No 4135 Zaterdag 2 Juli 1927 40s,e J aargang Voor de Zondag. Vreest geen examen MIJNHARDT'S Texelsche Berichten m voor ONS werk ABONNEMENTEN: UITGAVE: N.V.v/h LANGEVELD&DE ROOIJ DEN BURG OP TEXEL ADVERTENTIËN: TELEFOON: N°.11 POSTGIRO: N°.652 s: POSTBUS: N°. 11 Noodslachtingen. Autodienst den Burg—de Koog v.v. .Texelsche zwemvereeniging. Verlaging briefport. De groote stormrampcollecte te Amsterdam op Woensdag j.l. Vereenvoudigde Spelling 1 Dit Sluitzegel onbeschadigd op uw pakket, het is waarborg £BRÏ1|, „Wij Breien de fijnste wollen kousen Zeer netjes voor u aan." Voor grof of nieuwwerk zijn wij speciaal Depots; Langs den weg K. Steigstra te Oost, te den Burg D. Bruin Koogerweg 816 en Wed. D. Schumaker. Want er een middel dat U kalm maakt en kalm houdt, terwijl uw geest helder blijft ZENUWTABLETTEN behoeden U voor zenuwachtigheid Buisje 75 ct. Bij Apoth. ,en Drogisten. J. Büttikofer. f DE MOK. Indische dienst. Badseizoen. TEXELSCHE COURANT DEN BURG: 50 ct per drie Maanden. Franco p. pest door geheel Nederland 75 ct p. 3 maanden. Losse nummers: 3 ct DE TEXELSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAG. EN ZATERDAGMORGEN Van 1-5 rogols: 50 ct. ledero rogel moor: 10 ct. Dezelfde advortentle 4 maal goplaatst wordt 3 maal borokond. Bij abonnement lagere regolprljs. ADVERTENTIËN MOETEN DAAGS VOOR 'T VERSCHIJNEN 4 UUR NAM. IN ONS BEZIT ZIJN Burgemeester en Wethouders der gemeente Texel, brengen ter openbare kennis, dat door hen krachtens artikel 9 der Verordening op de Vleeschkeuringsdienst voor het afslachten van gestorven en in nood gedoode slachtdieren is aangewezen de daartoe ingerichte slachtplaats in het gemeentegebouw, staande aan den Hal- lerweg bij den Burg op Texel. Ingaande 1 Juli a.s. zullen derhalve bedoelde slachtdieren naar deze slachtplaats moeten worden vervoerd. In de keuze van den slager is men vrij. De sleutel van de slachtplaats is te bekomen bij den dienaar van politie O. Goënga. Texel, 30 Juni 1927. Burgemeester en Wethouders voornoemd, W. B. OORT. De Secretaris, JONKER. Wij zouden stellig het leven beter begrijpen, wanneer er „verklarerde noten" bij gegeven werden, zooals die in vele boeken aan! de voet der bladzijden voorkomen. Natuurlijk bestaan er hoogvliegers, die verklaringen aan de voet van een bladzijde uit Dante of Milton als een s.naad voor hun intellect beschouwen, doch de meesten onzer zijn blij ze daar te vinden, want zonder die toelichting zouden we het gelezene minder goed begrijpen. Het leven is een diepzinnig gedicht, even rijk aan symbo liek als de „Divina Commedia", even vol merkwaardige toespelingen op vergeten dingen als „Paradise Lost". Of we ze begrijpen of niet, het blijft steeds belangwekkend de aard onzer impulzen te ken nen te weten vanwaar zij komen, die over tuigingen, die gevoelens, die twijfel, die vreugde die smart, welke ons vaak beroeren, zonder dat we er steeds de ware oorzaak van kennen. Bij onze strijd om het bestaan moeten wij wel practisch zijn en alle practische menschen zijn oppervlakkig. Dat wil zeggen, dat ze geen tijd hebben, zelfs als ze er de lust toe gevoe len, om de diepere beteekenis der dingen te achterhalen. Als alle menschen uitsluitend zakenmen- schen waren, zag het er op het ondermaansche stellig niet best uit, slechter dan thans. De geleerde door zijn onderzoekingen, de wijsgeer door zijn bespiegelend denken, de dichter door