"EErenbaa/ No. 4953 48s" Jaargang Zaterdag 15 Juni 1935 "fEMEIJERs STER $7% Voor de Zondag. 25c EERSTE BLAD. Schuld bekennen. Het mooie land Zoo bij de hand. Texelsche Berichten Uw advertentie m dit blad wm op Texel huis aan huis getem. Schuld bekennen, wat is het moeilijk. Welk een hooge eisch stelt het aan onze zelfkennis, hoe zwaar valt het dan nog aan onze ijdelheid. Wij zijn zoo van nature geneigd om het ons gemakkelijk te maken door te zwijgen en een ander voor de schuldige te laten doorgaan, terwijl wij onze handen wasschen in on schuld. We hebben dan wel geen vrede, want we handelen tegen ons beter en hooger bewustzijn in, maar 't valt soms gemakkelijker het stille zelfverwijt te dragen dan ons te vernederen. Ver nederen Alsof daarvan sprake was. Valsche schaamte is het en niets an ders. In werkelijkheid zijn we nooit zoo groot, zoo edel als juist dan als we schuld bekennen. Want nooit zijn we zoo waar. Op waarheid komt het aan, niét op sussen of toegeven, waarheid dwingt altijd eerbied af, zelfs van de meest besliste tegenstander. Een zuiver geweten te hebben, wie zou dit niet begeeren. Maar dat kun nen we ons slechts verbeelden te hebben in onze kinderjaren, in die jaren, die aan de strijd des levens voorafgaan. Het is niet denkbaar, dat hij, die in de volle beteekenis van het woord „mensch" is en zich te midden van de strijd be vindt, zich voortdurend rein zou weten te houden. Hij zou daartoe óf wel boven: de werkelijkheid moeten zweven óf wel zich geheel aan alles moeten onttrekken. En kan dat het doel van leven zijn? Ik geloof het niet. Neen, de aarde is een strijdplaats, waarin we ons moeten begeven met onze beste krachten, ge wapend met al wat we in het veld heb-) ben te brengen. Wij moeten de strijd medemaken en elkander als broeders ter, zijde staan. En als we |dat doen, als we ons zelf en onze krachten niet sparen, dan kan het niet anders of we moeten van tijd tot tijd een wond oploopen, we moeten een dwaalweg inslaan, van ver keerde wapenen gebruik maken, te kort komen aan inzicht of ons doel voorbij streven. Dat is het echter juist wat 'in. ons moet wekken het heilige schuld gevoel, dat ons drukt en beklemt en dat we slechts van ons af kunnen werpen door een eerlijke schuldbekentenis tegen over onze medemenschen, maar in de eerste plaats tegenover ons hooger zelf. Wie dat schuldgevoel niet heeft ge kend, hij heeft niet de diepte van het leven gepeild, hij heeft niet begrepen de eisch, die gesteld wordt aan elk menschenkind, noch het doel van zijn verblijf hier op aarde. Maar we moeten het niet laten be klijven, noch het toestaan zich als eem element te vermengen met ons wezen. We moeten het kunnen beschouwen als een ziektetoestand der ziel, waarbij ze zich onbehaaglijk voelt, en waarvan we haar moeten bevrijden. Steeds moeten we de herinnering vasthouden aan de reine sfeer, die we door onze schuLd hebben bezoedeld, en die we verlangen te mogen wedervinden. Zoo alleen kan het ons ten zegen zijn. ZONDAG, 16 Juni 1935. VOOR HOOFD EN HART. ZONDAG. Wij schelden op onze benijders, en toch hoe dankbaar zijn wij hun. MAANDAG. Voor het zelfzuchtige hart bloeit geen roos zonder doornen; voor hem, die lief heeft en gelooft, groeit er geen doorn zonder roos. DINSDAG. Altijd, altijd voort te varen, 't Donker turend in te staren Dat de toekomst overspant, 't Is de zucht, de lust van 't leven, 't Is de mensch als ingeweven, 't Predikt ons de onsterfelijkheid. WOENSDAG. Ledigheid en verveling maken de mensch vermoeider en nerveuzer dan. harde arbeid. DONDERDAG. Wat gij zijt, dat zijt gij. De meening der menschen kan u niet grooter maken dan gij zijt. VRIJDAG. Toewijding heeft pas waarde, wanneer zij in het geheim geschiedt en geen toe schouwers heeft om haar 'te huldigen. ZATERDAG. Als iemand 'toch niet overtuigd wil worden, doet een redetwist meer kwaad dan goed. „VAN ONBEKEND OORD TOT BEROEMD VOGEL-EILAND". III. (Slot.) Intusschen zijn die eenden van baron Goffinet (als hij ze tenminste raakte!) een overgang