Ï|N
h.
N
No. 5025 49s,e Jaargang Zaterdag 22 Febr. 1936 XT
rho
en
Voor de Zondag.
ren
ine
44
>9
ek
EERSTE BLAD.
DE GRONDFOUT.
Een Wereldvraagstuk.
ffi
21 F
in
lies
TEXELSCHE COURANT
Men ja
op
ierij.
hulf
ctuur
1.
MEET.
indelii
jk f 4,
igen.
Held
f 1,-
licitat
tture a
ecteur
le boi
Hoorn
100 K
f 5;
5,1
5.
5,
5,
6,
7,
6,
6,
6.
7,
6,
6,
6,
7,
6,|
6.
8,
7,
7,
7,
6,
6,
6,
5,!
7,
5,|
4,
5,
6,
7,
out. fe
ouwzc
100 I
r. '36.
>or 25
25
"25
25
25
25
25
25
25 i
25
25
31.
end.
I. SO.
De meeste menschelijke naturen heb
ben, behalve vele goede en kwade eigen
schappen, een grondfout, die door al ons
denken, doen en laten is lieengeweven
en zeer moeilijk is te onderkennen. Er
gaat danook dikwijls een groot deel van
ons leven voorbij, eer we haar bij ons
zelf ontdekken en ons van haar werking
bewust worden. Minder moeilijk valt het,
natuurlijk haar bij anderen op te merken;
wedertoeerig zouden anderen vaak in staat
zijn er ons opmerkzaam op te maken.
Maar zoo ze 'dit al deden, we zouden,
hen niet gelooven, evenmin als zij er ons
dank voor zouden brengen, als we er ten.
opzichte van hen studie van maakten.
Wederkeerig zouden we een vergissing
ot vooringenomenheid veronderstellen.
Het is danook een uiterst gevaarlijk werk
en weinigen staan zoo hoog, dat het
hun zou kunnen worden toevertrouwd.
We moeten niet vergeten dat die grond
fout voor een groot deel het uitgangs-
punt geweest kan zijn van onze kracht.
Waarschijnlijk heeft zij ons gestimuleerd,
zij niet alleen, want dan had ze zich dui
delijker doen kennen, maar ze heeft mede
geholpen om ons in een zekere richting
te sturen en we hebben ons doel bereikt.
Tóch nu we ons gelukkig zouden moe
ten voelen en juichen om wat we hebben
verkregen, nu kunnen we dat niet. Nu ge
voelen we duidelijk, dat er iets aan ont
breekt, dat ons bouwwerk misschien welt
schoon is verrezen, maar dat het niet op
zui\ere grondslag rust, dat het niet het
nut zal afwerpen, dat we ervan hadden
venvacht. Deze ervaring is een zegen en
doet voor ons wat het welslagen niet zou
hebben gedaan. Dit laatste zou er ons toe
gebracht hebben om, nadat we een oogen-
blik op onze lauweren gerust hadden,
zonder omzien verder te gaan. De onvol
daanheid integendeel brengt er ons toe,
ons werk te herzien en het aan een
nauwkeurig onderzoek te onderwerpen.
Daardoor kan het zijn, dat wij de grond
fout op het spoor komen en we zijn daar
mee reeds een neei eind verder; we kun-,
nen dan tegen haar inwerken en trachten,
langzaam, langzaam ons boven haar te
plaatsen.
Het liefste zou het ons zijn als we
geheel opnieuw konden beginnen; maar
dat is ons meestal niet gegeven. Het
gedane kan niet ongedaan worden ge
maakt. Wel hebben we echter door het
inzicht een groote steun verkregen en
zijn o, zoowel beter gewapend tegen een
volgende ervaring. Het gevolg voor ons
zelf zal zijn een gewaarwording van be
vrijding als van een dwang, waaronder we
gebukt gingen. Nu smaken we een wel
verdiend oogenblik van innerlijke voldoe
ning en verwonderen er ons over, dat we
zoo verblind zijn geweest. Maar dit alles
erkend hebbende, is het nu zaak om
nieuwe, hoogere kracht te zoeken, die de
oude kan vervangen, zóó, dat we geen
leegte blijven gevoelen, maar dat integen
deel de zekerheid in ons komt dat een
blijvende steun ons deel is, waarmee we
onbevreesd kunnen verder gaan.
ZONDAG 23 Februari 1936.
VOOR HOOFD EN HART.
ZONDAG.
Doe geen onrecht en duldt geen on
recht.
MAANDAG
Ve'en beklagen zich over hun geheugen;
weinigen klagen over hun oordeel.
