pip
De Nieuwe Texelsche Courant
Wh~\
No. 4974 48s"Jaargang Woensdag 28 Aug. 1935
EERSTE BLAD.
Van ?;*eek tot week
m m
Late waardeering.
Uw advertentie in dit Wad woirdt
op Texel huis aan huis gelezen.
is sinds I Juli 1930
in dit blad opgenomen.
UITG.: N.V. Boekhandel en Drukkerij
v.h. Langeveld en de Rooij Den
Burg. Tel. 11.
ABONNEMENTEN: f0.75 pea' kwartaal;
buiten den Burg f 1.losse nrs. 4ct.
ADVERTENTIES: 1—5 regels 60 oent
iedere regel meer 12 ct. Eenzelfde adv.
voor viermaal ineens opgegeven wordt
driemaal berekend.
HOOGWATER ter reede van Texel v.m.
(nam. ongeveer >/j uur later.)
29 30 31 1 2 3 4 Sept
10,04 10.31 10,57 11,25 11,59 12,29 1.—
R1IW1ELEN en RIITUIGEN 8 37
ZATERDAGAVOND.
DUITSCHLAND.
HET WOORD WAS AAN DR.
Minister dr. Schacht heeft te Konings
bergen een redevoering gehouden, die
velen heeft herinnerd aan de rede van
Von Papen, welke het voorspel vormde
van de bloedige 30ste Juni 1934. Schacht
sprak als een man, die een strijd voert
„met de rug tegen de muur", Hij is minis
ter van het régime, en hij is niet behept
met de Iicrrtvaardige onvoorzichtigheid,
die Von Papen, sedert twee decennia
reeds, tegenover de buitenwereld heeft
gekenmerkt. Desniettemin klonken zijn
woorden als een dringende waarschuwing
tegen de richting, die het nationaal-soci-
alistische bewind nu heeft ingeslagen. Zij
vormden een tegenstelling tot die, welke
Julius Stneicher in het Sportpaleis te Ber
lijn heeft bepleit. Streicher moet bij die
gelegenheid velen zijn tegengevallen om
dat zij veel gepeperder kost nog bij deze
gelegenheid hadden verwacht. Hij kwam
niet verder dan zijn gewoon betoog, maar
dat betoog op zichzelf al is geschikt,
om ontelbare fatsoenlijke Duitschers met
diepe schaamte over de stijl van hun
nieuwe meesters te vervullen.
Schacht sprak hoonend over de helden,
die hun vaderland moeten dienen, door
bij nacht en ontij winkelramen in te slaan
of te besmeuren, en die iedere klant in
een joodsche zaak een landverrader ple
gen te noemen. Schacht trok op dit punt
geducht van leer, en hij heeft zelfs de
voldoening gehad, dat een paar Zondag
avondbladen daarvan melding hebben kun-
Eli EEN TEXELAAR EB
li PER FIETS DE WERELD IN. £fi
(Vervolg)
Reeds vroeg gaat het weer verder, nog
meer naar het Zuiden. De vruchtbaarheid
wordt minder en wij „ruiken" soms de
woestijn al. Over één ding zijn wij niet
te spreken en dat is over het water. O,
ja, er zijn putten genoeg, maar als je
eenmaal gezien hebt, welk gebruik de in*
landers daarvan maken, dan bedank je.
Hoe zuidelijker wij trekken, hoe interes
santer alles wordt. Behoorlijke huizen
worden steeds schaarscher, de hutten der
negers en Tuneezen, uit leem en stroo
gebouwd, steeds talrijker. Het eerste ne
gerdorp, dat wij aandoen, wordt door ons
goed bestudeerd en wij vragen ons af,
hoe 10 of meer personen zich in zulk
een ruimte kunnen bevinden. En eert
lucht, die er hangt. Veel Texelaars, die
klein behuisd meenen te zijn, moeten hier
ook maar eens een kijkje nemen.
Aan de avond van de tweede dag trok
ken wij door 'n stuk woestijn. Gloeiend
heet was het bruin-geelachtige zand en
wij smachtten dikwijls naar water of wijn.
