De Nieuwe ïexelsche Courant
No 4665 45s,e Jaargang. Woensdag 7 Sept. 1932
Van week tot week
[Vt&ienteetjen,
LANGZAME OPLEVING.
Duitschland eischt
bewapeningsgelijkheid.
EngelandStaking en
werkloosheid-
Onze K.L.M. en Perzië.
Texelsche Berichten
Het uitstapje van de
Ontspanningsclub.
kurd U het
\yzA
Om. fvaa/L {wkiliteit en ^necfeuA
(3ok- in fial|(Toucid \9-eh^iaKkuu^
Iedere zakenman heeft een reëele kans zich
te handhaven, ook vandaag aan de dag.
Uw advertentie in (flt blad wordt
op Texel huis aan huls geiexeo.
is sinds 1 Juli 1930
in dit blad opgenomen.
U1TG.: N.V. Boekhandel en Drukkerij
v.h. Langeveld en De Rooij Den
Burg. Tel. 11.
ADVERTENTIES: 1-5 regels 60 ct.j
iedere regel meer 12 ct. Eenzelfde adv.
voor viermaal ineens opgegeven, wordt
driemaal berekend.
ABONNEMENTEN: f0.75 per kwartaal;
buiten den Burg f 1losse nrs. 4ct.
STOOMBOOTDIENSTEN.
Texel Den Helder v.v.
Op werkdagen:
Van Texel: 6.— 8.— 11.20; 2.40; 5.35.
Van den Helder: 7.-; 10.-; 12.20; 4.15; 6.55.
Op Zon- en feestdagen:
Van Texel: 6.— 8.— 11.15; 5.20.
Van den Helder: 7.-; 9.-; 12.20; 6.30.
HOOGWATER ter reede van Texel v.m.
(nam. ongeveer V> uur later.)
8 9 10 11 12 13 14 SeptNT
2,29 3.41 5.22 6,59 8,08 8,54 9.31
RljWIELEN en RIJTUIGEN 8,03
Zaterdagavond.
Het Duitsche Institut für Konjunktur-
forschung, dat in vakkringen een geves-
stigde reputatie geniet, heeft dezer dagen
de wereld verrast met de mededeeling,
dat blijkens de jongste feiten en cijfers
het dieptepunt van de crisis achter ons'
ligt, en met name in de Angelsaksische
landen, een langzame opleving geconsta
teerd kan worden. Het is jammer, dat
daarbij het voorbehoud moet worden ge
maakt, dat deze opleving zich voorshands
vrijwel uitsluitend ter beurze vertoont,
zonder dat men voor de onderscheidene
koersstijgingen reëele gronden kan aan
wijzen. Laat ons hopen, dat de crisis,
die immers op de beurs begon, er tevens
het begin van haar einde zal vinden. Een
nieuwe winter is op komst en in tal van
landen zal hij moeilijker zijn door te ko
men dan zijn voorganger.
Duitschland: Von Schleicher heeft per
nota aan Frankrijk met hernieuwde na
druk de gelijke rechten op bewapenings-
gebied bepleit. Door deze nota heeft de
Rijksweer-minister het netelig vraagstuk
der bewapeningsgelijkheid weer ter tafel
gebracht. Herriot bepaalde zich voorloo-
tot de opmerking, dat deze kwestie in
diplomatieke besprekingen nader zal wor
den ontwikkeld. Dat was sinds Lausanne
bekend. Het feit alleen, dat over dergelijke
onderhandelingen kan worden gesproken,
zonder dat een storm van tegenstand in
Frankrijk losbreekt, bewijst reeds, dat er
sinds Versailles veel is veranderd. Mem
behoeft zich dan ook over de nota van
Von Schleicher niet ongerust te maken.
