N°. 3738, Woensdag 29 Augustus 1923.J 36at< Jaargang. Nieuws- en Advertentieblad. Spoor- en Bootdienst. Vaa week foï week. J-IFELBUOV Dit klad verschöat Woensdag- en Zaterdagmorgen ABONNEMENTEN ob ABVIRTENTIEN wordea aangenomea bjj 4* TJiig, Emma LANOEV3LB* BE R O O IJ, Farkstra i, BniforTitn Doe den eersten stap' tot het verKrijgen van een prachtige gejonde gelaatskleur Begin vandaag met TEXELSCHE COURANT. AbcnnemenUprv» per 3 woonden! oor den Burg 50 Cts. Franco per post door geheel Nederland 75 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Losse nummers 3 cent. Advertcutiën daags voor de uitgave vóór t uur nam. Prpt der Adwrlenhénj Van 1 tot 5 regels 50 Cts. iedere regel meer 10 Ct. Qroote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. iTELEFOON INTERCOMMUNAAL No. 11.' - POSTCHEQUE- en OIRODIENST No. 652. Licht op Van Zaterdag 25 tot en met Vrijdag 31 Augustus. voor rijwielen 8,40 uur, voor rijtuigen 9,10 uur HOOGWATER reede van Texel. Zomertijd. Donderdag 30 Aug. v.m. 11,58 Vrijdag 31 12,31 Zaterdag 1 Sept. 1,— Zondag 2 1.22 Maandag 3 2,01 Dinsdag 4 2,48 Woensdag 5 3,51 Des namiddags is het ongeveer een half uur later hoogwater. Post- en telegraafkantoor den Burg geopend. Op Zon- en feestdagen Vm. 8 tot 9 uur n.m. 1 tot 2 uur Op werkdagen voor Telegrammen Vm. 8 uur tot n.m. 8 uur. voor Postzaken Vm. 8 uur tot n.m. 7'/j uur. Voor postwissels, kwitantién, Rijks verzekeringsbank, postcheque en girodienst. Vm. 8.30 uur tot n.m. 3 uur Voor Rijkspostspaarbank Vm. 9 uur tot n.m. 7,30 uur Zaterdagavond na 6 uur voor postdienst gesloten Dienstregeling 1 Juni 1923. Zomertijd. Vertrekuren van de Boot. Op Werkdagen Vertrek Texel 6,—8,30 vm. 2.30 5.30 nm Helder 7,— 10,15 vm. 4,15 6,45 Op Zon- en Feestdagen van Texel: 6,— vm. 8,30 vm. 5,30 nm. van Helder: 7,— 9,30 6,45 jVertrek en aankomst der treinen van den Helder naar Amsterdam. Vertrek Helder. Aankomst Amsterdam 6,32§ 9,04 6.49f 9,04 7,30 sneltrein 9,04 10,04§ 12,10 12,40 2,54 2.04ft 4.40 3,54" 6,- 4,15§ 6,40 7,25 9,31 Donderdag naar Schager. een markttrein, ver trek 7,45 aankomst 8,35. Van Amsterdam naar Helder. Vertrek Amsterdam. Aankomst Helder 5,19§ 8,35 7,579,37 9,11 11,21 12,28§ 2,41 3,04 6,19 5,49§ 8,05 9,16 11,05 11,21 f 12,57 Niet op Zon- en feestdagen. Alleen op Zon- en Feestdagen, ff Alleen op Zaterdag Niet op Zaterdag, Zon- en Feestdagen. Van revolutie en geld. We wachten op de revolutie. Hier en daar schijnt het al flink onrustig te zijn. Aan de Elbe z(jn aardappelvelden leegge haald en ook erwtenvelden schijnen geoogst te zijn, door menschen, die niet bepaald eigendomsrechten hadden. 't Is natuurlijk voor de eigenaars niet prettig en ik gun ze van harte een goede schadeloosstelling. Maar practisch is deze vorm van revolutie wel. Je hebt niet te eten en je haalt het. 't Is toch veel practi- scher dan dat je een heeleboel menschen gaat vermoorden om je doel te bereiken. Dat de revolutie komt, dat gelooven we allen. Wanneer en hoe ja, wie zal dat weten? En dat hangt misschien vaneen toeval af. Dat 'de revolutie komt, beschouwt men hier als een axioma. En de groote vraag i3 -wat zal het resultaat zjjn? En ook de monarchisten hebben hun droomen. En aangezien een revolutie wel eens meer heeft gebracht een dictator ofeen vorst, den ken de monarchisten weer heel sterk aan de balling van Wieringen. En er gaat bijna