Wij vliegen naar Indi Causerie met Film Heel"[Ëxei Paarden, zeehonden en menschen op Texel TEXELSCHE COURAN van A. VIRULY, ingezonden WEET HET, ALS HET STAAT IN D PROPAG. VERGADERING N.SB. De propagandavergadering, Dinsdag in hotel Texel belegd, werd bijgewoond door plm. 50 a 60 personen en geopend door de heer J. C. Vethman. Als propagandist trad op de heer Vlekke, hoofd eener school te A'dam, lid Prov. Staten van N. Holl. Van zijn rede volgt hier een sa menvatting. Ons volk is de dupe geworden van een typische karaktertrek; het heeft jaren ge leefd onder een systeem, zonder het te hebben onderzocht; critiekloos aanvaard zonder zich Tekenschap te geven van de economische, sociale en geestelijke gevol gen. De Hollander gaat door vocu conservatief en degelijk, maar zie nu eens hoe rot het oude stelsel is. De fundamen-, ten, waar ons volksbestaan op rust, zijn aangevreten. We leven in een partijstaat Minister De Wilde ziet in die politieke verdeeldheid een bewijs van kracht, de N.S.B. noemt die verdeeldheid de groote oorzaak van de onmacht, waardoor ons land naar de afgrond wordt gebracht. We staan voor het cadaver van wat eens het Nederlandsche volk was. Het mooie volkskarakter, in de Tachtigjarige oorlog geopenbaard en versterkt, wordt met to tale vernietiging bedreigd. Ex-minister Marchant iheeft Maandag in een rede te 's Heenenberg de N.S.B. fel bestreden en de loftrompet gestoken over wat de regeering in de laatste decennia voor het onderwijs heeft gedaan. Maar Marchant was no. 1 bij pogingen om het te wurgen. Minister Oud sprak: We varen in de mist, maar hopen eens land te zien. Dat is erger dan wat Columbus deed: Die wist, waar hij heenging. Zulke be windslieden helpen ons niet uit de crisis. Mannen als Troelstra, Mgr. Schaepman en Dr. Kuyper waren met idealen be geesterd, zij probeerden betere levens voorwaarden te scheppen. Maar voor hun eigen menschen alleen. Zij zeiden: Vereenigt u, maar tot hun eigen rnen- schen alleen. Dat gaf een mobilisatie van volksgroep tegen volksgroep en dus ver snippering, verdeeldheid, toespitsing der tegenstellingen. De N.S.B. trekt daartegen Strijde en oefent féf critiek. De R.K. Landdag te Amsterdam telde ondanks vetëf tam-tam maar 6000 a 7000 'deelnemers en moest oonstateeren, dat de groote R. K. Staatspartij de laatste jaren niet tot her stel van die diep-tneurige toestand heeft kunnen bijdragen. Het land zit nog die per in de put dan drie jaar terug. De S.D.A.P., het verbleekte kind van het vuurrood Marxisme, kwam met zijn Plan. Wat er goed in is, is niet nieuw en een koekje van ons deeg. Wat er nieuw in is is niet goed. Het Plan komt uit België,; van Herm. de Man, die het van Duitsch- land afkeek. Het Plan belooft de Midden-' stand welvaart door de hoogere ar- beidsloonen, maar op het program voor het Plan-congres wordt reclame ge maakt voor de coop, winkels. Dr. Wibaut had gelijk toen hij sprak: Het Plan kan uitgevoerd worden, als aan ons de macht is. Dus: nooit, want de S.D.A.P. wendt zich tot een bepaalde groep. De N.S.B. zal wèl "slagen. Zij richt zich tot het gansChe volk en zal de partijpolitiek, die kanker, geboren uit wantrouwen, uitban nen. Marchant vergelijkt ons met duivels, voor wie men op zijn hoede moet zijn. Anderen huldigen de leus van Troelstra: Lieg maar raak, er blijft altijd wat van han gen. Maar dat alles deert ons niet. Als één man staan we achter Mussert, die ik beschouw als door God gezonden. Hij hief de kreet aan: „Nederlanders, waar; gij woont, vereenigt u". Hij herstelde de driekleur en het Volkslied in eere. Sinds hoort men dr. Polak verkondigen: Dat lied is ook van ons en zag men aan de ingang van een A.J.C. werkkamp naast een roode een vaderlandsche vlag. Alle scholen in