blijdschap. 4963 Jaargang Zaterdag 1935 Tot weerziens. ÜSi 1 EERSTE BLAD. Voor de Zondag. m Moeilijke Kinderen. De Maraboe van de K.L.M. verbrand. 'HANS Uw advertentie in dit blad wanxS op Texel hui» aan hui» geleast. TEXELSCHE COURANT (Slot.) Blijde Jeugd. En de Ouderdom dan Al het schoone, waarin wij onze blijd schap vinden, is bestemd om te verdwij nen. Elk gezin, met vreugde opgebouwd, valt onder smart uiteen. Al wat geboren wordt, moet sterven; al wat krachtig is, moet verwelken. En bovenal; hoe wordt al dat schoone door het kwaad bedoTven en besmeurd. Het leven geeft ons ten slotte niet, wat het in zoo rijke mate lachend ons belooft. Teleurstellingen wor den ons deel. Smartelijke ervaringen, zoo wel ten opzichte van onszelf als ten op zichte van anderen moeten ons leeren, dat veel van onze toekomstverwachtingen illusie is. Dat maakt droevig. Men spreekt dan bij het ouder worden van „blijde jeugd" en benijdt degenen, die, nog niet ontnuchterd door het leven, met frissche moed de toekomst ingaan. Men verwacht niets meer van het leven, men heeft geen toekomst meer en zoo vliedt de blijd schap. Maar kan „blijdschap" dan alleen maar met „jeugd" verbonden worden Men hoort wel zeer weinig spreken van een blijde ouderdom. De combinatie van blijd schap en ouderdom schijnt niet te pas sen. Maar zou er nu werkelijk geen blijd schap mogelijk zijn, die bij het ouder worden toeneemt? Is het juist niet onze levenstaak die blijdschap aan te kwee- ken, die, naarmate wij dichter het graf naderen, heiliger en dieper wordt. Het leven mag geen desillusie worden en dit wordt het zeker, wanneer we onze blijdschap zoeken binnen de grenzen van ons aardsche bestaan. Het leven moet zoo zijn, dat bij het voortschrijden op de levensweg onze horizon wijder, onze toekomst lichter wordt, zoodat wij bij het ouder worden de moed niet verlie zen maar de kracht vernieuwen en het ons gaat als die oude man, die bij elke verjaardag zeide, dat hij niet een jaar 'ouder maar een jaar jonger was ge worden, een jaar dichter (bij zijn eeuwige jeugd was gekomen.. Dat is de blijd schap van iemand, die niet afhankelijk is van uitwendige omstandigheden en die bij elke beslissende keuze in zijn leven er voor gewaakt heeft, dat de band niet werd verbroken met de Allerhoogste, in Wie hij zijn wezenlijke blijdschap gevon den had. I ZONDAG 21 Juli 1935. VOOR HOOFD EN HART. ZONDAG. Wie vertrouwen stelt in zijn mede- mensch, maakt zichzelf gelukkig, verbe tert anderen en spreidt geluk om zich heen. Wie wantrouwen koestert ten op zichte van zijn medemensch, zaait ver derf. MAANDAG. De smart is voor wie haar weet te volgen de leidende ster naar de donkere schachten, waar, verborgen, de kennis der kostbaarste levensdingen wacht. DINSDAG. Laat ons wat meer vertrouwen in el kander stellen en een ander niet zoo licht verdenken van verkeerde bedoelingen. WOENSDAG. Ergdenkendheid is oorzaak van heel wat kwaad. Menigeen verbittert daardoor zijn leven en maakt er ook anderen on gelukkig door. DONDERDAG. Wat geen gewoonte is, wordt licht tot ongewoonte. Kweek dus goede ge woonten^ aan in uw huiselijk en maat schappelijk leven. Vrij van sleur natuur lijk, door als redelijke en welwillende persoonlijkheden ex u aan te gewennen. VRIJDAG. Kometen en groote menschen schrijden voort met een lichtende streep, waarin zich een menigte donkere lichamen be wegen. Carmen Sylva ZATERDAG Zelfgenoegzaamheid geeft gelijk een korte en aangename weg veel prettigs en weinig moeite. 0 Schenk nooit uit een waterketel 0 0 e.d. zonder eerst de stroom uit 0 0 te schakelen. 0 0 DR. JAC.P. THIJSSE ZEVENTIG JAAR. 35 Donderdag 26 Juli a.s. hoopt dr. 35 Jac. P. Thijsse, te Bloemendaal, 35 een Vriend en Kenner van Texel 35 als weinig anderen, zijn zeven- 35 tigste verjaardag te vieren. 35 Voor 't huldeblijk, waarover we 35 Woensdag schreven, kannogwor- 93 den gestort op de postrekening Eg van de heer Mr. H.Westermann, Si Heerengracht 508 te Amsterdam, Si postrekening no. 58438. SB BB Op Texel kan men desgewenscht 35 zijn bijdrage doen toekomen aan 31 het Bureau van dit blad, giro-no. ffl 652. U ffi Si SE Si Si ii SB S S> OVER OPVOEDING „Zij moeten moeilijk zijn", zei een moeder en ze had gelijk; ze bedoelde hen, die ze niet achter de elleboog hebben, geen sukkels of jabroers zijn, ja, de gewo ne levendige Hollamdsche jongen. Onder 't opschrift worden hier anderen bedoeld, en wel zij, die niet langs de gewone weg kunnen slagen, door welke omstandighe den danook. De komende tijd zal er nog meer brengen en tijdige onderkenning der moeilijkheden is eisch. Verschuiven brengt steeds grootere bezwaren; er is maar één weg: onderkennen en op de