geen dag voorbij, dat niet iemand me vraagt hoe „onze kroonprins" daar leeft. Nu veel weet ik daar ook niet van, en wat in de Hollandsche kranten over hem heeft gestaan weten ze hier even goed als ik, want dat wordt door de Duitsche bladen meteen opgenomen. Over Doorn wenscht men geen berichten ,de oude* heeft afgedaan, niet omdat hij naar Holland gevlucht is, maar omdat h\j voor de tweede maal getrouwd is. Ik kan me die opvatting en die verwarring tusschen keizerlijk en partitulier leven nooit begrij pen. Maar als je zegt, datj 'n keizer als keizer dezelfde blijft, of hij een, of twee, of drie of vier keer trouwt, begrijpen ze mij niet en vinden dat geloof ik een bijna immoreele levensopvatting. En de vlucht naar Holland, die is niet erg. „want hij is immers niet gevlucht, maar door de Engel- schen weggevoerd tegen zijn wil. Nee, Doorn, daar moeten ze niets van hebben, maar Wieringen wordt nog eens eens monarchale bedevaartsplaats. En de hofberichten van Wieringen komen hier heel wat gretiger in de pers, dan de hof berichten van Berlijn. Toen, eenige tyd geleden, de dochter van de rijkspresident trouwde, namen de bladen daar wel be richtjes over op, maar de meeste kranten maakten het feit, dat je over een „früulein Ebert" zooiets als een hofbericht zette, meteen belachelijk. En toen een persbureau b\j ongeluk op had gegeven, dat de gasten bij de trouwerij alleen een kop koffie was geserveerd, werd dadelijk de nadruk op het woord één gelegd en stelde men de familie van de rijkspresident voor, als te zamen met de gasten drinkend uit één kop. Een bewijs, dat men het bericht eenvoudig wilde ridiculiseeren. En waarom eigenlijk Zou men het beter hebben gevonden, als bij deze gelegenheid nagemaakte hofpraal was vertoont Een eigenaardigheid hier is wel, dat men heel moeilijk eigen fouten ziet. Alles is „ongeluk" en „Herr Poincaré". Nu zal wel niemand beweren, dat Herr Poincaré geen aandeel heeft in de ellende hier, maar er is hier bij de Duitsche leiding ook wel een en ander niet in orde. Het is toch niet Herr Poincaré, die steeds bankpapier drukt (Daar zijn natuurlijk wel groote invloeden van buiten het land, die zich doen gelden, maar die zijn het niet alleen.) Maar al dat notendrukken vinden velen nog schitterend. Er is hier op hetoogen- blik gebrek aan contant geld, maar och „we drukken al weer en we gaan nu allen groot geld drukken" En Berlijn gebruikt zijn oude noodgeld weer en zet er een paar nullen achter. 'k Heb gister ook eenige millioenen nood geld gekregen, ook stadsnoodgeld, vodjes papier, aan een zij bedrukt. Er staat eigen lijk alleen wat slordig op gedrukt dat bedoeld papiertje een millioen mark waarde heeft. Er is geen versiering op, geen randje niets. Het heeft zelfs niet meer het uiterlijk van een bankbiljet, het armzalige vijfhon derd biljet, dat de staat uitgaf, is er nog prachtvol bij 'k Ontving het noodgeld een dag nadat het gedrukt was, en in alle winkels namen ze het al als iets gewoons aan. Men bekijkt het papiertje niet eens nauwkeurig, en zich verbazen, dat doet men heelemaal niet meer. Misschien was men ook wel blij, dat men wat geld zag, want zelfs dit noodgeld was haast niet te krijgen. Ik stond bij de bank, toen ze geopend werd, wie een half uur later kwam, kreeg niets meer. Toen was de kas al gesloten. Dat men geen contant geld heeft, is een lastige