DINSDAG.
Een lied, een bloem, een geur, een kleur,
Een woord, een klank en paradijzen,
Die lang veriore.n zijn, herrijzen.
Ten Kate.
WOENSDAG.
Huoren, zien en zwijgen
Valt menigeen niet licht,
Maar spreken, blind en doof zijn
Is vaak veel zwaarder plicht.
Anton Smit.
DONDERDAQ.
Een dankbaar hart is niet alleen de
grootste deugd, maar ook de vader van
alle andene deugden. Cicero.
VRIJDAG.
Sterren kunnen soms gezien worden
van de bodem van een diepe put af, ter
wijl ze niet ontwaard kunnen worden van
een bergtop af. Zoo worden vele dingen
in tegenspoed geleerd, waarvan de voor
spoedige mensch niet droomt.
C. H. Spurgeon.
ZATERDAG.
Wie liegt, is altijd klein.
■NÉ
DAT 'S EEN BESTE.
De stoeterij van wijlen Koning George
van Engeland wordt op volle omvang ge
handhaafd. 25e omvat 20 volbloed mer-
riën, waarvan de oudste, Stained Glass,
de 19-j. moeder van de in Engeland zoo
bekende hengst Scuttle is.
VRAGENBUS
WAT HAD f
U
TE VRAGEN
Het lot viel op Jona. Dat zegt
men wel, als iemand steeds in ongeluk
kige omstandigheden verkeert. E>e uit
drukking is, als zoovele in onze "'taal,
aan de Bijbel ontleend. Inplaats van zijn
zending naai- Ninevé te aanvaarden,
trachtte Jona die te ontvluchten door zich
te Jaffa in te schepen voor een reis naar
Tarsis. Toen het schip door een storm
werd-overvallen, meenden de heidensche
schepelingen door de goden te worden
vervolgd, omdat iemand, die aan boord
was, zich aan een misdaad had schuldig
gemaakt. Er werd geloot. Het lot viel
toen op Jona, die hierop in zee geworpen
werd.
Knoop in de zakdoek. Het middel
om iets te onthouden door een knoop
in de zakdoek is zeer oud. In een Sank
skrietisch drama uit de 7e eeuw legt een
koning een knoop in een slip van zijn
kleed. Het gebruik is ouder 'dan dte zak
doek.
A. R. Een handig boekje over de
Neder!, folklore is o.a. dat van J. Rasch,
getiteld Nederlandsche folklore. De stof
is alfabetisch gerangschikt. 110 blz.
11.25. Ge moogt het op ons bureau
gaarne inzien.
Afstandmarschen. Jongens en meis
jes van nog geen 14 jaar moeten niet
deelnemen aan afstandsmarschen van
meer dan 20 K.M. We putten deze wijs
heid uit de Handleiding voor de Wandel
sport, van dokter W. Leuring en Ir. J. de
Vries. (46 blz. miet 7 ill., 65 ct.)
WOORD EN DAAD
Aan de raad wordt aangeboden Ge-
meentenekening 1888: Ontv. f63631, uitg.
f64747. Nadeelig saldo f1116.
DINSDAG 30 JULI 1889.
Herstemming tusschen W. Bakker Kz.,
T. Zijm Mz., W. Brans en C. Zijm.
Ingekomen 360 briefjes. Geldige stem
men 359. Hiervan bekomt T. Zijm Mz. er
218, W. Bakker Kz. 182, W. Brans 166,
C. Zijm Tz. 125. AIzoo herkozen T.
ZIJM Mz. en W. BAKKER Kz.
Herstemming tusschen C. Bakker Wz.
en G. Geus Hz. Ingekomen 360 briefjes.
Geldige stemmen 357. Hiervan bekomt
C. Bakker Wz. er 194, G. Geus Hz. 163,
Aldus gekozen in de vacature D. C. Lo-«
man C. Wz. Bakker Jr.
De raad is nu samengesteld als volgt:
Voorz.C. M. Kooij.
Leden: Coninck Westenberg, weth.;
F. Keijser, weth.; W. Mets Tz.; A. P.
Koorn; A. Dros Az.; C. Keijser Pz.:
C. Wz. Bakker Jr.; G. K. Brouwer; P.
Boon; Jb. Roeper Jbz.S. Koning Pz.;
T. Zijm Mz.; W. Bakker Kz.
Aan de Gemeenterekening over 1888
ontleenen we: ontvangen 163631. Uitge
geven f64745. Van de ontvangsten noe
men we:
Opcenten op de belasting op ge
bouwde en ongebouwde eigen
dommen en op het personeel f8539.
