De Nieuwe Texelsche Courant
Van *.veek tot week
Zo'n rheumaiiekl
No. 4980 49s"Jaargang Woensdag 18 Sept. 1935
EERSTE BLAD.
Oorlogsdreiging.
Texelsche Berichten
ZO N ASPIRIENTJE HELPT TOCH MAAR
fgg
Uw advertentie in dit blad wordt
op Texel huis aan huis gelezen.
TEXELSCHE COURANT
is sinds 1 Juli 1930
in dit blad opgenomen.
UITG.: N.V. Boekhandel en Drukkerij
v.h. Langeveld en de Rooij Den
Burg. Tel. 11.
ABONNEMENTEN: f0.75 per kwartaal;
buiten den Burg f 1.losse nrs. 4ct.
ADVERTENTIES: 1-5 regels 60 cent
iedere regel meer 12 ct. Eenzelfde adv.
voor viermaal ineens opgegeven wordt
driemaal berekend.
HOOGWATER ter reede van Texel v.m
(nam. ongeveer uur later.)
19 20 21 22 23 24 25 Sept
1.22 2 14 3,34 5,17 641 7,43 8 25
LICHT OP
RIIWIELEN en RIITUIGEN 8.14
ZATERDAGAVOND
PRINSES ZAHAI.
De 16-jarige dochter van de Keizer van
Abessinië, Prinses Zahai, is niet alleen
naar Abessijnsche begrippen een schoon
heid, maar ook een verstandelijk goed ont
wikkelde dame. Ze werd in Europa op
gevoed, spreekt vloeiend Fransch, Duitsch
en Engelsch en is bedreven in huishoude
lijke bezigheden.
De vraag: komt er oorlog? houdt weer
algemeen de gemoederen bezig. En men
vervolgt: hoe ver zal die oorlog, als hij
komt, zich dan wel uitbreiden Moet het
nu alweer een we re ld-dra ma worden
De beide laatste vragen zijn zeker niet
minder gewichtig en beklemmend dan de
eerste maar ze komen toch eerst aan
de orde, als de loop der gebeurtenissen
de bange twijfel over de eerste vraag
in de gevreesde zekerheid mocht ver
anderen. Er is zeker veel, dat reden
geeft, zulks te verwachten: een land
steekt zich niet noodeloos extra in de
schulden, vooral niet, als hiet toch al in
benarde financieele omstandigheden ver
keert. Het stuurt geen leger van 200.000
man naar verre gewesten voor niets. De
Duoe kan zijn woord en zijn naam niet
binden aan een veroveringsplan, om dat
plan daarna uit eigen beweging weer op
te geven; hij kan niet moedwillig de
heele wereld en vooral het eigen land in
rep en roer brengen, indien hij niet voor
nemens is, door te zettenhij kan zijn
financieele draconische maatregelen niet
genomen hebben, indien er nog twijfel
mogelijk was, ot zij wel noodig zullen
zijn. Kortom, de Duoe wil de oorlog en
niets is in staat hem tegen te houden.
Althans, zoo schijnt het. Maaral is
dan de schijn tegen, daarom behoeft nog
niet alle hoop te worden opgegeven.
Juist in het „kabaal" waarmee de Duce
zijn oorlog aankondigt, ligt nog een ze
kere geruststelling, omdat het ruimte laat
voor twijfel aan de ernst der geweldda
dige plannen. Dat kabaal" doet eeniger-
mate denken aan het geroep van een
vechtersbaas, die het zoo erg niet meent:
i Hou me vast, of ik bega een ongeluk".
Daar komt bij, dat het kabaal en voor-
ai de enorme inspanning voor de voor
bereiding der expeditie op zichzelf reeds
zeer krachtige ondersteuning bieden aan
de verlangens van Mussolini: zij hebben
Italië reeds belangrijke voordeelen ge
bracht zónder oorlog. De aanspraken
van Italië als eerst-gerechtigde in Abes
sinië worden reeds allerwege erkend.