zijn inspiratie en de profeet door zijn bezieling, zij allen dragen er toe bij om de verontrus tende druk van het onbekende te matigen. Zij schrijven de historie der feiten neer en voegen er de verklarende noten aan toe. o— Indien iemand een ander liefheeft en men toont hem geen wederkeerige liefde, laat hem tot zichzelf inkeeren en zijn eigen welwillend heid, genegenheid, liefde onderzoeken. Indien hij anderen tracht te leiden en er niet in slaagt, laat hem tot zichzelf inkeeren en zijn eigen wijsheid onderzoeken. Indien hij een ander beleefd behandelt en men hem geen beleefdheid bewijst, laat hij tot zichzelf inkeeren en zijn eigen gevoel van achting onderzoeken. o Niemand prale met zijn wijsheid I Zeg uw meening, sober, kalmspaarzaam met het woord te wezen heeft nog niemand scha ge bracht. In de veronderstelling, dat het toch eenmaal vol-zomer wordt en de Koog dan met zijn vele gasten op een behoorlijke auto-verbinding met den Burg en Haven prijs zal stellen, zal de heer E. Boekei van 13 Juli—4 Sept.a.s. met een autobus dat snelvervoer voor zijn rekening nemen. Wij publiceeren hier de uitslag der op Woensdag 1.1. door de heer architect L. Sok gehouden aanbesteding van het bouwen van een kleedlokaal en bijkomende werken voor rekening van bovengenoemde vereeniging M. Blom, Oudeschild f 969, A. Blom f 929,- Gebrs. Timmer, Oosterend f 919,— J. W. Bakker, den Burg zonder schilderwerk f 823.— Gunning wordt later bekend gemaakt. We brengen in herinnering, dat met ingang van 1 dezer de briefporttarieven zijn verlaagd en voor binnenlr brieven tot 20 Gr. zijn ge bracht van 10 op 7'/. cent. Vergeet n:et dat overigens dit briefpoittarief Hierboven reproduceeren wij het z.g. verwoeste huisje, dat op het Koningsplein was op gericht, en waarin iedere Amsterdammer tegen vergoeding een spijkertje mocht slaan, om mee te helpen opbouwen wat eens is verwoest. ongewijzigd bleef en dus verschuldigd is voor' een brief van 20 tot en met 100 gr. 15 cent van 100—300 gr. 20 cent, etc. Wilt ge met de posttarieven volledig op de hoogte worden gebracht, schaft u dan het tarievenboekje of de tabel aan, resp. voor 10 en 5 cent aan de postkantoren verkrijgbaar. Naar we vernemen, zal de regeering binnen afzienbare tijd een spellingvereenvoudiging in voeren, waarbij in open lettergrepen steeds maar één e en èén o wordt geschreven en deze klinkers dus worden onderworpen aan dezelfde regel, als welke voor a en u geldt. We schrijven dan voortaan dus: hele, grote, bleke, stomen, etc., evenals we schrijven halen, gluren, blaren, sturen. Alle naamvals-„n" 's worden verbannen. Met een gerust hart zullen we dus neerschrijven Onder de invloed van d e z wa re storm, welke men de vorige dag voorspelde, werden de grote bomen aan d e dorpsweg als rietstengels afgeknapt. De lezer zal hierbij opmerken, dat wij deze laatste regel sinds geruime tijd in het redac tioneel gedeelte van ons blad toepassen. We bevinden er ons wél bij en blikken meewarig naar anderen, die zich van het oude systeem niet willen losmaken en voortgaan op't „voor vaderlijk pad", niet zelden met de pedante ge dachte, dat die „vereenvoudiging" slechts voor de zwakke taalbroeders in de wereld is gebracht. Bij een oppervlakkig onderzoek blijkt toch dat het hun zelfs aan de elementaire begrippen der Nederlandsche grammatica niet zelden ontbreekt dat zij met de woordgeslachten vaak overhoop