Geweldige Prijsverlaging
HERMAN NYPELS,
DEN HELDER.
No 4646 45s,e Jaargang. Zaterdag 2 Juli 1932
KLEEDINGMAGAZIJNEN
Voor de Zondag.
VERSCH GEKARND
EERSTE BLAD.
Onze Zomeruitverkoop vangt aan
Zaterdag 2 Juli des namiddags drie uur
Het heden eischt ons op
Voort moeten we, maar
het oude lied
Texelsohe Berichten
T.E.S.O.-Boottocht.
Den H.
6,32
7,25
7,38
9,38
10,58
12,32
13,13
13,51
15,56
O
H.
z.
z.
Uw advertentie In dit blad wordt
op Texel huis aan huls gelezen.
TEXELSCHECOURA
DIENSTREGELING. T.E.S.O.
Op werkdagen:
Van Texel:
6—7—8—11.20— 12.30—2.40—5.35
Van den Helder:
7—9—10—12.20—2—4.15—6.55
Op Zon- en feestdagen:
Van Texel:
6—8—9—11.15—5.20
Van den Helder:
7—9—10.30—12.20—6.30
Spoordienst Den Helder - Amsterdam v.v.
16,44
IS,36
Amsterd.
8,28
S,58
8,58
11,28
12,28
14,28
14,33
15,28
17,18*
18,51
20,28
19,51
21,29
21,31
21,28
22,56
23,28
Amsterd.
6.26
7,59§
9.13
9,'59
11,59
13,59
15,59
17,17
18,59
20,59
21,30
21,59
23,30
Den
8.33
9.34
10,44
11,50
13.32
15,50
17,55
18.33
20,52
22,32
23,05
23,41
0,51
*Zaterdags 17,28
§Zaterdags 8,15
Markttrein naar Schagen: vertrek Don
derdags 7,56; aankomst te Schagen 8,31.
gjl Niet Zon- en Feestd.; Alleen Zon
en feestd.; Alleen Zaterdags; gj Alle
werkdagen behalve Zaterdags.
Colbert Costumes
Regenjassen
Demi saisons
Jongenspakjes
Gestreepte en flanel broeken
Kleeding naar maat EXTRA KORTING
Overhemden 1,17 1,38 1,72 1,88 2,18
Dassen 17, 32 en 44 ct.
Pyama's 1,98
Hoeden en petten vanaf 39 ct.
Ondergoederen vanaf 98 ct.
(borstrok of pantalon)
Uw reis en moeite worden dubbel vergoed
Wanneer U bij ons Uwe inkoopen doet.
vanaf 7,80
3,60
6,70
1,35
1,26
eens op betrapt, dat wij ontroerd werden,
dat het ons koud over de rug liep bij een
lied uit jonge jaren, bijna vergeten, dat
plots de stilte stoorde en ons een wereld
van beelden en herinneringen voor de
geest bracht? Of een oud plekje, een
oude plaat, een vergeeld papier, een geur
van bloem of plant? Wij waanden dan 'n
verleden begraven, dat nu ineens voor ons
opduikt, scherper, duidelijker, levender
dan >de levende werkelijkheid van het
/OOR HOOFD EN HART.
ZONDAQ.
Verplicht aan u zoovelen gij maar kunt,
maar maak uzelf aan zoo weinigen moge
lijk verplicht. Meissner.
MAANDAG.
De liefde kan niet bestaan zonder ge
ven, zonder voortdurend brengen van
offers.
ter van deze regelen toch:
„Gij rukte 't zwaard niet bloot,
Gij hebt het In zijn schcede;
Gij hebt in volle vrede
Uw eer en erf vergroot".
O
Dit ter inleiding van ons causerietje,
naar aanleiding van de boottocht, waartoe
de directie van T.E.S.O. zoo vriendelijk
was, de Texelsclie leerkrachten, werkzaam
bij het lager, uitgebreid lager en land
bouw onderwijs uit te noodigen. Aan dit
„snoepreisje", dat zooals bekend (de
jeugd vlaste er al op, dat meester met
T.E.S.O. ging varen) zich op Woens
dag 1.1. voltrok, namen meer dan S0
Texelsclie onderwijzers(-essen) en genoo-
digden deel. We merkten o.m. de heer C.
G. Dun, inspecteur l.o. en zijn echtge-
noote op, leden van de Comm. van Toe
zicht, en van het schoolbestuur te Ooster
end. De leiding berustte bij de heeren
W. H. Lap en P. Dros, bestuursleden
van T.E.S.O.
De meeste deelnemers kwamen met auto
bussen aan de haven, vanwaar te half
negen de „Dageraad" met de T.E.S.O.-
standaard in top het ruime sop koos.
Het weer liet zich gunstig aanzien. Wel
hield een bewolkte lucht de zon in be
dwang, maar het zou niet lang duren of
haar stralen zouden er liet zeevlak pen-
seelen met een blijde glans, zoo geheel in
overeenstemming met de stemming aan
boord, welke aan niets te wenschen over
liet. Een heerlijk koeltje streek je over
het water tegemoet.
