1
V s
HfBsaaBaslllf
STER-TABAK
V S Pepermunt
No 3969
Zaterdag 21 November 1925
398te Jaargang
feuilleton'
GBEI GEWETEN.
vocPvtvzij. vertpa&t.
Vasn f I 0S pea&iüo eri| 0.5 5 per. pond,
Texelsche Berichten
^CoCOjü
ABONNEMENTEN:
UITGAVE;N.V.v/h LANGEVELD DE ROOIJ 11 DEN BURG OP TEXEL
ADVERTENTIËN:
TELEFOON: N°.11 B POSTGIRO: N°. 652 POSTBUS: N°. 11
CACAO
UKi/nt fWi/nd dat alle. duM/odwe Ccucacr.
cel!dveru>pi£&ma n a
P 1 a f UjmomjjLarwmyn. cJt
>&nae..
LSCHE COURANT
DEN BURG: 50 et per drie Maanden.
Franco p. post door geheel Nederland 75 ct p. 3 maanden.
Losse nummers: 3 ct.
DE TEXELSCHE COURANT VERSCHIJNT
WOENSDAG- EN ZATERDAGMORGEN
Van 1-5 rogels: 50 ct. Iedere rogol moer: 10 ct.
Dezelfde advertontle 4 maal geplaatst wordt 3 maal borokond.
BIJ abonnement lagere regelprijs.
ADVERTENTIËN
MOETEN DAAGS VOOR 'T VERSCHIJNEN
4 UUR NAM. IN ONS BEZIT ZIJN
Tooneeluitvoering door I.L.B.
De R.K. Tooneelvereeniging I.L.B., afd. dames
gaf Woensdagavond in hotel „de Zwaan" voor
een tamelijk gevulde zaal een uitvoering, die
over 't algemeen de aanwezigen wel kon be
vredigen.
De Zeereerw. heer pastoor Nagel opende met
een kort woord, waarin spreker ieder welkom
heette en de wensch uitte, dat ieder zich mocht
amuseeren. Tevens drong Z.Eerw. er op aan,
I.L.B. niet alleen financieel te willen steunen,
maar ook door trouw bezoek te toonen, dat
men het werk der leden op prijs stelt. Spreker
acht vooral in een betrekkelijk geisoleerde streek
als deze een tooneelvereeniging zeer op haar
plaats en besloot met de wensch, dat zij menige
gezellige bijeenkomst moge beleggen. Dan kun
nen we de boog eens ontspannen en alle zorgen
weglachen.
Daarna werd opgevoerd „Het Lokaas", too-
neelspel in twee bedrijven, door Gerard Nielen,
waarvan de inhoud, heel beknopt, hierop neer
komt:
De weduwe Lansveld houdt een mode-ateher
maar ziet zich door geldgebrek gedwongen de
zaken aan kant te doen en de ateliermeisjeste
ontslaan. Armoede staat voor de deur. Tot
overmaat van ramp dreigt mevr. de Wed. Hagen
doorn de huur te zullen opzeggen, zoo rente en
aflossing van de op het huis gevestigde hypo
theek niet binnen korte tijd betaald worden.
Goede raad is duur. Maar is er uitredding
mogelijk. Betsy, de dochter van de weduwe,
heeft omgang met een niet-katholiek persoon
uit de gegoede stand, waarmee ze in 't huwelijk
hoopt te treden. Mocht dat het geval zijn, dan
zal alle financieele zorg op zij kunnen worden
gezet, maar zij aarzelt haar moeder met die
plannen op de hoogte te brengen. Toch trekt ze
eindelijk de stoute schoenen aan. Hoe groot is
echter haar teleurstelling, wanneer ze merkt,
dat moeder niets van zulk een gemengd huwe
lijk wil weten, en zich met hand en tand daar
tegen verzet. Tenslotte weet zij Betsy 't ver
derfelijke van haar voornemen onder de oogen
te brengen, waarop deze onder een stortvloed
van tranen toegeeft verkeerd gehandeld te heb
ben en belooft die trouwplannen te zullen laten
varen. Mevr. de Wed. Hagendoorn is tegen haar
wil getuige van het laatste gesprek tusschen
moeder en dochter en vindt daarin aanleiding
haar eischen te matigen, zoodat van uitzetting
geen sprake zal zijn. De wed. Lansfeld zal haar
atelier kunnen behouden, alles komt weer in 't
reine Aan de heldere hemel straalt weer vroo-
lijk de zon.
