BLACK BO:
N. S. B.
Lijst no. 7
VLEKKE
No. 4933 48"'Jaargang Zaterdag 6 April 1935
Voor de Zondag.
EERSTE BLAD.
Ontmoetingen.
Huiselijkheid.
N»2
PRUIMTABAK
De Bebossching der
Noordzee-Eilanden.
Stemt op de
Lijstaanvoerderde heer
Van Texel naar Chicago.
uw advertentie m cm outa wurm
op Texel huis aan hui» gelezen.
De wereld is groot en klein tegelijk.
We komen ieaare dag menschen tegen
die bij alle verschillen toch ontzettend
veel met elkaar gemeen hebben.
Wat lijken de menschen op elkaar: de
zelfde domheden, dezelfde dagpraat, de
zelfde achterklap en dezelfde geniepighe
den.
Of we in Turkije zitten dan wel in Ne
derland.
Maar dan opeens komen we een
mensch tegen, die eerst misschien niet
eens zoo opvalt (gelijk de gemaakte, de
quasi-uitzonderlijke wél doet), maar een
mensch, die ons bij kennismaking -een
nieuwe kijk op het Leven .geeft, een nieu
we zin ervan doet verstaan, een accoord
aanslaat van het levensspeeltuig, nog nim
mer door ons gehoord.
En ineens breekt als het ware de zon
door op een regendag. We zien in een
nieuwe wereld, we ontdekken mooie din
gen in een samenleving vol leelijkheid; we
ontdekken bovenal plotseling in onszelf
het betere, dat naar boven komt.
Blonde droom en werkelijkheid tege
lijk.
Er zijn schoone oogenblikken in liet
leven, b.v. wanneer men een innerlijk
goed mensch ontmoet.
ZONDAG 5 APRIL 1935.
Een vrouwtje vertelt haar huwelijks
leed.
Het ontbreekt mijn man vooral aan
huiselijkheid, zegt ze. Hij kan geen avond
thuis wezen. Hij heeft geen zit in 't
De kinderen kennen hem bij wijze van
spreken niet. En daar komt nog bij, dat
al dat straatslenteren meestal eindigt in
de kroeg.
Hij heeft nooit huiselijkheid geleerd,
meneer. Zijn ouders werden ontzet uit
de ouderlijke macht en toen is hij ge
stuurd van gesticht tot gesticht. Overal
een massa kinderen, overal groote za
len met centrale verwarming en ik weet
niet wat gerief. Het was er goed van
eten en drinken. Het was er zindelijk en
netjes, maar niet, ziet u, wat je huiselijk
noemt.
Geen gezellige kamer met een lekker
warm kacheltje. Geen moeder, die on
der de lamp zit kousen te stoppen, geen
vader, die met de pijp in de mond iets
vertelt van wat er in de krant staat.
Geen potje dammen of een ander spel
letje.
Ik moet eerlijk zeggen: het is een
verschrikkelijke man en ik houd het op
de duur met hem ook niet uit, maar hij
heeft ook nimmer anders geleerd.
Ontleend aan „Miniaturen"
uitgegeven door het Ned. Ver
bond van Vereen. Pro Juventute.
Redacteur: Mr. G.T.J, de Jong,
oud-kinderrechter te Amsterdam.
VOOR HOOFD EN HART.
ZONDAG.
De ongelukkigste menschen zijn dege
nen, die altijd en in alles alken aan
zichzelf denken.
MAANDAG.
Sommige vrienden zijn als de scha
duw: zij vergezellen ons, zoolang de zon
schijnt.
"DINSDAG.
Wie zijn vrijheid liefheeft make zich
niet tot slaaf van zijn gewoonten.
WOENSDAG.
Grootsche naturen zijn in alles groot,
ook in toegevendheid jegens de zwakhe
den van anderen.
DONDERDAG.
Kleine fouten met de daarop volgen
de verzoening schenken het leven meer
kleur dan het hebben zou, wanneer die
fouten niet gemaakt werden.
VRIJDAG.
Dankbaarheid van anderen is nog al
tijd minder waard dan de voldoening
van onszelf.
ZATERDAG
Raak desnoods op kwade voet met
de wereld, maar nimmer met uw geweten.
e
0 Schenk nooit uit een waterketel 0
0 e.d. zonder eerst de stroom uit 0
0 te schakelen. 0
Piet Pruim
Peinst:
GESAUSDE ZWARE
EIERENZOEKEN.
