VELO ELECTRISCHE WASCHMACHINES Wendt u nop heden tol ons verkoopdepótP. DIJKER, Oosterend, Texel. de nieuwste wagens Bestelebassis en Trucks. NIEUWE FORD VAN MAARTEN SMIT Tandheelkundige Inrichting BKOEDÉI EKEN De voornaamste kenmerken alskwaliteit, schitterende afwerking, sierlijke lijn, snelheid, betrouwbaarheid en kracht, hebben de nienwe Ford gemaakt tot den Koning van den weg o C. ACKEMA. Spreakaur Woensdags vaa 1©—4 aar. AdresMcj. Wed. BDIJK^S, Sfationsfr. Helder le kwaliteit Snnsttandeo Pijoiooze bahandeling. Deze zaak heeft QfiEH FILIALM. vm l-jarigefdieren 12 gld. per honderd van oudere dieren 15 gld. per honderd Leden 10 pet korting. N.V. „Flmmveebedriif de Veen". Vanaf f Qffe De vo8maa!ïste> goedkoopste en erkend beste f OH YdlSdli i ÖUj" Demonstraties ter overtuiging op aanvraag falluT I tJU5" "03 0 S o u. GROOTE GOUDEN MEDAILLE VERWIERF, Neemt dus spoedig een verstandig besluit en koopt een Vraag eens prijs van de 6-wielige Ford, laadvermogen tot 5 ton. m m r I FEUILLETON Als men beleedigt... FokstatÊon van de Coöp. Pluimvee- en Tuinbouwvereen. Texel W.A. ft c 3 C 0 0 0 -*-• (I) TJ 0 O (Z 0 O Waar bovendien de nieuwe Ford tijdens de in Duitschland gehouden snelheids-, doelmatigheids- en zuinigheidsrit, den grooten strijd tegen vele en dure merken heeft durven aanbinden en daarbij in alle 11 proeven het hoogste aantal punten behaalde en hierdoor als hoogste onderscheiding de is het niet te verwonderen, dat door de enorme vraag naar deze volmaakte automobiel, de productie der Fordfabrieken reeds tot 30 pet. van den wereldomzet is gestegen. VOOR UW BEDRIJF is de 2 tot 21/* tons Truck de aangewezen vrachtauto. Elk ander merk met hetzelfde laadvermogen kost eenige honderden gld. meer Vergelijk de onderdeeien-pi-ijscouranten eens met die van andere merken. Onderdeden van Fordwagens zijn niet alleen verbazend goedkoop, doch in honderden plaatsen in Nederland direct te bekomen. Official Foi d Service Dealer voor TexelDkOS' Ing. Bureau en A_uto-Centrale. O 3 W CO H X! >F1 0)| 00Ë1 O U) <D O (O ■vl O ALS BROEDERS. 17. Je weet toch Felix, welk een groot leed ik met me omdra,ag en dezelfde dag, dat ik voor jou, mijn broer, het hart heb opengelegd, kom je me zeggen, dat je weg wilt, dat je zonder daarvoor reden te heb- mij wilt gaan verlaten.... het huis ont vluchten, dat ook jouw ,,te kuis" is ge worden. Welnu, Felix, ik, je broer, ik, die rechten op je heb, ik wil niet, dat je ons verlaten zult. Ik verbied het je."- Maar Felix Lebart herhaalde dof van toon: „Neen, broer, ik moet weg." „Is dan niets in staat om verandering te brengen in dat besluit?" „Niets." „Dan hou je ook niet van me, dan heb je ook nooit een greintje vriendschap voor gevoeld. Weet je wel, Felix, hoe mijn moeder op haar sterfbed gelukkig was met de overtuiging dat ik niet alieen ach terbleet, maar met ten trouwe broer. d:e altijd om en bij mij zou blijven? O, o, wat heeft die arme moeder zich daarin vergist." „O, Michel je bent zoo hard...." Maar Michel haalde zijn schouders op I en toen kwam er drift nagenoeg minach ting in de toon van zijn stem: „Verklaar dan ook je gedrag, Felix. Be wijs me, dat je niet handelt in onverschil ligheid tegenover mij, dat je plan niet uit sluitend mag worden toegeschreven aan zelfzucht. Je wilt weg. Waarom vraag ik. me je geheim. Heb ik iets gedaan, waar mee ik je, dan toch zeker onwillekeurig, kan