De weg naar een oplossing door
overeenkomst is nog open: de mogend
heden zijn blijkbaar bereid, ter wille
van de vrede offers fe brengen op
kosten van Abessinië. En de Negus zelf
muet wel inzien, dat deze bezwaarlijk zijn
te ontgaan. Hij is trouwens in staat,
offers te brengen zonder overwegend
nadeel voor zijn rijk. Want de macht van
het centraal gezag is in uitgestrekte dee-
len van het enorme gebied niet veel meer
dan een fictie.
De mogelijkheid van een oplossing
door een overeenkomst schijnt niet uit
gesloten. Dat beide partijen en vooral
de Duce zich voorloopig onvermurwbaar
toonen, is daarmede niet in strijd. Een
zoodanige houding is geen ongewoon
verschijnsel in het beginstadium van der
gelijke onderhandelingen. Het moeilijk
ste vraagstuk is daarbij het ontzien van
eergevoel en prestige van beide par
tijen. Indien echter Italië er op „vreed
zame" wijze in slaagt, belangrijke voor
deelen voor zich te bemachtigen, zal het
zich kunnen vleien met de gedachte,
alleen reeds door zijn geweldige macht
te ontplooien, de tegenstand te hebben
overwonnen, zoodat het zonder oorlog
zijn bezit kon vergrooten. Het nationale
verlangen naar avontuur en roem kan
daarmee bevredigd zijn en de positie van
de Duce zou sterker dan ooit te voren
uit het conflict te voorschijn komen. Ook
de positie van de Negus kan men ontzien
door hem geen protectoraat op te drin
gen, maar hem in de gelegenheid te stel
len, het „bondgenootschap" en de „steun'
van Italië te aanvaarden, waardoor zijn
binnenlamdsche macht zelfs aanzienlijk
kan worden versterkt. Dat zou beide lan
den voor een oorlog bewaren.
De wenscbelijkheid van een dergelijke
oplossing spreekt te duidelijker, als men
zich voor oogen stelt, hoe het gaan zal,
BIJ ONZE FOTO'S.
Drie kiekjes van deelnemers(sters) aan
de Historische en Allegorische optocht,
gehouden ter gelegenheid van het 100-
jarig bestaan van polder Eierland.
1. De Sociëteit.
2. Zeeuwsche kleederdracht.
3. Allegorische voorstelling van het
ontstaan, de groei en de bloei va" Eier
land.
Zie de toelichting in ons vorig nummer.
niet door kan gaan en b.v. de gewonden
en zieken niet teruggevoerd kunnen
worden. En de zuivering" is noodig, om
veilig de transporten te kunnen uitvoe
ren. Aangezien dit alles geschieden
moet, terwijl de legers zonder ophouden
door de Abessiniers worden bestookt,
is het duidelijk, dat de voorwaartschc
beweging slechts zeer langzaam kan vor
deren. Daar komt dan nog het bezwaar
bij, dat de Italianen dat werk niet regel
matig kunnen voortzetten, maar het bij
het intreden van het regenseizoen tijde
lijk moeten staken. Zij zullen het dan ge
durende het regenseizoen ook nog deug
delijk moeten bewaken, anders kunnen
zij het volgend jaar weer van voren af
aan beginnen. Neeint men mi hierbij in
aanmerking, dat Italië reeds thans niet
dan met moeite financieel staande kan
blijvendat het vóór het begin van de
strijd al financieele noodmaatregelen
moet nemen en nagenoeg geen crediet
meer kan vinden dan is het waar
schijnlijk, dat er zeker reeds na het eerste
oonogsseizoen opnieuw alle aanlei
ding zou zijn om naar een oplossing te
zoeken, die voor beide partijen aanmemie-
Pijnen van rheumatiek-aanvallen maken U soms machte
loos. Neemt bij de eerste verschijnselen van zo'n
aanval Aspirin. Ook U komt dan tot de conclusie:
Uitsluitend verkrijgbaar In de oranje-bandbulijei v. 20 tabl. 70 ets. en oranjezakjes v. 2 tabl. 4 10 eH.
