a®®®®®®®®® y mmmmmmmmmm m ffi mmmmmmmmmm y ffi KATHOLIEK LEVEN IN DE ffi EIERLANDSCHE POLDER. ffi EEN EEUW LANDBOUW ffl ffi IN EIERLAND. [1 ffl ffl ffifflfflfflffifflfflfflffiffl «J fflffifflffifflffiffiffifflffl door A. DROS Dz., „Blandenberg". Op de dag van de herdenking van het 100-jarig bestaan van de polder Eierland, is het gepast terug te zien op de land bouw, zooals die door deze eeuw heen beoefend is. Zooals bekend, heeft de z.g. Sociëteit de eerste vijf jaren na de indijking, de exploitatie der gronden zelf ter hand ge nomen en waren bedrijtsbaeren aange steld om hieraan leiding te geven, terwijl 't opperbestuur berustte bij de gedelegeerd commissaris van het hoofdbestuur, de heer ,P. Langeveld. Vermoedelijk is een groot gedeelte van het land eerst als bouwland gebruikt, daar art. 1 der instructies der zetboeren spreekt van het in weide leggen der bouwlanden, die door het aanhoudend bebouwen te schraal waren geworden. De zetboeren kwamen uit Zeeland en Groningen. Misschien ook van de Zuid- Hollandsche eilanden, ofschoon ook mo gelijk is, dat deze laatsten, wier namen zeker als Zuid-Hollanders bekend zijn, na 1840 kwamen, toen polder Eierland, na gewaardeerd te zijn, door de eigenaars in Rotterdam, onder elkander is verloot. In 1838 zijn 1000 H.A. blijvend bouw land onder acht zetboeren proportioneel verdeeld; de eerste jaren werden ver-, bouwd: tarwe, gerst, rogge, haver, paar- deboonen, erwten, aardappelen, mangel- wortelen, paardepeen, koolzaad en mee krap. Reeds in Aug. en Sept. van 1835, werd 26V2 H.A. met winterkoolzaad be zaaid, verdeeld op zes proetstukken, van het groote zwin bij WoltJherduin af (te genover het voormalig poldertje van Van Heerwaarden) tot het Kwelderzwem op Padang. De 12e Aug. werd door de Dir. van Landbouw het eerste zaad aan de grond toevertrouwd. Tegen het indrin gen van het vee werden de peroeelen om geven door tuinwallen. Van de 343 H.L. zaad bracht het perceel op Padang het; meeste op. In 1836 is de ontginning krach tiger doorgezet. In 1836 werden 7S H.A. met zomerkooi zaad, 62.5 H.A. met zomer- gerst, 15 H.A. met haver, 4 H.A. gerst, 10 H.A. aandapp., 2 H.A. meekrap en 2 H.A. paardeboonen verbouwd. De op brengst was door droogte zeer slecht. Ook de granen en aardapp. bleken het zeer slecht te hebben gedaan. Reeds in die tijd bleek men veel over last te ondervinden van zandstuivingen der lichtere gronden. Bij Maaikeduin (Een denkooi) heeft men in dit jaar 30 H.A. met boomzaden bezaaid, welke het, ook door ondoelmatig bewerken, slecht deden. Beter dan de landbouw slaagde de schapenteelt. I11 Juli 1836 leverde de so ciëteit 2454 vachten wol af, welke, na de de schapen gewassdhen te zijn, netto 3397 kilo wogen en tegen t3.35 per kilo verkocht werden. Ook de hooibouw was goed te noemen, zoodat halt Oct. reeds 780 wagens, we gende plm. 350 Kg., bijeen waren, bene vens 200 wagens ruigte. Evenwel werd ondanks tegenslag de landbouw met ijver doorgezet. In Juli, Aug. en Sept. werden wel 817 H.A. met winterkoolzaad be zaaid, w.o. 47 H.A. met witbloeiend kool zaad. Van de granen werden, gezien de mislukte oogst, 1836, slechts 5 H.A. met tarwe, 5 H.A. wintergerst en 4 H.A. met rogge bezaaid. Op de hoogere gronden had het koolzaad veel te lijden van een insect. In Febr. 1837 waren In totaal 1100 H.A. geploegd. Het rundvee bestond toen uit 38 melkkoeien, 26 vaarzen en een stier. Er waren plm 5000 schapen en 93 paarden. Daar bijna al het voer hiervoor moest worden aangevoerd, waren de uit gaven zeer hoog, terwijl de inkomsten gering