeggen, dat zij er ernstig
naar streeft de vredesvoorwaarden te ver
vullen. En van offleieuse Engelsche zyde
is tevens verzekerd, dat Engeland er verder
niet meer toe zal medewerken, om Duitsch
land buiten den Volkenbond te houden.
In Frankryk denkt men over die dingen
nog anders. Het baas spelen in het bezette
gebied schijnt de Franschen b6St te bevallen
en zy gevoelen er nog niets voor, om
Duitschland eens wat tegemoet te komen.
Vandaar, dat de onderhandelingen tusschen
Parys en Londen, omtrent de conferentie
te Genève, ook nog niet tot een volkomen
overeenstemming hebben geleid. De be
richten, waarin dat dezer dagen gemeld
werd, blijken onjuist te zyn geweest. Wel
echter wordt thans gemeld, dat overeen
stemming spoedig mag worden verwacht.
Waarschynlyk krijgt Frankrijk zyn zin,
dat vooraf de van Duitschland te eischen
schadeloosvergoeding zal worden vastge
steld, maar krijgt ook Engeland zijn zin
daarin en dat is van grooter beteekenis
dat vooraf zal worden vastgesteld, wat
Duitschland zal kunnen betalen.
—o-o-o—
In Belgie is nog steeds de Kabinetscrisis
aan de orde. De koning heeft de vorming
van een nieuwe regeering opgedragen aan
den Katholieken staatsman Carton de
Wiart en deze zet de besprekingen met de
leiders der liberale en socialistische fracties
voort, Zyn bedoeling is zoo mogeiyk een
gemengd Kabinet samen te stellen.
Wie niet erg ingenomen zyn met de
keuze van den Koning, dat zyn de Vla
mingen, Carton de Wiart is een tegen
stander van de Vlaamsche beweging. Do
Vlaamsche pers voorspelt,dat zyn ministerie
er een zal zyn van nationale politiekers
en vrienden van Frankrijk,
Daarentegen wordt van andere zijde ver
zekerd, dat Carton de Wiart zich uitgelaten
heeft, dat hij een politiek van toenadering
tot Nederland zal voeren.
De tyd zal 't leeren.
—o—o—o—
In Belgie behoort de mynwerkersstaking
zoo goed als tot het verleden, maar in
Frankryk dreigt het gevaar, dat de arbeid
in de mijnen zal worden neergelegd,
ernstiger dan ooit. De onderhandelingen
zyn mislukt, daar beide partijen op hun
stuk zijn blijven staan. Als de mynWerkers
zich aan hun bedreiging houden, dan zal
de staking reeds een feit zijn als deze regels
in druk verscbynen.
o—o—o—
Op den gedenkdag van den wapenstil
stand heeft het Engelsche Lagerhuis de
Home Rulewet voor Ierland in derde lezing
aangenomen. Deze wet zal aan Ierland een
haast volledig zelfbestuur brengen. Alleen
van een eigen Iersch leger kon geen sprake
zijn, terwyl aan het protestautsche IJlster
een eigen zelfstandigheid gewaarborgd is.
Ware deze wet een twintig jaar eerder
gekomen, dan zou zy in Ierland stellig met
ingenomenheid zijn begroet. Thans mist
ze de noodige uitwerking, want de eischen
der Ieren gaan veel verder, in elk geval
die der Sinn Feiners. Alleen Ulster, dat
vrijwel al zijn wenschen vervuld ziet, zal
er genoegen mee nemen, maar wat het
overige deel van Ierland betreft, kan het
oordeel van den onafhankeiyken afge
vaardigde O'Connor g6noeg zeggen, town hy
sprak: „Deze wet is geen vredes-, maar
een oorlogsboodscbap." Zoodat de aan
neming van het weisontwr-rp op deu wapeo-
stilacandsdag, nog geen wapenstilstand
tusschen Ierland en Engeland beteekent.
o—o o—
Italië en Joego Slavië hebben den tweeden
jaardag van den wapenstilstand wel op de
beate wijze herdacht, die zich denken laat
Zy zyn het n.l. den 11 November eens ge
worden over de hangende geschillen, Inzake
Fiumè en de Adriatische Zee gebieden. De
conferentie te St. Marguérita heeft hetge-
wenschte resultaat opgeleverd. Toen dan
ook Glolitti daarheen reisde en door den
Zuid-Slavischen premier Vesnitsj op zeer
hartelijke wyze begroet werd, wist men
dat de zaak beklonken was.
