Willen is kunnen Wilt dus op Texel koopen; Ge kunt het. Koopt uw brillen bij een vertrouwd vakkundig adres. BIJ ONZE FOTO'S WAARSCHUWING. §©HA®UW!ir» R. BAKKER, Groeneplaats 6. FEUILLETON Reparaties spoedig en billijk. Beleefd aanbevelend, POLITIEK. Admiraal Jos. Reeves,op perbevelhebber over de vloot der Veneen. Staten, wordt aan boord van het vlagge- schip Pennsylvania ge-interviewd naar aanleiding van de jongste verwikkelingen op politiek-militair gebiied. UIT DE NATUUR. Een kiekje uit Les Landes, in Z.W. Frankrijk, waar een deel der bevolking zich toelegt op het winnet, van hars uit de n a a ld h outboo me nHars is er o.m. grondstof voorde terpentijn-in dustrie, welke echter veel van buitenland- sche concurrentie te lijden heeft. TECHNIEK. In de nabijheid van Berlijn hadden wederom proefnemingen plaats met raketten, waarvan men voor de ont wikkeling van de luchtvaart groote ver wachtingen heeft. SPORT. Op een kindersportfeest te San Diego had o.m. een bokswedstrijd tusschen kinderen plaats het was ook in Amerika waarbij de oud-wereld kampioen zwaargewicht Dempsey als scheidsrechter fungeerde. FILM. De Hertog van York benutte bij een bezoek aan een vacantiekamp van 400 jongelieden van scholen en fabrieken te Suffolk de gelegenheid om eenige filmopnamen te doen. WETENSCHAP. De modern i see ring van Turkije gaat met reuzenschreden voor uit. Vele vrouwen b.v., die vóór enkele jaren nog zwaar gesluierd hun dagen sle den in de stilte van de harems, vervullen thans aanzienlijke posten in staats- of gemeentebestuur. Wij beelden hier mej. Meliha Nur at, die op 26-j. leeftijd reeds tot rechter in Stamboel benoemd werd VOOR DE JEUGD. MET DE POPPENKAST OP REIS. Tekst en illustratie van H. KANNEGIETER. POLITIEK UIT DE NATUUR. TECHNIEK 29 Wat is dat? riep Jonas geschrokken uit en ook Junius kwam nu naderbij. Over Jonas' schouders keek hij naar het figuurtje op Oakhult's knie. Gelijk ge woonlijk, had deze een beeld geknipt van datgene, wat zijn geest het meest bezig hield. Het silhouet stelde Wallace Munger voor, zooals hij in de roode en zwarte kamer op de grond lag uitgestrekt: met een opgetrokken knie, 'n uitgestrekte arm en het levenlooze gezicht griezelig om hoog gekeerd. Junius keek van het silhouet naar Oak- hult. Er lag een uitdrukking van verwar ring op de fijne, intelligente trekken, als drong het eerst nu tot de advocaat door, wat zijn vingers hadden gewrocht. Hemelsche goedheid, riep Jonas met gesmoorde stem uit. Munger's lijk. Er viel een pijnlijke stilte. Gramshaw fronste zijn wenkbrauwen. Maar zoo lag het lichaam niet, toen ik het zag, verklaarde hij. De beenen wa ren toen uitgestrekt en de armen lagen, langs het lichaam. Ja. Maar zóó lag het in de roode en zwarte kamer, zei Junius. U zag het pas, 29. En wat moesten ze nu met de kast doen? Die kon toch hier niet blij ven staan. Twee heeren kwamen uit me delijden naar hen toe, om te vragen, of zij de kast voor hen wilden dragen. Maar ze schuddein maar van „nee". Ze konden best zelt dat zaakje op knappen, dachten ze. Het was nou hun poppenkast geworden. Toen gingen de heeren maar heen. toen het verdragen was. Hij keek naar de advocaat. Alteen Miss Courtleigh en ik hebben het zoo gezien. Hm, deed Gramshaw en er verscheen een vreemde uitdrukking op zijn gezicht. Hij nam het silhouet van Oakhult's knie en bekeek het nauwkeuriger. Zoo, dat is nogal zonderling. Wie probeert ons nu weer te dwarsboomen Oakhult werd zichtbaar verward. Kunt u mij ook zeggen, Mr. Oak hult, vervolgde Gramshaw rustig, hoe het mogelijk is, dat u deze figuur knipte zon der het lichaam aldus te