Zij oefent druk uit op de voorgenomen
besprekingen, die, hoewel zij een zeer
moeizaam verloop zullen hebben, hoogst
waarschijnlijk tot een bevredigend einde
zullen komen. Er staat hier immers veel
meer op het spel dan de Fransoh-Duitsche
militaire verhouding alleen. In laatste in
stantie gaat het om heel het werk vani
Genève. Von Schleicher heeft meegedeeld,
dat zijn land aan de Ontwapeningsconfe
rentie niet zal blijven deelnemen, wanneer
het principieele vraagstuk der gelijkge
rechtigdheid niet wordt opgelost, en een
mislukking dier conferentie zou een mis
lukking van de Volkenbond zijn. Voors
hands kan noch mag men gelooven, dat
het zoover komen zou.
Bij de miljoenen verslindende werkloos
heid komt in Engeland nog de staking
der wevers in Lancashire. Weldra zal, als
de garens niet kunnen wonden vervaar
digd het stopzetten der spinnerijen vol
gen. Het allerergste is nog, dat na eenige
tijd markten verloren gaan, die niet meer
zijn te herwinnen. De ware oorzaak der
■ellende, voor Engeland in de eerste plaats
maar overigens voor geheel Europa, is de
afsluiting der Oostersche markten, vooral
van China en Britsch-Indië. De Ooster
sche volken willen geen Westersche goe
deren meer. Daarbij komt nog de hevige
Japansche concurrentie, welke werkt op
een loonbasis, waarbij de loonstandaard
van een Europeesche arbeider volkomen
onbestaanbaar wordt
Ons land heeft vorige week een onpret
tige tijding ontvangen: Perzië trekt met
ingang van 1 October a. s. het verlof
voor onze vliegtuigen in om over Perzië
te vliegen. De K.L.M. zal dus voor een
wijziging van de route moeten zorgdra
gen. Aan de vliegvelden, in Arabië door
de Engelschen aangelegd, ontbreekt niet
veel meer. Wat de oorzaak van Perzië's
houding betreft, ons land is daaraan
zoo onschuldig als een pasgeboren kind.
Wij worden eenvoudig de dupe van een
oud geschil tusschen Engeland en Per
zië over petroleum concessies.
Ter aanvulling van ons verslagje van
Zaterdag schrijft Siem de Waal C.Hz.
ons over dit uitstapje nog het volgende:
Eindelijk was dan de Koninginnedag
aangebroken, de dag waar wij allen zoo
verlangend maar hadden uitgezien; want
dan immers zou de ontspanningsclub haar
driedaagsch uitstapje beginnen. Vol fris-
sche moed en in de beste stemming gin
gen we na'm voorspoedige boottocht plm. 7
uur v.m. van den Helder. Met z'm tienen
namen we aan de tocht deel. Het weer
was prachtig: niet te warm, niet te koud,
nèt goed. Na een mooie fietstocht van 85
K.M. (onderweg deden we nog even een
feestterrein aan), kwamen wij om 2 uur
bii de Haringpalckerij, aan de P.H.-kade
aan, waar de heer Lap ons al wachtte
Onze fietsen werden in de stalling bij het
Station opgeborgen en toen werd onsi
hotel aan de Singel opgezocht, waar we
ons een kop koffie en een broodje goed
lieten smaken
Ons eerste bezoek gold het Zoölogisch
Museum Overal in de stad woei de vlag
en het was er aardig druk Ook zagen
wij nog een luchtballon zweven. Wat ons
in het museum vooral trof was het schit
terende diorama van de Mui: reigers, lepe
laars, bergeenden, meeuwen, strandlo
pertjes, duinpiepertjes en konijnen „lie
pen" en „vlogen" er rond. „Dit is heb
mooiste van het museum", zei de oppas
ser, waar wij niet weinig „groos" op
waren. Toen ik hem zei, dat wij ook van
Texel kwamen, vertelde hij, dat het vooral
de Amerikanen waren, die er bijna niet
vandaan waren te krijgen. Hoogst vol
daan verlieten we het museum.