De opvoering liep goed van stapel, de rollen
waren zoo goed als mogelijk verdeeld. Natuurlijk
zullen we bij de beoordeeling geen hooge eischen
mogen stellen: goede krachten zijn maar
schraaltjes gezaaid, dus moet men roeien met
de riemen die men heeft. Toch mogen we zeg
gen, dat over 't algemeen het stuk wel tot zijn
recht kwam. Mej. Rika Witte (de wed. Lansfeld)
had zeker een moeilijke taak, die ze evenwel
behoorlijk wist te vervullen, evenals mej. Jo Hin
(Betsy), die eveneens haar beste krachten in
spande en zich geheel in de gegeven omstan
digheden wist te verplaatsen. Dit toch is de
eerste eisch, die we aan „tooneelisten" mogen
stellen, niet waar? Ook wanneer zij tijdens het
roman van
10 REINHOLD ORTMANN.
„Het schoot, mij toevallig te binnen toen
ik je hoorde zeggen, datje mij den gevraag-
den dienst nooit zou bewijzen want zoo
zeide je toch: nooit! - Als ik zelf wel
gesteld was geweest dan had ik het
ontstane tekort ter wille van jou zonder
aarzelen uit mijn eigen middelen aange
zuiverdmaar ik was arm enjezoudtme
er stellig geen verwijt van hebben kunnen
maken wanneer ik er mee volstaan had,
jou mijn innigste deelneming te betuigen.
Doch ik volstond daar niet mee, maar ik
ging naar den rijken oom van je vader,
die allang niets met jelui te maken wilde
hebben en toen hij mij kortaf wilde af
wijzen heb ik mij bijna op de knieën voor
hem geworpen en hem gebid en gesmeekt
zijn hulp te verleener. Het is waar, toen
hij eindelijk bezweek voor mijn herhaalden
aandrang en de gevraagde hulp verleende,
was het eigenlijk je oom, die je goede
naam redde, en 'niet ik 1"
„J bent onrechtvaardig, Siegmund Nooit
heb ik getracht te ontkennen, dat wy
reddeloos aan schande en verachting prijs
gegeven zouden zijn zonder jou!"
„Knfin, ten slotte is dat thans immers
kwatta
BREDA
(HOLLAND)
spel hunner confraters geen werkzaam aandeel
daarin hebben, moeten zij door houding, ge
zichtsuitdrukking en manieren toonen daarbij
betrokken te zijn en mee te leven. Dat alles is
voor een natuurlijke vertolking van het stuk,
treur-, tooneelspel of klucht, van het hoogste
belang. Men doe er zijn voordeel mee.
Het spel van ieder afzonderlijk te bespreken
zou hoe nuttig ook te veel van onze
plaatsruimte vergen. Of wil men dan toch ons
oordeel over mevrouw Hagendoorn Nu dan
mej. Jo Dernison lijkt ons voor zoo'n rol een
goede kracht en gaf ook nu goed spel.
Na de pauze volgde een kluchtspel in één
bedrijf, getiteld. „Een mislukte speculatie". Voor
al dit stukje viel bijzonder in de smaak en
bracht meermalen de lachspieren in actie. Het
zat werkelijk aardig in elkaar en werd vlot en
natuurlijk gespeeld.
Stel u voor: Tante Pietje,alias mej v.d.Spek,
een bejaarde „suikertante", komt bij nicht-lief
op visite, waar alles voor haar bezoek in ge
reedheid wordt gebracht. Maar wat jammer
Pietje voelt zich daar gansch niet op haar
gemak. De telefoonbei jaagt haar de schrik
op 't lijf, met margarine bereide koekjes ver
oorzaken zoo iets als een hartverduistering, de
Duitsche dienstbode geeft haar aanleiding Mevr.
v.d. Hoop, haar nicht, van spilzucht en hoog
moed te beschuldigen, terwijl nicht Betty even
min bij tante in de gratie valtwie gaat er nu
met zulke weelderige dingsigheidjes gekleed,
wie zoekt zulk voornaam gezelschap Dat is
een leelijke geschiedenis 1 Tante kwaad weg, een
kras door 't testament, alle mooie plannetjes in
duigen. Eén lichtpuntje nog maar! Betty ver
heugt zich op 'n rijk huwelijk. Hoe groot is echter
de verslagenheid wanneer tenslotte ook dat een
luchtkasteel blijkt.
Daarmee nam dit grappig spel een eind. Een
luid applaus beloonde de speelsters voor de
goede wijze, waarop zij dye klucht opvoerden.
Een complimentje aan mej. Dora Graaf (fraü-
lein Betty) voor haar natuurlijk spel. Toch was
zij pas voor 't eerst op de planken, naar we
vernamen. Ook mej. Lies Zijm kent de klappen
van de zweep, alléén niet lachen, Tante Pietje
als woede u 't bloed naar 't hoofd moet doen
stijgen.