geworden tot de heel an dere tijden van thans. Men raadt het reeds. Eenden zijn vogels. En „de vo geltjes", ja, die zijn het welke in latere jaren mijn geboortegrond tot het be roemde vogel-eiland 1 rebben gemaakt. Verneem dan, dat mijn vader op Texel dominee en tegelijk schoolopziener was, en een man, die in allerlei wetenschap-. peLijke dingen belang stelde. Hij deed zelfs aan geologie, had het geheele ei land 'in zijn gansche omtrek rondge- kuierd. Ook Vlieland, waarover zijn com petentie als schoolopziener zich eveneens uitstrekte. Hij wist van „diluvium" en „alluvium", van klei en zand en veen en slikken en gorzen, en kon ons uitleggen, dat op die verschillende grondsoorten al- zoo verschillende soorten van flora kon den groeien, gelijk nergens anders in zulk een beperkt bestek. Hij vertelde ons van „Scandinavisch" diluvium uit de tijd, dat de zee nog hooger stond en hoe de uit Noorwegen afgezakte gletschers hier de groote steenklompen hadden gebracht, die in de „Hoogenberg", een der hoogste Texelsche heuvelen, tot op 10 of 15 meter boven volzee werden gevonden. Ja, o top punt, had hij niet eens met de bekende schrijver van „Nederland als polderland" een onderzoekingstocht gemaakt in de holle wegen van dat diluvium, en Tiadden ze daar zélfs niet steenen met „gletscher- krassen" gevonden?Mijn vader was daar danig trotsch op, sprak over Zijn eiland alsof het van hemzelf was, en kon op een eigenaardig-trotsche trant ver klaren, dat dit terrein „geaccidenteerd" was ,welk fraaie woord we wel niet ge heel begrepen, maar waarvan we wei voelden, dat 't wou zeggen: dit land is niet vlak maar voortdurend hoog en laag. En nu komt de overgang tot de nieuwe tijd. Niet mijn vader, die reeds voor vijf tig jaren al de merkwaardigheden van Texel, had opgemerkt en volledig in zich had opgenomen en aan ons jongens had oververteldneen, met mijn vader, maar een ander, niet-Texelaar, zou van dit eiland de deugden uitbazuinen en het beroemd maken. Men verneme dan (indien men het nog niet weet), dat de Texelaars lang niet dom zijn. En vooral de raadsleden niet. Als er dan weer een „rneseu", gelijk men het hoofd van de 'Fransche school noem de, na vergelijkend onderzoek benoemd moest worden, dan koaen ze steeds zulk een uitnemend candidaat, dat hij meestal binnen de een of twee jaar door een voornamere plaats werd weggepikt. Twee werden er leeraar aan de Haarlemsche Kweekschool, een werd leeraar aan het Helderscbe Instituut voor adelborsten. Zoo kon het gebeuren, dat ik vanaf mijn negende tot aan mijn dertiende jaar van drie verschillende meseu's volgens wel drie verschillende methoden Fransch leer de, en dat er toen ik die bergtop van ge-/ leerdheid bestegen had, alweer een vierde rneseu noodig had. En wie was toen de uitverkorene van Texels vroede vaderen? Wel. niemand anders dan mijnheer (toen nog niet doctor) Thijsse, later met Heimans de man van „In sloot en plas", „De levende Natuur", enz., enz. Nu, dat was een heerlijk huwelijk: Thijsse en Texel. Ik weet geen biezonder- heden. Maar het zou mij biets verwonde- deren indien mijn vader de schoolopziener die natuurlijk met het Hoofd der Fran sche school veel te maken had, met deze naast de schoolzaken ook heel wat rede kavelingen over het al- en diluvium, plan ten en vogels heeft gehad. Indien dit zoo mocht geweest zijn, dan zouden we als men Thijsse de vader van Texel's bekend heid mag noemen, mijn vader als de grootvader daarvan mogen betitelen. Thijsse ging geheel in Texel qp. Wat een heerlijke stukjes, die overal in Neder land gelezen werden, schreef hij er over. Van de zeekrab tot de zonnedauwers, van de meeuwen tot de kemphanen, van de Slufters en Eierland tot Waalenburg toe en allengs kwamen er meer en meer land- genooten al die schepselen in hun element hier bespieden. En als ik dan later, volwassen gewor den, met vrouw en kinderen op mijn oude eiland logeerde, dan was dat in een spiksplinternieuw hotel, vol vreemdelin gen, en waarvan de hotelier ook al in vo geleieren