kwestie. Want de waarde van het geld zakt. Als men een week later betaalt (uit noodzakelijkheid, omdat er geen geld was) hoeveel moet men dan betalen. De prijs die de artikelen hadden op den dag van de koop of de prijs van den dag van betaling? Men heeft hier veel en velerlei kwesties in deze richting en men vraagt wel graag de prijs van den dag van be taling. Nu is dat heel billijk, als er geld in omloop is, want dan kan men contant betalen, maar als er geen geld is en men moet later betalen.'t Is hier een groote vraag, die lang niet altijd en overal gelijk wordt opgelost. „Ja wij drukken nu voortaan groot bank papier. Alleen maar groot bankpapier." 't Was een intellectuoel, die het me zei en ook in dit opzicht werkelijk trotsch was op moedertje Germania, dat zoo goed voor bankpapier zorgde. De algemeene opinis is hier nog, dat men de oorlog niet heeft verloren. En iemand zei het me nog heel stevig: „Als we nog veertien dagen tyd gehad hadden, dan hadden we de geheele wereld doodge slagen." En hij vertelde me ook, dat Duitschland recht had; om op veroveringen uit te gaan, want er was grondgebied noodig. Het bevolkingscijfer was zoo aan gegroeid, men moest ruimte hebben, i'n dus." Nu hoort men zooiels lang niet alle dagen meer (deze gedachte moge algi^ieen geweest z(jn voor den oorlog, nu is ze een uitzondering). En als men nog eens hoort van de wereld doodslaan en veroveren, dan is het altijd van menschen, die niet zelf in den oorlog z(jn geweest. Voor de meesten is de oorlog een groote donkere vlek, waar ze liever niet over praten. Alleen zijn zij het eens over het feit, dat Duitschland eigenlijk den oorlog niet verloren had. „Maar de revolutie in Berlijn, ziet u." Hoe en waarom die revolutie eigenlijk ontstaan is, ja, dat weet eigenlijk niemand, Maar ik heb iemand hooren vertellen, hoe men de soldaten, die gewapend in Berlijn liepen, ontwapende. Ergens bij de hoek van een straat ston den tien mannen Er kwam een soldaat aan. Men ontwapende die soldaat. Er kwamen tien soldaten. Ze werden ontwapend. Er kwamen groepjes van twintig, van honderd, van tweehonderd. Ze werden ontwapend allen door die tien mannen, die daar waren gaan staan, zoo maar op de hoek van een straat. Toen kwam er een kreupele, een oorlogs invalide Men wilde hem zijn (jzeren kruis ontnemen. H(j weigerde en dreigde met z(jn kruk. En men nam hem zyn (jzeren kruis niet af. Dit is zoo maar een straattafeeltje. Maar men ziet daarin, hoe de revolutie geweest is. Die kreupele man kon rustig doorgaan, groote groepen werden ontwapend, door tien man. Dat was niet de kracht van een meerder heid, dat was de „Zuzammenbruch* van het militairisme, van de lust tot oorlog, het was de afkeer van alles, wat geweest was. Het was zoo maar een straattoneeltje. Maar het kenschetst den toestaDd. En hydie het vertelde, was in de revo lutietijd minister van arbeid en had gezien, hoe alles ineenstortte. En als men dan zegt, dat de oorlog niet verloren is, dan is dat misschien een militaire beschouwing. Maar de „Zusammenbruch" was er overal. En weer staan we voor de mogelijkheid dat tien mannen op een hoek van een straat een toestand zullen kunnen beheer schen. Als ze nu maar alleen soldaten ont wapenden De afgrond is nabij. Maar op den rand danst men en is men vroolijk. Verleden jaar was liet hier ernstig en toen klonken langs de wegen de