CUPGRM NI PH. VLESSING, Den Buig. dat ge op Texel beter kunt koopen dan elders. Leesbibliotheek BOEKHANDEL PARKSTRAAT. Weer aangevuld m. veel nieuwe boeken. BLANKE TABAK MN B tl tut per bill poli SPIRITUS GAS I Z smli IT ^^^üi*iddoek\^... SCHOUW. s s. Texelstroom naar Alkmaar en Purmerend. BEDENKT, uw inkoopen dus op Texel. Doet N.V. Texels Eigen Stoomboot Onderneming „VOOR ELCK WAT WILS" Vraagt uw winkelier Woensdag 23 Oct. 1935. Steenhouwerij SIMON g Dienstregeling ingaande 3 November 1935 S. TROMP Azn. - HARLINGEN FEU5LLETON IÉ0 (ORSETBAND (f$k EEN PRACHTIGE VERLICHTING GEEFT ZOOWEL BINNEN- ALS BUITENSHUIS GEEN ROETAANSLAG GEEN ONAANGENAME GEUR GEEN SUIZEN f 4-'25 y I v' b en overtuigt U dat de SUPERBE CORSETBAND het beste corset is voor Uw gezondheid en U een elegant figuur geeft *Let speciaal op de schuine elastieken hoekstukken, die het verschuiven beletten. Prijzen vanaf <3 90 tot f 11.50. IET OCTROOI 17201 Wqü'fy f i i ii aas— l d y De Schouw op tochtslooteu en cenen van het Waterschap „de 30 Gemeensch. Polders op Texel" zal plaats hebben op Bij overtreding bedraagt de eerste boete f3,per perceel, bij herschouw f5,per perceel. Het Coll. v. Dagel. Bestuur, C. KEIjSER Sz., w.n. Dijkgraaf D. v. d. OORD, Secretaris. VAART MAANDAG A.S. D. METS Hz. Weverstraat 106 Telefoon 74. IM Sinds 1860 BBBÉI Steenhouwwerken, Crrafsteenen, Schoorsteenmantels, enz. Dijkweg 82 Kanaalweg 176 DEN HELDER. DEN BURG-TEXEL Tel. Int. No. 22. Op Werkdagen Vertrek TEXEL5,50 7,50 11,20 Vertrek DEN HELDER 6,50 10,— 12,20 Op Zon- en Feestdagen Vertrek TEXEL: 7,30 11,20 17,20 Vertrek DEN HELDER 9, - 12,20 18,30 14 35 (17,35 ingaande 16.20 (18,55 1 Feb. '36 DE DIRECTEUR. RO*i\f OPGERICHT 1S25 ir n t( Si a li w o N b v Vi DE LAMPEN WERKEN ZON DER POMP DUS NIET ONOER DRUK. BUITENLAMP DEMONSTRATIE GRATIS DOOR WEDERVERKOOPERS SPIRITUS-VERKOOPKANTOOR „BERGEN OP ZOOM-DEIFT" TE DELFT Verkrijgbaar bij J. J. VAN SW1NDEREN, Den Burg. k o f n o k tl VOOR DE JEUGD. Tekst en illustratie van H. KANNEG1ETER. MET DE POPPENKAST OP REIS. 41 Het duurde even, voor Junius weer in staat was, geregeld te denken. Toen sprong hij naar de deur en snelde het portaal op. Een geluid als van snelle voet stappen deed hem zijn blik naar de trap wenden. Het licht van zijn zaklantaarn viel bevend op de treden. Tegelijk zag hij een meisje de trap afstormen, als vluchtend in naamlooze ontzetting en staarde hij in een doodsbleek, ontzet gezicht en in twee wijd opengesperde oogen. Laurel, riep hij uit. Op hetzelfde oogenblik stond zij stil, zag hem verbijsterd aan en wierp zich toen in zijn armen. O, het was het was verschrikke lijk, riep zij met sidderende stem, en haar hoofdje bevend aan zijn schouders verbergend, herhaalde zijVerschrikkelijk verschrikkelijk. Juniuis streelde haar over het hoofd en mompelde eenige onverstaanbare woor den. Zijn lantaarn was, toen zij zich ir| zijn armen wierp, op de grond gevallen; duisternis, zwarte, fluisterende duisternis omringde hen. Hij hoorde haar hijgend ademhalen. Die die vneeselijke man. Maar hij kan het niet geweest zijn, dat dat kan niet. Natuurlijk kan dat niet, antwoordde Junius, zonder zelf te weten wat hij zei, en zich verwonderd afvragend wat zij op dit uur in Bronson's Spite deed. [Plotseling rukte Laurel zich angstig los Maar ik ik heb hem gezien. Hij was het. Ik weet zeker, dat hij het was. O*, breng me weg uit dit verschrikkelijke huis Dadelijk, zei hij sChor. Je moet eerst wat tot je zelf komen en uitrusten. Kom mee. Hij voerde haar naar de kamer, die hij enkele minuten geleden verlaten had, en opnieuw rook hij de geur van de versche