Van der Graaf Co.'s bureaux voorden handel Sproeten Tandarts Ansingh Sleeswijk's kaarten Fa. Langeveld&dcRooij. een prachtige kwaliteit BANK-POSTPAPIER, voor de Doozen van 250 1000 @©s-@ê« AMSTERDAM (hoofdkantoor) ROTTERDAM BRUSSEL. Incasso's van achterstallige en betwiste vorderingen. Handelsinformatiën. s, 3. Texelstroom naar Formerend in „iofd deliindeboom" van elke provincie van ons land» FEUILLETON. Wij hebben ontvangen uitnemend geschikt Lange vekl de Rooij vaart Maandag a.s. Vertrekt 1 uur. D. METS. Hoofdgracht 61, Helder is Donderdag 15 Mei van 's morgens 10 uur tot 's middags half 2 te spreken naar officieele gegevens bewerkt, met nauwkeurige afstandsbepaling per stuk f 0,90. NOVELLE VAN REINHOLD ORTMANN. (Nadruk verboden.) 5) Hij keek ten zeerste verrast op, zoo won derlijk hadden hem die woorden getroffen. Maar pas toen hij haar aankeek, begreep hij de bedoeling ervan. „Gij spreekt van een offer - - Van een offer dat gij gebracht zoudt hebben, Magda - Gij „Vergeef me het was een zeer ondoor dachte en dwaze uiting van me. Ik weet immers, dat u mij voor hei slechtste, meest trouwelooze schepsel ter wereld houdt. En het is in ieder geval het best, dat ik u ook verder maar in dat geloof laat. Maar wat is dat?" Werner had er geen flauw vermoeden van, wat zoo plotseling haar opmerkzaam heid of haar belangstelling kon hebben op gewekt. Hij zag alleen, dat zij opstond en door de nog steeds geopende deur van de coupé naar de verbindingsgang ging, waar zij, tegen het raampje geleund, bleef staan, terwijl zij met zichtbare spanning naar het andere einde van den wagon staarde. Zonder dat zij het bemerkte, kon hij van uit zijn hoekje haar elegante gestalte en het wonderlijk mooie proflei var» haar als uit marmer gehouwen gelaat beschouwen. En hij moest er weer aan denken, hoe dik wijls hij haar met verrukking in precies dezelfde ongekunstelde, bekoorlijke houding bewonderd had, wanneer zij op eenprach- tigen zomeravond in den schaduw der boo- men van de indrukwekkende allëe op zijn komst gewacht had. Met ongeduld verlangde hij naar het oogenblik, dat zij weer in de coupé zou terugkeeren. Wel was hij nog steeds voor nemens, zijn reis niet tot het einddoel voort j te zetten, maar het scheen hem van geen belang, of hij deze reis reeds aan het eerst volgende station, waarvan zij niet vei meer verwijderd konden zijn, of eerst in Küfstein of Innsbrück zou onderbreken. Zoo zeker als dit samenzijn met Magda volgens zijn wil, het laatste in zijn leven zou zijn, zoo vurig verlangde hij naar een verklaring' van haar zonderlinge, onbegrijpelijke woor den, vóór zij voorgoed van elkander zouden scheiden. „Wanneer u er zoo zeker van bent, dat ik uw toenmalige handelwijze verkeerd be oordeeld heb, wat zou u dan weerhouden mij beter in te lichten? Het is nooit te laat om een misverstand op te helderen, ook al ook al kan daardoor aan vol dongen feiten niets meer veranderd worden." Zij leunde, volgens oudergewoonte, met het hoofd achterover, zoodat haar mooie blanke hals uit de losse mantelkraag zicht, baar werd en sloeg haar oogen quasi-ver legen neer. „Waarom zouden wij daarover praten," vroeg zij mat. „Is het niet genoeg, dat u mij in uw geluk dubbel dankbaar moet zijn, voor wat ik gedaan heb?" „Dankbaar? Alles goed en wel! Maar daar gij aanspraak wilt maken op mijn dankbaarheid, wil ik u toch wel even opmerken, dat >k het heel vreemd vond, dat gij des nachts uit Neuenhagen verdween en mij niets anders achterliet dan een af scheidsbrief in zulke koel berekenende en ongevoelige woorden gesteld, dat een niets kwaads vermoedende minnaar welhaast tot wanhoop moest worden gebracht, Of noemt u het misschien een uiting van groote achting voor mij, wanneer u onomwonden verklaart, dat u zich in uw gevoelens ten opzichte van mij vergist heeft, en dat uw verlangens u naar hoogere sfeeren voerden dan naar een weinig lachende toekomst, die u aan mijn zijde tegemoet zoudt zijn gegaan? Uw idealen dreven u naar een rijker geluk dat zie ik nu maar al te te duidelijk in, hoewel ik mij zulks in mijn begrijpelijke smart niet direct kón indenken. Maar waar is bij dat alles het