BLUE BAND A weer koorts AKKERTJES TWEEDE BLAD TEXELSCHE COURANT „Neemt Holland's beroemde Standaardmerk" fcrgen heb ik raadt het BLUE BAND-meisje. DOOR DE NACHT OVER AZIË. Nieuwe Tijden, nieuwe Zeden Het merk, dat een jarenlange reputatie heeft gevestigd door Blue Band's onvergelijkelijke kwaliteit. Het merk, dat een garantie is voor de fijnste grond stoffen, gekarnd onder de strengste controle. Het merk, dat voordeel èn kwaliteit op onovertrefbare wijze combineert. V E R S C H GEKARND cents per 2 pondspakje is Uw verzuchting als Gij Uw keel voelt dik worden en U onprettig en rillerig begint te voelen. Slop die opkomende verkoudheid, ga vroeg naar bed. Neem één of twee "AKKERTJES" en morgenochtend voelt ge U prettiger dan ooit en Uw verkoudheid 'gaat niet door". "AKKERTJES" stellen nooit teleur! AKKER.CACHETS Wie zich thans op ons blad abonneert, ontvangt het tot 1 December GRATIS Zaterdag 17 Nov 1934. lillll^ Het is prachtig, al die uit- jj|jj|* vindingen tegenwoordig: tclegra- jijjjl* fie zonder draad, kruit zonder jiilij* rook, vliegen zonder motor er ijjjij+ ontbreekt maar één ding aan. jjjjll* En dat is? jjjjjj* Een bruidschat zonder vrouw. Illllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll llllllllllll Mcdedeelingen lllllllllll! iiliilllllil van Texels Bioscoop-Theater IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIII ONS NIEUW PROGRAMMA. „Bleeke Bet" is weer vertrokken. Het heeft haar aan groote belangstelling niet ontbroken. De een vond deze tweede Hollandsche amusementsfilm mooier, de ander oordeelde haar minder mooi dan De Jantjes. Smaken verschillen. Over het algemeen heeft de film, naar ons ge bleken is, aan de verwachtingen wel vol daan en ziet men meerdere films uit eigen land met vertrouwen tegemoet. Van het nieuwe program is het hoofd nummer „Het verboden Paradijs", een zeer spannende film, welke zich afspeelt op een eiland in de Groote Oceaan. Een plezierjacht doet liet aan. Een jongeman, Johnny, valt overboord en zou zeker een haai ten prooi gevallen zijn, ware het niet, dat Luana, een bekoorlijke jonge in- boorlinge hem redt. John vat liefde voor haar op, maar hiertegen verzetten de inlanders zich. Zij maken zich van hem meester en binden hem aan een boom. Een vreeselijke dood wacht hem. Onder wijl verneemt hij, dat zijn geliefde ge dwongen wordt met een prins in het hu welijk te treden. Tijdens de vuundans, welke aan de plechtigheid vooraf gaat, weet Luana te ontsnappen. Ze bevrijdt te vens John en er breken dan weer enkele weken van zalige vreugd voor beiden aan. Een hut in het oerwoud dient hen tot woning. Op zekere dag blijkt bij zijn thuiskomst Luana ontvoerd, terwijl tot overmaat van ramp een vulkanische uit barsting het laatste vernietigt, wat hij nog het zijne kon noemen. Op zoek naar Luana komt hij in de buurt van het in boorlingen dorp. Hij valt in handen van zijn aartsvijanden. Hij zal met Luana worden geofferd aan de vulkaan, die door hun wangedrag zoo vertoornd zou zijn. Ook dit gevaar wordt echter afgewend. Op welke wijze? Dit laat de film zien in spannende tafereelen. Luana wordt met veel moeite door John aan boord ge bracht, waar na eenige tijd ook eenige inboorlingen verschijnen met aan het hoofd Luana's vader, die een beroep op haar doet teneinde „de wraak van de vulkaan" van het eiland af te wenden. De film brengt de ontknooping, waarbij de spanning tot het uiterste wordt op- gevoerd. Eenige actueele films, aan dit hoofd nummer toegevoegd, maken bioscoopbe zoek ditmaal al zeer aantrekkelijk. Geen voetbalvriend en geen U i ver-b ewo n de raar zal thuisblijven. Ook wie de officieele opening van de Staten-Generaal van nabij wil aanschouwen, kan deze keer terecht. DE MODERNE ST. NICOLAAS. (Wijze: van ouds bekend.) Zie ginds komt de