^208* HUISMOEDERS!
Adverteeren doet verkoopen
Verdrijf dien Hoest
pin 24 uur
VtDSSIM
Administratiekantoor A. BEERS
ZWARE PRUIMTABAK
50 ct. per half pond
m
H F
Hoest-Griep-Bronctttis-Asthma
Tabaksfabriek 2
„DE GROENLANDSVAARDER"
Runderlappen,
Varkenslappen
45 ct.
Bakiappen, stukjes
en rollade 50
Rosbief 60
Biefstuk 80 ct.
per pond
C. VISSER Zonen.
een flink woonhuis
t\ )jr* Wift li llnve fujuiógeruooben la cleke. dagen eenó
-Mm veWiaóóen?Zoïq eJi dan Voert. ciat U een
ccJuton WoujdcL's Ze/f*ujite*ud bakmeel ui
fuuló fveklMaakt Uuf ieeAtgekaA,!
RECEPT VOOR EEN FIJNE CAKE
N.J. WOUDA'S MEELFABRIEK N.V. SNEEK
FEUILLETON
Inrichten, bijhouden en controleeren van
boekhoudingen.
Opmaken van Balansen.
S. TROMP Azn.
HARLINGEN
Dit recept geldt voor onze dubbele aluminium cakepan,
verkrijgbaar tegen inzending van 400 onzer punten.
35chen 60ch per doof
Aanbevelend,
TL HUUR GEVRAAGD:
te den Burg met recht van koop
(liefst hoekhuis).
Brieven onder no. 793 aan het bureau
van dit blad.
125 gram Wouda's Zelfrijzend bakmeel,
125 gram suiker, 125 gram boter, 30
gram Sultane rozijnen, 2 eieren, wat
geraspte citroenschil. Klop de boter
flink door, doe er gedurende het roeren
de eieren bij, vervolgens de suiker,
citroenschil, de bloem en de rozijnen.
Besmeer de cakepan aan beide zijden
met een weinig boter. Baktijd aan iedere
zijde plm.20 minuten op zeer lage vlam.
Stop vlug dien akeligen hoest, neem Akker's Abdij
siroop. Op slag zult Gij ondervinden, dat Gij hier
een hulp hebt om den meest weerspannigen hoest
te verdrijven. Vanaf den eersten lepel valt Ge
daarmede de oorzaak aan. Haar kalmeerende, ver
zachtende, slijmoplossende werking openbaart zich
door de oplossing van de taaie slijm, die zich bij U
heeft vastgezet. Gij zult weer gemakkelijk kunnen
ademhalen zonder moeite of pijn. Abdijsiroop ver
schaft U dan reeds dezen nacht den rustigen slaap,
die zoo verkwikkend voor U werkt en binnen 24 uur
zijt Gij dan die benauwde hoest finaal vergeten. Bij:
Overal verkrijgbaar
Y Men is er in geslaagd Abdijsiroop
te „stollen" met behoud van
Jgl* alle genezende bestanddeelen. dus --
gebruik nu buitenshuis de nieuwe!
HET
GROOTE
RAADSEL.
SS3HMHH
20
Neen, we moeten terug naar de
stad, zei Val, terwijl zij de ruwe werk
hand der vrouw in de hare drukte. Wij
zijn hier voor zaken. Kun je een geheim
bewaren, Nannie?
Voor jou, liefje, kan ik alle moge
lijke geheimen bewaren. En ik heb je heel
wat te vertellen.
Ah zoo, zei Endell. We zijn van
plan u in vertrouwen te nemen, juffrouw
Farlow. We verdenken mijnheer Harvey,
de tegenwoordige bewoner van de „Dui
zend Dennen". We vermoeden, dat hij
iets kwaads in 'het schild voert.
Ik vermoed het niet alleen ik
weet 't, zei juffrouw Farlow grimmig.
Wat weet u?
Ik weet, dat er daar vreemde dingen
gebeuren, en dat er vreemde menschen
in- en uitgaan.
Weet u iets over een spook
Juffrouw Farlow rilde. Ja, mijnheer
zei ze met gedempte stem. Ik heb het
gezien.
Gezien, huiverde Val.
Wat een bof, riep Endell uit.
Ja mijnheer, ik heb 't gezien, her
haalde juffrouw Farlow ferm, alsof ze
verwachtte, geloofd te zullen worden. Het
is inu juist een maand geleden. Ik liep
om inegen uur 's avonds langs het huis,
toen ik het zag, vlak achter het liek, een-
wit ding, mijnheer, zonder gezicht en met
een soort lichtglans er omheen. Ze zweeg
even en rilde weer. Val drukte zenuw -
adhtig haar hand. Ik zag het maar een
oogenblik, mijnheer. Toen gaf ik een gil
en
De herinnering wond haar op en Endell
wachtte een oogenblik vóór hij weer
sprak.
Weet u zeker, dat 't een spook was,
juffrouw Farlow?
Als het dat niet was, mijnheer, dan
was 't iets mèt even ergs.