Langs een omweg we moesten via
frieschï
SOctpe'
Wie een schat van mooie her
inneringen bewaart in zijn hart,
heeft een sterke steun in de le
vensstrijd.
Die oude klank, dat oude liedHoe
was het zoo plotseling de stilte komen
breken van het zon-doorstoofde straatje
Er werden vensters geopend, uit even
nieuwsgierige drang, maar spoedig weer
dichtgesloten. Er was een enkele voorbij
ganger, die verbaasd opkeek en zijns
weegs ging.
Maar er was er toch één, voor wie die
oude klank, dat oude lied veel méér was
dan een flard van de onbestemde straatge-
geluiden.
Dat was een gebogen man, die daar
zóó maar eens liep in dat broei-warme
straatje, en die nu, plots geboeid met een
vluchtige opvlamming van licht in de
doffe oogen, als geboeid te luisteren
stond.
Hij gaf zich heelemaal niet het air
van de luisteraar-op-het-concert, maar
heel zijn opveering, dat lichtje in zijn
oogen spraken van zijn groote aandachts
spanning.
Het lied was uit en de gebogen gestalte
verdween, eenzaam voorbijganger, zooals
dag aan dag en jaar aan jaar een
zame voorbijgangers trokken door dat
stille straatje.
Wat had dat oude lied, die oude klank
ontroerd in zijn hart? Welke herinnerin
gen hadden zij bij hem wakker geroe
pen? Niemand zal het ooit kunnen zeg
gen, maar wie zijn fantasie de vrije teugel
laat, kan zich de bontste beelden schep
pen van herinneringen aan verleden ge
luk, aan pijnende smart.
Hebben wij er onszelf niet allen wel
llilll® VAN ZON EN MAAN. ®||||i|
MAAN ZON
Datum:
Op:
Onder:
Op:
Onder
3 juli
3,25
9,49
4,43
9,21
M.
4
4,31
10,23
4,44
9,21
D.
5
5,48
10,48
4,45
9,20
W
6
7.11
11,06
4,46
9 20
D
7
8,36
11,20
4,47
9,19
V.
8
9,59
11,32
4,48
9,19
9
11.22
11,43
4,49
9,18
Zondag 3 JuliNieuwe maan.
DINSDAO.
De gewillige leidt het lot; de onwillige
sleept het mede.
WOENSDAG.
Velen zoeken het gezelschap van ande
ren, om dat van zichzelf te ontvlieden.
DONDERDAG.
Neig uw oor en hoor der wijzen woor
den; want heilrijk zal het u zijn, zoo gij
ze in uw binnenste bewaart, zoo zij
steeds gereed zijn op uw lippen.
Salomo.
VRIJDAG.
Vrienden zijn als bergbeklimmers; het
koord, dat hen verbindt, kan hun ge
zamenlijk behoud of hun ondergang zijn.
ZATF.RDAU
Groote harten bevriezen niet, evenmin
als de zee. Ludw ig Börne.
Met de Texelsche onderwijze
ressen, onderwijzers en genoo-
digden.
Toen 21 Juli 1852 door de ruim vier
jaar tevoren met de „Leeghwater" be
gonnen stoombemaling (waarbij zich 19
April 1849 de „Cruquius" en de „Lijn
den" voegden) in de Haarlemmermeer
het peil van 4 M. onder N.A.P. was be
reikt en het heele maaiveld droog lag, kon
men in de Staatscourant van 4 Aug.
1852 het navolgende bericht lezen:
„In de thans afgeloopen maand July
is het Haarlemmermeer door de wer
king der machines en de gunstige
weersgesteldheid van het nog overge
bleven water ontlast en alzoo droog
geworden".
Maar geen Staatscourant bericht was
het, dat er 21 Aug. 1930 melding van
maakte, dat toen na een periode van zes
maanden door de gemalen „Lely" en
„Leemans" 600 miljoen kub. M. water
waren uitgeslagen en 20 duizend H.A.
land aan ons gebied waren toegevoegd.
Nu moeten we de 'enorme vooruitgang
op waterbouw-technisch gebied niet uit
het oog verliezen. Wat de menschen vroe
ger onmogelijk of nauwelijks bereikbaar
toescheen, wordt thans als een doodge
wone zaak aanvaard. We staan er niet
niet meer bij stil, want voort gaat de tijd
en wij gaan met hem. Maar toch willen
we de woorden van de onvergetelijke Hil-
debrand, alias Nicolaas Beets in dankbare
herinnering terugroepen. Hij was dedich-
het Malzwin, ook wel Balg genoemd,
vertelde ons schipper Kaan bereikten we
na een uurtje den Oever, waar we ge
schut moesten worden. Onderwijl hadden
we ruimschoots gelegenheid om de kolos
sale dijk-, sluis- en brugwerken op te
nemen (hierover straks meer).