Echt romantisch bleven wij die nacht aan
de rand van de woestijn. We sliepen er
uitstekend en ontdekten er niet één mus
kiet, zoodat Max voorstelde de muskieten-
vergifflesch maar met wijn te vullen
De nieuwe dag trokken wij weer met
frissche moed verder, het duurde echter
lang, voor wij in een klein, vies dorpje
brood en vruchten konden koopen. Het
drinkwater liet veel te wenschen over
en het werd intusschen zeer warm. Ook
werd de weg al slechter en wij besloten
Het is een heel slechte gewoonte
van de meeste menschen, dat men een
ander pas naar waarde leert schatten
wanneer deze heengaat, hetzij door de
dood, hetzij door vertrek naar elders.
Dan pas waardeeren we zoo iemand
veelal en bij zijn vertrek eeren of huldigen
wij hem of haar op grond van allerlei
verdiensten, waarvoor men tevoren in 't
gewone dagelijksche leven geen goed
woord over had.
Doch bij zoo'n afscheid zien wij met
schrik onze tekortkomingen en wij po
gen dan iets van het verzuim in te halen.
Gelukkig dan als de dood niet tusschcn-
beicie gekomen is; gelukkig als we niet
onherroepelijk voor een niet goed te ma
ken verzuim staan. Maar toch moeten we
ieder geval eens goed bedenken, hoeveei
moedgevender en opwekkender het is,
wanneer we tijdiger van onze erkentelijk
heid blijk geven, wanneer iemand nog in
ons midden zijn arbeid "verricht bij
ons werkt en misschien ook voor ons.
MINISTER DR SCHACHT.
nen maken. De heeren van het propa-
gandaministerie hebben er voor gezorgd,
dat bet daarbij bleef. De rest van de pers
kreeg een verslag, waarin alle critiekl
op de „dapperen", die thans de wereld
van Duitschlands zedelijke.grootheid doen
weerklinken, zorgvuldig weggeschrapt was
Men kan ook niet tegelijkertijd Schacht
laten vermanen, en van overheidswege
de Stürmer en andere bladen en geschrif
ten van die aard, met alle middelen van
de overheid aan het volk opdringen.
Wat Dr. Schacht verder nog zeide, was
ook belangwekkend genoeg. Hij schertste
de ongekende financieele moeilijkheden,
waarin Duitschland zich bevond, al
wachtte hij zich wel cijfers te noemen,
die nu het dierbaar geheim van de over
een andere, meer Noordelijke weg te ne
men, een weg, die van tijd tot tijd (om'
de plm. 150 K.M.) de zee naderde. Maar
o, welk een weg. We moesten doorgroote
kuilen en over scherpe steenen. Het was
nu gloeiend heet geworden en onder de
palmboomen besloten wij te wachten, tot
de zon verdwenen was. De dag scheen
niet om te komen, maarduizenden
vliegjes hielden ons gezelschap. Eindelijk
werd het avond. Prachtig kwam de maan
op en vol moed trokken wij Op weg.
Het zou een prachtige, maar buitenge
woon zware nacht worden, want in een
•lurtje tijds had Max vier lekke banden
gehad. Het fietsen werd onmogelijk. We
moesten Ioopen. In 't eerst ging dat weL
De negers maakten kleine vuurtjes in hun
hutten en ontlokten aan vreemdsoortige
fluiten, voor ons onbegrijpelijke en een
tonige muziek. Ook passeerden wij een
reeks Ieege hutten. Geen vuur, geen ge
zang. Doch later werd het ons duidelijk.
De bevolking danste namelijk, groot en
klein, oud en jong, om een der bij het
dorp staande boomen heen. Zoo vol aan
dacht was men aan het dansen, dat wij
geruime tijd alles rustig konden opne
men. Maar opeens had men ons in de
gaten en werden we omringd. Onze
fietsen vooral werden van top tot teen
bewonderd. Het bleek echter zeer vrien
delijk volk te zijn, want een hunner, die
juist een stuk brood uit.zijn broek
haalde, en zeker mijn verwonderd gezicht
voor een hongerig aanzag, bood het direct
te koop aan.