waren. Alleen op de boerderij 't Eierlandsch Huis moest t800 bijge legd worden. Het overtollige rundvee, dat verkocht werd, bracht minder op, dan het in het voorjaar gekost had. De resultaten waren dus zeer slecht en deden in 1840 besluiten de exploitatie te wijzigen. Men besloot de polder in 6 peroeelen onder de deelhebbers te ver loten, waardoor de polder particulier be zit werd. Na deze verdeeling kwam er in de ex ploitatie groote verandering: gedeelten zijn verpacht en gedeelten werden voor eigen risico geëxploiteerd. Intusschen wa ren verschillende boerderijen gesticht: Se- marang (thans Oorsprong), Dijkzioht (Dorpzicht), Vrudhtbaaroord, Breda, Bern, Sibene (Weilust, Bland en Berg), Rio Grande of Zwarte Keet, Ruimzicht, Bui tenzorg, Zeeland, Weltevreden, Madura, Ons Genoegen (Volharding), 1 Antwer pen en Soersel, terwijl drie gebouwen al voor de indijking bestonden, n.I. het Eier- landsche Huis, Zanddijkshuis en Kwelder beek (Padang.) Uit het tijdvak 18401870 zijn wéinig gegevens bekend. Bij overlevering weet men, dat afwisselend goede en zeer slechte jaren zijn geweest. Onder de schapen deed zich af en toe Ieverbot, z.g. ongans, voor, waardoor soms de schapenstapel werd gedecimeerd, speciaal op de lagere gronden in natte jaren. Door de verdoorgevoerde roofbouw is Eierland na 1840 een zeer arme polder geworden, kunstmest was toen niet be kend en men was geheel aangewezen op natuurlijke meststoffen. Denkelijk is de teelt van meekrapwor tels in die tijd belangrijk geweest. D. C. Tanis, woonachtig op Bland en Berg, was de ziel van deze teelt Voor dit gewas wa ren drie schuren gebouwd, z:g. meestoven, waarin de wortels gedroogd werden om elders vermalen te worden, waarna ze o. m. gebezigd werden voor het kleuren van zware wollen stoffen, z.g. baai. De steenen van de stoof, gebouwd op Dorpzicht, zijn verwerkt aan het pakhuis van de heer J. S. Dijt, aan den Burg, ter wijl de 2e en 3e stoof, van hout opge trokken, hoek Smitswegje—Hoofdweg stonden en nu nog dienen als schuur van de Wamberg. De eerste steen van de stoof op Dorpzicht is door D. Dz. Tanis ge legd op 12 Mei 1870 en zal op de tentoon stelling aanwezig zijn. Vermoedelijk is deze teelt na 1880 niet meer beoefend, daar kunstmatige kleurstoffen toen meer ingang vonden. Na de Fransch-Duitsohe oorlog van 1870 is, na nog enkele goede jaren, voor Eierland een zeer slechte tijd aangebro ken. De landerijen waren door roofbouw zoo arm geworden en de graanprijzen zoo laag, dat het er met de boerenstand treu rig uitzag. Vooral onder de arbeidende stand werd groote armoede geleden. In die tijd emigreerden ettelijke huisgezinnen naaf Amerika. In die tijd was het geen zeldzaamheid, als 1 H.A. graan op een gewone korte boerenwagen geladen kon worden. De boeren weerden zich geducht om hoogere opbrengsten te verkrijgen door z. g. braken van een gedeelte van het bouwland en door onderploegen van groenvoedergewassen als klaver, wikken, erwten en koolzaad. In die tijd werd ook reeds vlas verbouwd, terwijl op Padang en Vruchtbaaroord spelt ver bouwd is, welk gewas zich zoo moeilijk het dorschen, dat het maar half gedorscht aan het vee vervoerd werd. Ook is indeze tijd voor het eerst karwij in Eierland ver bouwd en wel op „Vruchtbaaroord";een persoon uit Groningen kwam om hieraan leiding te geven. Doordat door geringe vruchtwisseling en het uitblijven van goede bemesting de graangewassen zeer slecht gedijden, waren de akkers zeer ver vuild Er groeide meer onkruid dan graan. Men spreekt van opbrengsten per H. A. van 5 H.L. haver, 10 