No. 4866 47s,e Jaargang Zaterdag 11 Aug. 1934 Voor de Zondag. Leugentjes om Bestwil. EERSTE BLAD. fexelsche Berichten Van Texel naar Chicago. Uw advertentie in dit Blad op Texel huis aan huis gclezaa. ffiffiffiilffisifflisaffl II ffiSBfflfflSEfflfflfflffiSB ffi ffl BB UIT DE TEXELSCHE COU- ffi ffi RANT No. 1, 15 SEPTEMBER ffl 1887. 83 Teneinde bij iedereen vrije toe- 83 gang te verkrijgen, zal onze Cou- 83 rant zich houden buiten alle partij- 83 schappen en zich bepalen tot het (g meededen van hetgeen in onze £g omgeving voorvalt en der vermel- 83 ding waardig is. Ons blaadje [g vinde in iedere woning op Texel [g een plaats en worde een middel 83 van gemeenschap tusschen ver- 83 schillende personen en voor allen 83 tg een bron om bekend te worden 83 Eg met hetgeen op ons eiland, plaats tg fg vindt, in één woord: het worde tg tg de vraagbaak voor allen, dieniet tg EB onverschillig zijn voor hetgeen EB BB op Texels bodem voorvalt. fg EB o— tg tg Anno 1934: Op Texel huis aan tg 83 huis gelezen. fg ffi SB EHBHEBffifflEBg"gFB"«' ffiEBfflffiBBffifflffiFBffi Waarheid moet uw gids zijn. Zeker, dit is in beginsel heel juist. Een. waar- heidslievend mensch zal de leugen haten en zoo een groote plaats heeft de leugen in de wereld ingenomen, dat waarheids- lievende menschen. het minst bemind zijn. Zij zeggen de ander waar het op staat zonder hem te ontzien en deze voelt zich zoodanig gekrenkt in zijn eigenwaarde, dat hij liever zichzelf be driegt en hem, die de onwelkome waar- field sprak, erbij, dan dat hij erkent, ge faald te hebben. Nu zijn er twee zijden aan een medaille en zoo ook aan de waarheid. Het is niet altijd een deugd als een waarheidslievend mensch altijd de waarheid spreekt. Als een mensch recht door zee gaat en, pre cies zegt wat hij meent, is dit nog niet een bewijs van betrouwbaarheid. Het gebeurt wel eens, dat het een gebrek aan verstandelijk doorzicht kenmerkt. Wij doen niet altijd goed met de waarheid te zeggen. Als wij weten, dat wij er een ander niet mee helpen, moeten we kunnen zwijgen of desnoods een leugentje ver zinnen. Er zijn menschen, die een waar heid omtrent zichzelf niet kunnen aan- hooren, zonder gebelgd te zijn en. het is heel moeilijk om altijd te weten, of we wei dan niet iemand beleedigen door te zeggen wat wij meenen. Als wij het doel hebben, hem te krenken met onze woor den, dan moeten we trachten, ons te be- heerschen en te zwijgen, al zou hetgeen, we hadden willen zeggen, ook de volle waarheid zijn geweest. Want het is ver keerd. Doch, hebben wij een goede bedoeling met iemand de waarheid te willen zeggen, dan ook moeten we eerst rijp nadenken of we zullen spreken, dan wel zwijgen. Als yve ons graag zouden willen uitspreken, in de hoop, dat de ander er iets voort zichzelf uit leeren zal, dan hebben we rekening te houden met het karakter van die ander. Niet tegen iedereen kunnen we de waarheid zeggen. Alleen, als we ervan overtuigd zijin, dat het hem voor deel zal aanbrengen, kunnen we spreken, want dan helpen we hem ermede, maar anders moeten we óf zwijgen, óf een leugentje verzinnen. Het klinkt vreemd, maar dikwijls is het uitspreken van een leugen het beste van de twee. De leu gentjes om bestwil zijn allerminst denk beeldig. Als we b.v. iemand naar zijn gezondheid wagen en weien, dat hij er gens aan lijdt, moeten wij niet zeggen, dat hij er nog slecht uitziet. We moeten ondanks zijn minder gezond uiterlijk, zeg gen, dat hij er veel beter uitziet, dan hij gedaan heeft. Als we dan eens in het hart van die ander zouden kunnen kijken, als hij