- 1 De Oosterender Feesten. Hoezee, de vreugde stijgt ten top! Hijsch Hollands vlag en wimpel op Daar komt het schip met goud be- laan, Dat brengt ons d' eerste haring aan: 't Is feest in Nederland. Het dorp in feesttooi. Een merkwaardig be gin, meent de opper vlakkige lezer, want wat heeft nu haring met de Oosterender feesten te maken. Maar bij nadere be schouwing gaat hem een licht op, want zijn we zooeven niet getuige geweest van „het Beleg en Ontzet van Leiden" en is met dit roemrucht feit uit een glorieus verleden niet onafscheidelijk de haring verbonden We geven toe, dat de haring niet de hoofd schotel uitmaakte van wat de zwaarbe proefde Leidenaars na zooveel weken van broodsgebrek werd opgediend; in zoo verre geschiedt dit zeegedierte in boven staande regelen te veel eer. Maar ten top( is de vreugde toch zeker gesteglen, toen, de Spanjolen het vuur (of juister uitge drukt: het water) zoo na aan de schenen werd gelegd, dat zij hun biezen moesten pakken. Er kwam aan het gejuich geen eind. En van vlaggen en wimpels ge sproken: heel Oosterend was er rijkelijk mee getooid en leverde zoo een recht feestelijke aanblik op. Slingers levend groen, papieren guirlandes van allerlei kleur., een menigte lampions, ellen vlag- gedoek en sjerpen, kortom: niets was nagelaten om het dorp in feesttooi te zet ten. Er werd niet op een kwartje geke ken, wat maar al te goed te pas kwam, want feestvieren, of slechts voorbereiden met een slechtgevulde portemonnaie is '11 hachelijke ondernemintg. Het was reeds vroeg in de morgen, dat men Woensdag allerwege bezig was de laatste hand te leggen aan eerepoorten, straat- en gevelversiering en wat meer tot de feesttooi behoorde. Vlaggen werden uitgestoken, neringdoenden gaven zich veel moeite met hun etalages eens extra goed voor de dag te komen. Eerepoorten; hadden we hier zeven in getal, terwijl Kerkplein, Weststraat en Hoekstraat bo vendien met bogen waren versierd. Bij de ingang van het dorp troffen we, van van den Burg komende, de eerste teest- poort aan. Ze prijkte met het woord „Welkom" en gaf een knap staaltje van bouw- en versierkunst te zien. In de Pe perstraat vonden we eveneens een poort waarvan veel werk was gemaald. De woorden „Koningin 50 jaar" glans den ons bij avond toe, terwijl een ver siering met schilderijen het geheel luis ter bijzette. De levensgroote schildering van een soldaat was hier op haar plaats, terwijl een tusschen het groen verscholen haring en brood spraken van de kommer volle tijden der Leidenaars, waaraan door het wassende water en de komst van de watergeuzen een eind werd gemaakt. Wat verder de strat. in, kon een letter W wor den bewonderd, vooral 's avonds, wan neer ze baadde in een zee van Ó;ranje. Met „Oranje Boven" prijkte de pooit aan het einde van de straat. Ook daar is veel werk aan geweest. In de Nieuwstraat had men de poort door twee schilderijen op gesierd. De Hoekstraat telde twee poor ten, welke eveneens veel rappe handen: hebben vereischt. Tenslotte vermelden de poort met de jaartallen 1880—1930, welke bij avond vooral een aantrekkelijke aanblik opleverde. Wegens fraai ver sierde gevel ontving de heer D. Trap de le prijs (39 p.); S. Bremer 2e (30 p.); Joh. Eelman: eerv. verm. (26 p.) Ook de gevel van de lieer W. Drijver was mooi. EERSTE DAG. Met muziek van de toren heeft fanfare corps „Excelsior" (dir. Bremer) Woens dagmorgen te acht uur de feesten van die dag ingeluid. Ten beste werden gegeven 't „Wilhelmus", 't „Wien Neerlandsch bloed" en ten besluite Psalm 134. De feeststemming, welke zich alom open baarde, liet niets te wenschen over. Het