Qo€) Herinnert gij U dat nog? m FEUBLLETON 73 V 5 BB ffi a a as x VAN DE BOEKENPLANK. (Voorhanden in Boekhandel Parkstraat) Peter Egge, De Droom, in prijs ver laagd, geb. van f3.90 voor tl.90. Joh. Fabricius, Melodie der Verten, geb. van f4.90 voor f2.90. Joh. Fabricius, De Dans om de galg, geb. van f4.90 voor f2.90. Top Naeff, De Dochter, geb. van f 2.90 voor f 1.90. O. van Nes-Uilkens, Dubbele Bart, geb. van f3.90 voor f 1.90. O. van Nes-Uilkens, De Zoeker, geb. van f3.90 voor f 1.90. M. M. Stiemens-Hopman, Meisje, geb. van f2.90 voor f 1.50. M. M. Stiemens-Hopman, Jongen, geb. van f2.90 voor f 1.50. M. M. Stiemens-Hopman, Vrouw, geb. van f2.90 voor f 1.50. F. van Capelle, Leerarbeid. Handlei ding met 115 ill., f 1.25. De hier genoemde boeken werden door de uitgever wel zeer sterk in prijs ver laagd, n.l. voor gebonden boeken nog wel van f 1.50 op vijf-en-dertig cent. Herman Bang, De 4 duivels. Ouy de Maupassant, Bel-Ami. E. Philips Oppenheim, Door eigen kracht. Sapper, De geheimzinnige villa. F. de Sinclair, Baron Selderie. F. de Sinclair, Het loon der braven. M. Verster, Olga Warnates' schoentjes. M. Verster, Een schat van een vrouw. M. Verster, De drie dames Cnussen- winckel. DAMMEN: J. W. van Dartelen, Handleiding tot het damspel, 40 blz. f0.45 B. Springer, Problemen, lokzetten en studies, 40 blz. f0.90. SCHAKEN. J. Mieses-Prins, Hoe leer ik vlug en gemakkelijk schaken, 32 blz. f'0.25. Dr. Max Euwe, Inleiding tot het schaak spel, 48 blz. f0.45. B. J. v. Trotsenburg, Hoe leer ik scha ken? 64 blz. f0.75. G. R. Neumann, Handleiding tot het schaakspel, 117 blz. f0.90. Alb. Loon en Dr. Max Euwe, Oom Jan leert zijn neefje schaken, 198 blz. f 1.50. Niet in voorraad zijnde boeken, ook buitenlandsche, wonden binnen 48 uur geleverd, rechtstreeks van de uitgever aan, uw adres. Boekhandel Parkstraat. - Inlichtingen omtrent boeken van al- i lerlei aard worden steeds gaarne verstrekt. SCHEEPSONGEVALLEN CLAUDETTE COLBERT. De Fransche tooneeispeelster, die in korte tijd door haar optreden in diverse groote films zich een wereldnaam ver worven heeft. Zou jij naar de telefoon grijpen om de politie op te bellen, ot zou je naar je revolver grijpen? Naar je revolver, na tuurlijk. En dat deden ook deze zeven menschen. Ze kwamen tot het besluit, dat hun eenige redding zijn dood was. Thans moet ik u zeggen, wie deze zeven personen waren. Peter Bronson was na tuurlijk een van hen. Er was ook een vrouw bij. Haar dochter zit naast Juni per. De anderen waren Mr. Jonas, Mr. Oakhult, Mr. Leffingwell, een heer, ge naamd Anthony Villiers, en ikzelf. Jonas liet weer zijn zenuwachtig ge- gr nnik hooren. Oakhult wreef zijn brille- glazen glanzend. Junius drukte de koude hand van het meisje naast hem. Toen dit besluit gevallen was, ver volgde Napoleon Brown, wierpen ze Tiet Tot, en het lót viel op Mr. Leffingwell, hiermede was aangewezen hét vonnis van de Anti-Chantage-Club ten uitvoer te brengen. Toen dit gebeurde Ik begrijp het al, onderbrak Grams- haw hem. Dat is ook de reden, waarom.... 'n Oogenblikje, viel Napoleon hem in de rede. Mr. Leffingwell deed een po- 14 JANUARI 1891. Eenige vaartuigen van De Cocksdorp woreen door ijsschotsen op het hoofd ge worpen, lie .geen een.ge averij veroorzaakt. 