afscheid van ons heeft genomen, dan zouden we er een lichtstraaltje in kunnen zien een voor hemzelf onverklaarbaar gevoel van opgewektheid hebben we bij hem teweeggebracht en dit is reeds zijn halve gezondheid. Doch zeggen we: „je ziet er nog slecht uit", dan hebben we hem dieper in de put gebracht. Het is zoo jammer, dat we eigenlijk zoo weinig over zulke kleinigheden nadenken. Tenslotte, hoe dikwijls gebeurt het niet, dat we iemand de waarheid moeten verzwijgen, omdat het weten hem onnoodig pijn zal doen? Er zijn dingen in het leven van 'n ieder, die beter zijn, ongeweten te blijven,, omdat het geen nut heeft, dat wij wetend- we kunnen er niets van leeren en zouden er alleen verdriet van hebben. Laten we dus in zulke gevallen gerust een 'leu gentje verzinnen, indien liet ons onmoge lijk wordt gemaakt te zwijgen en zoo doende de ander zijn rust en zijn geluk doen behouden. Leugentjes om bestwil hebben werkelijk hun nut. ZONDAG, 12 Augustus 1934. ZONDAG. Van bittere woonden hebben we dik wijls berouw; van zwijgen zelden; van zachte woorden nooit. MAANDAG. Wie voor de vriend zijn wezen een klaar kristal laat zijn, hij is voor goed gene zen van elke pronk en scliijn. A. Pier son- DINSDAG. De achting der weidenkenden 'is een kostbaar halssnoer, dat men in een se conde verliest, maar slechts langzaam, pa- rei na parel, terugvindt. Melati van Java. WOENSDAO. Schat nooit u zelf toch te hoog Houdt, vriend, uw einde wel op 't oog, Daar hem, die zich 't fierst verheft, Vernedering het diepste treft. Wallis DONDERDAG. AI had de arbeid geen andere nuttig heid dan deze, dat hij de geest bezig houdt, en belet verdriet te gevoelen, dan. nog zou hij als een weldaad voor het menschdom moeten worden beschouwd. VRIJDAG. De grootste helden zijn de minst be kende. Dat zijn zij, die in de schaduw hun taak afwerken, die zonder ijdel be- beklag onophoudelijk arbeiden en vervol gens weer verdwijnen, in de nacht, waar uit zij te voorschijn kwamen. ZATERDAG Wanneer het water stille staet, Wanneer de mensche ledigh gaet, Wanneer het ijzer roesten moet, Niet één van drie en blijft er goet. Jacob Cats. KOOKT ELECTR1SCH. VEILIG, ZINDELIJK, GEMAKKELIJK. NA EEN KWART EEUW. Onderstaand schrijven mochten we ontvangen van onze vroegere plaatsgenoot, de heer M. A. te Nuyl, thans te Groningen (Herm. Coll.str. 4a). Voor de ouderen .onder ons is de heer te Nuyl geen onbekende. Een vijf-en-twin tig jaar terug was hij bouwkun dige alhier. Onder meer is aan het omvangrijke werk, bestaande uit het rioleeren van de burg wal, zijn naam nog verbonden. Het was in April 1.1. 25 jaar geledeni dat ik Texel, na een zevenjarig verblijf aldaar, verliet. Mijn herhaaldelijk uitge sproken wensch, Texel weer eens 'te be zoeken, is thans in vervulling gegaan. Op Zondag 22 Juli, na een mooie auto tocht van Groningen naar Harlingen, ging ik aldaar met mijn familie aan boord van „Burmania". Na een prettige zeetocht ar riveerden we te Oudeschild. Reeds toen de kust van Texel in 't zicht kwam,/ en ik ten slotte de mij bekende torens' kon ontwaren, ging een kreet van vreugde .'n mij op, dat ik Texel, na 25 jaar, weer zou betreden. Reeds op de boot mocht ik een Texe laar ontmoeten en het spreekt vanzelf, dat toen reeds vele oude herinneringen werden gewekt. Wat een verandering aan de haven te Oudeschild, wat een dege lijk, royaal gezicht, leverden Texels Eigen Stoombooten op, die in de haven lagen gemeerd. Als voormalig klein aandeel- houdertje was ik zelfs trotsch. op die mooie booten. Jammer, dat wijlen Dokter Wagemaker de nieuwe