De Burgemeester der gemeente Texel
brengt ter openbare kennis, dat de Minis
ter van Economische Zaken heeft be
paald, dat in het geheele Rijk:
a. het zoeken, rapen en buiten de open
bare wegen en voetpaden vervoeren van
eieren van kemphanen, wulpen, scholek
sters, grutto's, tureluurs, meerkoeten en
waterhoentjes is toegestaan tot en met
28 April 1935;
b. het ten verkoop in voorraad hebben
te koop aanbieden, verkoopen, afleveren
en langs openbare wegen en voetpaden
vervoeren van eieren van het onder a.
genoemde waterwild is toegestaan tot en
met 30 April 1935;
c. het zoeken, rapen, ten verkoop in
voorraad hebben, te koop aanbieden, ver
koopen, afleveren of vervoeren van eieren
van zwanen, ganzen, eenden (alle soor
ten), duikers, watersnippen en jgoud-
plevieren NIET is toegestaan;
Voorts wordt er de aandacht op geves
tigd:
a. dat ingevolge art. 4 der Jachtwet
liet zoeken of rapen van eieren van bo
vengenoemde vogelsoorten op gronden
van derden slechts geoorloofd is in ge
zelschap van den eidenaar of rechtheb
bende ot met diens schriftelijke vergun
ning:
b. dat het rapen van eieren van kieviten
ingevolge het bepaalde in art. 4 der Vor
gehvet is toegestaan, jaarlijks van 1 Fe
bruari tot en met 28 April, doch volgens
art. 30 dezer wet op gronden van derden
slechts in gezelschap van den eigenaar
of rechthebbende of met diens schrifte
lijke toestemming;
c. dat het ten verkoop voorhanden heb
ben, te koop aanbieden, verkoopen, afle
veren en binnen de bebouwde kommen der
gemeente en langs de openbare wegen en
voetpaden vervoeren van kievitseieren ge
oorloofd is tot en met 30 April, of, in
dien deze dag op een Zondag valt, tot
en met 1 Mei;
d. dat krachtens art. 3 der Vogehvet
het rapen, uithalen, ten verkoop voor
handen 'hebben, ten verkoop aanbieden,
verkoopen, afleveren of vervoeren van
eieren van andere, in Europa in het wild
levende soorten van vogels verboden is,
uitgezonderd de eieren van de schollevaar,
blauwe reiger, sperwer, woudduif, kraai,
ekster, vlaamsche gaai, huismusch en
ringmusch, welke eieren te allen tijde
geraapt mogen worden.
Texel, 29 Maart 1935.
De Burgemeester voornoemd.
W. B OORT.
KIEZERSLIJST.
Burgemeester en Wethouders van Texel
maken bekend, dat de op 22 Februari
j.l. vastgestelde kiezerslijst, zooals deze
thans luidt, tot 1 April van het volgende
jaar van kracht blijft, behoudens de wij
zigingen der daarin ten gevolge van
rechterlijke uitspraken, welke wijziging
der lijst bevelen, te brengen.
De kiezerslijst blijft voor een ieder
op de secretarie der gemeente ter inzage
nedergelegd en in afschrift tegen betaling
verkrijgbaar.
Texel, 4 April 1935.
Burgem. en Weth. voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
JONKER. W. B. OORT.
1110 Hij heeft in zijn heele leven
1110 maar fén goed denkbeeld gehad
1110 maar hij is er ook schatrijk mee
|j|0 geworden.
1110 Drommels, wat was dat voor
jjl9 een denkbeeld
1110 Hij trouwde de eenige dochter
1110 van die rijke Meijer.
door P. BOODT,
Houtvester in de Houtvesterij
De Eilanden.
TERSCHELLING.
(Vervolg).
Behalve het bosch werd door Staats-
boschbeheer een oppervlakte van ongeveer
300 ha bouw-en grasland aangelegd of
verbeterd, terwijl de bemoeiingen van de
ze dienst zich ook uitstrekken over de
voor Terschelling zoo typische „bessen-
plakken".
Evenals op Texel en Vlieland worden
ook op Terschelling verschil lende ter
reinen ongerept gelaten en als natuur
monumenten beheerd. Op Terschelling
komen deze vier staaisnatuurmonumenten
voor:
De Noondsvaarder in het W„ onge
veer 500 ha; de Landrummerheide ten N.
van Landerum, ongeveer 14 ha; de Koe-
gelwieck in het midden van het eiland
ongeveer 190 ha en de zich aan de O.zij
van het eiland bevindende Boschplaat, die
2800 ha groot is. Deze natuurmonumenten
omvatten in totaal ongeveer een derde
der staatsgronden.
De eerstgenoemde drie natuurmonu
menten zijn uit een geologisch en bota
nisch oogpunt van belang, terwijl zich
op de Boschplaat een der grootste broed-
kolonies var. zilvermeeuwen bevindt. Vol
gens nauwkeurige telling weirden er in
het broedseizoen 1932 rond 2700 nesten
gevonden, zoodat het aantal zilvermeeu
wen op de Boschplaat gerust op om
streeks 10.000 stuks kan werden ge
raamd. Voorts broedt er de mantelmeeuw
(Larus fuscus) en de starmmeeuw (La-
rug canus).
AMELAND.
Ameland is ongeveer 6000 ha groot en
behoort tot de provincie Friesland.