hebben gezien? Hoewel de sergeant slechts had uitge sproken, wat hen allen bezighield, schrok ken alten toch van deze vraag. Er gleed een glimlachje over Oakhult's gezicht; doch de ©ogen achter de fonkelende bril- leglazen bewezen, dat hij verwoed naar een verklaring zocht. Junius keek hem met verbazing aan. Oakhult was de laat ste, die hij ervan verdacht zou hebben bij het gebeurde betrokken te zijn. Eindelijk sprak de advocaat en hij keek Gramshaw kalm en waardig aan U maakt van een muis een olifant, verklaarde hij. Deze jonge man, 'hierbij knikte hij naar Junius, gaf ons een zeer levendige beschrijving van het lijk, zooals het in de roode en zwarte kamer, waar over wij reeds zooveel hebben gehoord, maar die wij nog niet hebben gezien, lag uitgestrekt. Met een tevreden blik keek 30. Het aapje uit de poppenkast had al die tijd met groote oogjes zitten kij ken. Het wist met wat hem overkwam, dat hij nu zoo alleen liep over de Groote Markt. Maar Jan kreeg zulk een medelijden met het stomme dier, dat hij zei: „Kom jij nu maar bij mij". En hij drukte het bibberende aapje te gen zijn borst aan. hij om zich heen. Ik knipte dit silhouet naar die beschrijving. De anderen keken echter niet erg over tuigd. De verklaring kwam nogal laat en klonk niet erg geloofwaardig. Junius en sergeant Gramshaw waren al leen in de bibliotheek achtergebleven. Het was reeds over twaalven 's middags, maar het onderzoek werd nog steeds met onver minderde ijver voortgezet. Gramshaw boog zich en raapte het mes op, dat tnog steeds op de tegels voor de haard lag. Hij verwijderde de asch en onderwierp het heft aan een nauwkeurig onderzoek. Een keukenmes. Houten handvat. Vingerafdrukken verdwenen, natuurlijk. Een handige zet van miss Courtleigh. Maar denkt ubegon Junius. Ik denk niet, antwoordde Gramshaw. Ik denk nooit. Ik zoek feiten, en de feiten denken voor mij. Je hebt een hoofd gekregen om er een hoed op te zetten, niet om er mee te denken. En wat zeggen u de feiten dan Niet veel. Miss Courtleigh verborg het mes. Daar had ze haar reden voor, dat is duidelijk. Wat voor 'n reden, weet ik niet. Dat zal later wel blijken. En wat denkt u van Oakhult? Hij tracht o,ns werk te dwarsboomen. Hij loog, toen hij zei, dat hij dit huis eerst lang na de moord betrad. Het sil- llllllllllllllllllllllllllliiilimillllllllllllHlllllilllllllin llllllllllllllllll SPORT. llllllllllllllllll IIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIII FILM WETENSCHAP houet heeft hem verraden. Met deze woorden legde hij het mes op het bureau, bij de bebloede zakdoek en Oakhult's silhouet. Iedereen heeft gelogen. Mr. Jonas ook. De lucht hier is vol van leugens. Mr. Jonas zei, dat hij Munger's lijk voor het eerst heeft gezien, toen u en miss Court leigh het op het trapportaal vonden. Maar hebt u niet bemerkt, hoe hij deed, toen hij Mr. Oakhult's silhouet zag? Junius schrok. Zijn grijze oogen sper den zich wijd open. HemelJa, nu herinner ik het mij. Hij herkende het silhouet dadelijk. Hij zei dat het Munger's lijk was. Hoe wist hij dat, als hij het niet in die toestand had gezien Juist. Dat wilde ik ook weten. Mr. Jonas is een slechte bedrieger. Maar die zijn er meer. Miss Courtleigh loog ook, ©n u eveneens, maar geen van u deed het goed. Wat bedoelt u? De roode en zwarte kamer, bedoel ik. U hebt beiden gezegd, dat u het lijk in die kamer vond. Nu maak ik er de men- schen geen verwijt van, als ze eens pro- beeren me te misleiden, maar ik had lie ver, dat ze het minder doorzichtig deden. (Wordt vervolgd.) /VA

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1935 | | pagina 4