SNELWEGERS UTRECHT Nu 3453 Zaterdag 27 November 1920. 34'1' Jaargang. Nieuws- en Advertentieblad. Spoor- en Bootdienst. feuxllm os. Binnenland* bit blad verschijnt Woensdag- ei Zaterdagmorgen Aëvertentlön daags voor de uitgave vóór 4 nar nam. ABONNEMENTEN en ABVERTENTIEN worden aangenomen bij de Uiig. F»ma LANGEVEL» BE R O O IJ, Parkstraat, Bon» ofTixii LICHT OP! E COURANT. Abonnementspriji per S maandiat Voor den Burg 50 Cts. Franco per post door geheel Nederland 65 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Losse nummers 3 cent. Prt* dar Advcrtmiiin\ Van 1 tot 5 regels 50 Cts. Iedere regel meer 10 Ct. Qroote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Van Zaterdag 37 Nov. tot en met Vrijdag 3 Dec.: voor rijwielen 4,20 uur, voor rijtuigen 4,50 uur HOOGWATER Reede van Texel. Donderdag 25 Nov. v.m. Vrijdag 26 Zaterdag 27 Zondag 28 Maandag 29 Dinsdag 30 Woensdag 1 Dec. 7,43 8,26 9,09 9,55 10,43 11,35 12,02 Des namiddags is het ongeveer een half uur later hoogwater. Post- en telegraafkantoor Den Burg geopend. Op Zon- en feestdagen Vm. 8 tot 9 uur n.m. 1 tot 2 uur Op werkdagen voor Telegrammen Vm. 8 uur tot n.m. 8 uur. voor Postzaken Vm. 8 uur tot n.m. 7uur. Voor postwissels, kwitantiën en Rijks verzekeringsbank Vm. 8.30 uur tot n.m. 3 uur Voor Rijkspostspaarbank Vm. 9 uur tot n.m. 7,30 uur Voor postcheque- en girodienst Vm. 9 uur tot n.m. 3 uur. Beperkte dienstregeling van 25 October 1920 Vertrekuren van de Boot. van Texel7,45 v.m. 2,45 nm. van Nieuwadiep: 9,15* 4.— Zondags 8,45 v.m. Vertrek en aankomst der treinen van den Helder naar Amsterdam. Vertrek Helder. Aankomst Amsterdam 6 30 9,06 7^28 sneltrein 9.06 10,25§ 1.30 12,37 3,25 I.54+f £42 4,OS" 0-30 4,29§ 7,25 9.40 Van Amsterdam naar Helder. Vertrek Amsterdam. Aankomst Helder 5,28§ 8,36 801§ 9,47 915 11.40 12 24§ 3,11 303 6,01 6,07§ 9,04 8 57 10.48 II,11+ 12.54 ?Niet op Zon- en feestdagen. Alleen op Zondag. +f Alleen op Zaterdag Niet op Zaterdag, Zon- en Feestdagen. De typische lotgevallen van een gevangene in Engeland door STEVENSON. 59.) Ik ben dikwijls in het heetst van het gevecht geweest, monseigneur, maar zulk een moed heb ik nimmer meer gezien. Het geschiedde alles glimlachend, op den beschaafden gezelsohapstoon, belle maman moest ik haar alle noemen, en een dag of twee, drie hield .mooi moedertje" zich druk met mij bezig, leerde my kunstjes, een menuet dansen, en een gebed opzeggen en dan ging zij, mij teeder omhelzend, den weg, welke hare voorgangsters hadden be treden, met een glimlach op het gelaat. Sommige schreiden. Dat was een jeugd. Den geheelen tijd hield monsieur de Cu- lembourg een oogje op mij en zou mij gaarne uit de Abbaye hebben verwijderd en onder zijn eigene bescherming hebben genomen, maar mijne .mooie moedertjes" wilden daarvan niet hooren. Waar kon ik veiliger zijn, meenden zij, en wat zouden zij beginnen zonder baar engel in de ge vangenis? Welnu, het zou weldra blijken hoe vfilig ik was. De vreselijke blos tbad- dag brak a .n. De gevengenis werd bestormd niemand lette op mij, zelfs mijn laatste belle maman bekommerde zich niotoin mij, want haar was een ander lot boschoren. Trekhondenwet. De Burgemeester der gemeente Texel vestigt de aandacht op het Koninklijk Besluit d.d. 25 October 1920 (Stbl. 798) waarbij bepaald is, dat het verboden is als trekhonden te gebrui ken of te doen gebruiken honden met eene geringere schouderhoogte dan zestig centimeter, indien zij vóór de kar worden gespannen. honden met eene geringere hoogte dan