Hoe de tot standgekomen overeenkomst
er preoies uitziet, valt op dit oogenblik
nog niet te zeggen. Alleen staat het vast dat
Fiume onafhankelijk zal worden en dat de
daaraan grenzende gebieden en de daarheen
leidende spoorwegen over beide partyen
verdeeld zijn.
Men is in Rome blijkbaar zeer ingenomen
met dit resultaat en de bladen weten te
melden, dat er weldra een economische
overeenkomst tusschen beide landen zal
volgen. Italië heeft al dadeiyk zyn dank
baarheid geuit, door twintig beurzen aan
de universiteit besohikbaar te stellen voor
Zuid-Slavische onderdanen.
De Fiumekwestie kan vdn de agenda
worden afgevoerd en als Rome nog zijn
tempel van Janus bezat, zou het deze
kunnen sluiten.
TEXEL, 16 Nov. 1920.
n. M. van Landbouw.
Het was met de opkomst ter vergadering
Zaterdag in hotel de Zwaan maar weer dunnetjes
gesteld. Bij afwezigheid van den voorzitter werd
de vergadering gepresideerd door den vice-
voorzitter den heer J. W. Roeloffs, die de op-
gekomenen welkom heette.
De notulen van de vorige algemeene ver
gadering werden, evenals die van de gecom
bineerde vergadering met de Akkerbouwers, na
voorlezing ongewijzigd vastgesteld.
Van de ingekomen stukken waarvan daarna
mededeeling of voorlezing werd gedaan, stippen
wij hier aaneen verzoek om een bijdragen
voor een in 1921 te Enkhuizen te houden tentoon
stelling voor tuinbouw en plantkunde, dat na
bespreking als zijnde niet van een afdeeling
der Mij. werd terzijde gelegdihet antwoord
van de Holl. Spoorweg Mij. inzake het verzoek
van de afdeeling om een trein te omstreeks
10 uur in den morgen van den Helder te doen
vertrekken, zooals wij weten is die trein sedert
25 October in de dienstregeling ingelascht; een
openbrief van den heer H. G. van der Molen,
ambulant ambtenaar van de H. M. v. Landbouw,
waarin door hem wordt geprotesteerd tegen
het aan hem gegeven ontslag onder vermelding,
dat zijn optreden als ambtenaar afkeurens
waardig was, terwijl door hem zelfs nooit geen
berisping of aanmerking op zijn gedrag werd
ontvangen.
Algemeen is men van oordeel, dat in de kwestie
tusschen de H. M. v. Landbouw en haren
ambtenaar meer licht dient te worden ontstoken.
Het ontslag dient gemotiveerd |te zijn; het
optreden van den heer v.d. Molen in onze
afdeeling met het onderwerp „Invaliditeitswet"
viel ten zeerste te loven.
Met het oog op deze kwestie en de voorge
stelde contributieverhooging wordt het ge-
wenscht geacht een afgevaardigde naar de
Alg. Vergadering te zenden en voor dit speciale
geval, voor reis- en verblijfkosten van dien
afgevaardigde een bedrag van f 25,— uit te
trekken.
Tot afgevaardigde wordt benoemd de heer
H. 1W. Keesom, tot plaatsvervanger de heer
R. A. Keijser.
Bij hoofdelijke stemming wordt uitgemaakt,
dat de afgevaardigde zal stemmen tegen de
voorgestelde contributie-verhooging, omdat men
daarin verzwakking ziet van de Mij. door ver
lies van leden, terwijl mede besloten wordt,
dat het verzoek om opheldering in de kwestie
van het ontslag-v. d. Molen, van de afdeeling
Vlaardingen, zal worden ondersteund.
Bij de rondvraag wordt ter sprake gebracht
de heffing van marktgelden tijdens den fokveedag
Algemeen is men van oordeel, dat waar 15
achtereenvolgende jaren de rammenkeuring vrij
van marktgeld was, het ongemotiveerd was
thans marktgeld te heffen, te meer waar nu,
evenals altijd, de loonen van het marktpersoneei
werden vergoed. Men vertrouwt dan ook dat
die heffing op een misverstand heeft berusten
besluit dat het bestuur der afdeeling zich daar
over met het Dagelijksch Bestuur der gemeente
zal verstaan.
i