L
VERRAST ELKAAR
ELECTRISCH!
Bakkerij M. WITTE
Hooge Hoeden
en Pantserplaten.
mmm
Kruidbollen
Ouders
SOBABQWBV.
Een prima vulpenhouder is een welkom Geschenk
Gaat naar BOEKHANDEL PARKSTRAAT.
Bp9M
Geeft 'n electrisch geschenk
Bakkerij De Hoop
Tel 707 Tel. 707
GEBR. PLANJE
Tel. 707 Tel. 707
Enkhuizer Almanakken
Ie kwaliteit. Billijke prijzen.
Notaris Muller
Houdt uw kinderen van de
straat
VONK's Meubel-, Lijst
en Huisvlijthandel
FEUILLETON
duóföld
WmWm 7,.7/7" „77
smm
Het mooUte g»>
schenk dat bestaati een
geschenk dat electrisch gaai Zulk
een surprise heeft succesl Het electrfsch»
scheerbakje, het electrische broodrooster
het electrische wi|nmandje of het tee»>
lampje boven het bed alles door electrl>
citeit bezield zijn begeerenswaardige
zaken voor een manl Er zi{n fraaie, waarde»
volle toestellen, maar ook practische klei
nigheden. Keus uit méér dan 100 artikelen!
10 stuks 12 cent.
Gaat u op reis, neem dan
een luxe wagen van
Nieuwe 5 en 7 pers. wagens tegen
de laagste tarieven.
Beleefd aanbevelend, GARAGE PLANJÉ,
Weezenstraat 48, Den Helder
We ontvingen weer
is een bekend adres voor
Prima Banket, Speculaas, Half om half,
Taai-Taai, Pepermoppen, enz.
Ze zijn er
Prijs 10 ct. Franco p. post 12 cent.
BOEKHANDEL PARKSTRAAT.
zal op Vrijdag 29 November 1935, des
avonds 8 uur in het Wapen van Amster
dam, te Oosterend,
PUBLIEK VERHUREN:
voor 3 jaar, ingaande 20 Maart 1936.
a. voor de Diaconie Ned. Herv. Gem.
te Oostenend
ongev. 0.46.H.A. weiland Steenen
paadje
1.10.20 H.A. weiland Heele Montfan.
0.86.50 H.A. weiland Halve Montfan.
0.80.H.A. weiland De Voetakkers
in 2 perc.
0.74.H.A. weiland Het Waardke.
2.60.H.A. hooiland De Plas, in 2 perc.
0.57.20 H.A. weiland Het Eestje.
b. voor de kerk der Ned. Herv. Ge
meente aldaar.
0.66.H.A. weiland De Bollen
0.62.40 H.A. weiland De Zwartkoog
0.56.90 H.A. weiland De NoordeL
0.95.60 H.A. weiland De Kosterskoog
0.31.13 H.A. hooiland Groote Kerke-
boorden
0.19. 72H.A, hooiland Kleine Kerke-
boorden
Wenscht gij uw kinderen aangenaam
en Leerzaam bezig te zien?
Koopt dan huisvlijtgereedschap en
materiaal' voor hen. Een ruime sorteering
van alles op dit gebied is te verkijgen in
Weverstraat, den Burg.
ZIET DE ETALAGE.
52
Terwijl hij nog sprak en Leffingwell
nog. stom van verbazing naar de kogels
keek, strekte Junius snel zijn andere hand
uit en ontrukte de man het wapen.
Ach, zei Leffingwell. Nu begrijp ik
het. Schrander. Nu, voor dit keer hebt u
gewonnen.
Junius had intusschen de kogels in zijn
zak geborgen en onderzocht thans het
wapen.
Ziet er niet bijster vriendelijk uit,
idit instrument, merkte Junius op. Net
zoo'n soort wapen als Jonas had. Jonas
durfde het niet meer bij zich dragen. Hij
is te zenuwachtig, enHij opende het
magazijn. Wat, riep Junius kwasi ver
wonderd, nu is het toch geladen.
Junius was op weg naar Oakhult's
kantoor; hij 'had zoo juist op Napoleon
Brown's kamer een gesprek gehad met
zijn vriend, en dit gesprek was geëindigd
met de zonderlinge opdracht de zon
derlingste van heel zijn leven welke
Junius thans naar Oakhult's kantoor
voerde.