28
SCHILDERKUNST.
IN DE 17E EEUW.
In „De Hollandsche Schilderkunst in
de Zeventiende Eeuw", Frans Hals en zijn
tijd door Prof. Dr. W. Martin, lezen we
over de levensomstandigheden van onze
schilders in die tijd:
Het buitengewoon groot aantal kunste
naars in Haarlem alleen waren 174
„goede" schilders deed een ongehoor
de overproductie ontstaan, die de prijzen
laag hield, en daardoor welstand, enkelen
uitgesloten, vrijwel uitsloot. De productie
wordt in ronde cijfers als volgt geschat:
G. Dou 390, A. de Gelder 300, L. Brai
nier 355, Maes 570, Jan Steen 890, Cuvp
840, A. v. Ostade 920, J. Ruisdae! 1075»
Wouwermans 1160, Rembrandt heeft vol
gens sommigen 700, volgens anderen 500
schilderijen gemaakt. Bij dit alles rekene
men bovendien de etsen en teekeningen
van die meesters.
De schilders hebben door reorganisatie
van de bestaande en oprichting van
nieuwe Lucasgilden gepoogd, daartegen
maatregelen te nemen, door liet binden
van de verkoop aan de plaats van ont
staan der schilderijen en het verbieden
van verkoop binnen die stad door schil
ders, die niet Meester waren en niet lid;
van liet schildersgild aldaar. Een gilde-
knecht zorgde voor de naleving der be
palingen, die telkens wenden ontdoken
en dan weer aanleiding gaven tot rekesten
aan de Overheid.
Behalve de genoemde actie ging er vrij
wel niets van de schildersgilden uit. Het
kunstgenot bevorderden zij nauwelijks,
evenmin de gezelligheid. Het schijnt, dat
de omgang onzer schilders vrijwel uit
onder-onsjes bestond. Men moet zich
onze meesters, behalve degenen die leer
lingen-ateliers hadden gelijk Rembrandt,
Hals en de academisten, als vrij eenzame
werkers voorstellen, die behalve nnet hun
familie en buren, slechts met enkelen
hunner confrères voeling hielden.
Uit de techniek der schilderijen van
sommige meesters kan men een atelier-
verwantschap concludeereu, die soms met
familieverwantschap gepaard gaat. Na
tuurlijk was aan die kringen vroolijkheid
en opgewektheid geenszins vreemd en
tal van verhalen getuigen ervan, dat het
toen reeds oude gezegde „hoe schilder,
hoe wilder" ook in het Holland der 17e
eeuw geen doode klank was geworden.
REMBRANDT.
VAN TEXELS RAAD.
Vier vijfden opbrengst Rijksbe
lasting op het personeel f 9497.—
Hoofdelijke omslag f13768.
Hondenbelasting f 321.
Vergunningsrecht f 808.
Leges en begrafenisrechten t 81.
Schoolgelden t2817.
Marktgekl f 239.
Vergoeding 30 pet. kosten lager
onderwijs f5766.
Extra bijdragen van het Rijk in
kosten lager onderwijs f6500.
Van de Marine voor onderhoud
toren te Oosterend "(baak voor
de scheepvaart f 100.
Van de uitgaven noemen we:
Kosten huish. beheer f4111.
Invordering plaats, belastingen f 452.
Onderhoud gem. eigend. f 5840.
Openbare veiligheid en
brandweer f 2468.
Onderwijs f22312.—
Armwezen, enz. f 6224.-
Renten en af lossingen f3114.
Onder de post openbare veiligheid en
brandweer behooren
Jaarwedden politiebeambten f 1422.
Lantaarns, verlichting f 704.
Onder onderwijs vallen deze uitgaven:
J aarwedden onderwij zers f 18900.
Onder „Armwezen', enz.:
voor dokters en verloskundigen f 2100.—
Verpleging krankzinnigen t 910.
Armbestuur, enz. f 3200.
29
OVERBEVOLKING?
In verband met Duitschland's eisch in
zake koloniën is het de moeite waan1
de aandacht te vestigen op enkele feiten.
Het grond zijn eisch 0.111. op gebrek aan
ruimte voor zijn toenemende bevolking,
daarbij de redeneertrant volgend van Ja
pan en Italië.
Japan, dat elk jaar een bevolkingsaan
was van bijna een mitlioen zielen heeft,
verover,le in 1905 Zuid-Mantsjoerije op
Rusland, ten koste van de levens van
300.000 Japanners; maar 30 jaren later
vindt men in het veroverde land slechts
250.000 zonen cn dochters van Nijipon.
