ZAAIGRANEN. Adverteeren in de TEXELSCHE COURANT brengt u menige nieuwe klant. ROOKTABAK BLAUWWAPEN C 30 ct. per half pond. Texels Centraal Boekhoud- en Belastingconsulentsbureau Vraagt uw winkelier JPja "V er Leden.. Texel in de Napoleontische Tijd. prima groene erwten (kortstroo), binderhaver zegehaver, spratt archer gerst, 2 rijige mansholt gerst en goudgerst. N.V. Handelmij DROS Co. S. DE WAARD, Belastingconsulent. S. TROMP Azn. HARLINGEN FEUILLETON Dagelijks verkrijgbaar Doet uw voordeel en koopt te TEXEL Emmalaan 8, den Burg. Tel 101. Belast zich met Uw Boekhouding. Controle, Balans, Bezwaar-, Beroepschrift enz Adviezen Deskundig Billijk. Vraagt vrijblijvend gratis advies. Lid van der. Bond van Belastingconsulenten Wat het bezoek van de Keizer aan Texel kostte. OFQEZUCHT 180 VOOR DE JEUGD. KAPITEIN KLAKKEBOS OP DE LEEUWENJACHT, Door O. TH. ROTMAN. 99. Op zekere middag besloot kapi tein Klakkebos, 'n tukje te gaan doen, dat had hij na al de vermoeienissen wel verdiend. Hij vleide zich aan dek in 'n schommelstoel neer, na eerst zorgvuldig z'n jasje Over de leuning te hebben ge hangen, en snorkte weldra als een os, blazend en puffend als 'n locomotief. Een klein kind, met een „opblazer", stond er vol belangstelling naar te kijken. 100. Daar kwamen Kees en Koos. „Wil je eens wat moois zien zei Kees. Hij nain de opblazer en stak 'm voorzichtig tusschen de lippen van de kapitein, 't Ging prachtig! Bij elke uitademing van de kapitein werd het ballonnetje tot 'n reuzenkomkommer opgeblazen, om daarna telkens weer sissend en piepend leeg te loopen. Maar het was zoo blijkbaar nog niet mooi genoeg. Het is wellicht niet algemeen bekend, dat Keizer Napoleon Bonaparte bij zijn bezoek aan Nederland ook op Texel voet aan wal heeft gezet. Van uw geschiedenislessen op de lagere school herinnert u zich nog wel, dat Keizer Napoleon het „Continentale stel sel" uitvaardigde, een stelsel, dat ten doei had Engeland van de rest van de wereld at te sluiten, teneinde het op de duur tot overgave te dwingen en in elk geval ten doel hebbende Engeland zooveel mo gelijk last en schade te veroorzaken. (Uitgevaardigd bij Decreet van Berlijn 21 Nov. 1806). Hij kwam door dit be sluit in groote oneenigheid met zijn broer Lodewijk, de koning van Holland, 'lie zich 1 Juli 1810 zelfs genoodzaakt zag atstand te doen van de troon. Tien dagen later had Holland opgehouden zelfstandig te zijn. Het werd ingelijfd bij het groote Keizerrijk en in verband hiermee was het, dat Napoleon in 1811 een bezoek aan ons land bracht. Op 23 September kwam de keizer te Breskens aan, na te voren een inspectie reis te hebben gemaakt naar Boulogne- sur-Mer, Calais en Ostende, waar hij constateerde, dat de artillerie erbarmelijk slecht was en de kanonniers der marine niet geoetend waren. Uit Oostende bereikte Napoleon te paard het Zwin. Te Breskens liet hij zich met een visschersboot overzetten. De schipper vroeg drie schellingen. (90 ct., ongeveer 2 francs) de man; dat reisje zou dus op 10 frs. komen, want het gevolg van de keizer bestond uit vier personen. Napoleon had echter een royale bui; hij liet de schipper 100 Napoleons oftewel 2000 frs. uitbetalen en zeide hein boven dien een jaargeld toe van 300 frs. De forten Napoleon en Centrum bij Cadzand werden geïnspecteerd en ver volgens ging de keizer scheep op de Charlemagne om alle 24 linieschepen te bezoeken en voor zich te laten manoeu vreeren. Op 27 Sept. bezocht de Keizer Vlissin- gen en inspecteerde hij te paard de ves tingen en uitkijkposten (bij het licht van takkels nam hij 's avonds nog het tort Bath op). Op 30 Sept, een uur na mid dernacht, kwam hij in Antwerpen aan en op 10 Oct. deed de Keizer zijn intree te Amsterdam, waar