als de oorlog uitbreekt. Dat Abessinië
op de duur niet opgewassen zal zijn
tegen Italië, is zeer waarschijnlijk. Het
beschikt wel over een zeer uitgebreide
troepenmacht, maar voor een strijd op
groote schaal is deze onvoldoende gewa
pend. Als de Negus haar bijeenbrengt,
zal zij zelfs een weerlooze prooi vormen
voor de Italiaansche luchtmacht. Alleen
door een gueriUa-strijd zal zij 't de Ita
liaansche legers lastig kunnen maken, en
het proces kunnen verlengen. Maar het
eind zal toch niet anders zijn dan de on
derwerping, na groote persoonlijke en
materieele verliezen. Ook voor Italië
echter zal de oorlog heel zwaar en moei
lijk zjjn. Abessinië heeft drie machtige
bondgenootende bodem, het klimaat
en het water. In de gloeiend heete vlakke
en ongezonde randgebieden kunnen
Europeanen bet maar korte tijd uithou
den. Het hooger gelegen bergland
heeft een aangenaam klimaat, maar het
bestaat over het algemeen uit plateau's,
die door diepe ravijnen met steile wanden
van elkander gescheiden zijn. Het
water helpt Abessinië in drieërlei op
zicht: in de regentijd maakt het 't
land nagenoeg onbegaanbaar en daar
mee de oorlog onmogelijk; in de droge
tijd is er daarentegen geen drinkwater.
En bovendien koppelt het Tana-meer de
belangen van Egypte, de Soedan en dus
van Engeland, aan die van Abessinië.
Italië zal er op de duur ongetwijfeld
in kunnen slagen, al die moeilijkheden
te overwinnen zij het met eindelooze
offers aan goed en bloed. Het kan in
ieder geval echter slechts langzaam vor
deren. Daar er geen bruikbare wegen
zijn, zullen de legers bij het oprukken
het wegennet achter zich moeten aanvul
len. Zij kunnen daardoor alleen stap voor
stap vooruit. Bovendien moeten zij na
iedere „stap" het gewonnen terrein zui
veren van tegenstanders. De wegen kun
nen zij in de rug niet missen, omdat
anders de aanvoer van verplegingsvoor-
raden o.a. water munitie, reserves,
lijk is. M.a.w. na alle verliezen aan gued
en blóed zouden zij dan voor dezelfde
vraag staan als thans, met dien verstan
de, dat de verbittering van de strijd de
oplossing alleen maar moeilijker zou heb
ben gemaakt.
Bovendien is er de internationale zijde
van het vraagstuk. We noemden als
bondgenoot van Italië reeds het Tana-
meer, hetwelk Engeland in het conflict
betrekt. Italië heeft beloofd, de imperiale
belangen van Engeland te zullen ontzien.
Dat gaat echter natuurlijk maar „,zoo
ver als het voeten heeft". Die belofte
toch zou niet verhinderen, dat Italië na
het stichten van een uitgestrekt Rijk
uit Abessinië, Eritrea en Somaliland,
met een groote macht, dwars in de weg
zou zitten op de Engelsche imperiale
verbindingen naar Afrika en Azië, terwijl
het bovendien een der levensaderen van
Egypte en Soedan bezet zou houden. On-
Melk is een volkomen voedsel.
Prof. Van den Burg en S. Hepkema.
danks alle beloften van Italië zou Enge
land di<j aanslag op zijn imperiale be
langen niet zonder strijd kunnen toelaten.