door u gebrachle offer, waaraan gij mij wilt doen gelooven Hij was in het vuur van zijn rede bijna heftig geworden. Magda veranderde echter niet van houding, alleen lachte zij even zacht en kirrend. Het was datzelfde lachje van vroeger, dat hem zoo dkwij is betoo- verd had, en zooals hij het nooit van een andere vrouw had gehoord. „Is dat uw antwoord?" vroeg hij. „Ik begrijp u niet. Schept u er ook nu nog behagen in, u vroolijk over mij temaken „Neen neen zeker niet! Maar zoudt u soms liever willen, dat ik nu nog verdriet had, omdat mijn opzet zoo goed is geslaagd? Ik bid u, Werner,verlang dat niet van mij. Ik heb er heusch tranen genoeg om vergoten." In koortsachtige opwinding boog hij zich over de koffer naar haar toe. „Magda wat beteekent dat? Gij kunt er geen belang bij hebben, mij voor te liegen comedie voor m\j te spelen. Dat uw opzet zoo goed slaagde wat wilt ge daarmee zeggen „Zoudt u mij dan zoo gemakkelijk en zoo zonder stryd hebben opgegeven, wanneer ik u niet als 't ware daartoe gedwongen had, door uw eergevoel als man doodelijk te kwetsen En dat juist dat was het, wat ik beoogd had. Ik was tot het smar telijke inzicht gekomen, dat ik uw geluk in den weg stond en dat u, om vooruit te komen, mij eerst op moest geTen. Is dat werkelijk zoo moeilijk te begrij pen?" Een langgerekt gefluit van de locomotief weerklonk bij haar laatste vraag en de trein vertraagde zijn vaart. „Magdariep W6rner, terwijl hij zijn hand naar haar uitstrekte. Zij sprong echter op 't zelfde oogenblik overeind en wendde zich met een snelle beweging naar de smalle deuropening. De trein kwam met een korten ruk tot stil stand en op het perron galmden de con ducteurs in alle toonaarden „Rosenheim Eén minuut oponthoud." Aan het andere einde van den 'wagon werd echter gelijktijdig een deur openge rukt en Werner meende het. kletteren van een sabel te hooren. Onmiddellijk daarop klonk een diepe mannestem, die op rustig bevelenden toon zeide „Ik ben ambtenaar van politie en ik ver zoek de dames en heeren, hun plaatsen niet t6 verlaten." In begrijpelijke nieuwsgierigheid stond Werner Marold ondanks dit zonderlinge verbod van zijn plaats op. Maar op hetzelfde oogenblik dat hij de verbindingsgang in stapte, waarin Magda eenige seconden te voren aan zijn blikken ontsnapt was, hoorde hij een doordringenden kreet. Te zeifder tijd voelde hij zich gevangen door twee zachte armen, die hem hartstochtelijk om kneld hielden. „Ze komen Ze komen 1" gilde zij in diepe vertwijfeling, en voor hij zich in zjjn verwarring ook nog maar één enkele heldere gedachte omtrent het voorgevallene had kunnen vormen, hield hij een schijnbaar levenlooze last in zijn armen. Magda's gegil, dat op grooten afstand te hooren was, had natuurlijk den geheelen wagon in opschudding gebracht. Uit alle deuren kwamen nieuwsgierige of ontstelde gezichten te voorschijn. Werner had echter de bewustelooze nog niet op de coupékus sens kunnen neerleggen, toen hij zich ook reeds bij den schouder gegrepen voelde, en dezelfde zware stem van daar net hoorde zeggen „In naam der wet neem ik u gevangen." Hij draaide zich om en keek in het baar dige gelaat van een in burger gekleeden beambte, wiens stramme militaire houding maar al te duidelijk zijn beroep verraadde, terwijl achter hem de lange gestalte van een Beierschen politieagent in uniform op dook, „Gevangen Ik Wat moet dat beteekenen Verkoopt u alstublieft niet zulke dwaashedenEn zorgt u er liever voor, dat er een dokter hier komtU ziet toch wel, in welken toestand deze dame zich bevindt." „Zeker zie ik dat," luidde het rustige antwoord. Ed wanneer het blijkt, dat het werkeljjk noodig is, zal die dame buiten op het station weldra geneeskundige hulp verleend worden. U behoeft u daarover volstrekt niet ongerust te maken mijnheer LeisznerEn probeert u maar niet ons met uw uitvluchten om den tuin te leiden. De trein kan alleen voor uw plezier hier geen kwartier blijven staan (Wordt vervolgd komen vroeg In 1 voorjaar, koop bijtijds j eeo po. SPRUTOL f Verkrljgb. bij alle drogisten. n-, JCOllMMIIBIIIII

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1924 | | pagina 4