14 JANUARI 1891. Het Engeische s.s. ELSTOW, strandt achter Den Hoorn. De bemanning weet venig van het schip aan wal te komen.. Teneinde het schip te kunnen vlot bren gen, wordt de lading bestaande uit 1000 ba jen katoen gelost en te Nieuwediep ge orach t. Ook l'exelsche schuiten nemen aan de lossing deeL 20 Maart 1891 wordt de vlotgebrachte schuit door de sleepboot Hercules naar Engeland gesleept. 12 FEBRUARI 1891. Het beurtschip van schipper Bakker, varende van Ouideschild op Harlingen, raakt bij het Oude Diep aan de grond en stoot lek. De opvarenden worden ge red, terwijl de lading door visschersschui- ten wordt overgenomen. Tater wordt het vaartuig de haven van OudesChild be houden binnengebracht 5 JUNI 1891. Het wrak van de Benbrack wordt door dhr. A.DrosAz., de Cocksdorp, gekocht. 11 AUGUSTUS 1891. Een vlet met vier inzittenden, onder wie een dame, slaat even buiten de haren vain Nieuwediep door een rukwind om. Ter stond spoedt mén zich met een andere vlet naar de plaats des onheils. De dren- kelingen worden gered. 10 VAN 1887 HEDEN. 28 AUGUSTUS 1891. De Urker vischschuit UK 28 slaat in het Zuidergat om. De drie opvarenden verdr.nken. 6 OCTOBER 1891. Bij aankomst van de stoomboot Kam pioen, die de Ada van Holland vervangt, heeft te Nieuwediep een droevig ongeval plaats. De stuurman S. Koning, die met een kurkzak gereed staat, raakt tusSchen de boot en de steiger bekneld en bekomt deerlijke kwetsuren aan het hoofd. Hij wordt hevig bloedende aan boord ge haald en later naar het hospitaal ver voerd, waar de ongelukkige spoedig over lijdt. 21 OCTOBER 1891. Het Zweedsche barkschip DUNROBIN, geladen met hout en op weg van Sunds- vaJl naar Zaandam, strandt in de Eier- landsche gronden. Ten einde het schip nog te redden, geeft de kapitein bevel de deklast in zee te werpen, waarvan vis- schersschuiten nog een groot gedeelte weten op te visschen. Nadat de sleepboot Assistent van Terschelling vergeefs heeft beproefd de bark vlot te brengen, neemt zij de opvarenden aan boord, die door het opsteken van de wind zich op het schip n.et meer veilig achtten. Eenige dagen later slaat het schip geheel uit elkaar. 11 4 6 a D 1. Hoe heet het grootste schip ter wereld? (nog niet in de vaart). 2. Hoe heet de wereldkampioen bokser, zwaar gewicht? 3. Hoe heet die Engeische schrijver? 4. Hoe heet de hoogste berg ter wereld? 5. Wie wonnen de Melboume-raoe? 6. Waarvan is dit het symbool? ESPERANTO. BIJ INTERNATIONAAL PAST ESPERANTO-TAAL. Br.-Indië. Onlangs werd te Adyar een In.'ernat. Theos. Congres gehouden met vertegenwoordigers uit VIJFTIG landen. Men sprak er Engelsch, Fransch, FinsCh, Duitsch, Japansch en nog veel andere taén. Wat zou het Esperanto toch veel verlies van tijd en geld voorkomen, wat zou het onderling contact aangenamer, de kans op misverstand kleiner zijn. De Volkenbond heeft door een daar toe Ingestelde Commissie doen uitmaken, dat het Esperanto minstens achtmaal mak kelijker te leeren is als welke moderne, taal ook. Op alle jaarbeurzen in Europa kunt ge terecht met Esperanto. ging, maar Munger hield zich schuiL Misschien had hij van een en ander luCht gekregen. Hij zette zijn afpersingen voort, maar nog geslepener dan vroeger. We ken en maanden gingen voorbij. Leffing