liggen, dat zij moeite hebben de „lijdende' en de „bedrijvende vorm" van de zin uit elkaar te houden, nimmer gehoord hebben van „bepalin gen van gesteldheid", „bijstellingen", van regels waaraan geslacht en fonetiek „wel eens" ge bonden zijn, enz. enz. Wat dan te denken van hen, die koppig verklaren die „Vereenvoudigcrs" niet te kunnen „luchten?" Moesten zij niet met vreugd vernemen hoe thans ernstige pogin gen in het werk worden gesteld om hen uit die taal—misère te verlossen? Wanneer we onze „Terwey" opslaan (dat is het boek, waaraan schrijver dezes zijn beschei den kennis van Neerland's grammatica ontleende) vinden we daarin het viertal regels waarop onze „oude" spelling in hoofdzaak berust. De voornaamste is de „regel van de beschaafde uitspraak," die verordonneert, dat elk woord zooveel mogelijk wordt voorgesteld door die letters, welke in de beschaafde uitspraak wor den gehoord. Nu kan over het begrip „beschaafde uitspraak" lang en breed worden gepraat maar hierover zijn we het toch wel eens, dat tusschen spelling en uitspraak thans een zoo wijde kloof gaapt, dat we het plan om de spelling meer met de uitspraak in overeenstemming te bren gen, hartelijk moeten toejuichen. Onze spelling moet met de ontwikkeling der spreek taal, waaraan ze toch haar bestaan ontleent, getij <e tred houden. Thans is ze een paar rondes ten achter. Tot ergernis meermalen van wie met weinig taaitalent in haar duisterheden de weg tracht uit te visschen. Het achtervoegsel „lijk" (armelijk, rijkelijk) blijft onveranderd, wordt derhalve niet vervan gen door „lik." We kunnen ons ook hiermee uitstekend vereenigen: immers ook deze i- klank duidt niet fonetisch juist de „toonlooze" klinker in dat achtervoegsel aan. Tot zoover vandaag. We hopen spoedig de datum te publiceeren waarop de vereenvoudigde spelling officieel wordt ingevoerd. Zonsverduistering. De zon is van goeden wille geweest en heeft zich niet aan onze blik onttrokken, toen we ons in de vroege morgen van Woensdag 1.1. naar buiten spoedden om, gewapend met een roetglaasje, het wondere schouwspel te genieten dat zich aan de Oosterhemel zou voltrekken. Ze heeft zich ook niet verslapen, want juist op het moment, ons door knappe astronomen uit gecijferd, sneed de maan aan de rechterzij de zonneschijf aan om na verloop van 55 mnt.de zon bijna volledig het afvaardigen van licht naar Texel en een verder deel van N.W. Europa te beletten. Het landschap wordt gehuld in een spook achtige duisternis, met grillige vormen teeke nen boomen en huizen zich tegen de donkere hemel af. Een schapenfamilie scharrelt onrus tig heen en weer, met klaaglijk geblaat, af en toe. Een vroege vogel schort zijn kweelen een tijdje op, is eveneens door het niet-alledaag- sche van het geval uit zijn gewone doen. Het „hemelsch uurwerk" loopt anders toch zoo accuraat. Was de zon zoowel door maan als wolken verduisterd, dan had dat voor ons een teleur stelling beteekend, meer niet. Grooter was de tegenslag voor degelijk voorbereide wetenschap pelijke expedities, als naar 't gebied van Skandi- n ivië waar de zonnekijkers op „hel" moment in het geheel geen zon zouden zien, doch wel en dat was het glanspunt van de eclips de buitenste laag van de zonneatmosfeer, de corona, een ijle, zacht glanzend golvende krans met zijn miljoenen KM. lange fijne uitloo- pers, de protuberansen. Wanneer we bedenken dat de grootste