sentimenteele Duittjcht liedjes. Eu ernst en sentimentaliteit, dal hooit bij het volk. Nu lacht men en danst men. Het zijn wel niet de beste elementen die zoo vroolij k doen. Maai de anderen zijn er te ellendig aan toe, en die ziet men niet meer. Men ziet dus lachen en dansen. En het Duitsche volk is als het lacht en danst even vreerad als- een Duitsche vrouw die een sigaret rookt. Want dat kan ze niet en dat zal ze nooit leeren. En dat is waarschijnlijk wel een van de goede kanten van haar karakter. NINE MINNEMA. 18—25 Augustus. We zijn alweer de laatste week van Augustus ingetredon en September, de herfstmaand staat voor de deur. De zomer i qe2onc/heidsgeur •en UFEBUOy is heerhjk. j ''N OE LEVER ZEEP nt VlAAROlNGEn. Fabrikanten vari Lux en begint weldra afscheid te nemen en mis schien zal ze nog door een vriendelijke zonnelach een kleine vergooding schenken, voor het gemis aan werkelijk zomersch weder. We hebben die zonnelach wel zeer moeten ontberen in den laatsten tijd en de zomer is tot nog toe voorbijgesneld, zonder dat we nu eigenlijk veel van mooi, bestendig zomerweer hebben kunnen profl teeren. Augustus heeft het ook niet te best gemankt en de hoop is nu alweer ge steld op September. Vooral ook omdat het begin van deze maand ons land zjjn nationale feestviering zal brengen. Schier overal is men thans aan de voorbereiding van de feesten ter eere van het zilveren regeeringcjubileum. O O O Het antwoord van Poincaré op de jongste Britsche nota, vormde in du laatste dagen het onderwerp van den dag. Een alles behalve interessant onderwerp, want het Fransche antwoord heelt volstrekt niet een lichtstraal, zelfs geen glimpje van licht, laten vallen in de duisternis van den inter nationalen toestand. Het is gebleken, dat zelfs het getemperd optimisme, dat begin der vorige week te Londen beersebte, onge motiveerd is geweest. De conclusie toch moet luiden, dat men door het Fransche antwoord geen stap verder is gekomen, dat do oplossing van bet Roerconflict en de kwestie van herstel en schadeloosstel ling nog even ver verwijderd schijnt als te voren. Poincaré heeft niets toegegeven en de toestand is volkomen onveranderd gebleven. Het moet du nog nader blijken of de Britsche regeering de onderhandelingen nog verder zal voortzetten. Reuter heeft gemeld, dat men in de eerste zeertien dagen daaromtrent wel niets naders zal vernemeD. Het Britsche Kabinet heeft racantie geno men. Curson vertoeft in Frankrijk en Baldwin is daar du ook hten getrokken. Het houden van eeo Kabinetsraad zal id de eerste dagen niet plaats vinden Mogelijk dat Baldwin en Curson te A'x-les Bains samen de zaak zullen bespreken en mis schien, dat er ook een ontmoeting met Poincaré.zal plaats hebben maarzekei- heid bestaat daaromtrent op dit oogenblik nog Diet. —o-o—o En onderwijl wordt de toesti.nd in Duitsch land gaandeweg ernstiger. Al» men weten wil hoe erg het is, behoeft inen slechts de uitvoerige redevoering te UzeD. die de Duitsche Rükzminister van Financiën Donderdag in den Rijksdag Di eft gehouden. Misschien heeft do minister wel een extra donkere kleur op zijn palet genomen, omdat hij blijkbaar bedoeioe bij voorbaat de in grijpende maatregel-ra, die de regeering Doodig acht. te reehUaauligra, doch bit is voor ieder wei duidelijk, dat de fiuau-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1923 | | pagina 1