Klaastax uit Spanje weer aan, Hij brengt ons Sint Nicolaas, ik zie hem al staan; Hoe wappert zijn watbaard al heen en al weer, Hij's lang niet zoo oud als de vorige keer. Zijn knecht staat te lachen en roept ons reeds toe: 't Is werk, dat ik zonder een rentelcaairt) doe; Ik draag er de geldkist, ei zie hoe ik zweet. Ik wou dat mijn baas het per giro maaii deed. Eu als ze vertrekken, staat Kee in de gang Met twee zwarte vlekken op iedere wang; Ze vraagt aan St. Nicolaas: waar wacht u nog op? Ik wacht op meheir: per visite vijf pop. HWie VAN ZON EN MAAN. ®|||ffl MAAN ZON EEN INDIE-RE1S PER K.L.M. Het is nacht in Bagdad, donker en toch warm. In de zomermaanden neemt in deze heete woestijnstad na zonson dergang de temperatuur wel- af, maar koel wordt het er nooit een half jaar lang niet. Des nachts slapen de inwoners op de platte daken hunner huizen, daar het binnen ondragelijk blijft. En zoo ook liggen wij, de bemanning van het mail vliegtuig, dat drie dagen geleden uit Am sterdam vertrokken is, met ons vieren in onze bedden onder een open, ster- rengevulde hemel, als, drie uur voor zons opgang, een Arabier ons komt wekken. Snel staan we op men leert op weg naar Batavia zijn tijd te gebruiken. Van ons hoogé hoteldak (drie hoog en dat is voor Bagdad hoog) zien we de oude stad der Khalifen met haar vele moskeeën, slapen onder de sterren. Er is geen maan; slechts flauw teekenen zich de gele en witte gebouwen in de nacht at: Bagdad een sprookjesstad. Hoe weinig Europeanen is het ^gegeven om haar in haar geïsoleerde ligging met 600 K.M. woestijn naar alle zijden, om haar heen, te aanschouwen. Slechts het vlieg tuig heeft haar Oostersche toover zonder moeite bereikbaar gemaakt. Want wat voor een kameelkaravaan vier moeizame reiswekeu beteekent door het heete zand, bestookt door stofstormen, doen de driehonderd paarden van onze ma chine op een behaaglijk koele hoogte op égn dag. Een kwartier latei- zitten we aan het ontbijt, dat stevig op z'n Engelsch is toebereid: geroosterd brood, ham. spek, eieren, marmelade, visch en havermout. Dat zal ons de noodige krachten geven om vandaar diep in Perzië te komen. We zouden daarvoor overigens zoo vroeg niet hebben op te staan, want het is totjask, onze bestemming van de vierde dagreis, maar 600 K.M. of negen uur vliegen. Maar de weervoorspelling heeft met sterke winden na zonsopgang gedreigd. Sterke winden beteekenen 's zomers bo ven deze woestijnen onherroepelijk zand stormen en zandstormen verheugen zich niet in onze sympathie. Want niet zel den komt het gele stof daarbij tot drie vierduizend meter hoog. Daar beneden is er dan evenmin uitzicht als in Europa bij mist en daarboven blijft de atmosfeer toch van onaangename heiïgheid. Als we ze kunnen ontwijken, zullen we het niet laten. Zoodoende maakten we gisteren, na de ontvangst der weervoor spelling, het plan op om twee uren voor zonsopgang te starten, teneinde de uitge strekte watervlakte van de Perzische Golf te kunnen bereiken, voor de te vei wachten morgenwind het zand hoog kon hebben opgehaald. Door het duister snellen onze auto's, met onze bagage, onze met thee gevulde thermosflesschen, onze inge pakte maaltijd en onszelf door de donkere stad, waar hier en daar nachtelijk leven te bespeuren is: bepakte ezels en kamee- len worden in kleine groepen naar de markt gedreven en hier en( daar zitten ge zelschapjes Arabieren voor een schaarsch verlicht café in gesprek bijeen. Met dof gerommel passeeren we de lange smalle schipbrug over de Tigris en als we aan de overzijde de zuidelijke oever beklim men, strijken onze schijnwerpers dee moedig over de geknielde ruggen van dozijnen aldoor kauwende kameelen, die, met hooge lasten, vannacht de stad ge naderd zijn en op de dageraad wachten EEN SCHOONE UIT