boot, naar hem genoemd, niet in de vaart heeft mogen zien brengen. Langs de verkorte weg, voor mij ook al nieuw, peddelden we al hed spoedig den Burg binnen. (De weg over de Hooge Berg, die zoo'n mooi uitzicht geeft, trok cns meer, dan de verkorte weg.) Wat een leuk gevoel voor mij, door den Burg rijdende, waar ik, 25 a 30 jaar geleden, zooveel rondjes heb afgelegd, 't Spreekt vanzelf, dat ik na aankomst te den Burg niet heel lang meer kon wach ten om den Burg door te wandelen. Tal van oude kennissen mocht ik de hand drukken, doch, helaas, ook vele oude be kenden waren niet meer. Zeer was ik getroffen door een spontaan bezoek, dat ik van een mevrouw mocht ontvangen, die ik als 10-jarige jongedame destijds had gekend. Het bezoek op Maandag aan de lam- merenmarkt. riep opnieuw herinneringen in het leven uit de tijd, dat ik mijn kamer had in „de Oranjeboom". Het marktbe zoek was voor mij een prachtgelegenheid om vele oude bekenden te ontmoeten. Wat hebben we vervolgens een fietstoch ten gemaakt over de vele mooie paden langs en door de duinen naar de Cocks- dorp, langs het Westerslag door de den nen. Inderdaad maakten die schitterende duin- en vergezichten indruk op ons. Steeds moest ik van mijn vrouw, mijn zoon en zijn vriend hooien: Wat is hetj hier toch mooi! Ik ging op die uitroe pen trotsch. Op onze terugreis van de Cocksdorp naar den Burg ondervonden we, dat het op Texel ook nog goed kan regenen. De bezichtiging van het vlieg kamp „De Mok", onder de vriendelijke leiding van een sergeant-ziekenoppasser, zal ons steeds een aangename herinnering blijven. De oefening met de reddingboot, die wij mochten bijwonen, gaf ons een kleine indruk van de moeilijke, zware, doch heer lijke taak, die flinke, stoere mannen, de bemanning van de reddingboot, hebben te verrichten, indien zij hun leven wagen om te trachten het leven van anderen te redden. Texelaren, ge kunt terecht trotsch op uw mooie eiland zijn. Uw wegen, en fiets paden zijn prachtig, (meerdere richting wijzers zouden de vreemdelingen zeer op prijs stellen Op het eiland Ameland ben ik goed beleend, doch wat het natuur schoon betreft, staat Texel aan de spits. Ameland heeft voor de jongelui meer aan trekkingskracht omdat de hoteliers daar zorgen voor afwisseling op allerlei ge bied. De jongelui kunnen op Ameland des avonds hun hart ophalen' met dansen of luisteren naar de bekende Jan van Riemsdijk, die de avond gezellig weet te maken voor jong en oud. Ik stel me voor, dat indien H.H. hoteliers op Texel zich tot het gemeentebestuur wenden met het verzoek om dansvergunning, desnoods onder beperkende bepalingen, het College van B. en W. dergelijke verzoeken niet zal afwijzen, 't Gaat om Üe belangen van het mooie Texel. Hoe meer vreemde lingen, hoe meer geld zal er op Texefl rollen- Als men spreekt van „de parei der Noord zeeeilanden", dan komt zeer zeker Texel die naam toe. Laten dus ge meentebestuur en hoteliers enz. alles in het werk stellen om zooveel mogelijk vreemdelingen te trekken, Texelaren, die twee weken, die wij op uw mooi en inte ressant eiland hebben doorgebracht, zui len ons steeds een dankbare herinnering blijven. Voldaan denken we terug aan het ge zellig tehuis bij de familie P. Bremer te den Burg. Summa summarum behoort ons bezoek aan Texel tot een van onze mooiste va- camties. Texelaren, het ga u en uw eiland goed. Met vriendelijke groet en tot weerziens M. A. TE NUYL. Groningen, Augustus 1934. In aansluiting op het voorloopig be richt in vorig nummer volgt hier mijn reisverhaal Het doel van mijn reis is: Berwyn 111. (U.S.A.); mijn toekomstig adres aldaar B. J. Moran, 3034 Maple Ave. Ik wil trachten u mijn indrukken zoo goed mogelijk weer te geven, zoowel die welke ik onderweg op doe, als die op de wereldtentoonstelling te Chicago, die ik hoop te bezoeken. Daar mijn vertrek vrij onverwacht plaats plaats had, wil ik gaarne eerst langs deze weg al mijn familie, vrienden en vrien dinnen en andere bekenden een hartelijk vaarwel en tot weerziens wenschen. Door het lezen van de Texelsche Courant hoop ik op de hoogte te blijven van alles, ^vat tijdens mijn afwezigheid gebeurt; ook op sportgebied natuurlijk. 3 Aug. 1934. Momenteel bevind ik mij aan boord van het mooiste schip der Holland-Amerika- lijn, n.l. de Statendam, hut 633'. 't Is ge woonweg geweldig zooveel luxe er op zoo'n schip is: groote zalen met glazen koepeldaken, met schilderijen bedekie wan den en dikke tapijten op de vloer. Men heeft er geen idee van, dat men zich op een schip bevindt. Mooi is het, geweldig mooi. Ik vraag mij af: Is dit alles niet veel te luxe voor deze tijd? Is. het moge lijk, dat zoo'n schip kan rendeeren? Van alles is er aan boord, balzaal, zwem bassin, sportdekken, postkantoor, enz., enz. Van het sloependek af naar beneden kijkende op het water, is het alsof men op de Eierlandschc vuurtoren staat. De hutten zijn prachtig ingericht; je kijkt er van op: warm en koud stroomend water, zeer ruim, groote kasten, prachtig meubilair en een zeer aantrekkelijk bed. Direkt gaan de bezoekers van board. We krijgen eerst nog wat te „bikken" en dan maar gauw onder de wol. Door allerlei beslommeringen, inpakken, afscheid ne men, reizen, enz., word je moe. Morgen vroeg reeds zijn we in Bou logne MARIUS. ILLUMINATIE Naar de heer Directeur der N.V. T.E.M. ons meedeelt, ligt liet in de bedoeling del toren der N.H. Kerk alhier, die eigendom is der gemeente Texel, met ingang van lieden gedurende eenige dagen te ver lichten. Hij zal met drie of vier z.g, floodlight-lampen, elk ter sterkte van 3000 kaars, in het electrisch zonnetje wor den gezet. Bij ervaring weten we, dat zulks een biezonder mooi effect oplevert, hetgeen tal van Texelaars en vreemdelingen zaï doen besluiten op een dier dagen een be zoek aan Den Burg te brengen. 25 JAAR LUCHTVAART. Een dezer dagen herdacht de wereld de daad van Louis Blériot, die 25 jaar geleden het voor ieder duidelijke bewijs leverde van de mogelijkheid van lucht vaart met toestellen zwaarder dan de lucht. Wij hebben ook in Nederland in die kwart-eeuw op dit gebied een bewon derenswaardige ontwikkeling zien gebeu ren. En wij kunnen, om de technische groei te meten onze eigen onvoorbereide „Pelikaan"-vlucht tusschen Amsterdam en Batavia in ongeveer 75 vlieguren en de speciale „Postjager"-vlucht van 50 vlieg uren plaatsen tegenover Blcriots pio- miersvlucht van een half uur tusschen Dover en Calais. En heeft niet de bouwer Blériot van 1934 zijn eigen toestellen van Parijs naar New-York zien vliegen? De sprong over het Kanaal is verruimd tot een sprong over oceanen en wereld- deden. Zij, die aan het eind van deze kwarteeuw terugkijken, brengen hun hulde aan de man, die in 1909 een nieuwe weg baande. Ons kiekje toont u links Blériot, in gesprek met een der leden van de Ko- ninkl. Eng. Aero-CIub. VON PAPEN. OOSTENRIJK, heeft de benoeming van Vo.n Papen, vioe-kanselier van Duitsch- land, tot buitengewoon gezant te Weenen, goedgekeurd. TEXELSCHE COURANT EB ffi VOOR HOOFD EN HART. N.V. T. E. M. GEMEENTETOREN-DEN BURG.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1934 | | pagina 1