eclips- specialiteit, de directeur van het Lick-observa torium in California, slechts gedurende een kwartier in z'n heele leven een totale eclips heeft meegemaakt, kunt u begrijpen, dat men van die corona nog weinig weet en iedere ge legenheid om haar waar te nemen mét beide handen aanvat. Jammer dus, dat die expedities niet In ieder oprecht aan haar doel hebben beantwoord. Blijkens etii Belga-telegram is Woensdag 1.1. ter gelegenheid van het feest der Leuvcnsche universiteit o.m. aan prof. dr. W. H. Kcesom het eeredoctoraat jn de natuurwetenschappen aangeboden. Te Bern, waar hij sedert vier jaar verblijf hield, is in de ouderdom van 76 jaar overleden dr. J. Biittikofer, in leven directeur van de Rotierdamsche Diergaarde. Dr. Biittikofer was Zwitser van geboorte. Voor natuuronderzoek maakte hij reizen naar Afrika en Borneo. Hij was ook assistent aan het museum voor Na tuurlijke Historie te Leiden. In 1897 werd dr. Biittikofer benoemd tot directeur van de Rot ierdamsche Diergaarde, welke functie hij ge durende 27 jaren heeft vervuld. Zijn vertrek was destijds een groot verlies. Ook ir. de kringen der ornithologen was dr. Biittikofer geen onbekende. Geruime tijd was hij president der Ned. Ver. tot Bescherming van Vogels. In Mei 1925 zoo herinnert u zich wellicht heef Ij deze vereeniging haar 25-jarig bestaan op Texel op feestelijke wijze herdacht. Dr. Biittikofer, voor die gelegenheid expres uit Zwitserland overgekomen, werd tot eerelid benoemd' Van alle kanten werd hem hulde gebracht voor hetgeen hij in al die aren in het belang der vereeniging had ver richt. Bestemd voor uitzending naar Ned. Indië Kuijper, adj. insp. bij de Dienst van Scheep vaart v.h. Departement van Marine. DE KOOG Het voorspel van ons badseizoen heeft aan de redelijke verwachting onzer pensionhouders niet beantwoord. Een paar daagjes met gezeefd zonlicht konden hun voorjaarsrekening niet half weg haar begrootingspeil biengen. Gelukkig valt thans een verandering ten goede te bespeuren. Minder vaak gaat de zon schuil achter grauwe wolkvlakkert. De zomer schijnt over het land getogen. Er komt gang in de affaire. De trek naar onze badplaats wordt dagelijks sterker, iedere weck wordt grooter het aantal van hen, die stad en straatgewoel ontwijken en reizen naar duin en strand, waar de zee de ademhalings organen prikkelt met pittige ziitheid. Hier vinden zij de begeerde rust, de stilte, die op deze vcrknalpotte wereld dreigt uit te sterven. o— Vandaag wordt, naar wc vernemen, Badhotel Prinses Juliana" voor het publiek opengesteld, t Terras werd geheel gerestaureerd, de zaal biedt met de nieuwgebouwde serre thans plaats aan 100 personen. Het heele gebouw werd smaakvol geïnstalleerd de hotelier mag zich van een druk bezoek ver zekerd houden, te meer daar men van het terras een heerlijk panorama geniet, dat nauwelijks door een ander in ons land wordt overtroffen. Tot de bouw van een groot strandpaviljoen voor rekening var. de fa. P. Kikkert en Zn. benoorden het Badhotel op de buitenste duinenrij is dezer dagen door de betrokken autoriteiten toestemming verleend. Wegens hetgevorderd seizoen zal het gebouw dit jaar niet meer ge reed komen, doch wordt met de bouw eerst bet najaar een aanvang gemaakt. Stellig zal liet nieuwe gebouw dus het volgend seizoen in gebruik worden genomen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1927 | | pagina 1