H.L. tarwe, 10 H.L. erwten en boonen, enz. In die tijd werd een aardappel variëteit verbouwd, bekend als Engelsche aardappel, welke evenwei om zijn vatbaarheid voor ziekte en lage opbrengst later vervangen werd door z.g. Hallemer gelen. Deze buitengewoon slechte tijd heeft geduurd tot plm. 1895. Omstreeks die tijd neeft de kunstmest zijn intrede gedaan. Vermoedelijk is de eerste kunstmest uit gezaaid op Madura op de hooilanden onder de duinen, de z.g. Zamddijkshuislan- den, destijds bezit van J. Flens. Het Was een eerste schuchtere poging naar verbe tering. De kunstmest was Thomas slak- kenmeel en het is te verklaren, dat op deze zure gronden de werking verrassend was. Allengs werd dit voorbeeld door meerderen gevolgd, en hiermee werd voor Eierland een betere tijd ingeluid, Na het slakkenmeel kwam de superphosphaat, chilisalpeter en kali in de vorm van kai- niet. Ook werd in die tijd nog z.g. Peru Guano voor mest gebezigd, afkomstig van vogelbroedplaatsen in Peru. Het is be kend, dat ook beer in vaten uit de groote1 steden aangevoerd werd, doch wegens de hooge transportkosten kwam dit te duin- voor toepassing in het groot. Het blijkt, dat in deze tijden op de zaaigranen reeds acht werd geslagen. Dit blijkt uit een getuigschrift van 1863 van de Holl. Mij. v. Landbouw aan D. C. Tanis, welk getuigschrift een eerste prijs was voor een inzending van een nieuwe graansoort, Eng. tarwe. Ge vindt het op de tentoonstelling. Het zal omstreeks 1900 geweest zijn, dat door stijging der graanprijzen en toe nemend kunstmestgebruik de resultaten in Eierland merkbaar beter werden. Wei land werd in de vruchtwisseling opgeno men en hierop gedijden de granen goed. Een belangrijk deel van Eierland, speciaal op de lcihtere gronden, welke nog steeds niet ontgonnen waren en waarop Duin doorns en z.g. rijzen groeiden, werden ontwaterd door greppels en omgeploegd. Hierop werden na slakkenmeelbemesting erwten gezaaid, welke vooral in droge jaren behoorlijke resultaten gaven. Na erwten werd meestal gerst, soms haver of rogge verbouwd. Het bleek evenwel spoedig, dat dergelijk land vooral niet lang bebouwd kan worden, waarom meest al in de gerst een gras- en klavermefigsel gezaaid werd, waarna volgend jaar een behoorlijke snede uitstekend hooi ge maaid kon Worden, terwijl de 2e snede een uitstekende naweide voor het vee werd. Gebr. Eelman komt de eer toe op Madura en Duinoord hiermede een begin te hebben gemaakt. Dit voorbeeld vond navolging en op deze wijze is een be langrijk deel van de lichtere gronden tot uitstekend land gemaakt Maar deze be werking ging met groote moeilijkheden ffl ffi ffi®®®®®®®®® y a®®®®®®®®® door TH. BOONEKAMP, pastoor te De Cocksdorp. Op 19 Maart 1842 werd in Nieuwdorp de eerste naam van het tegenwoordige de Cocksdorp, een katholieke statie op gericht De naam statie klinkt ons wat vreemd op het oogenblik, maar was de gewone benaming der parochies in de tijd, toen het katholieke leven in ons vaderland nog niet de gewone kerkelijke ordening had. Sinds 15S1 was dit het geval en pas in 1853 werd de bisschoppe lijke hiërarchie hersteld. De eerste pastoor was Ger. van den Bosch, die in het jonge dorpje een pasto rie vond met er achter gebouwd een hulpkerkje, dat tevoren als smederij en wagenmakerij was gebruikt. Het was een ruimte van vier kale muren, heel onge woon voor een katholieke kerk, zonder altaar, zonder preekstoel, zonder doop vont, ja, zelfs zonder vloer. --Toen op 19 Maart de aartspriester van Holland, Zeeland en West-Friesland, Bern. Jos. Gerving, toen de