i gebruikt heeft No 4322 Zaterdag 20 April 1929 42ste Jaargang Ata, het radicale Schuur- en Reinigingsmiddel,overal verkrijgbaar. BiERSTE BLAD. Toor de Zondag. Voor hoofd en hart. Texelsohe Berichten ABONNEMENTEN: l UITGAVE:N.V v/H LANGEVELD DE ROOIJ DEN BURG OP TEXEL ADVERTENTIÊN: TELEFOON: N°.t1 K POSTGIRO: N°. 652 POSTBUS: N°. 11 XELSCHE COURANT DEN BURG: 50 ct. per drie Maanden. Franco p. post door geheel Nederland 75 ct p. 3 maanden. Losse nummers: 3 ct DE TEXELSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAG- EN ZATERDAGMORGEN Van 1-5 regels: 50 ct. Iedere regel meer: 10 ct. Dezelfde advertentie 4 maal geplaatst wordt 3 maal berekend. Bij abonnement lagere regelprljs. ADVERTENTIÊN MOETEN DAAGS VOOR 'T VERSCHIJNEN 4 UUR NAM. IN ONS BEZIT ZIJN a- keuken met ontbreken. Alles blijft als nieuw door Eenig Importeur E. Ostcrmann 6c Co'$ Handel Mij.. Amsterdam Fabrikante: Henkei 6c Cio. A. G., Düsseldorf Zijt ge oud, lezer? De vraag geldt in de omgang, vooral tegenover vrouwen, voor onbetamelijk. Alleen aan zeer ouden van dagen pleegt zij te worden gesteld, die dan öf iriom- fantelijk antwoorden met de wedervraag: hoe oud denkt ge wel? öf zij antwoor den rechtstreeks en gemelijk. Maar waar om zouden we het niet vragen in het al gemeen: hoe oud zijt gij? Misschien antwoordt gij„Ik ben twin tig jaar, nog in 's levens opgang." Dat is een schoone leeftijd. Ouderen denken wel eens met eenig heimwee terug aan de tijd, toen zij het zelfde mochten zeggen. Maar toch mo gen de jongeren niet meenen, dat die ouderen hen louter benijden. Velen hun ner toch houden het voor sentimenteel, wanneer ouderen zingen, dat het zoo za lig is een kind nog te zijn. Want de tijd van de rijpende jeugd is een onrustige tijd. Wie, die wat ouder is geworden, herinnert zich niet de tijd, dat hij véél te weinig oog had voor het heden, omdat hij altijd blikte in de toekomst? Straks, morgen, later zou het komen. Wat zou komen? Wel „het", dat in de voor stelling nauwelijks een vaste vorm had: „het", het geluk, dat wat het leven eerst zijn rechte inhoud en waarde zou geven. Het is als met een mensch, die in een landschap het hoogste duin wil beklim men. Daar ligt het vóór u, daar! Gij be klimt het met ongekneusde kracht. Gij bereikt de top. Maar neen, dat is het toch niet. Daar vóór u ligt een andere, hoo- gere top. Derwaarts! En gij klimt op nieuw, en dan weer opnieuw en nog eens opnieuw. Zoo is de jeugd, onrustig. Daar om zij haar gezegd: temper uw onrust. Het leven is óók een gave. Neem haar met dankbaar-eerbiedige handen in ont vangst. Heb oog voor het heden. Maar ja, het leven is ook een taak. Gij zelf moet u een weg door het leven banen, waarbij bekwaamheid, ijver en goede trouw nog altijd de beste wapenen zijn. En dan wacht de groote wereld op u. Opzienbarende dingen zult gij in en voor die wereld wellicht niet kunnen doen. Maar een deel van uw tijd, uw kracht, uw geld, uw barmhartigheid en recht schapenheid kunt gij haar wel schenken. Zondag 21 April. ZONDAG. Wij zijn zoo onvolmaakt, dat ook de beste mensch bij een botsing van belan gen, die van anderen vaak bij de zijne doet achterstaan. Eötvos. MAANDAG. ïn het rijk der waarheid en der deugd windt alleen hij een kroon, die eerlijk ge streden heeft. v. G o r k u m. DINSDAG. Voor de voortreffelijkste vrouw wordt zij gehouden, die voor haar kinderen de vader, als hij heengaat, kan vervangen. Goethe. WOENSDAG. Wat wij weten is juist genoeg om ons onze onmacht nog meer bewust te doen worden. A. de Savornin Lohman. DONDERDAG. Wij moeten altijd streven naar