hebben gekwetst? Is soms na mijn huwelijk mijn broederlijke liefde vermin derd? Staat mijn vrouw, Marie-Anna, soms in eenig opzicht in verband met het voorgenomen vertrek?" Felix werd er koud van, maar had toch nog zelfbeheersching genoeg, om eenigs- zins berispend te zeggen: „Maar Michel, waarom de naam van je vrouw te mengen in onze discussie?" „Maar kerel, zeg dan toch waar het op staat. Ik heb het recht dat te weten." Ondanks de strengheid in die woorden gelegen, sprongen Michel de tranen in de oogen. „Waarachtig, Michel, ik kan je niets zeggen," antwoordde Felix, insgelijks de tranen bedwingend. „Is het dan zoo ernstig? Zou het voor mij dan zulk een groote smart zijn, als je mij het geheim openbaarde?" Maar Felix bleef volharden in het zwij gen. Atichel zag hem aan met onderzoe kende blik, alsof hij zoo wilde lezen in dat voor hem gesloten hart. En in die blik was een mengeling van gestrengheid, van verwijt, van bittere angst, evenals ja ren geleden in dat kindergezicht met het blonde haar, in het donkere water van de Wolvenvijver, waaruit de noodkreet op steeg „Red me, red me, mijn goede Felix!" Zoo groot was beider smart en beider verslagenheid, dat zij geen oogen of ooren meer hadden voor hetgeen om hen heen gebeurde. Marie-Anna is binnengekomen en het tweetal genaderd zonder te zijn opge merkt.... Zij beschouwt hen op haar beurt met groote ontroering. „Mijn God, wat heb jelui 7" riep zij e.ndelijk uit. „Jelui lijkt we! een paar vijanden." Vijanden. Dat woord brengt beiden tot inkeer en door een zelfde drang aange dreven, reiken zij elkander de beide han den toe. In oneenigheid, dat is mogelijk, maar vijanden. Neen, neen, dat nooit. En Michel, zijn vrouw arnziende: „Weet je wat hij mij daar komt vertellen? Zijn vast besluit om Rozières te gaan verlaten, dadelijk, voor goed. Ik hb hem natuurlijk willen doen terugkomen van dat plan, waarvan ik niets begrijp. Ik heb de rede nen willen weten die hij had. Het heeft me geen pas verder gebracht. Probeer jij nu eens, Marie-Anna, wat zachte woorden op hem vermogen. Je weet toch ook, hot hard het mij zou vallen, hem te moeten missen. Als uw zusterlijke liefde ook niet in staat mocht zijn hem van gedachten te doen veranderen, dan weet ik er niets meer op, dan moet hij zijn eigen hoofd maar volgen." Zoo ging Michel heen, niets ziende van de smeekende blikken, die door de twee achterblijvenden op hem gevestigd wer den. Daar stonden zij tegenover elkander, die twee, en de één voor de ander durfde de oogen niet op te slaan. „Ik heb je gehoorzaamd, zooals je ziet, sprak Felix eindelijk. „Nu jij mij bevolen hebt Rozièrés te verlaten, doe ik dat ook jelui zult me hier nooit weerzien." „Je hebt goed gehandeld en ik Tien er je dankbaar voor, Felix. Ik weet, hoeveel dat heengaan u kosten moet en van ganscher harte beklaag ik je. Welke rede nen heb je hem opgegeven?" „In het geheel geen redenen; ik had ze niet. En hij maakte mij zoo akelig, dat ik haast op het punt stond om hem de waarheid te zeggen." „O God!" riep Marie-Anna verschrikt en doodsbleek uit. „Neen, neen dat mag niet. Dat mag nooit gebeuren. Zou je hem dan willen vermoorden, Felix?" „Ik heb dan ook gezwegen, Marie- AnnaHij heeft waarlijk al verdriet genoeg met zijn overtuiging, dat iii hem niet liefhebt." (W.v.v.) u z os

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1929 | | pagina 4