Junius had, na de opwindende gebeur
tenissen op Branson's Spite en zjjn be
zoek bij Leffingwell, slechts enkele uren
geslapen en zich tegen twaalven naar
Nap's kamer begeven om hem van het
gebeurde op de hoogte te brengen en
zijn meening te vragen. Nap had toen al
het een en ander uit de ochtendbladen
vernomen en al dadelijk zijn twijfel ge
lucht over de val van die ventilator,
Volgens hem en ook de verslaggever
van de krant liet deze meening dóórsche
meren moest de afstand tusschen die
plek, waar de ventilator had gestaan en
Gramhaw's hoofd te gering zijn geweest,
om het voorwerp die vaart te geven, vveike
noodig was, om Gramshavv bewusteloos
ineen te doen zakker.
Junius had hier snel over heen gepraat
want het was vooral de angstige weten
schap, dat Laurel thans in het huis van,
niemand minder dan een moordenaar ver
toefde, die hem naar de kamer van zijn'
vriend had gedreven. Doch Nap had
slechts spottend geglimlacht. Moorden is
geen besmettelijke ziekte, had hij gezegd,
en voor het overige had hij zich in eem
geheimzinnig zwijgen gehuld.
Ja. Nap scheen die morgen alles nogal
nogal zonderling en nuchter op te vatten,.
Van Leffingwell's verbijsterde opmer
king, dat Munger voor twee-derden ver
moord was en voor één-derde nog leef
de, scheen hem slechts de omstandigheid
te verwonderen, dat Leffingwell en niet
een ander Junius dit gezegd had.
Junius was echter woedend geworden,
toen Nap nog steeds volhield, dat achter
het heele mysterie van Branson's Spite
een vrouw stond. In zooverre was hij het
met de politie eens, had Nap gezegd,
dat hij ook aannam, dat Laurel de moor
den op touw had gezet, doch ze door een
ander ten uitvoer had laten brengen.
Maar, verder ga ik met de politie
niet mee, vervolgde Nap. De politie is de
meening toegedaan, dat die vrouw jou
overhaalde voor haar het ruwe werk te
verrichten. Doch die meening is niet meer
dan een werkhypothese; de bewijzen er
voor zijn verre van voldoende. Dat 'is
dan ook de eenige reden, dat je deze
stralende herfstmorgen niet achter de tra
lies van een cel doorbrengt. In ieder geval
zijn je bedreigingen aan Munger's adres
en het klontje suiker, dat gevonden werd,
zeer verdachte aanwijzingen. De politie
veronderstelt danook, dat Laurel het mes
verborg, omdat ze vreesde, dat je vinger
afdrukken je verraden zouden, en omdat
zij haar handlanger beschermen wilde.
Maar, zooals ik reeds zei, had Nap schert
send besloten, ik neem wel aan, dat de
vrouw van alles de aanstichtster was,
maar ik geloof niet, dat jij de moordey
naar bent.
Toen was het gesprek weer op de oli
fantjes gekomen, waarvan het spook van
Branson's Spite er die nacht een gestolen
had en Nap had gezegd, dat 'het zijn vaste
overtuiging was, dat het Munger's le
vende één-derde moest zijn geweest, die
zich het olifantje had toegeëigend.
Deze krankzinnige woorden hadden Ju
nius plotseling doen uitroepen: Maar
welk derde deel van Munger leeft dan
nog?
Waarop Nap enkel had geantwoord
Ga naar Oakhult, ga nu dadelijk; en
vraag het hem. Vraag liet hem precies,
zooals je het mij nu vraagt, en let dan
niet zoozeer op hetgeen hij antwoordt, als
op de wijze, waarop hij kijkt en doet,
terwijl hij antwoordt.
Maar waarom doe jij dat niet?
Omdat Oakhult voor mij op zijn
hoede is. Hij zou tegenover mij ieder
woord wikken en wegen en al zijn best
doen zijn gevoelens te verbeiden.
En met deze zonderlinge boodschap
zooals gezegd de zonderlingste van
heel zijn leven bevond Junius zich
thans op w^g naar Oakhults kantoor.
Toch voelde hij zich, nu h,ij Oakhult's
kantoor naderde, meer en meer 'met zijn
boodschap verzoend. Hiet zou toch mins
tens interessant zijn te zien, hoe Oak-*
hult reageerde. Misschien was de vraag,
•die hij hem ging stellen, geladen met dy
namiet.
(Wordt vervolgd.)
TST.WTV??:
voor 1936.
BOEKHANDEL PARKSTRAAT
0