weer liet zich bij afwezigheid van een zonnetje en het blazen van een tamelijke bries niet zoo gunstig aanzien, doch heeft zich toch wel zoo knap gehouden, datd© feestgenooten er geen groote hinder van' ondervonden. De kinderspelen. Te half negen werd door de kinderen der drie scholen bij de Chr. School aan getreden en ging de bonte schare met vlaggen en oranje rijkelijk uitgerust, naar 't feestterrein, dat door de heer Aris Eel- inan welwillend was afgestaan. Daar kon met de spelen een aanvang worden ge maakt, tot groote vreugd van de jeugd,, die er zich braaf amuseerde. Het zou ons ons te vervoeren, wanneer wij de spel letjes afzonderlijk stil bleven staan. Ge noeg zij te vermelden, dat de commissie de keuze met zorg had bepaald ook de prijsjes en dat de regeling een keurig verloop had. Van de versiering, door de kinderen in de optocht meegevoerd, willen we de boog noemen, welke, met drie vliegtuigen getooid, de K.L.M. vertegenwoordigde. Daar moet een heel karwei aan zijn ge weest. Hulde aan „Excelsior". „Excelsior" heeft zich niet alleen deze eerste dag, maar tijdens de heele duur der feesten uitstekend geweerd. We mogen zeker wel verband leggen tusschen dit feit en de vlotte verkoop van het Fan fare-vlaggetje, waar immers nagenoeg een elk mee liep. Prijswinners kinderspelen. Houtjesrapen (6-7 j.): 1. Arie Ellen; 2. D.Wuis; 3. Douwe Medema. Twee ballen op een lei (8-9 j.): 1. Aris v.d. Vis; 2. J11. Boodt; 3. Jn. Vlaming Jbz. Zakloopen (10-11 j.): 1. Simon Dogger; 2. Piet Halsem; 3. Simon v.d. Slikke. Hinderniswedstrijd (12-13 j.): 1. KL Mantje; 2. Hendrik v.a. Brink; 3. Gerrit Bake la ar. Vlag in een stoof zetten (6-7 j.): 1. Dia Eelman; 2. Janie Koning; 3. Pietje Trap. Ei op een lepel (8-9 j.): Jos. v. Kooten; 2. Corn. Plaatsman; 3. Maartje Bremer. Stembuswedstrijd (10-11 j.): 1. Marie Eelman; 2. Neeltje v.d.Slikke; 3. R.Smit. Hinderniswedstrijd (12-13 j.): 1. En geltje Koopman; 2. Marrie Daalder; 3. Alie Eelman. Vliegerwedstrijd: 1. Maarten Dijker Jbz. 2. Gerrit Eelman Jbz.; 3. Jn. Koppen. Wedstrijden voor ouderen. Te twee uur n.m. vingen de wedstrijden voor ouderen aan, waarvan de uitsla gen meteen hier volgen: Ringrijden met paard en kar: 1. Grietje Kuip; 2. Dirk Eelman; 3. Piet Brans. Mooist costuum: Dirk Eelman. Schoonst geheel: Jan Dijt. Hinderniswedstrijd p. fiets: (13-16 j.): 1. Tijs Witte; 2. Jac. Keijser; 3. Jn. Trap Wz. sprietloopen (boven 16 j.): 1. Piet Riemers; 2. Kees de Kort; 3. Piet Vlaming Pz. T ouwtrekken (boven 16 j.): 1. Maarten Drij ver; 2. Joh. Daalder; 3. gisterenmiddag nog niet bestist; moet geloot wor den tusschen Jan Daal- def, Jan Vlaming Bz. en Cor Timmer. Een „lijntrekker" .die ten voorbeeld strekken kan. Waschophangen (13-16 j.): 1. Maartje Duinker; 2. Feijtje Drijver3. Annie Kik kert. Bakerwedstrijd (boven 16 j.) 1. Maartje Brouwer; 2. Alie Trap; 3. Marrie Vla ming Kd. Na een korte pauze werd tegen acht uur 's avonds een begin gemaakt met de be kende wedstrijd: „Strijd om de man"; een pop moest 11a een vermoeiende klim partij worden ingepalmd, iets, wat niet dan na veel moeite, kon gelukken. Hier zijn de overwinners: 1. Rika Bremer; 2. Geertrui Kikkert; 3. Nellie Borgman. Met taptoe werden de feestelijkheden van de eerste dag besloten. Er was heel veel volk op de been. Ook op het feest terrein was steeds veel publiek aanwezig. Vooral echter, toen in het dorp de feest verlichting ontstoken werd en de eere- poorten eerst goed tot haar recht kwa men, was het in de straten een drukte van belang. Neringdoenden .die zich moeite hadden gegeven hun uitstalkasten aan trekkelijk te maken, hadden