hoogste ker kelijke bestuurder in dit gewest, de H.Mis opdroeg, raadde Nic. Jos. de Cock, wiens naam het dorp draagt, aan, om de grond te bestrooien met erwtenstroo, waar schijnlijk tegen het stuiven. Bij diezelfde gelegenheid hield men collecte met een schulpenschop van Hendr. Gootjes. De nieuwe parochie strekte zich uit over geheel Eierland. Dat de kerk gezet werd aan het noordelijk einde, was wel, omdat hier het dorp fag, omdat de verkaveling van 1840 het aanwees en omdat ook Vlieland tot de parochie behoorde. De plaatsing ook van de latere kerk is wel moeilijk voor vele parochianen, te meer, toen later de helft van polder hét Noor den er bij kwam. Ook de Eendracht hoort er bij. Territoriaal is de Cocksdorp wei de grootste parochie van het bisdom Haarlem. Maar de ex-centrische ligging der kerk belemmert een druk kerk-leven, wat, van katholiek standpunt beoordeeld, te betreuren blijft. Merken we nog op, dat kerk, pastorie en ert, blijkens acte in het kerkarchief op 6 Juni 1842 geschonken werden door de hoofddirectie van de sooieteit van eigendommen van Eierland. Het kerkhof, het tegenwoordige, werd bij acte van verkaveling van Dec. 1840 toegewezen, welke toewijzing bij missive van de Minister voor de zaken van r. k. Eeredienst van 16 Juni 1862 door de koning bekrachtigd werd. Eerst eenige jaren later kwamen de katholieken in het feitelijk bezit van het geheele toege-, wezen terrein. Op 30 Mei 1866 kocht het kerkbestuur voor de prijs van f30 van Emmanuël de Cock grond voor de opbouw van armenhuisjes. De groote gebeurtenis voor de katho lieke bevolking van Eierland is geweest de bouw van de nieuwe, tegenwoordige kerk en pastorie door pastoor Scholte, die van 1870 tot 1881 de herderlijke zorg waarnam. De geheele bouwsom van 120.000 is door pastoor Scholte bij de katholieken van Nederland samengebe- deld. Architect was de heer IJ. Bijvoets, uK Amsterdam, die kosteloos zijn werk deed. Aannemer de firma Van der Ploeg. Op 7 Aug. 1877 deed deken Schweitzer, van Schagen, de plechtige inwijding van het nieuwe Godshuis. gepaard. Eerst werden de doorns afge hakt en verbrand, waarna met 3 paarden met een zware wielploeg de zode plm. 15 a 20 cM. geploegd werd. Reeds toen maakte men van een schijfegge gebruik om de taaie zode stuk te maken, en een zaaibed te maken, wat met de egge niet best mogelijk was. Al spoedig bleek, dat om dit werk goed te doen slagen, de waterstand verlaagd moest warden. Men plaatste windmolens om dit euvel te verhelpen en toen kon men van Madura tot Breda 9 windmolens tellen. Evenwel werd door de ingelanden, die geen be maling hadden, de opvoering van het wa ter als nadeel gevoeld en kwam de ver ordening, dat alleen gemalen mocht wor den, bij een zekere peil. Tusschen 1903 1915 zijn vele boeren, vooral uit Zee land, naar Texel gekomen en stegen "door de grootene vraag de pacht- en koop prijzen van het land en wei tot voor Eierlanders ongekende prijzen. Evenwel hebben slechts enkele dezer boeren zich staande gehouden. Met hen kwamen an dere cultures, n.I. suikerbieten en meer aardappelen. Daar de transportkosten, verbonden aan deze teelt, evenwel zeer hoog zijn, heeft speciaal de suikerbieten teelt zich nooit buitengewoon kunnen ont plooien. Om betere resultaten te berei ken, begrepen de vooruitstrevende boe ren, dat landbouwonderwijs noodzakelijk was en van 1905 af werd hierop de aan dacht gevestigd. In 1910 werd op Bland en Berg het eerste bouwland gedraineerd met buizen, welke drainage na 25 jaar Pastoor Scholte en zijn opvolgers in de Cocksdorp is reeds