We konden echter niet lang toeven. We
moesten weer verder. Na lang loopen
kwam het Atlas-gebergte in zicht en een
nog zwaarder reis wachtte ons. Vooral
Max had het kwaad te verduren en strui
kelde van tijd tot tijd. Het was ook ver
schrikkelijk, zoo'n weg. Langzaam aan
heid geworden zijn. Zonder het ronduit
te zeggen, gaf hij te kennen, dat Duitsch
land, zander geldelijke hulp van buiten,
niet meer te redden is. Daarom zeide
hij plotseling allerlei vriendelijkheden aan
de buitenlandsche, particuliere crediteu
ren van Duitschland, die zóó vriendelijk
nog nooit door hem behandeld zijn. Me
nigeen zal bij het lezen van deze woor-<
den met een beweging van schrik zijn
hand op zijn portemonnaie hebben ge
legd, indachtig, wat Dr. Schacht hem al
gekost heeft. Velen zullen zich ook heb
ben herinnerd, dat Dr. Schacht reeds in
Juni 1933 het moratorium van betalingen
heeft afgekondigd, dat toen volmaakt
overbodig was, omdat er sedertdien nog
steeds, zij het het ook in verminderde
mate, doorbetaald is kunnen worden, ter
wijl Dr. Schacht tegelijkertijd toch nog
genoeg bleek achter te houden om de pe-
]>erdure bewapening van Duitschland, ten
deele in vreemd geld, te betalen. Dr.
Schacht zal niet gemakkelijk nog geld
schieters vinden in den vreemde, nadat hij
in eigen land spaarbanken, verzekerings-
maatschapppijen en de reserves der in
dustrie reeds geducht heeft geplunderd.
Maar hij verliest de moed blijkbaar nooit.
In Duitschland krijgt alles politieke be-
teekenis, zelfs ongelukkige gebeurtenissen,
die niet anders dan menschelijk meJedoo-
gen kunnen wekken. Berlijn is in de
laatste dagen door twee ongelukken ge
troffen. Diej>e indruk heeft de brand op
de radiotentooinstelling gemaakt, zoowel
door het verlies van drie menschenlevens
als door de matenieele schade en de te
leurstelling in waarlijk opbouwend lof
waardig streven. Onmiddellijk op dit on
geluk is een veel vreeselijker ramp ge
volgd, die echter ook weer nog oneindig
veel droeviger had kunnen uitvallen. Een
tunnel voor een verbinding van het net
van onderaardsche trams te Berlijn,
die in aanbouw was, is ingestort, geluk
kig juist in de schafttijd, toen slechts
weinig arbeiders zich in het gat bevon
den. Een groote brand werd daarna uit
Münchcin gemeld. Het is niet waarschijn
lijk, dat bij deze ongelukken opzet in het
spel is geweest. Een zaalwachter heeft
de brand op de tentoonstelling door
kortsluiting zien ontstaan. Het lijkt ons
moeilijk, een tunnel van een straat leng
te, te laten instorten, zonder een ontplof
fing van machtig geweld. Alle redelijk
heid pleit dus voor ongelukken. Maar
zenuwen en wantrouwen zijn fel gespan
nen in Duitschland en het volk 'is licht-
gelooviger dan ooit ten opzichte van alle
gefluister, zooals dat steeds het geval
zal zijn in landen, waar de vrije pers
volkomen onderdrukt is, en het volk de
zekerheid heeft nooit meer dan een ge
deelte van de waarheid of heelemaal
geen waarheid te vernemen. Wij zou
den ons dus niet verbazen, als weldra
de wildste geruchten in Duitschland de
ronde deden. Men is er rijp voor.
stegen we, heel langzaam. Tot 2 uur
hielden wij het vol. Toen konden we niet
meer. Wé besloten hier de nacht maar
door te brengen. Van slapen kwam niet
veel, want uitsluitend uit steen bestond
hier de grond en vroeg waren wij weer
op pad. Nog 90 K.M. scheidde ons van de
zee. En deze 90 K.M. werden onvergete
lijk, maarvan ellende. Max hield het
niet langer vol. Hij werd ziek, kon niet
meier eten en het water slikte hij maarzoo
zoo. Ik denk, dat het slechte water hem
van streek heeft gemaakt. 40 K.M. legden
wij deze dag af. Alles moesten wij bijna
loopen, want één K.M. fietsen beteekende
een lekke barnd. Speciaal voor Max. Hij
had geen Radiumbanden, zooals ik. Dooi
de kuilen in de weg verspeelde hij niet
minder dan negen spaken. Gelukkig hal
ik daar geen last van. Weer sliepen(?)