de straten met drie kleurige draperieën en de vensters met bloemguirlandes versierd waren. Een grootsche ontvangst werd het Keizerlijk paar bereid; we schrijven het „paar", want van Antwerpen uit reisde de Keizer samen met zijn echtgenoote, Marie Lou ise. Op zijn inspectiereizen naar het Noor den bezocht Napoleon behalve Den Hel der ook Texel. We lezien dit in een brief, welke hij dato 16 Oct. 1811 schreef aan Marie Louise, die hij te Amsterdam achtergelaten had. De Keizier gebruikte die dag het noenmaal aan boord van het schip van vice-admiraal Dewinter, die over het eskader van Texel het bevel voerde. Dat bezoek van de Keizer aan Texel is onze gemeente duur komen te staan, d. 43 Langzaam liep Freda naar het stille huis terug. Ze huiverde even, ging naar de haard, rakelde het vuur op en zette zich er voor. Een zware druk viel op haar.. Uit de brandende kolen lekte een dunne, blauwe vlam omhoog, die kwaad aardig wenkte en wenkte Toen het dienstmeisje binnenkawm lag tred a op het haardkleed geknield en dacht en dacht.... HOOFDSTUK XXV. Nog nooit had Freda het in huis zoo stn gevonden als die avond. Ze had haast het gevoel, alsot er een doode in huis was; het was alsot ze bang was voor haar eigen voetstappen. Er was iets gebeurd. iets, ze kon niet zeggen wat. Het was vormloos en dreigend onheilspellend en het ver stoorde Dorian's evenwicht. Het was on- gelootelijk, bespottelijk om te bedenken, dat het wat te maken had met een paar kn-oopen en een oud jasje. En toch Uit alle macht verzette zij zich tegen deze overdenkingen. Ze ging naar de sa lon, nam voor de vleugel plaats en speelde luid, als om haar angstig gepeins in een stroom van klanken te verdrinken. Ze speelde nog, toen David Fairlie aan gediend werd. Ze voelde zijn komst als een verlossing en begroette hem met zichtbare blijdschap. Hij was niet alleen iemand, met wie ze kon praten, en die haar verwarde, duistere gedachten zou afleiden, maar iemand met wie ze over Dorian kon praten. Zijn eerste woorden golden al de afwezige heer des huizes. Is meneer Faversham er niet? be gon hij. Neen. Hij moest onverwacht naar Londen. Ik hoorde, dat hij met de trein was weggegaan, maar ik heb het toch maar eens geprobeerd. Ik dacht, dat hij er mis schien al weer zou zijn. Ik moest hem spreken. Fairlie was kennelijk niet op zijn ge mak. Kan het niet met mij vroeg Freda glimlachend. Het betrof een afsluithek. Er is geen haast bij. Dan ga ik maar weer. Het spijt me, dat ik u gestoord heb. Wat 'n onzin. Ga zitten ik vind het prettig om gezelschap te hebben. Je kunt met mij praten, en rook maar gerust. Ik vind het gezellig als een man rookt. Door haar hartelijkheid dwong ze hem letterlijk te gehoorzamen; ze sprak vroo- 1-ijk en opgewekt, zoodat zijn verlegenheid langzamerhand week. Ze lachte om zijn verontschuldiging, dat hij in 'n tweedpak was en een pijp rookte, en wist hem er toe te brengen, van zichzelf te vertellen Ze zaten voor het open haardvuur en David kreeg een glimp van het leven, waar Dorian Faversham zich met alle vezels van zijn wezen aan vastklemde. Freda's sympathie en begrijpen, haar ruim inzicht, haar lieve vrouwelijkheid - dit alles greep hem in het hart en nog heftiger dan anders voelde hij de pijn om wat hij verloren had. En opeens be merkte hij, dat hij, geheel onbewust, Freda tot vertrouwen van zijn geheim had gemaakt. Tactvol haalde ze hem uit zijn schuilhoek en bracht hem er toe over Joan te praten. Je hoeft het me niet te vertellen, omdat ik het allemaal al weet, zei ze vriendelijk. En het spijt me zoo, ik houd van jullie beiden. Waarom sluiten jullie lieve, domme menschen geen vrede? Laten we er niet over praten, bromde David. Maar waarom niet? Waarom zouden we