het noogste en nooit bedroefd worden om dat anderen eer het goede hebben ver kregen, waarnaar wij streven. Mendelsohn. VRIJDAG. Karakter en standvastigheid zijn meer waard voor een mensch om in de wereld vooruit te komen dan bekwaamheid. Lubbock. ZATERDAG. Ik wil niets liever dan mijn oordeel en mijn doen wijzigen, zoodra iemand mij doet verstaan, of te binnen brengt dat ik niet zuiver oordeel en geen waarheid be tracht. Marcus Aureli us, Rationeele bemesting van grasland. door K. BOSJE, hoofd der school te Midden-Eierland en landbouwonderwijzer. Er is gebrek aan cultuurgrond, dit is van algemeene bekendheid, buitengewone animo bij vcVoopingen en verhuringen zijn hiervan het onmiddellijk gevolg en hierdoor ontstaat weer het opdrijven der huur- en koopsommen, die met de ge bruikswaarde der grond absoluut niet in overeenstemming zijn. Begrijpelijk is dus het streven om een bestaan te vinden op een kleinere oppervlakte grond. Over gang, geheel of gedeeltelijk, naar de tuin bouw maakt dit mogelijk. In de veeteelt kan men bovengenoemd doel bereiken door het houden van meer vee per oppervlakte eenheid, en dit is mogelijk: 1. Door het aankoopen van veevoer; v.n. eiwitrijk. 2. door het brengen van zijn land In zoo goed mogelijke staat van cultuur, waarbij de bemesting wel een der allerbe langrijkste factoren is. Maar van niet min der gewicht zijn een goede ontwatering en onkruidbestrijding. En natuurlijk kan men van zijn bemesting alleen dan het volle resultaat verwachten, als de grond in een goede kalktoestand verkeert, Grondonderzoek is dus noodzakelijk. Vergelijken we nu de beide middelen, die ons in staat stellen, meer vee pei H.A. te houden en dus meer melk te win nen, dan moeten wel allereerst worden vergeleken de prijzen van veevoer en kunstmest. De indexcijfers voor Nov. 1928, verge leken met het gemiddelde over de jaren 1910 tot 1914, waren: lijnkoek 140, mais 167. kali 100, fosforzuur 105, chili 94, ammoniak 68. Uit deze cijfers blijkt, dat veevoer veel duurder, kunstmest ongeveer even duur of veel goedkooper (n.T. ammoniak) is. dan voor de oorlog en dat het dus zeer waarschijnlijk voordeeliger zal zijn, in eigen bedrijf door zwaardere bemesting meer veevoer te produceeren, dan vee voer aan te koopen. Immers, als een goede bemesting voor de oorlog met voordeel kon worden aangewend, dan is, door de wijziging der prijsverhouding tusschcn kunstmest en veevoer, tegen - woordig dat voordeel veel grooter. Hier uit volgt dus reeds, dat zwaardere be mesting onzer graslanden in ernstige overweging dient genomen te worden. Hoe reageert nu grasland op een .zwaar dere bemesting? Dat fosforzuur en op de lichtere gron den ook kali, noodzakelijk gegeven moest worden, daarover was men het algemeen wel eens. Maar over de bemesting met stikstof dacht men anders, hoewel gieren in de practijk uitstekend beviel. Uit het deeltje „Grasland" der „Bij zondere Plantenteelt" van Ten Rodengate Marissen, herzien door prof. Elema, 3e druk van 1919, citeeren we: „Wordt dus de graszode goed verpleegd en bovendien door geschikte maatregelen gezorgd voor een welige groei der klavers, zoo zal de stikstofbemesting onzer hooi- en weilan den öf tot een minimum beperkt, öf zelfs geheel weggelaten kunnen worden. Men rekende er op, dat bij een goecj plantenbestand de klavers wel zooveel stikstof zouden vastleggen en dat voorts door de ontleding der humus wel zooveel stikstof voor de planten opneembaar zou worden gemaakt, dat daarvan de grassen voldoende zouden kunnen profiteeren. Steunende op deze beschouwing bemestte