Het was zoo al half 7 geworden en toen
tramden wij gauw naar de Singel, waar 't
middagmaal ons wachtte. Ieder had hon
ger en het was danook spoedig „beke
ken". Vriend Jaap zocht met zijn vork
alle vetpannetjes af, om te zien of er ook
nog stukjes vleesch waren, waarbij hij
enkele malen succes had. Na het maal
ging de tocht in gepaste vroolijkheidj
door de Kalverstraat naar't vuurwerk aan
de Amstel, dat juist begon, toen wij aan
kwamen. Het was prachtig, vooral het
slotnummer was buitengewoon mooi. Het
wapen van Amsterdam met de kroon er
boven, schitterend! Om half elf was het
afgeloopen. Toen voelden we ons toch
wel een beetje moe. Er werd besloten
met de tram naar huis te gaan, maar door
de drukte kwamen we er niet aan toe.
„Dan maar een taxi", zei de heer Lap en,
na een paar minuten stond er een 4-
persoons auto bij ons stil. „Kunt u ons
naar de Singel brengen, chauffeur? We
zijn met zijn elven. Als u er nu eerst vijij
thuis brengt, dan wachten wij en dan'
Haalt u ons". „O, dat hoeft niet, stap
maar in met z'n allen. Dat is toch leu
ker", was het antwoord. „Nou, ook goed"
en zoo kropen we er met z'n elven in.
Onder het zingen van „o, Kovacs" ging
'tdoorde stad, en met een „We gaan nog
niet naar huis", kwamen we bij ons hotel
aan, waar we met z'n tienen op één zaal
spoedig de koffer opzochten. „De heele
dag gefietst en geloopen en toch ben ik
niks moe", zei Leen, die al heel gauw ire
bed lag. Dat hadden wij in de gaten,) want
hij had vergeten zijn overhemd uit te
trekken. „Ha-haJha"! Heel gauw sliepen
wij, maar we waren al vroeg de volgende
morgen weer op pad. Eerst ging het naar
ide brandweer. Juist werden er oefeningen
gehouden. Met kleine laddertjes klom men
van de eene verdieping in de andere.
Mooie staaltjes van klimkunst werden er
gegeven. Ook werd de „Ja9on", de drij
vende spuit bezocht. Vervolgens ging het
naar 'de Droogdokken. Mijnheer Lap ging
even met de directeur praten en onder
hand haalden wij brood en melk. Nadat
wij genoeg gegeten hadden (en dat was
heel wat), bekeken wij het dok, waarin
De crisis laat weinigen ongemoeid.
Maar wie hebben er het minst van te
duchten? Wie spinnen er zelfs garen bij?
Het zijn 'degenen, die hun krachtsin
spanning verdubbelen, terwijl anderen
dutten of met het hoofd in de schoot
zitten. Het zijn degenen, die het juiste
gebruik van de reclamemiddelen maken
terwijl anderen deze totaal verwaarloo-
zen.
Het zijn degenen, schrijft terecht „Han
delsbelangen", die zich welbewust zoeken;
aan te passen aan de veranderde omstan-i
digheden. Ze nemen de dingen zooals ze
zijn en maken er van wat er van te maken
is. Zij sluiten de oogen niet voor de
veranderde omstandigheden, maar zij
gieven zich niet gewonnen. Ook zij zoe
ken en tasten. De wegen naar het sucoes
liggen niet open. Zij zitten niet berus
tend neer bij 'de eertijds ^geëffende paden,
die thans onbegaanbaar zijn. Zij zoeken
jueuwe wegen.
De strijd om de klant is zwaarder dan
ooit. Terwijl anderen weeklagen over het
verlies van hun cliëntèle, spannen zij
alle krachten in om, dwars door de moei
lijkheden der tijden heen, niet alleen hun;
oude klanten te behouden, doch ook an
deren er toe te brengen zich de talrijke
biezondere faciliteiten, welke zij hun cli
entèle bieden, ten nutte te maken.