well kon zijn man niet vinden. Het was echter bekend, dat Munger nog moest leven, want hij liet door een advocaat pog ngen in het werk stellen, om Juniper dood te verklaren. Intusschen werden de afpersingen met de dag ondraaglijker. Een van de zeven, Anthony Villiers, stierf., Kort daarop volgde Peter Bronson, li chamelijk en geestelijk nog slechts een wrak. Mrs. Courtleigh ging in het Westen wonen, niet omdat zij hoopte de achter volger op deze wijze te ontsnappen, maar omdat haar gezondheidstoestand een ver andering van lucht noodzakelijk maakte. Eindelijk, anderhalf jaar later, scheen Monger geheel verdwenen. Sommigen van ons dachten, dat hij dood was. Maar de afpersingen duurden voort. Iemand an ders scheen zijn valsch werk voort te zetten. Napoleon Brown zweeg; hij keek een weinig onzeker. Was Munger werkelijk dood? Als dat zoo was, had Leffingwell zijn be lofte dan volbracht en hem gedood?Wij hadden geen zekerheid dienaangaande, want Leffingwell wilde er geen woord over loslaten. Wij allen echter vermoed den, dat Leffingwell zijn opdracht ten uitvoer had gebracht, maar dat angst hem TER OVERDENKING. KEN UZELF. Het komt nog wel eens voor, dat men aan deze wijze spreuk herinnerd wordt bij het betreden van een oude boerenhofstede. Ken uzelf.' Wie kent zichzelf? En welk denkend tnensch ziet zich niet in zijn bin nenste geplaatst voor de raadselen en verrassingen van het eigen ik Het wordt ons telkens weer klaar: te weinig kennen we onszelf. Wij kennen an deren nog minder. En toch, hoe spoedig zijn wij geneigd en staan wij gereed tot oordeelen, tot reroordeelen vooral Was het niet Douwes Dekker, die zoo raak opmerkte: Niemand schat hoog ge noeg, wat hij kan zijn. Niemand schat laag genoeg, wat hij is. Ken uzelf. De weg naar verbetering en volmaaktheid vindt ge langs die van de zelfcritiek. weerhield er met iemand over te spreken. Toen maakte zich nieuwe onrust van ons meester. Als Munger vermoord was, dan liepen de leden van de Anti-Chantage- Club gevaar als zijn moordenaars te war den aangeklaagd. In de oogen van de wet zouden zij gelijkelijk schuldig zijn, aange zien zij tot moord hadden aangezet. Mo gelijk, dat de wet genadiger zou zijn met ide moordienaars van een ge ld afper ser, maar zouden zij in staat zijn, afdoende te bewijzen, dat Munger een afperser was? Aldus was de situatie, toen Junius Bronson ten tooneele verscheen midden in een wespennest terecht kwam. Op hetzelfde oogenblik kwam ook Miss Courtleigh naar New-York, om bij haar stiefvader, Cashel Courtleigh, op Bron- son's Spite te logeeren. De overige leden van de Anti-Chantage-Club werkten ieder op Zijn eigen houtje; zij hadden geen vertrouwen meer in elkander; zij koester den verdenkingen tegen elkaar; alle moge lijke vermoedens waren in hen opgekomen en alle mogelijk fantastische gedachten haalden zij zich in het hoofd en dat alles hield verband met Bronson's Spite. Zelfs als' Munger dood was, gelijk en kelen aannamen, dan gebeurde daar nog iets afschuwelijks. Duidelijker, duidelijker, verzocht Gramshaw. Napoleon Brown glimlachte slechts. En dat gebeurt er nog, verklaarde hij met een blik naar de zoldering. Ik BOBSLEE-OLYMPIADE. Een groep deelnemers aan de Winter- Olympiade te Garmisch Partenkirchen. Dieren