lathyrus, in het donker vond hij een stoel en hij duwde Laurel zachtjes er op. Toen zocht hij haastig naar het licht en knipte het aan. Hij zag, hoe zij haar schouders in angst hield opgetrokken. Haar oogen waren groot, als zagen zij nog steeds het verschrikkelijke, waarvoor zij vol ont zetting gevlucht was. Plotseling keek zij zenuwachtig in het rond. Mijn tasch! klonk het verschrikt. Ik heb mijn taschje verloren. Dat moet ik hebben laten vallen, toen ik mij van hem. losrukte. Met verschrikte blik keek Junius haar aan, maar hij drong de vraag, die er in hem opkwam, van zijn lippen terug. Het was beter, dat hij haar nu niet aan het 41. Maar op de hoek van een straat gekomen, kwamen ze net Rib tegen. Rib was de slagersjongen. Ze hadden aan hem vreeselijk het land. Omdat hij altijd valsch en gemeen was. En altijd plaagde. Ook nu hield hij het hard hollende twee tal nieuwsgierig staande. Met roode uit gelaten gezichten bleven de jongens hem aankijken. „Wat moet je", vroegen ze. gebeurde wat het ook geweest was herinnerde. Zij huiverde. O. wat 'n gezicht. Lang en smalen bleek, met wreede lippen en oogen. En dan dat lange, zwarte haar, en die mis vormde schouders, en Wat? riep Junius uit, en hij staarde haar strak en gespannen in de oogen. Laurel. In 's hemelsnaam wie be doel je? Zij trachtte te antwoorden maar kon geen woord over haar lipppen krijgen. Ik bedoel. Zij slikte. Het was Wal lace Munger, stamelde zij eindelijk met moeite. Munger? mompelde hij na lange stilte en een nerveus lachje ontsnapte zijn lippen. Hij had, toen die spookachtige melodieën weerklonken, het gevoel gehad, alsof Wallace Munger nog leefde. Maar Munger behoorde niet meer tot de leven den. Waar? vroeg hij mat. Boven. Zij knikte naar het plafond. Ik was ik keek eens rond, en toen kwam hij plotseling op me toe. Hij greep me vast, maar ik rukte me los en snelde weg. O Haar lichaam sidderde krampachtig. Hij trachtte iets te zeggen, dat haar kon ge ruststellen, maar hij kon geen woorden vinden. Hij vroeg haar niet, waarom zij om vier uur in de morgen in Bronson's 42. Rib kon zijn nieuwsgierigheid haast niet bedwingen. „Vertel gauw op, zei hij. „Wat is er gebeurd Waarom T liepen jullie zoo hard." De jongens be gonnen hard te lachen. Die Rib die dacht T dat er wat gebeurd was. Ha, ha, ha Rib F werd nijcig en zei valsch „Jullie zijn z< zeker bekeurd hé Jullie worden zeker k< door een agent achterna gezeten". fc' R Spite had „rondgekeken", want dat scheen thans van geen beteekenis meer. Het voornaamste was, dat het boven was 0 gebeurd, dat ze op de tweede verdieping, waar de zwarte en roode kamer moest zijn, de joersoon had gezien, die zij voor Wallace Munger hield. Maar, dat kan Munger natuurlijk met geweest zijn, zei hij. P Neen, natuurlijk niet, antwoordde zij met klem, als trachtte zij zichzelf te over tuigen. Dat kan niet. En tocli heb ik hem 7 gezien in levende lijve. Op de he-ele wereld bestaat er geen tweede zooals hij. Junius schudde het hoofd. En niemand kon zoo viool spelen als Munger, dacht hij. fc Ik geloof; dat ik krankzinnig begin u te worden klonk het angstig. Als jij het wórdt, dan bén ik hei; bi reeds. Nog maar heel kort geleden meen- de ik Munger te hooren vioolspelen. Zie je wel? Jij hebt hem ge'hoord, en ik heb hem gezien. Dat bewijst Niets. Dit huis is niet geschikt voor onze zenuwen. Je kan hier niet normaal Z. leven en denken. Er hangt hier een onge- M zonde atmosfeer. We beelden ons dit q alles maar in. WeW Hij aarzelde. Zijn blik was juist op de versche lathyrus gevallen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1935 | | pagina 4