De Zeereerw. heer pastoor bracht aan 't slot
een woord van dank aan de speelsters, het be
stuur van I.L.B. en verder aan allen, die voor
deze avond hun beste beentje vóór hadden ge
plaatst. In 't bijzonder, besloot spreker, onze
dank aan de regisseur (de heer G. J. Logman)
die we wel niet te zien krijgen, maar die in 't
succes van deze uitvoering toch een belangrijk
aandeel heeft.
Te half elf verlieten we „de Zwaan".
Donderdagavond werden beide stukken nog
maals opgevoerd. Toen echter uitsluitend voor
R. Katholieken. De zaal was geheel bezet en een
druk bal besloot de avond.
Bezuiniging bij de post.
Naar we uit goede bron vernemen zullen
waarschijnlijk in de buitenwijken van den Burg
slechts eenmaal per dag poststukken worden
besteld. Er wordt nl. overwogen de eerste be
steldienst ('s zomers 68, 's winters 810 uur
vm.) op te heffen.
Tevens deelt men ons mede, dat bij electrifi-
catie van de Koogerweg dit gedeelte in de kom-
bestelling zal worden opgenomen.
Giften voor 't Witte Kruis.
Wed. H. D. Oudeschild f3,—. N. N. Wester-
mient f5,—. Wed. R. den Burg f2,.
Het Nut.
De begaafde declamatrice mej. Menagé Challa
zal a.s. Dinsdag in hotel Texel voor't Nut op
treden met „Eva Bonheur", het bekende werk
van wijlen Herman Heyermans. Naar men weten
zal, verwierf deze schrijver met zijn dramatisch
werk de grootste populariteit.
Tallooze malen werden zijn tooneelspelen,
meestal met een sociale tendenz, op de planken
gebracht en gewoonlijk met buitengewoon
succes. Liefhebbers van Heijermans-stukken
wacht dan ook een mooie avond. We zijn er
toch niet meer van belang. Genoeg, dat
niemand behalve wij vieren den waren
gang van zaken te weten kwam 1 Voor
het oog van de wereld was de raadsheer
van Hanstein door een hartverlamming
midden uit zijn eervolle ambtenaarsloop
baan weggerukt en hoewel hij geen ge
legenheid had gehad voor vrouw en kind
aardsche schatten te verzamelen, zoo had
hij hun toch het beste nagelaten, dat men
in het leven kan bezitten: een onbevlekten,
smetteloozen naam. Thans bestaat er niets
anders, dat tegen hem zou kunnen getui
gen, dan die bewuste achtergelaten brief
met zyn schuldbekentenis. En deze brief
bevindt zich sedeit zes jaar in myn handen
zonder dat ik ooit een menschelijk oog in
de gelegenheid heb gesteld hem te lezen."
Edith vloog op en richtte haar vlammende
oogen strak op zijn bleek gelaat.
„Je hebt dus gelogen, toen je my zeide,
dat die brief vernietigd was, dat je bem
met eigen hand tot asch verbrand had?"
„Ik was vast van plan het te doenmaar
de brief was zoo goed opgeborgen, dat ik
er jarenlang niet meer aan gedacht heb.
En toen hij mij onlangs toevallig in handen
kwam wol, toen vond ik het toch maar
teter hem niet te verbranden. Wij kunnen
immers nooit met zekerheid vooruit zeggen
welke bettekems zelfs een nietig voorwerp
onder bepaalde omstandigheden voor de
vorming van ons bestaan kan krijgen."
„Dat wil zeggen deze brief moe; my in
in kwaliteit de
FIJNSTE,
gebruik uitslui
tend de peper
munt met de
letters
jouw maebt brengen niet waar? Het
geheim, dat jy in je bezit hebt, moet my
tot je slavin maken?"
Doctor Artois trok zijn schouders op en
glimlachte. „Je hebt vandaag een bijzondere
voorliefd voor sterke uitdrukkingen, beste
Edith! Aangenomen zelfs, dat ik werkelijk
de bedoeliDg had het een of ander gebruik
van den brief te maken wat zou het je
ten slotte voor schade kunnen berokkenen 1
Is de liefde van je professor van zulk een
oppervlakkigen aard dat zy deze proef niet
zou kunnen doorstaan?"