INDO-CHINA. Ze draagt een coiffure, welke met stroomlijnpermanent schijnt te willen wed ijveren. om haar binnen te gaan. Eeuwen en eeuwen achtereen hebben zoo karavanen voor „De stad van de 1001 nacht" ge-, rust; eeuwenlang is liet slechts de ge duldige taaie kameel geweest, die de mensch door de woestijn heeft kunnen dragen. Nu rust, weinige mijlen van hun pleisterplaats, aan de rand van een groote zandvlakte, in een moderne plaat ijzeren hangar, een nieuw, geduldig en volhardend ros, dat de mensch veertig- voudige snelheid en draagvermogen biedt; het gevleugelde ros; het schip der lucht, dat het schip der woestijn komt verdrin gen. Op liet vliegveld, wachten ons, ge hurkt bij de hangar, Arabieren, om onze groote Fokker naar buiten te rollen. Vreemde Arabische kreten klinken door de nacht, als zwaar, langzaam en log, het zeven ton zware gevaarte over de drempel naar buiten moet kómen. „Aia wa, Aia wa, Aia waOp de schor gezongen cadans van een ruwe stem duwen Hol landsche, Engelsche en Arabische handen de vogel met vereende krachten naar buiten: het rhythme van de arbeid is in ternationaal. OOSTERSCHE STAD. De hoofdstad Sana, van Jemen, voor eenige maanden het tooneel van hevige strijd. De bagage wordt de cabine ingetild en vastgesjord. De eerste vlieger gaat nauwkeurig na, of alle lampen branden willen, hoeveel liter benzine elke tank bevat, of de nieuwe retourkaarten gereed liggen, de papieren aan boord zijn en tevens neemt hij de laatst aangekomen post in ontvangst. Alles klaar? Dan be ginnen mecanicien en marconist tezamen een voor een de drie schroeven een aan tal malen rond te draaien, teneinde zoo veel gas in de cylinders der motors te zuigen, dat tenslotte een daarin ontsto ken vonk met plotseling zwaar door de nacht opdaverend geweld de krachtmon- sters kan doen aanslaan. Even mogen de motoren alle drie gelijk tijdig warm draaien; de drie toerentellers staan op 800 als de machine, als geladen met nog ingehouden kracht, zacht staat te trillen, met haar kop reeds in de wind1 gedraaid. Dan wordt de rem op de wie len stevig aangezet, want nu moeten ze voor we starten, even toonen wat ze kunnen en of ze bereid zijn ons zonder tegenspartelen op volle kracht omhoog te trekken. Eén voor één krijgen de mo toren vol gas. De toerentellers springen op hun beurt op tot 1800 en 1900, de ma chine schudt en beeft en achter de staart stuift een zwarè zandwolk, hoog opwar- relend en kolkend, op in de duisternis. Zij zijn perfect in orde. We nemen af scheid van onze helpers, trekken de deur achter ons dicht en nemen onze plaat sen in; de twee vliegers voorop, de mar conist in de cabine bij het radiotoestel. Opnieuw, maar nu tegelijk krijgen de motoren alle gas, dat ze maar verwerken willen en bulderend loopt het postvlieg tuig in het licht van een achter haar opgestelde schijnwerper de woestjjn in: tien, dertjg, zestig.... negentig K.M. Nu trekt de vlieger zachtkens het hoogtestuur naar zich toe en gehoorzaam rijst de groote vogel omhoog van haar schaduw, omhoog uit het licht en naar de ontel bare sterren, die in de nog van het zon licht verlaten hemel fonkelen en glan zen. Er is weer een dagreis begonnen. (Wordt vervolgd.) Ontleend aan „De Wereld van Boven", door de K.L.M.-piloot Viruly. Uitg. Douwe Egberts N.V. BBI46-C Nederlandsen Ongeëvenaard bij gevalle kou Product oriepi rheumahsche pijnen, Zenuwpijnen, Hoofdpijn, enz. Per 12 sl. 52 cl. Zakdoosje 20 cl. Volgens recept van Apotheker Dumont Datum: Op: Onder Op: Onder Z. 18 Nov. 2,18 4,08 7.23 4,04 M 19 2,37 5,30 7,24 4,03 D. 20 3,02 6,52 7,25 4,02 W 21 3.35 8,10 7,27 4.01 D. 22 4,20 9,18 7,28 4,00 V. 23 5.16 10 14 7,30 3,59 Z 24 6,21 10,56 7,32 3,58 Woensdag 21 Nov. Volle maan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1934 | | pagina 5