Zij berusten er niet in, dat een of meer
onderdeden van hun bedrijf niet rendee-
ren ot zelfs verlies opleveren. Zij ver
beteren, zij breiden de kring hunner1
werkzaamheden uit, wanneer het noodig
is. Zij zijn vindingrijk en verstaan de
kunst een klant op tal van punten tege
moet te komen, vaak met kleinigheden,
welke in de sleur der goede dagen zijn
veronachtzaamd
Zij zoeken het niet uitsluitend in prijs
verlaging. Waar velen tot in het onrede
lijke toe de prijzen hebben gedrukt, en
daarbij de kwaliteit hebben verwaarloosd,
profiteeren zij daarvan om diegenen tot
zich te trekken, die ook op kwaliteit acht;
slaan en meestal niet de slechtste clien
tèle vormen.
Zij zoeken het al evenmin in een niets
ontziende bezuiniging, omdat zij beseffen,
hoezeer in deze tijd juist een goede orga
nisatie van het bedrijf noodzakelijk is. Zij
zijn en blijven op de hoogte van hun tijdl
'door het waarlijk nieuwe en efficiënte
toe te passen. Zij kennen de macht van
goede reclame.
Een krantje als het „Texelsche" be-
bestrijkt het gansche eiland en verschaft
de adverteerders 100 pet. kans om alle
Texelaars te bereiken.
Zij kennen de mogelijkheid tot beper
king van de credit-risico's en maken ge
bruik van de organisatie, die op dit ge
bied hier te lande bestaat.
Wilt gij u handhaven in deze moeilijke
tijden, zorgt dan, dat gij de teekenen des
tijds verstaat. Dommelt en droomt |niet
voort in de verwachting dat de draak
„malaise" vandaag of morgen wel ver
slagen zal worden. Negeert de veranderde
en veranderende tijdsomstandigheden niet,
maar laat ook het dreigend karakter der
huidige depressie u niet overmeesteren.
Wapent u zoo goed mogelijk voor de
strijd. Verwaarloosde organisatie van uw
bedrijf niet, besluit „Handelsbelangen".,
juist een baggermolen lag. Men kon er
heelemaal onder loopen. In het dok er
naast liep juist een schip binnen. Maar
er stond nog meer op het programma.
De tocht ging nu naar een schip van de
Mij. „Nederland", dat onder leiding van
de heer Lap van onder tot boven werd
bekeken. Eenigen van ons zaten zelfs bij
de schroef. Ook de machinekamer was
zeer interessant. Het was inmiddels 2 uur
geworden en we moesten noodig naar
Werkspoor. Dan moest je eigenlijk een
heel eind omloopen. Maar geen nood.
Even een praatje met 'de directeur en
mijnheer Lap kreeg een bootje ter be
schikking, dat ons er heen bracht. Hier4
kregen we het neusje van de zalm te zien
ijzergieterijen met machines, die het ijzer
persen als een bakker een stukje koek
deeg; schaven, die ijzeren krullen van een
1/2 cM. afschaafden; hijschkranen, die met
een stukje ijzer van vele duizenden kilo's
net zoo gemakkelijk wegliepen, als een
maal Lieberman met 'de kas van de
„Veeradammer"; knipmachines, die platen
van 1 cM. dik net zoo gemakkelijk af
knipten, als moeder een stukje katoen,
enz.; teveel om op te noemen. We raak
ten niet uitgekeken. Om 6 uur verlieten wij
de fabriek. Via het Zeemanshuis, waar we
nog even inwipten om dit mooie gebouw
van binnen te zien, bereikten wij een rus
tig plekje bij het Station. Hier werd even,
gepicnict, waarna wij naar Elim gingen.
Hier werd mijnheer Lap een kistje sigaren
aangeboden en hartelijk dank gebracht
voor hetgeen hij ons had laten zien en;
vertelde. Toen ging het langs Heck's
Automatiek naar de bioscoop. Die Auto
matiek was iets nieuws voor ons. Je
gooide maar een muntje in de gleuf en de
„skelmeree" kwam er uit. „Kiek ers wot
ik hew", „Moet je hier es kieke" en der
gelijke vroolijke uitroepen meer vervulden
de lunchroom. Onze jongste deelnemer
maakte, toen hij buiten kwam,, nog een
EXELSCHE COURANT
LICHT OP
THEE