„Hy mag daarvan nooit iets te weten
komen nooit! En jy moet mij den brief
teruggeven, Siegmund vandaag nog
moet je het doen 1 Eisch daarvoor als prijs
van mij wat je wil maar zeg niet neen
„Het spijt my zeer, dat ik je dezen klei
nen dienst niet kan bewijzen. Maar wanneer
wy nu voor altijd afscheid van elkander
moeten nemen, zou ik toch gaarne eenige
kleine souvenirs willen bewaren aan den
gelukkigen tijd gedurende welken ik dacht
dat ik door jou bemind werd. En juist het
kostbaarste van al mijn reliquien zou onder
geen enkele voorwaarde te koop zyn."
Buiten klonk de bel en Edith sprong
hevig verschrikt op.
„De professor! Hij wilde om dezen
tijd komen. En ons buis heeft maar een
enkelen uitgang. Wat moet ik hem
zeggen, als bij jou h er aantreft?"
De doctor haalde onverschillig de schou-
RCODl 5TER
cli 31 M I J v/v-V f
van overtuigd, dat de talentvolle spreekster hen
niet zal teleurstellen. Zij toch is voor ons geen
onbekende en heeft als declamatrice reeds ge
toond op onze belangstelling aanspraak te mogen
maken.
Installatie.
Maandag 1.1. werd in de Johannes dc Dooper-
kerk te den Burg dc Zeereerw. heer J. Nagel,
de nieuwbenoemde pastoor, door dc H. Eerw.
Deken, van Schagen, geïnstalleerd. Dc plech
tigheid werd door talrijke parochianen bijge
woond.
Intree-preek Ds. Vis.
De Wcleerw. heer Ds. Vis, die deze week dc
pastorie in dc Parkstraat heeft betrokken, houdt
morgen Zondag in de Doopsgez. Kerk
zijn intree-prcek.
In verband hiermede zullen belangstellenden
buiten den Burg in de gelegenheid worden ge
steld per autobus ter kerk te gaan. (Men zie de
desbetreffende mcdedeeling in ons vorig num-
,-ner.)
Handenarbeid.
MelJ- schrijft ons van bevoegde zijde:
Voor '1 oprichten eener afdeeling van de Veree-
niging v.')or Handenarbeid moet zich minstens 'n
tiental pe/sonen bij liet hoofdbestuur hebben
aangemeld. D'' aantal is op lieden nog niet
bereikt. Mo."kt dit binnen korte tijd evenwel
het geval zijn',- dan ''gf het op hun weg zich
een bestuur te kiezen, waarna de contributie
voor dc afdeeling sleden kan worden vastgesteld.
Ten einde met s ucces een cursus te kunnen
aanvangen verzoekt de secretaris dan aan het
Hoofdbestuur gereed sclmp zijnafdeeling te
willen afstaan (tegen '5 pCt. luujrlccn). Naar
de heer Stevenson, ie 'der "an de Heldersche
cursus voor Handenarbeid, verK.'aarde, zou hij
kans zien, zoo in December hiei een ctirsus
kon worden geopend, de cursisten 'd'e dat
wenschen) klaar te krijgen voor het ex ">me"
h ndenarbeid, dat in Juli 1925 wordt afgenome/'
Voor onderwijzers, die zich hiervoor interessee-
ren, een prachtgelcgcnheid om zich de kennis
cn vaardigheid, welke het vak handenarbeid
ders op.
„Hoe zou ik je op dit punt iets kunnen
voorschrijven, beste Editb Ik zou misschien
voorstellen my voor een dameskleermaker
of een schoenmaker te laten doorgaan als
ik niet vreesde, dat professor Wallroth'zijn
voormaligen leerling in mij zou terugken-
nen. Maar misschien kun je me Tn de
keuken verbergen of in de slaapkamer. Dat
zou onder bepaalde omstandigheden een
interessant kluchtspel kunnen worden."
Zij had klaarblykeljjk een zwaren inwen-
digen stryd gevoerd; maar die was reeds
ten einde, nog vóór Artois zijn spottende
wooiden bad uitgesproken.
„Blijf!" beval zy kortaf, terwijl zy haar
hoofd ophief ei zich trotscb oprichtte. „Ik
zal trachten te doen, wat jij van my ver
langt." En het volgende oogenblik maakte
zij zelf de deur open om haar verloofde
reeds op den drempel te begroeten
HOOFDSTUK lil
Een kleine wolk van onaangename ver
rassing vertoonde zich op professor
Waliroths gelaat, toen bij den vreemden
jongen man in de salon van mevrouw van
Mans'ein in het oog kreeg Maar hy bezat
als man van de wereld te goede manieren
om zijn bevreemding door woord of gebaar
te laten blyken. Hij kuste ridderlijk de
hand van zyn verloofde en wierp haar
een vragenden blik toe nadat bij de eer
biedige buiging van den doctor met een
viiendelijben hoofdknik had beantwoord.
(Wordt vervoiga.,