Hebt u ooit eerder gehoord van
spookverschijningen op de „Duizend Den
nen"
Ja, mijnheer. Vijf en dertig jaar ge
leden, toen ik een meisje was, zeiden de
menschen ook al, dat het daar niet pluis
was. Zelf herinner ik me er haast niets
meer van, maar ik heb 't er over gehad
met een paar oudjes in het dorp, en die
weten het nog precies, 't Was in de tijd
van mijnheer Harvey's vader.
O, zei Endell op teleurgestelde toon.
Dat schijnt dus zijn verhaal te bevesti
gen. Vertel me nog iets, juffrouw Farlow,
zei hij toen. Toen het nieuws van juf
frouw Prentice's vermeende dood in de
ZWAANSTRAAT 4
OPGERICHT 1825
VOOR OF JEUGD.
DE EZEL VAN MIJNHEER PIMPELMANS.
Door G. TH. ROTMAN.
Idllhmil \J
53. Het werd herfst en het werd win
ter. Grauwtje had z'n kuren al aardig
afgeleerd. Op 'n mooie dag ging mijn
heer Pimpelmans naar 't schaatsenrijden
kijken. Door zn kijker genietend van het
schoone schouwspel, stond hij rechtop in
zijn wagen, boven op een hooge heuvel.
Diep beneden hem lag de rivier, waar de
schaatsenrijders heen en weer reden.
54. Maar Grauwtje, die niet lang kon
stilstaan, deed opeens een paar stappen
achteruit. Het achterwieltje kwam boven
de afgrond te zweven en... daar had je
't alweer. De wagen duikelde achterover
en mijnheer Pimpelmans stortte, begeleid
door een lawine van sneeuw, in de ga
pende diepte, terwijl de wagen met Grauw
tje kalm boven op de heuvel bleef staan.
kranten stond, wist u er hier toen vain?
Of we er van wisten, mijnheer Dat
zou ik denken. Het dorp praatte dagen
lang over niets anders.
Was mijnheer Harvey toen hier?
Ja mijnheer. Maar niet op de „Dui
zend Dennen". Hij woonde op kamers bij
juffrouw Brown, hier in de straat.
Wist hij er van, denkt u?
Ja, dat weet ik zeker, mijnheer. Ik
vertelde hem er alles van op de eigen dag.
Prachtig, riep Endell uit, zich ver
rukt in de handen wrijvend. We hebben
onze vriend althans op één leugen betrapt.
Wat zijn dat voor vreemde dingen, die ia
het huis gebeuren, juffrouw Farlow?
't Is altijd en eeuwig potdicht, mijn
heer. Er mogen geen leveranciers binnen
het hek komen. De oude man gaat zelf in
Worthing boodschappen doen. En verder
beweert mijnbeer Harvey, dat hij wil boe
ren, maar behalve 't land omploegen
in de verkeerde tijd van 't jaar heeft
hij nog niets gedaan. En dan zijn er nog
allerlei kleinigheden, schijnbaar onbedui
dend, als je er zoo over praat, maar toch,
vreemd. Er komen 's avonds allerlei
vreemde mannen, en voorbijgangers zeg
gen, dat ze er vreemde geluiden hoornen..
Wat voor geluiden?
Gedreun en gebons, en zoo meer,
mijnheer. Ieder heeft weer een ander ver
haal. Maar we zijn het er allemaal over
eens, dat er het een ot ander gaande is.
En de eenige manier om dat te
weten te komen, zei Endell tegen Val,
is, onbemerkt in het huis door te dringen.
Maar vanavond niet, riep ze zenuw
achtig. O, ik zou er nu voor geen geld
meer in de buurt willen komen, en ik zou
ook de gedachte niet kunnen verdragen,
dat jij er heenging.
Die spontane verklaring deed hem veel
goed en zijn oogen zeiden het heel duide
lijk; maar Val was te opgewonden om er
aandacht aan te schenken.
Als u in het huis wilt komen, zonder
dat iemand u ziet, mijnheer, zei juffrouw
Farlow, weet ik wel een weg. En zij ook,
voegde ze er bij, Val's hand drukkend.
Val keek haar niet-begrijpend aan,
maar opeens herinnerde ze 't zich en haar
gezicht klaarde op.
O, dat was ik heelemaal vergeten, de
geheime tunnel.
Wat is dat? vroeg Endell. Een soort
van middeleeuwsche tunnel, om langs te
ontsnappen
Zooiets zei Val. Vader ontdekte 't
heel toevallig toen de heg bijgeplant
werd. 't Is een nauwe steenen tunnel,
die van de straatweg naar de kelder leidt.
Ik noemde 't altijd de geheime uitgang.
Vader zei, dat die tunnel moet zijn ge
maakt in de dagen van Cromwell. Er
woonde toen een koningsgezinde tamilie
in het huis in zestienhonderd zooveel,
Arundel, dat meer een paar mijlen verder
ligt, werd heelemaal geplunderd door
Cromwell's soldaten.
(Wordt vervolgd).