eer van hun werk. Het was een gezellige boel; de feestcommissie zag haar moeite bekroond; algemeen had men reden tot voldoening en tevredenheid. TWEEDE DAG. Te ruim negen uur in de morgen liet de tweede dag het fanfare zich weer hooren; een nieuwe reeks van festivitei ten was aangebroken. Met muziek voorop ging het in optocht naar het feestterrein, waar met paarden een stoelendans zou worden uitgevoerd. Ge kunt begrijpen, dat menigeen daarvan getuige wou zijn, De namen dergenen, die als overwinnaars, het strijdperk verlieten, volgen hier: 1. Jan Daalder; 2. Gerrit Witte; 3. Aris Wuis. HET OPENLUCHTSPEL. Wat er aan voorafging. En nu, geduldige lezer komen we aan de hoofdschotel van Oosterends feestta- te'l: het openluchtspel „Het Beleg en Ontzet van Leiden", bestaande uit 19 tafereelen en e geven op Oost. Het heeft heel wat zorg ,tijd en hoofdbrekens ge kost eer men de zaak degelijk voor elkaar had. Nu mogen we er meteen wel aan toevoegen, dat men hier op dit gebiled niet geheel vreemd is, zoodat men er toch. betrekkelijk spoedig in slaagde het heele geval in scène te zetten en in te studee- ren. We behoeven maar te herinneren aan vroegere feesten, waarbij den Briel ingenomen werd, de „hooiplukkers van Lochein" op de planken verschenen, de, Schans ingenomen en ons eiland van Fransche overheersching bevrijd werd,'t Verbond der Edelen uitgesponnen werd, enz., om te doen begrijpen, dat de Oos- terenders van historische spelen wel „kaas gegeten" hebben. Ditmaal echter zou geen kaas, maar brood en haring opgeld doen, terwijl ook hutspot er aan te pas zou moeten komen. Getracht zou worden een voorstelling te geven uit den jare 1574, toen de Sleutelstad in de pe narie zat, daar de Spanjool alle levens middelentoevoer afsneed en de nood bin nen de veste Leiden zoo afgrijselijk hoog deed stijgen, dat men zelfs ratten en mui zen voor de consumptie bestemde. Ge kent de historie van de burgemeester, die van geen buigen wilde weten; van de doorgestoken dijken en de achtergelaten hutspot. Welnu, die heele geschiedenis is gistermiddag op Oost tusschen de Keet en de molen de revue gepasseerd ten aanschouwen van een zeer talrijk publiek. Waar het gebeurde. Geven we eerst een korte beschrijving van de plek des onheils en ten slotte des heils. Op het lage land nabij de Keet, aan de kant van de Molen, werd de stad Leiden gebouwd. Keulen en Aken werden niet in één dag overeind gezet, doch Leiden wel. Eenige fantasie en een dosis goede Wil doen wonderen. De wallen werden terdege versterkt. Met zeilen en 'kisten met balken en planken, met ijver en door zettingskracht had men een aardig resul taat bereikt. De watergeuzen hadden voor schepen te zorgen voedsel en wapenen, ter wijl de Spanjaarden over materiaal moes ten beschikken om schansen op te wer pen, van welke de „Lammen" de meest geduchte zou moeten zijn. Deze werd aangelegd op 't stuk land, dat in het boezemwater vooruitsteekt en kon via een geïmproviseerde brug vanuit twee andere Spaansche schansen worden bereikt en versterkt. De Watergeuzen wachtten in het kanaal achter Oost en bij de Sluis de juiste gelegenheid af, om hun landgenoo- ten hulp te bieden. Over de costuums nog een enkel woord. Met uitzondering van die der hoofdper sonen, waren ze alle eigenhandig vervaar digd. Er was dus veel werk aan, de win kel, dat echter met veel animo werd ver richt. Menig pluimpje mag hier wel wor den uitgedeeld. Het spel gaat beginfren. Toen elk op zijn post was, en de laatste voorbereidingen voor een vlot ver loop van het spel waren getroffen, kon het beleg voor Leiden worden geslagen. We geven hier de volgorde der tafereelen zooals het programma die vermeldde. 