vijftig centimer, indien zij onder de kar worden gespannen. Texel, 25 November 1920. De Burgemeester voornoemd, BUYS1NO DAMSTE. Aangifte voor de Bevolkingsregisters. Burgemeester en Wethouders der gemeente Texel brengen voor zooveel noodig, den inge zetenen in herinnering A. dat zij, die zich in deze gemeente komen vestigen, hiervan binnen eene maand ter secre tarie der gemeente moeten doen blijken door overlegging van een getuigschrift van verande ring van werkelijke woonplaats (verhuisbiljet); B. dat zij, die deze gemeente verlaten, een getuigschrift, als bovenbedoeld, behooren op te vragen. Overtreding der bepalingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste honderd gulden C. dat van verhuizing binnen de gemeente binnen dertig dagen moet worden kennis ge geven ter secretarie, met aanduiding van het perceel, dat men verlaten en hetwelk men be trokken heeft. Het niet naleven der bepaling wordt gestraft met geldboete van ten hoogste drie gulden. Texel, 12 November 1920. Burgemeester en Wethouders voorn., De Secretaris, De Burgemeester, JONKER. BUYS1NG DAMSTE. TEXEL, 20 Nov. 1920. Tot heemraad van het rWaterschap „de 30 Gemeenschappelijke Polders" alhier, werd benoemd de heer J. Hin Jbz, Landarbeiders. Het moet gezegd, dat de hoofdbestuur ders, resp. van den Katholieken en den Christeiyken Landarbeidersbond,die Woens dag in Hotel Texel optraden, uitstekende propagandisten bleken te zijn. Of hun succes evenredig was aan hunne kwalitei ten zouden wij niet kunnen zeggen, want ons is niet gebleken, dat zich leden voor de organisaties hebben opgegeven. De gelegen heid daartoe werd na de vergadering ge boden. Met een welkom aan sprekers en belang stellenden, (over de opkomst viel werkelijk niet te klagen,) opende de heer S. Kejjzer van Oosterend de vergadering, die er in Ik dwaalde doelloos rond, toen ik gevonden werd door een van monsieur de Culem berg's vrienden, Ik vermoed, dat hij was uitge zonden, om mij te zoekeD, en ik geloof, dat hij, om toegang tot de gevangenis ts krijgen, barbaarsehe wreedheden heeft be gaan, dat was de prijs, die betaald werd voor mijn waardeloos, jong leven, Hij nam mij bij de hand, deze hand was vochtig en mijne hand werd rood gekleurd. Ik bood geen tegenstand en hij voerde mij weg. Ik herinner mij slechts èén ding van mijne vlucht en dat was, hoe en waar ik belle maman voor het laatst zag. Zal ik u dat besohrijven? vroeg ik met plotselinge hardheid. Vermijd onaangename bijzonderheden, antwoordde mijn oudoom zacht. Deze woorden deden een gevoel van yrede in mijn ziel nederdalen. Ik was ver toornd geweest op den ouden man. Ik had niet getracht zijn gevoel te sparen en thans begreep ik, dat het niet meer noodig was hem te ontzien. Zijne ziel was ver weg, tenzij tengevolge van groote ongevoelig heid, tenzij tengevolge van ouderdom, en mijn weldoener, die een maand lang het vnur iu mijn kamer had aangehouden, mijn eonige bloedverwant behalve Alain, dien ik reeds als een betaalden spion had leeren keoaen had de laatste spranken van hoep in mij do?n verdoov6n. Zeker, zeide ik, en hat einde dezer treurige geschiedenis is nabij. Ik werd (W. C. OLLANO.) voor ieder die weegt tot ruim 25 Kg., leve ren wij een specialen Snelweger nauw keurig op 1 gram, desverlangd 0,5 gram, met elk gewensohte weegplaat tot 34X34 oM. Prospeotus gratis bij den hoofdagent A. HEYNES, Jacob Marisstr. Amsterdam. z(jn openingswoord op wees, dat er op Texel niet over gebrek aan organisatie te klagen was, dan juist onder de landarbeiders. Te den Burg en de Cocksdorp waren wel katholieke vereenigingen van landarbeiders, doch ze telden weiDig leden, zoodat er geen invloed van uitgaat en de loonen eu werkuren als altijd, door de landbouwers alleen worden vastgesteld. 