voor hen geschikte weg brengen. Wij wachten maar al te vaak en laten de goede tijd voorbijgaan; in onze dagen een geroot gevaar. Hoogmoed, eigenwaan, traditie en wat niet al houden terug;dik wijls wordt vergeten, dat het moeilijke kind anders moet worden behandeld en verzorgd. Verstandige ouders zoeken voorlichting, raad bij bevoegden en vol gen die vol vertrouwen. Er zijn moeilijke jongens geweest, die later uitnemende mannen werden, maar ook die onge lukkige figuren bleven. Er kunnen behou den worden door veranderd of gewij zigd systeem in eigen of ander milieu. Laat uw moeilijke zoon of dochter niet in de moeilijke wereld komen zonder dat alles is verricht tot behoud; begin vroeg en bedien u van kennis en ervaring van deskundigen en toegewijden. Eenmaal dankt u het kind. ALLE INZITTENDEN GERED. De K.L.M wordt zwaar beproefd: In snelle opeenvolging troffen haar niet minder dan vier rampen. In de nacht van 19 op 20 December 1934 ging de UIVER, een Douglas, in Syrië ten W. van Rutbah in vlammen op. De bemanning van vier personen, onder wie le piloot Beekman, en drie passagier kwamen om. Op 6 April 1935 stortte de LEEUWE RIK, bij Brilon in Duitschland, neer. De bemanning van vier personen, onder !wie le piloot Piet Soer, en twee passagiers vonden daarbij de dood in de vlammen. Op 14 Juli 1935 verongelukte nabij Schiphol de KWIKSTAART, een Fok ker, evenals de Leeuwerik. Van de be manning van vijf personen kwamen er vier om, onder wie le piloot Silberstein^ van de 15 passagiers lieten er twee het leven. Op 17 Juli 1935 werd de MARABOE, een Douglas, te Risjar bij de Perzische Golf door het vuur verteerd. De heele bemanning en de zeven passagiers bleven gelukkig volkomen ongedeerd. De post en de bagage zijn verloren gegaan. De Maraboe was op de thuisreis, doch moest Dinsdag bij Risjar op het strand een noodlanding maken. De start op dit ongelukkig terrein werd het toestel nood lottig. De bemanning bestond uit: le piloot Hondong (die met zooveel succes met de Snip naar West-Indië vloog), 3e pi loot Rupplin von Kefficon (met wie wij eenmaal het genoegen hadden e;en lucht reisje te maken boven Texel en om geving; een jongeman nog, maar even-, als Hondong een van de bekwaamste piloten van de K.L.M.), mecano Veenem daal en de marconist Van Her Smagt. Om half elf vertrok dezelfde morgen reeds Parmentier met Brinkhuis, Prins en Van Brugge met de Rietvink naar Boesjir om de passagiers en de bemanning van liet verbrande vliegtuig op te halen. Parmentier vliegt met zijn mannen van de Melbourne-race, uitgezonderd Brink man, in wiens plaats toen Mol 2e piloot was. Onze foto laat de Uiver zien. De Maraboe was ook zoo'n Douglas. 00 0 Vier K.L.M. rampen in zeven maan den tijds. Het vertrouwen in de lucht vaart mag hierdoor echter niet worden geschokt. De bedrijvigheid op Schiphol gaat haar gewone gang. Vliegtuigen ko men, vliegtuigen gaan. De vlag, thans nog half de stok geheschen, gaat straks weer naar de top. Voort moet het. Niet versagen. Maken we de woorden van Jan Pz. Coen tot de onze: „DISPEREERT NIET". Zit waar ge zit, maar nooit: bij de pakken neer. e>«30000000 000000000* 0 0 KOOKT ELECTRISCH o 0 0 GEEN VUILE PANNEN. 0 0 JI Bij het vertrek van SIEM DE WAAL die zooals Woensdag gemeld morgenochtend 7,50 Texel verlaat om een fietstocht te maken door een groot deel van Europa. SIEM, ik haat persoonsveireering, Maar geloof me: wat jij doet Maakt, dat ik ik kan met anders Doodeenvoudig rijmen moet. Och, wat zijn een weinig regels, Vergeleken bij jouw DAAD, Maar toch wil ik hier, poëtisch, Jou bezingen, kameraad. Wat voert jou naar vreemde landen, Waarom kom je steeds zoo ver Och, ik hoef het niet te zeggen: 't Is alleen DE GROENE STER. Door de hulptaal Esperanto Kom jij, als eenvoudig mensch, Onverschillig in welk land ook, Altijd klaar, ondanks de grens. 't Is als heb jij Eén familie, Wijd verspreid, op gansch de aard', Als men maar je Groene Ster ziet Vind je steeds een vrije haard, 'k Wensch je namens alle lezers, Dat 's dus icd're Texelaar: VOORSPOED op je lange fietstocht, Hier in Holland, maar ook daar: In het land van Mussolini, Langs de Ebro of de Rijn, Bij de Sultan of de Negus Waar of ook je weg mag zijn. Taaie trapper op je zkvijntje, Ridder zonder vrees of blaam: Hecht jij maar weer nieuwe lauw'ren Aan de kroon van Texels faam. Beste Simon, echte kerel, Texels volk grijpt naar de krant Om de stukken te verslinden, Die verschijnen van jouw hand. Maar wat ik liet allerliefste Toch maar zie, als Texelaar DAT JE VEILIG WEER TERUG BENT. Siem, Sal ut, JE RIJMELAAR. wmm—mmmmmm. BoaW<ÉJ wËÈrwmw*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1935 | | pagina 1