wijij die nacht tamelijk hoog in het ge
bergte. De natuur was die dag mooi ge
weest. Het ging langs diepe ravijnen,
hooge bergwanden en enge gevaarlijke
bruggen. Toch denk ik niet, dat Max er
erg in gehad heeft. Zijn gezicht was geel
geworden en steeds hing hij volslagen
lusteloos op zijn fiets. De nacht was
koud, echt koud. En toch lag onze heek
bagage op ons, terwijl wij stijf tegen el
kaar aan lagen. Ja, wij hadden tot Afrika
een goede reis gehad, maar nu Eindelijk
kwamen we weer bij de zee en op een
goede weg. Onderwég passeerden wij de
douane en reden we Algerije binnen. Ge
lukkig. Ik was blij de zee te zien. Wij
lieten de primus snorren, kookten eieren
en dronken wijn. Max werd er helaas niet
beter van. Wij besloten terug te gaan
naar Bóne. Fietsen kon hij bijna nieji
meer. Ik was overgelukkig, toen we in
Bóne een hotel vonden en eindelijk een
kamer konden huren. Hier bespraken we,
wat we zouden doen. Wachten tot mor-
GETEISTERD CHINA.
Het Verre Oosten blijft een bron van
berichten over rampspoedige gebeurte
nissen. Terwijl Engeland bezig is te ver
drogen, en in ons werelddeel weinig
regen valt, wordt China, het klassieke
land der monsterlijke ongelukken, 'door
overstroomingen geteisterd, die nu reeds
eenige miIlioenen menschen dakloos heb
ben gemaakt, en, volgens de berichten,
zooveel menschen het leven hebben
gekost, dat men schroomt de getallen te
gelooven. Er is nog een geschiedenis,
waarbij slechts één menschenleven verlo
ren is gegaan welke, vooral in Engeland,
de aandacht trekt. Het is het geval van
Gareth Jones, de begaafde Engclsche
journalist en taalgeleerde, die door ban
dieten ontvoerd en tenslotte, omdat ze niet
spoedig het vercisohte losgeld kregen, ge
dood is. Waarschijnlijk is hij 't slachtoffer
geworden van een misverstand. Terwijl de
eene autoriteit hem door loskoopimg
trachtte te bevrijden, probeerde een an
dere dat door vervolging van de roovers.
De roovers moesten zoo de indruk krjj-
gen, dat men hen in de val trachtte te
lokken. De laatste tijd moet voor Jones
ook heel hard geweest zijn, zoodat hij
uitgeput raakte en niet meer meekom
Daarop hebben zijn ontvoerders of
anderen, die hem overgenomen hadden,
zich van hem ontdaan door hem te
vermoorden. Tegen het Chineesche ban
ditisme schijnt nog altijd geen kruid ge
wassen. Ook de Japanners hebben het
niet ontdekt.
r vi)
EINDELIJK GEVONDEN.
gen (Maandag) en dan een boot zoeken,
die Max naar huis zou brengen? Dat
leek het eenige, wat ons te doen stond.
Ik zou de reis dan alleen vervolgen.
Gelukkig is het zoo ver niet gekomen.
De volgende dag was hij al veel beter en
nu ik deze regelen schrijf, is hij juist
bezig zijn bagage op de fiets te binden.
Wij gaan weer verder, in de richting van
Algiers.
SIEM DE WAAL C.Hz.
Bovenstaand kiekje werd in Z. Tunis
genomen, waar een deel der bevolking,
in zulke holen huizend, een droef bestaan
leidt.
TEXELSCHE COURANT
LICHT OP
SCHACHT.
tnnrrrifr.rfiiTimryiryim y mmryir^immmrnm
gj
y BE®®®»®®®»
j X.
[Th^A/
CO
m
r/