't Stemt wel tot nadenken, meent de voorz., wanneer wij hooren, dat georgani seerde vakarbeiders thaDS 70 cent per uur verdienen, terwijl de landarbeiders zich met 35 k 40 cent moeten tevreden stellen, terwijl toch ook door hen de hooge prijzen voor melk eDZ. moeten worden betaald. Spr. komt op voor het recht van de land arbeiders, om mee te spreken over hun loon en arbeidsduur en wijst er op, dat niet organiseeren gelijk staat met des orga- niseeron, d.w.z. de boel in de war sturen, waarna bij het woord geeft aan den hoofd bestuurder van den R.K.Landarbeidersbond, den heer Barends. Dat de landarbeiders hier niet georgani seerd zija, kan, zegt de heer Barends geen andere oorzaak hebben, dan dat ze hun belangen niet kennen en de noodzakelijk heid van organisatie niet gevoelen, elders toch zijn reeds 20,000 landarbeiders in Chr. en Kath. organisaties vereenigd. De beteekenis van vakorganisatie wordt algemeen erkend en spr. aebt ze noodig om de inzieke maatschappij in banen te brengen. Het liberale vrijheidsstelsel heeft alle fouten van de tegenwoordige maatschappij op zijn geweten. Die vrijheid is een bron van ellende voor den landarbeider, die in pijnlijke bestaansonzekerheid leeft, die ten gevolge van den langen abeidsduur, vooral in den zomer, voor h6t gezinsleven dood is. Over den onrustbarenden trek van arbeiderskinderen naar de groote stedeD, sprak daarna de heer B., om ie vervolgen, dat de landarbeider geen gelegenheid heeft zich met z(jn gezin te onderhouden, geen gelegenheid om zich te ontwikkelen. De Kath, en Ghr. vakbeweging willen daarin verandering brengen, door verkorten ar beidsduur. Is het niet jammer, vraagt spr. dat zoo menig huisvader met groot gezin zich allerle ontbering ;moet getroosten, naar Monsieur de Culemberg gebracht ik veronderstel, dat u den Abbó de Culem berg kent Hij gal een toestemmend teeken, zonder de oogen te openen. Hij was een zeer dapper en geleerd man. En zeer vroom, voegde mijn oom erbij. En zeer vroom, zooals u belieft te bemerken, hernam ik. Hij deed eindeloos veel goed en wist, gednrende het geheele schrikbewind, aan de guillotine te ontko men. Hij heeft mij grootgebraoht en mij mijne opvoeding gegeven. In zijn landhuis in Dammarie bij Maluu, was het, dat ik kennis maakte met nw zaakwaarnemer, den heer Vicaty, die zich daar verborgen hield, om ten slotte toch in handen te val len van de chauffeurs. Arme Vicary, prevelde mijn oom. Hij heelt herhaalde malen zaken voor mij gedaan in Frankrijk, en dit was de eeriste welke niet goed afliep. O ja, antwoordde ik. Maar laat mij u niet langer bezighouden met een verhaal waarvan de bijzonderheden u pijnlijk moe ten wezen. Genoeg, dat ik op raad van den heer de Culembarg zelf, op aebttien jarigen leeftijd dezen vriendelijken meester en zijne boeken vaarwel /.eideen in Fran ce h-u dienst trad. Sinds dien oag heb ik de Wapens gedragen en niet tot oneer mijner familie. terwijl het geld door anderen wordt ver brast en weggesmeten? Waar is de waardeering voor den werk man, vervolgt hij en hij haalt daarbij aan, den Pauseltjken Zendbrief „Rerum nova rum". De arbeiders moeten leeren inzien welk een waardevolle rol zij spelen bfj de voortbrenging, ze moeten te samen trachten te veroveren de erkenning als mensch