1. Leiden wordt belegerd door de Span jaarden onder aanvoering van Valdez. 2. Graaf Lodewijk valt de Spanjaarden in den rug aan en noodzaakt Valdez het beleg op te breken. 3. Graaf Lodewijk trekt met zijn mannen weg. 4. Leiden wordt opnieuw door de Span jaarden ingesloten. 5. Andries Allersz., de overste van Lei den, doet een uitval, die mislukt. Hij zelf sneuvelt. Eenige Leidenaars ge vangen genomen. 6. Eenige bevreesde Leidenaars loopen naar den vijand over. Ze sporen Lei den aan zich over te geven. 7. Een poging om levensmiddelen naar Leiden te brengen, wordt door de Spanjaarden verhinderd. 8. De Spanjaarden naderen Leiden nog dichterbij en werpen de schans te Lammen op. 9. Prins Willem van Oranje heeft met Admiraal Lodewijk van Boisot plan nen gemaakt Leiden te ontzetten, door het land onder water te zetten. Platboomde vaartuigen worden ge reed gemaakt en door de geuzen be mand. 10. De "springers" brengen de tijding naar Leiden dat de dijken doorge stoken zijn en dat de Geuzen zich ge reed houden om met hun schepen over het ondergeloopen land naar Leiden te varen. Dit brengt groote vreugde in de stad. 11. Door ongunstige wind kunnen de Geuzen nog niet naderen. De „arke van Delft" loopt aan den grond. 12. Oproer in de stad. Burgemeester van der Werff weet den opstand te stillen. 13. Het water wast. De Geuzen verdrijven de Spanjaarden. Maar 14. Fort Lammen is nog in bezit der Spanjaarden en houdt de Geuzen tegen. Vanuit Leiden wil men een gracht graven rondom Lammen heen. 15. 'n Gedeelte van Leiden's stadsmuur stort in. De Spanjaarden slaan van schrik op de vlucht. (Zie illustratie.) 16. 'n Leidsche jongen waagt zich iu fort Lammen en vindt het geheel ver laten. Hij wenkt de Leidenaars, die voor alle veiligheid eerst nog een man er op uit zenden. Er moesten nog eens Spanjaarden in Lammen zijn. Maar er zijn heusch geen Spanjaar den meer; wel een groote pot met hutspot (aardappelen, met peen en uien.) 17. De Geuzenvloot kan nu met brood en haring de stad binnen varen. (Zie illustratie.) 18. Prins Willem brengt een bezoek aan de ontzette stad. Feestelijk is zijn intocht. (De terugtocht van Oost naar Oosterend is bedoeld als een voor stelling van de intocht van Prins Willem.) 19. (Op het Feestterrein te Oosterendv) De Prins houdt een toespraak tot de Leidenaars, waarna burgemeester van der Werff den Prins beantwoordt. EINDE. o We dienen aan het bovenstaande nog het hier volgende toe te voegen. Om streeks half een begaf zich de ruiterstoet met vlaggen en vaandels ruimelijk uitge rust, in de richting van Molenbuurt, waar burgemeester en wethouders, alsmede de gemeente-secretaris feestelijk zouden wor den ingehaald. Zoo kwam de stoet te Oost aan, waarbij zich nog de feestcom missie had gevoegd, die in een landauer plaats genomen had. Een groot aantal dames in het wit, met sluiers getooid,, maakte deel uit van de optocht en zette daaraan luister bij. Heel het dorp liep uit, om van het voorbijtrekken getuige te zijn, voor zoover men niet zelf op Oost het spel zou bijwonen. Wilt ge de namen der hoofdpersonen, welke in het openluchtspel optraden? Hier zijn ze: Prins Willem van Oranje: S. van Heer- dingen. Graaf Lodewijk: C.Timmer. An dries Allersz.: W.Bakker. Zijn opvolger (Van der Does): Joh. A. Eelman. Burg. v.d. Werff: J. de Vries. Overste der Geu zen: B.Vlaming. De Leidsche jongen: Cor Trap. Valdez: G.Bremer. Ds. Van der Leer was de opsteller der tafereelen en heeft menig steentje

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1930 | | pagina 6