In vroeger eeuwen was het eiland in
zijn binnenlandsch bestuur geheel onaf
hankelijk, daar het gezag uitgeoefend
werd door de Heeren van Ameland, waar
van het tot de Friesche adel behoorende
geslacht der Camminga's wel de meeste
invloed gehad heeft. De stamvader van
dit geslacht, Ritske Jelmera, stichtte in
de eerste helft der 15e eeuw op het
midden van het eiland een slot, Jelmera
State, dat door uitgestrekte bosschen was
omgeven. In 1680 stierf het geslacht der
Camminga's uit en ging Ameland over -
aan de familie Thoe Schwarzenberg en
Hohenlandsberg, welke familie in 1704
het eiland verkocht aan de Erfstadhou
der van Friesland, Johan Willem Friso,
Prins van OTanje en Nassau.
Na de verdrijving der Franschen wer
den de goederen van de stadhouder Prins
Willem V, tot welke goederen ook Ame
land behoorde, verbeurd verklaard, waar
na het eiland een Friesche gemeente werd
(Wordt vervolgd.)
I1IIII0 En ben je er zieker van, dat
1111110 je man niet zal vergeten de bloe-
j|!lj|0 men te begieten, terwijl je weg-
I1IIII0 bent
Illlll® O ja, hij weet wat dorst is.
IETS NIEUWS.
Een Fransche werklooze is op het idee
gekomen om met honden uitlaten wat te
verdienen. Voor 2 francs maakt lvij met
de lievelingen der hondenbezitters een
wandeling.
(Slot).
Mijn vorige brief eindigde ik kort nadat
ik op de trein naar New-York was ge
stapt Ongeveer een etmaal zou de reis
wel duren. Toen ik de volgende morgen
ontwaakte, was ik Pittsburg reeds gena
derd. Nadat ik ontbeten had, begaf ik mij
naar de rooksalon, van waaruit ik eein
prachtig uitzicht genoot over het steeds
wisselende landschap. Het was om
streeks zeven uur des avonds, dat we
New-York binnenstoomdem. Mrs. Griek
haalde mij per auto af en nu wachtte mij
nog een reis van 100 K.M., want het doel
was nu Long Island. Eerlijk gezegd was
ik blij, toen de reis er op zat, want van
't avonds acht uur tot volgende avond
zeven uur in een trein zitten is geen
„lolletje".
Maandag 31 December.
De laatste dag van net jaar met aan
het slot een gezellige fuif met veel jon
gelui, onder wie ik mij al gauw op mijn
gemak gevoelde. De volgende dag ver
scheidene visites afgelegd om „happy
New Year" te wenschen, ook bij Holland-
sche families.
Vrijdag 4 Januari.
Eindelijk eens echt van schaatsenrijden
genoten. Het had hier ongeveer een week
gevroren, zoodat het ijs best te vertrou
wen was.
Bij een bezoek aan New-York in gezel
schap van Mrs. Griek, beklom ik de
hoogste wolkenkrabber ter wereld, een
gebouw van 104 verdiepingen, met el
kaar 350 M. hoog, dat is tienmaal zoo
hoog als de Eierlandsche vuurtoren. Een
panorama, zooals zich voor mij ontrolde,
toen ik van boven af eens rond mjj keek,
zag ik nog nimmer en is onvergetelijk.
De groote zeestoomers leken wel note-
dopjes en imposant was vooral de indruk
welke de havens van deze wereldstad
op mij maakjen.
Zaterdag 5 Januari.
De dag van mijn vertrek uit Amerika.
Om acht verlieten we met de auto Long
Island en om half tien waren we in
New-Yc.rk. Na nog enkele gebouwen be
wonderd te hebben, begaven we ons naar
de boot, waarmee ik na hartelijk af
scheid genomen te hebben van Mrs. Griek,
aan wie ik ook zeer veel verplicht ben
korte tijd later de haven verliet. Jammer,
dat ook nu het mistige weer het Vrij
heidsbeeld, dat aan de haven-ingang staat
geheel aan mijn oog onttrok. Ik had
het graag eens gezien, want het moet
een indrukwekkend bouwwerk zijn. Wel
dra was van de Amerikaansche kust
niets meer te zien. Acht dagen duurde het,
eer we weder land te zien kregen. Toch
hebben we ons aan boord best vermaakt,
vooral de eerste dagen, toen we TieerTijk
warm weertje hadden en een kalme zee.
Op 10 Jan. was het nogal stormachtig.
De boot schommelde geducht, zoodat bij
het eten de bordjes over de tafel heen en
weer schoven. Gelukkig dat ik van zee
ziekte nimmer last heb. Toen we de En-
gelsche kust naderden, knapte het weer
op. De Engelsche Scilly-eilanden waren
het eerste land, dat we van Europa te
zien kregen. Dat was op 13 Jan. 'sAvonds
bereikten we die dag Plymouth, waar
passagiers aan land gingen en vrachtgoed
gelost werd. Daarna werd naar Rotter
dam koers gezet. De volgende dag pas
seerden we een groot aantal visschers-i
schuiten en kwamen we om negen uur n.m.
TEXELSCHE COURANT
ALLES WETEN IS...
♦0«e*3*0«0
Wordt vervolqd
Een deel der menschheid kauwt op
kauwgom,
Eén deel snoept uit een snoepgoedzak,
Een ander deel bijt op een houtje,
Geef mij maar BLACK-BOY
PRUIM-TABAK.