Als Engeland echter gedwongen mocht
worden zijn macht in de weegschaal tc
werpen, dan krijgt liet vraagstuk een heel
nieuw aspect. Italië heeft weliswaar on
der liet bewind van de Duce o.a. zijn
zeemacht reer goed verzorgd, zoodat liet
thans beschikt over een vloot van onge
veer '381.06:; ton. Doch daartegenover kan
Engeland om te beginnen zijn Middel-
landsche zeevloot van ongeveer 300.000
ton stellen, terwijl het daarachter over
bijna nog 800.000 ton "beschikt. Bovendien
kan Engeland, met of zonder Volkenhond
bij het Suezkanaal de verbinding v.an
Italië met het Atrikaansche strijdperk
afsnijden. Mocht Engeland gedwongen
worden mee te doen, dan zouden de kansen
voor het slagen van de Abessinische
onderneming dermate dalen, dat alleen
roekelooze dolzinnigheid deze zou doen
voortzetten. Ook dit vooruitzicht is een
krachtige aanbeveling voor de oplossing-
door-ovcreenstemming, waarbij Italië
tenslotte nog de beste kans heeft, pju
doel te naastebij te bereiken. Ot de
Duce te elfder ure deze weg zal in
slaan, kan niemand voorspellen: in een
land, waar alle macht in één man gecon
centreerd is, hangt alles at van diens
stemmingen en ingevingen. Aangezien
echter niet alleen de mensdbelijkheid en
het verstand, maar ook het eigenbelang
van alle partijen het best wordt gediend,
door een vreedzame oplossing, is er nog
altijd reden, te blijven hopen, dat deze
tenslotte zal worden bereikt. Al moet
uiteraard iedere stellige voorspelling te
dien aanzien uit de booze worden geacht.
'S KEIZERS FOTOGRAAF.
Deze typische Abessiniër is totograai
aan het hot van Keizer Haile Selassi.
BLOEMBOLLENCULTUUR.
AFDEELING TEXEL.
Wanneer de heer H. Leber, voorz., om
ongeveer half 9 de op Vrijdag 1.1. in de
Oranjeboom gehouden ledenvergadering
opent, zijn 17 personen aanwezig. Er
heerscht een eigenaardige stemming. Bij
de sea-., de heer H. Bruijn, was des mor
gens pas bericht ingekomen van de heenen
Murk en Brabander, exporteurs van
bloembollen, uit Hillegom, welke heenen
op deze vergadering, naar aanleiding van
enkele punten van de Beschrijvingsbrief,
hun standpunt hierover wilden uiteenzet
ten. Tevoren wist het bestuur van deze
komst niets at, zoodat het wel voor een
verrassing stond en aanvainkeljjk meende,
niet van de agenda te moeten afwijken
en toelating van de heeren te moeten wei-
ageren. Voorz. wil echter de leden laten
beslissen en de meerderheid meent, dat
het zijn nut kon hebben, waarom de hee
ren Murk en Brabander worden uitgenoo-
digd hun standpunt uiteen te zetten, doch
dit zooveel mogelijk te bekorten.
De heer Murk dankt voor de welwil
lendheid en zegt van de heer Ir. Dr. Dijt
een briet te hebben ontvangen, inhouden
de, dat deze vergadering heden zou
plaats hebben. Meenende, dat het be
stuur met dit schrijven bekend was, wa
ren zij naar Texel gekomen. Het zou
echter onmogelijk kort kunnen zjjn, daar
de heer Brabander zijn argumenten op
papier had gesteld en dit lezen wel een
half uur in beslag zou nemen. Daar het
een te ernstige zaak betref^, meent spr.,
dat het niet mag worden nagelaten. De
saneering kostte ons reeds millioenen en
zal nog meer gaan kosten. In het buiten
land, in Engeland b.v., zijn reeds 2000
H.A. beplant en ook in andere landen
is de cultuur van bloembollen uitgebreid.
Een firma bij Keulen raapt reeds van 60
bunder zijn eigen bollen, enz.