men dus zijn grasland volledig door het geven van fosforzuur (en op de lichtere gronden tevens kali,) desnoods met een kleine stikstofgift om te zorgen, dat de klavers niet te zeer de overhand kregen. En hoe denkt men tegenwoordig, dus 10 jaar later over deze kwestie Wat betreft de stikstofbemesting is in de ideeën der landbouwkundigen een to tale ommekeer gekomen, in 1919 heette het: „Weinig of geen stikstof", terwijl men tegenwoordig in onze landbouwbla den vaak bemesting adviezen kan vinden, die, wat de stikstof betreft, neerkomen op 60—100 Kg. en meer zuivere stikstof (30u tot 500 Kg. zwavelzure ammoniak) per H.A. De praktijk komt echter veelal lang niet aan deze hoeveelheid toe en toch is ..et noodzakelijk, zooveel mogelijk uit '1 iand te halen. Maar dan moet men ook goed bemesten, dus niet alleen met supei of slakkenmeel, maar ook met kali er stikstof. En nu is grasland zoo uiterSi geschikt voor het verwerken van groote hoeveelheden stikstof. Bij andere gewas sen worden door verschillende factoren grenzen gesteld (b.v. gevaar voor legeren bij granen; te lang doorgroeien, met ais gevolg een laag suikergehalte bij bieten). Dit is bij grasland niet het geval. Wel zal een zwaar grasgewas tenslotte ook neiging vertoonen, om te gaan legeren, doch dit is niet erg. Men maait liet dan maar wat vroeger af en wacht hiermee niet, tot b.v. witbol en dergelijken in bloei staan. j Door zwaar te bemesten kan men dus vroeg maaien, maar tevens moét men vftieg maaien. Dit geeft de volgende voor deden: 1. de ondergrassen lijden minder, zoo dat de zode beter gesloten blijft; 2. de grassen loopen vlugger weer uit, dus een vroegere en zwaardere 2e snede; 3. men bestrijdt 1-jarige grassen (b.v. draviksoortcn) en andere zaadonkruiden; 4- jong gras is voedzamer. Daar men zijn grasland nu nog zeer wel kan bemesten, (in normale jaren lie ver vroeger) meen ik goed te doen, de landbouwers op te wekken, eens een goe de bemesting toe te passen, al is liet slechts bij wijze van proef. Ze zullen dan gauw genoeg overtuigd zijn van de voor deden van een zwaardere bemesting en in 't vervolg geen opwekking meer noo- dig hebben. In verband hiermee wil ik nog even meededen de uitslag van een dergelijke proef, het vorig jaar genomen door de heer Boersen te Oosterend. Het proef veld bestond uit 2x4 perceeltjes, elk van U/2 A., van elkaar, gescheiden door paden van 1 M. breed. Het geheel werd bemest met: »v superfosfaat naar 500 Kg per H.A.' kalizout 40 pet. naar 350 Kg. per H.A. Verder kregen 2 perceeltjes geen stik stof, 2 perceeltjes naar 200 Kg., 2 per ceeltjes naar 300 Kg. en 2 perceeltjes naar 400 Kg. zwavelzure ammoniak per H.A. Opgemerkt dient nog te worden, dat de meststoffen, zoowel super, kali als zwavelz. ammon., door omstandigheden eigenlijk iets te Iaat werden uitgestrooid. Voorts was Tiet propfveld waarschijnlijk niet gelijkmatig, althans de opbrengsten der parallelperceeltjes verschilden vrij veel, zooals wel blijkt uit onderstaande tabel, waarin de gegevens verwerkt zijn: stikstofbem. hooiopbr. d. beide gem. d. parall. kgzwz. amm. parallelperc. perc per H.A. Per BA. omgerekend ge n stikstof 77 Kg en 81 Kg 5207 kg hooi 200 Kg 113 en 103 720) 300 126 en 112,, 7967 400 114 en 143 8567 Het geldelijk voordeel, behaald met de resp. stikstofgiften volgt uit het 2e ta belletje. Bij de berekening van een en an der is uitgegaan van de volgende prijzen "ooi per 1000 Kg. f40, zwavelz. ammon. oer 100 Kg. f 12. Alles is per H.A. bere kend.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1929 | | pagina 1