en dergelijke dingen deed. daar mede de volledige geestdrift mijns'kroosts opwekkend en hetzelve mdkende tot nieuwe propagandisten van het ontdekte vogel-eiland. PER l/2 POND En kom thans. De vogel- en plantenlief hebbers ontdekten ook de prachtige uit nemen van de duinen af over het eiland dat er met z'n vierkante door tuinwallen omvatte weilanden, als een dambord uit ziet. Ze ontdekten het mooiej reine maag delijke strand. Daar kon geDaad worden. Een groot badhuis verrees. Waar in mijn jeugd onder de duinen liet piepkleine dorpje De Koog met z'n kerkje en vijf of zes huizen stond, daar zijn nu tientallen nieuwe huizen, pen sions, ja toko's, en het strand vol bad koetsen en publiek. En als je aan de haven van Oudeschild komt en de Texelsche boot stoomt bin nen, dan zit die zomers propvol toeris ten, auto's, motor fietsen en gewone iuj- wielen. En dat alles giet zich, ook al met tal van moderne autobussen, over het eiland uit, dat echter gróót genoeg is om allen op te nemen, zonder dat ze el kaar in de weg zitten. Zelfs boeren nemen in deze voor hen zoo onvoordeelige tijd pensiongasten op. En zoo is eigenlijk door de invloed van één man, Thijsse, geholpen door de drift onzer dagen, om intiemer met de natuur kennis te maken, Texel van een onbekend oord tot een beroemde plek ge worden, waairop een mensch, die daar geboren is, met groote eigenwijsheid trotsch is. Ds. H. BAKELS. - i Wi. KONING GUSTAAF V. Koning Gustaaf van Zweden wordt 16 Juni 77 jaar. NA DE KEUKENSCHOONMAAK ELECTRISCH KOKEN S.D.A.P. De Woensdag in hotel Texel door de Fed. Texel der S.D.A.P. belegde propag. vergadering werd door zestig personen, bijgewoond. Na een openingswoord van de heer Ja.c. Bruin, voorz. verkreeg de heer Franke, lid van de gemeenteraad van Am sterdam, het woord. Hij ving aan met er op te wijzen, dat de uitslag van de a.s. gemeenteraadsver kiezing tevens het antwoord zal geven op deze vraag: Hoe denkt ge over het hui dige regeeringsbeleid Wie .dit veroor deelt, stemt niet op een der regeerings- partijen. Partijen, die beweren, dat het in de raad niet om politiek gaat, hande len daarnaar allerminst. Ze probeeren af te breken of opbouw te verhinderen. Dat is politiek van de slechtste soort. Daar entegen is dank zij de s.d.a.p. .de laatste 40 jaar veel goeds tot stand gebracht. De regeeringspolitiek is die van de be zittende klasse. De crisis kan daardoor niet worden bestreden. Spr geeft aan hoe z.i. de crisis ont staan is, tot welke ellende die reeds heeft geleid en hoe allerwege getracht wordt daarin verbetering te brengen. Sinds 1931 lijdt ons land, zegt spr., onder de z.g. aanpassingspolitiek der regeering: steeds maar loonsverlaging met als gevolg ge ringer koopkracht en nog grooter werk loosheid. Reeds telt ons land 400.000 werkloozen en is een kwart van de be volking op ondersteuning aangewezen, terwijl nog een kwart loonen heeft, die maar weinig boven het steunpeil uit gaan. De millioenen aan steunuitkeering hebben nog maar weinig goeds uitge werkt. We moeten andere wegen in. Met aanpassingspolitiek komen we er niet. Die vergroot de werkloosheid. Wij willen niet op onderwijs maar op leger en vloot bezuinigen; willen de successiebelasting terugbrengen op het peil van 1926, ophef fing bankgeheim, heffing in eens van één pet. van vermogens boven f16000. De regeering heeft een plan, volgens hetwelk 170 millioen bezuinigd moet wordeno.m. f 10 millioen op salarissen van rijksambte naren en werklieden; f5millioen verder cp de rijkspensioenen. Grond- en huis eigenaren en hypotheekhouders worden met rust gelaten. Daar stelt de S.D.A.lP. haar politiek tegenover. Ze wijst op de re sultaten, welke de soc. dem. in de Skan- dinavische landen en België heeft be reikt. In Zweden nam het aantal werk loozen van Jan. '33 tot Maart 1935 af van 189000 tot 83000. Van ons 60 millioen- fonds voor 1934 voor uitvoering van werken tot bestrijding der werkloosheid TEXELSCHE COURANT

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1935 | | pagina 1