het niet over dingen hebben, die zoo belangrijk zijn? Waarom ga je niet naar haar toe om te zeggen Dat heb ik gedaan. Ze geeft niet om me. Onzin. Natuurlijk geeft ze om je Weet je, David, vrouwen zijn de onmo- w.z. in de letterlijke zin. We kunnen dit opmaken uit het „Boek van Ontvang en Uitgaaf betrekkelijk de Administratie van de Gemeente Texel" over 1811—1S12, dat door mevr. de Wed. WagemakerKeijser aan het Texelsch Museum ten geschenke is aangeboden en dat onder dankzegging werd aanvaard. We nemen uit dit boek, dat groote do cumentaire waarde heeft en waaruit het ons vergund is onze lezers mededeelin- gen te doen, het volgende over in de sjjelling van die tijd. U zult hieruit op merken, dat de Keizer vermoedelijk meer dan eens op Texel is geweest: In totaal beliepen de kosten over het tijdvak 17 Oct. 1811 t.m. 21 Maart 1812 11635, 14 stuivers en zes halve duiten. De namen van de munten, guldens, stui vers, halve duiten staan er niet bij ver meld, maar we meenen het juist te heb ben. Zoo met, tikt ons gerust op de vin gers. De bedragen staan in drie kolommen vermeld. Bij optelling bleek ons, dat 16 munten uit de derde kolom gelijk stonden met één munt uit de middelste kolom en 20 uit de middelste gelijk met één munt uit de eerste. Zoo kwamen we tot de ver onderstelling dat hier bedoeld moeten zijn resp. halve duiten (5/16 ct.), stuivers en guldens. Ter toelichting diene, dat 'n stuiver tot in het begin der vorige eeuw voor acht duiten gold. Bovendien weten we, dat men een halve stuiver (een lap of plak) vroeger, en nog wel, een vierduit- stuk noemde. Hier volgen de posten van deze reke ning van „GEMAAKTE ONKOSTEN TOT RECEPTIE VAN ZIJN MAJESTEIT DEN KEIZER EN KONING". 1811 17 Oct. Aan Wm. Slijboom voor vertering van de wagtende voerlieden aan den Hoorn f 8.05.00 (Lees: t8 vijf stuivers. Red. 20 Oct. Aan den Heer Maire voor voor de gedane voorschot ten bij de komst van Zijn Majesteit 27.02.08 (Lees: t27, 2 stuivers, 8 halve duiten. - Red.) Aan denzelve voor reiskos ten met een Commissie uit de Municipale raad na Zijn Majesteit op den Helder 20.11.08 26 Oct. Aan de Comm. van In- quartiering aan 't Oude- schil voor gedane uitschot ten en leverantie bij de komst van Zijn Majesteit aan 't Oudeschil- 38.00.08 Aan Nanning Koonn voor schipvragt en leverantie 25.09.08 Aan C. B. Gorter voor ge leverd vleesch 4.03.00 (Wordt vervolgd.) Maire burgemeester. Municipale raad gemeenteraad. We geven u in overweging dit airtike en volgende uit te knippen. Ze gijn in historisch opzicht zeer merkwaardig. gelijkste schepselen ter wereld. Ze zullen bijvoorbeeld nooit erkennen, dat ze een vergissing begaan hebben. En je moet 'n vrouw niet iets vragen. Je moet aandrin gen, eischen -desnoods, begrijp je? En Freda lachte. Je moet naar Joan gaan en haar gewoonweg dwingen, dat ze Neen. Als ze naar mij verlangt, kan ze me dat zeggen. Ho, ho. Ik zou haast gaan gelooven, dat jullie, mannen, nog onmogelijker zijn dan vrouwen. Ik ben overtuigd, dat'er een wereld van geluk op je ligt 'te wach ten, maar je moet niet koppig zijn. Die wereld van geluk schijnt me anders nogal ver weg, mevrouw Favers ham. Joan is tegen me opgezet. U weet niet, hoe de menschen hier over me praten. Zeker weet ik dat. En bet verbaast me, dat het een flinke kerel als jou iets schelen kan, wat ze van je denken, als je goede vrienden je maar waardeerén, komt het er toch verder niets op aan. In zeker- opzicht gaan we er niet op vooruit, als je getrouwd bent. Mijn man en ik zullen je dan met iemand anders moeten deelen Maar dat gevoel mogen we niet laten meespreken; ik weet, dat Joan een geluk kig mensch van je zal maken. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1935 | | pagina 4