de 22e pastoor zorgden voor verdere aankleeding en versiering der kerk, met giften en gaven van binnen en buiten de parochie. De katholieke gemeente in Eierland is nooit groot en evenmin rijk geweest: toch waren de parochianen in goede jaren vrij gevig; ze hebben veel voor hun kerk over, bewijs van geloot en ijver. Het archief der parochie vertelt o. a. van de harde tijd en de armoede uit het jaar 1886, toen vele gezinnen de pa rochie verlieten, om elders hun bestaan te zoeken. Ook in 1889 kwijnde de landbouw, ter wijl de nieuwe methode in de schelpenvis- scherij werkloosheid en vertrek der be volking veroorzaakte. Toch schonk de parochie het volgend jaar het torenuurwerk, geheel ljet werk van de Cocksdorpsche smid K. van der Kloot. In Maart 1898 vertrekken weer 24 pa rochianen. In 1899 schonk MiCh. de Graaf Sr. het eerste der 7 gebrandschilderde ramen, alles werk van de Haarlemsche architect Henn Smits. In 1912 werd het laatste ge plaatst. De firma Adr. van 't Noordeinde en Zonen zorgde voor beschilderingen, die vaak van vocht te lijden hadden. Merkwaardig is het, na te gaan, hoe de verschillende pastoors iets van hun werk en hun geest in kerk en parochie hebben nagelaten, voorzeker geholpen door de goede geest der katholieken van Eierland. Een zekere moeilijkheid voor het inten sere katholieke leven blijven het geringe aantal (plm. 250 zielen) en de groote atstanden. Maar goede wil is er ontegen zeggelijk, een goede bodem, waarop de hoop der herders steunt en, wat meer waard is, de zegen des AUerhoogsten rus ten zal. Te midden der niet-katholieke meerderheid in Eierland geven en vinden onze katholieken als goede burgers wel willendheid, verdraagzaamheid en ver trouwen, een goede verhouding, die in lengte van dagen moge bestendigd blijven. In de parochie De Cocksdorp waren sinds 1895 pastoor 18951897 Pastoor W. C.- Boers. - 1897—1900 C. de Bruyn. 19001906 Bri gemann. 19061909 H. \7ee\er. 1909—1912 Hrfkenscheidt. 1912—1915 W. Roozen. 1915—1920 Buhrs 1920—1925 C.Roovei s 1925—1929 Berkhout. 1929—1932 A. Spigt. 1932—1935 L.Kroft Sinds 1935 pastoor BOONEKAMP. nog uitstekend is. Dit werk werd uitge voerd door een ervaren draineur uit de Anna Paulownapolder. Dit voorbeeld heeft navolging gevon den, en in de loop der jaren is, practisch gesproken, Eierland geheel gedraineerd. Echter kwam het herhaaldelijk voor, dat door de hooge waterstand de ontwatering nog niet voldoende was. Daarom werd in 1918 door het polderbestuur de motor bemaling bij de Cocksdorp gesticht. Om streeks deze tijd was de vla-.verbouw van groote beteekenis voorde vr.:Uitwisseling. Vlasbewerkers uit Zuid-Ho'; i id huurden het land, dat door de boe. i werd be werkt en bezaaid en na hei wieden en plukken (wat door ploegen irbeiders uit Zuid-Holland gedaan werd) naar de los plaatsen vervoerd. De vlaswieders -pluk kers noemde men vlasvinken. Ook beeft in deze jaren een nieuwe cultuur zijn in trede gedaan, n.I. de teelt van bietenzaad, welk gewas voor het eerst voor F. Kulin, uit Naarden, werd verbouwd. Na deze jieriode is de landbouw in Eierland steeds excelsior gegaan; hij kan thans met de beste streken van Neder land vergeleken worden, althans wat de kwaliteit en kwantiteit betreft. Speciaal heeft Eierland de naam uitstekende zaai zaden te kunnen telen. Ongetwijfeld heeft Eierland deze vooruitgang naast de theo retische landbouwkennis te danken aan de doelmatige bemesting en intensieve grondbewerking met de meest moderne machines.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1935 | | pagina 2