Italië heeft reeds een halve eeuw lang
begcerige oogen naar Noord-Afrika ge
worpen; maar in Tripoli, Ervthrea en
Somaliland hebben zicli tot op heden nog
geen 60.000 Italianen metterwoon geves
tigd. Wat Duitschland betreft, zijn eigen
offioeele statistieken toornen aan, dat zich
in zijn Afrikaansdie koloniën, met onge
veer 900.000 vk. mijlen oppervlakte, bij
het uitbreken van de wereldoorlog slechts
19.682 Duitschers hadden gevestigd, ter
wijl in Kiautsjau, op de Chinccschc kust,
het garnizoen inbegrepen, slechts 3806
Germanen woonden. Overbevolking is dus
blijkbaar geen deugdelijk argument; bo
vendien ligt er iets ongerijmds in het
aanmoedigen van bevolkingsaanwas door
Duce en Führer aan de oene kant cn bet
cvpeischen van territoir voor die overbe
volking anderzijds. De hier geciteerde
cijfers maken 't danook duidelijk, schrijft
de Haagsche Post, waaraan we deze stot
ontleenen, dat zulk een rcdenjeering slechts
een praatje voor de vaak is. De motieven
zijn geheel andere. Het blad betwijfelt
zelfs of ze zijn te vinden in de behoeften,
aan grondstoffen en markten. Japan
vindt zijn groote afzetgebieden thans in
Nederland sell- en Britsch-lndië, Afrika,
Noord- cn Zuid-Amerika en grondstoffen
zijn overal op de wereldmarkt voor- elk
land tegen biet beste bod te koop. Gin bij
Duitschland te blijven, de in- en uitvoer
handel met zijn koloniën bereikten nooit
drie procent van zijn buitenlaindsche han
del. Er liggen danook zoo goed als zeker
andere motieven ten grondslag aan zijn
eisch i.z. koloniën. De Haagsche Post
meent niet mis te tasten, wanneer zij aan->
neemt dat zij verband houden met het
verlengen naar „Weltmacht". En zij ge
looft vender, dat 0.111. de Engelschen die
beweegreden doorzien. Zij zullen niet be
reid zijn afstand te doen van hun man-*
daten in Afrika, daar zij begrijpen, dat
dit Duitschland in staat zou stellen gar
nizoenen, vlootbases en vliegvelden in
Afrika té krijgen, die een gestadige be-<
dreiging zouden vormen vooir Engeland's
positie in 't Donkere Werelddeel.
RECHTSVRAGEN
VOOR PENSIONHOUDERS.
Er bestaan geen vaste regels wat be
treft de vergoeding, die men verplicht is
te geven, als men door plotselinge ziekte
verhinderd is gebruik te maken van pen
sion, dat van te voren besteld was. Men
moet trachten dit overeen te komen met
de betrokkene.
VAN 1887 HEDEN.
Verder vinden we vermeld:
Subs, stoomboot Ada v. Hall. f1000.
VRIJDAG 23 AUGUSTUS 1889.
Afwezig: A. P. Koorn.
Op verzoek van Ged. Staten wordt
redactie besluit inzake de scholen in Eier-
land van 29 Juni 1889 gewijzigd: 1. Op
heffing school Z.-Eierland.2. Verplaat
sing school M.-Eierland. 3. Vereeniging
van beide scholen onder het hoofd van
de school te M.-Ei.erlanid (de heer De
Jongh), bij te staan door een onderwij
zeres.
B. en W. stellen voor: 1. Ophef
fing U.L.O. 2. Het aan de school voor
gewoon L.O. toevoegen eener klasse met
uitgebreid leerplan. 3. Eervol ontslag vex-
Ieenen aan onderwijzer D. J. van Oyen.
4. Benoeming onderwijzer met hoofdacte
en acten Fransch en Engelsch op jaar
wedde f 1000. 5. Verhooging jaarwedde
hoofd der school De Braai met f200.
Aanleiding tot deze reorganisatievoor
stellen geven: A. Gedurige verandering
van hoofd van genoemde school B. Klein
getal leerlingen. C. Mogelijkheid om
til00 te bezuinigen. voorstellen:
worden ten onderzoek in handen van een
commissie gesteld (A. Dros, W. Mets,
T. Zijm, C. Keijser Pz. en Jb. Roeper.)
De heer C. Zijm neemt afscheid
van de Raad, waarvan hij negen jaar deel
uitmaakte.
30