Om tien voor twaalf werd volgens
afspraak den Oever verlaten en koers
gezet naar Medemblik. Na plm. vijfmnt.
varen echter, werd aan boord de tra
gische ontdekking gedaan, dat een vijf
tal heeren uit Oosterend. op het appèl
ontbraken, zoodat onverwijld de steven
werd gewend om de achtergeblevenen,
alsnog op te pikken. Ge begrijpt, dat de
afgedwaalde schaapjes het een oogenblik
zwaar te verduren hadden. Maar dan
Oever biedt ook veel bezienswaardigs.
Ben grappenmaker bracht 't telaatkomen in
verband met „Het Vrouwtje van Stavo
ren", maar als we ons niet vergissen
is dit een sprookjesfiguur uit het grijs
verleden, zoodat het Vrouwtje er gewis
geen schuld aan had. Wel zijn de heeren
blijkbaar in de richting van "de Friesche
kust getippeld? Hoe het zij: de herder
was weer gerust, de kudde compleet en
we namen ons stellig voor te trachten
herhaling van zoo'n geval te voorkomen.
Na anderhalf uur was Medemblik, een
maal de veste van Koning Radboud, be
reikt, een oud stadje met weinig vertier;
in de Middeleeuwen zeer welvarend, in de
18e eeuw in verval geraakt, maar thans
weer de vreugde smakend van een op
bloei als gevolg van de Zuiderzeewerken
in de onmiddellijke nabijheid.
Nauwelijks hadden slechts enkele pas
sagiers het schip verlaten, toen er een
ongeval plaats vond, dat wel betrekkelijk
goed is afgeloopen, maar dat op allen
toch een diepe indruk maakte. Wij waren
er ooggetuige van en zeker de meeste
anderen, omdat het juist voorviel, toen
we van de wallekant af zouden worden
gekiekt. Met dit doel toch liep mej. E,.
Keijser (den Burg), achteruit de met gras
begroeide berm op, welke langs de haven
ligt, echter niet vermoedende, dat deze
berm tegen 'n steile muur van bijkans een
meter hoogte was opgeworpen. Het groen
onttrok de muur geheel aan het oog en
deed veronderstellen, dat de berm naar
de andere zijde langzaam afliep. Mej. K.
stortte neer en moest bij een bewoner
van de Haven worden binnengedragen,
waar een onmiddellijk ontboden genees
heer tot geruststelling van ons allen
constateerde, dat haar toestand geen re
den tot ongerustheid gaf. Op de terug-
oogenblik. Soms doen ze voor ons her
leven momenten van innig geluk, soms is
het beeld, dat van een episode, die ge
boekstaafd staat op een zwarte bladzijde
in het boek van ons leven. Weemoedig
gaan we dan verder als de gebogen ge
stalte in het stille straatje. Verder, want
het heden eischt ons op en naar de toe
komst richten zich onze voe'ten. Toch had
den we in dat oogenblik, waarin onze
geest ver van alle rumoer van het dave
rende leven in het verleden toefde, niet
minder werkelijk geleefd. En dan is het
ons weer eens bewust geworden hoe de
mensch, ook de nog jonge mensch, leeft
bij en met herinering. En we beseffen
dan van hoe groote waarde het voor het
leven is, wanneer op later jaren de ver
geten klank van een oud lied, het spitse
dak van een torentje, het gelui van een
klok zonnige beelden oproept, beelden
van zorgeloos genieten. In onze tijd van
felle en moeilijke strijd om het bestaan
eischt het heden ons wel zeer sterk op.
Wie loopt te droomen op straat, krijgt
een automobiel over zich heen, wie zich
verliest in oude glorie en schoonheid in
voorbije dingen, die niet weerkeeren,
handhaaft zich niet bij zijn werk. Maar
toch voelen we telkens en telkens, geluk
kig, weer, dat het verleden nog sluimert
in ons hart en dat er maar zoo'n klank
of kleur of geur noodig zijn, om het aan
de oppervlakte van ons bewustzijn te
brengen. Wie een schat van mooie en ge
lukkige herinneringen bewaart, in zijn
hart, heeft iets onvergankelijks. Iets, dat
hem sterkt en troost en bemoedigt in da
gen van zorg en spanning, iets, dat aan
zijn leven die rijkdom geeft, die hem ook
voor de toekomst schraagt.
Beseften alle ouders dit, wat zouden
zij alle krachten inspannen om hun kin
deren, naar ide mate van hun kunnen,
een gelukkige jeugd te geven. In het
beeld, dat straks door een oud lied wordt
opgeroepen, komt misschien ook het
ouderlijk huis en leven in vage trekken,
daarna in scherpe omlijsting de figuren
der ouders. En wie zou niet wenschen,
dat het beeld, bij het luisteren naar zoo'n
oude klank, het beeld is van een geluk
kige jeugd, in een harmonisch gezin, waar
liefde en toewijding hielpen voor te be
reiden tot het moeilijke leven?
ZONDAG, 3 Juli 1932.