en als stand. Een schril beeld hangt spr. vervolgens op, van wat de sooialisten en en communisten willen, om daarna te pleiten voor aansluiting b(j den Kath. of den Chr. Landarbeiderabond, Hierna is het woord aan den hoofdbe stuurder van den Chr. Landbouwarbeiders bond, den heer van Vliet, die begint met te zeggen, dat deze eeuw is genoemd de eeuw van deu arbeider en dat niet kan worden ODtkend, dat de invloed van den arbeider van meer beteekenis is dan b.v. in de vorige eeuw en h(j w(jst daarbij op de beteekenis van de arbeidersconferenties, kraohtens art. 13 van het reglement van den Volkenbond, vorig jaar te Washington en dit jaar Genua op de congressen aldaar gehouden. Spr. deelt mede dat in 1921 op den 5den April een arbéidsconferentie zal worden gehouden op het congres te Geneve, alwaar h9t arbeidsvraagstuk van den landbouw iuternationaal zal worden besproken. Dat bewijst wat, zegt spr. Vorige eeuw was de arbeider weinig in tel, zegt spr. H(j werd veracht en gemin acht. Uit zijn ervaring deelt spr. daarvan een en ander mee en moge de arbeider al in waardeering gestegen zijn, voegt spr. er aan toe, het is nog zoo, als men hem kan missen, dan staat bij op straat. Dat zal beter worden, vervolgt spr., w(J zullen de plaats innemen, die ons toekomt, ten le omdat wij leven in de eeuw der democratie, d.w.z. dat de geestesstrooming van onzen tjjd aan alle standen als groep een plaats toestaat op elk terrein, ten 2e omdat de arbeiders hun kracht hebben gezocht in vereniging en gezamenlijk voor hunne belangen opkomen. De vraagof vakorganisatie geoorloofd is, wordt door spr. niet alleen toestemmend beantwoord, maar hy komt zelfs tot de conclusie, dat met zondigt wanneer men zich er aan onttrekt, omdat men dan z'n plicht tegenover zich en zijn gezin ver zaakt. De enkeling is een drenkeling, zegt spr. en de maatstaf, die thans voor het loon van den arbeider geldt, „ik geef wat een ander geeft" gaat niqt langer aan. Wy kunnen den patroon niet missen, zegt spr., maar de patroon kan niet zonder ons, dat staat gelijk en wij hebben recht op ons deel van de opbrengst. Als alle arbeiders zich vereenigen staan Gij verstaat de kunst van verhalen, zeide m|jn oom zijn hoofd naar mij toe wendend, als om mQ te bestndeeren. Mon sieur de Mau:èint, dien gij in Spanje hebt geholpen, heeft met zeer veel lol over n gesproken. En gij zijt ondervezen geworden door den Abbé de Culemberg. een man uit een goede familie. Ja, u zijt de geschikte persoon. Ge hebt goede manieren en een gunstig voorkomen, die nooit sohaden. Onze geheele familie munt door sohoonheid nit, ook ik heb veel sneoes gehad en de her innering daaraan vervult mij nog heden met vrengde. Ik koester het voornemen, neef, u tot mijn erfgenaam te benoemen. Ik ben niet zeer tevreden met mijn anderen neei, monsieur le Yicomte, hij heeft den eerbied uit het oog verloren, dien hfl aan den ouderdom schuldig is. En dan zijn er nog andere dingen. Ik was half en half in de verzoeking om hem de zoo koel aangeboden erienis met verachting voor de voeten te werpen maar ik bezon my, hij was immers een ond man en toch mijn bloedverwant, en ik was arm, verkeerde in moeielijkheden, had het hart vol verwachtingen en plannen voor de toe komst, die ik met behulp dezer erfenis zou kunnen uitvoeren. Bovendien was ik den man wel esnige dankbaarheid schuldig, en het zon niet mooi van mij zijn geweest, indien ik hem op zijn sterfbed bri&ediga had. Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1920 | | pagina 1