beschermen is menschen gg beschaven. MR. C. BAKE, De betrouwbaarste maatstaf voor de beschaving des harten bij een volk en een mensch is de wijze, waarop ze dieren beschou wen en behandelen. B. AUERBACH. POSTDUIVENSPORT. (Vervolg.) LEERVLUCHT LATE JONGEN. Een laatste groep vliegers is die, welke in de periode van de vluchten geboren zijn en daardoor buiten de africhting vielen. Het is gewenscht, ook deze af tie richten, al is het maar tot 100 K.M., al wordt er in het algemeen niet gunstig door de liefhebbers over late jongen ge oordeeld. Een jonge vogel eerst in het tweede jaar africhten is niet gewenscht. Daarom houden de Vereen, in Aug. een navlucht, bij de liefhebbers bekend als opruimingsvlucht, daar hier alles aan deel neemt, oud en jong, hetgeen veel nut afwerpt. Van de eerste leervlucht af moet men er op bedacht zijn, de jonge vogels vlug in het hok te krijgen. Zonder bedenken moeten zij door de dringers of valgaten binnenkomen en dan op wat lekkere za den onthaald worden. Ook later, op prijs- vluchten, worden zij heel kalm gepakt en van de concoursring ontdaan. Niets 'is hatelijker, dan dat de thuiskomende duif op het dak blijft zitten. Hebben zij een maal deze slechte gewoonte, dan leert men het ze niet makkelijk af. In het algemeen vliegt een doffer uit stekend, als hij zit te broeden. (Maar wat zal hij dan slecht broeden, merken we ondeugend op. Red.) Hij blijft dan ook lang in conditie. Hij zal doorgaans slecht vliegen, als bet vrouwtje tegen de leg is. De doffer is dan te gejaagd en driftig en gunt zich geen tijd bij loslating voor oriënteering; dikwijls gaat hij dan ver loren. Veel doffers doen het goed, als ze jongen hebben van 7S dagen en als zij er alleen de zorg voor hebben. De vrouwtjes zijn minder vaak „in vorm", vooral tegen het leggen is het zaak ze thuis te houden. Heel goed vlie gen ze als ze zitten te broeden en tegen 't uitkomen der eieren doch alleen bij vluchten, als zij niet langer dan 1 a 2 dagen in de mand behoeven te zitten. Er zijn nog vele middeltjes, als gedwongen weduwschap, rivaliteit, enz., maar deze kunnen gevoeglijk onbesproken blijven. JEVEZET. weet, dat Munger anderhalf jaar geleden niet gestorven is. Hij hield zich slechts verborgen. En een deel van hem leeft ook heden nog. Gramshaw staarde hem aan. Junius be woog onrustig. Dat is me te diep, bekende Grams haw. Maar Iaat me de moordenaar zien, heelemaal, of in stukjes het kan me niet schelen. Ik zal u hem laten zien, beloofde Napoleon. Maar eerst zal ik u de roode en zwarte kamer toonen. Gramshaw's oogen sperden zich wijd open. Toen krabbelde hij zich in zijn baardje. Die bestaat niet. Hesketh heeft het bewezen. Ik zal bewijzen, dat ze wel bestaat. Kom mee. Met Napoleon Brown voorop begaven zij zich naar de derde verdieping. Bij de muur gekomen, aan het eind van de gang stond Napoleon Brown stil. Juniper doe je werk. Terwijl de anderen ongeloovig toeke ken haalde Junius de beide olifantjes uit zijn zak te voorschijn en hij liep naar de muur. Op hetzelfde oogenblik weerklon ken van alle zijden kreten van verrassing: zonder dat Junius een hand had uitgesto ken, was plotseling een deel van de muur verdwenen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1936 | | pagina 4