Amsterdam kregen ondanks het tekort op de begrooting een vlag. Daaruit ook blijkt indirect de invloed van Mussert. Wij willen het heele huidige po litieke gebouw ineen doen storten en op nieuwe grondslagen een beter optrekken. De misstanden zijn vele. Zelfs onder „de sterke man''. CoRjn hebben de Parlemen tariërs de crisis niet kunnen bedwingen.. Daarom moet het anders. Gebruikt uw stem bij de eerstvolgende verkiezing goed. Bouwt mee aan de Nation. Soc. Staat. Niet aan een groep maar aan het volk de macht Dan pas kan voor nationaal her stel de basis worden gelegd, (applaus.) Na de pauze gat spr. de gelegenheid tot het stellen van vragen, ook mondeling. Bij de beantwoording keurde spr. de open-deur-politiek van de Ned. regeering af; critiseerde hij het feit, dat Engeland voor 35 ct. per Kg. onze roomboter koopt, terwijl Nederland de Blue Band met 60 ct. p.p. betalen moet. Hij keurde het streven van de Vereen. Kerk en Vrede at omdat deze z.i. bewust of onbewust in de kaart speelt van het zwaar bewa pend marxisme en noemde vervolgens eenige feiten, om te illustreeren, dat de huidige Ned. staat een machtstaat en geen rechtsstaat is. Tenslotte zette hjj uiteen, dat tusschen N.S.B. en anti-semietisme geen verband bestaat. Indien de Jood zich echter tegen de N.S.B. kant, moet hij de gevolgen daarvan ondervinden. Omstreeks elf uur werd deze kalm ver- loopen vergadering met het zingen van het Wilhelmus gesloten. SCHEEPSONGEVALLEN VAN 1887 HEDEN. 11 DECEMBER 1891. Door een hooge vloed bij zware storm stijgt het water te Oudeschild tot boven de kaden. Vele vaartuigen raken los van de touwen. De tjalk van mej. de wed. P. Rab en de blazerschuit TX 133 van mej. de wed. N. Tuinder raken buiten de haven. Het eene schip wordt later tegen de dijk bij Stavoren gevonden, het andere bij Workum. 31 DECEMBER 1891. Het Engelsche s.s. TUSKAR, geladen met katoen en van Savannah op weg naar Bremen, strandt door de dikke mist op de Razende Bol. Eenige opvarenden verlaten met de reddingboot het schip en komen veilig aan wal. De overigen worden de volgende morgen door de sleepboot Her cules aan land gebracht. Vele balen ka toen worden door de visschers uit Oude- schild opgevischt. Bijna de geheele lading weet men te bergen. Op 13 Juli van hetzelfde jaar wordt het wrak van de Tuscar te den Helder verkocht aan B. C. Weltevreden aldaar voor 1366.De ankers, kettingen e.d. brengen f981.30 op. i 12 FEBRUARI 1892. De blazerschuit van schipper M. Tim mer keert in zinkende staat uit zee in de haven van Oudeschild terug. Hij werd op de Noordzee dooir een Heldersche botter zoo geweldig aange varen, dat de bemanning ijlings over sprong. Toen eenige Texelsche schuiten ter hulp kwamen, gingen de opvarenden weer aan boord, wierpen ze de ballast in zee en wisten ze zoo door pompen hei vaartuig boven water te houden. 2 SEPTEMBER 1892. De schippersknecht A. B. van Ooster- end, varende op de blazerschuit TX 183, raakt over boord. De schipper van de TX 61 mag het genoegen smaken hem te redden. 23 SEPTEMBER 1892. De bark A. R. FALCK strandt op de Razende Bol. De stoomboot Hercules brengt het schip vlot. Van de lading hout wordt een gedeelte door blazerschuiten geborgen. 23 SEPTEMBER 1892. De blazer TX 110 loopt met zware averij te Oudeschild binnen. De schuit was door de botter van schipper De Boer, uit den Helder, geramd. 7 OCTOBER 1892. De werkzaamheden op de BENBRACK voor dit jaar beëindigd. Het afgesloopte ijzer naar Amsterdam verzonden. 15 NOVEMBER 1892. De TX 45 loopt met belangrijke schade aan voor- en achtersteven de haven van Oudeschild binnen. Het schip was bij het Vlie aangezeild door een Volendaminer botter. Door een andere blazerschuit moest de TX 45 op sleeptouw worden,1 genomen om de haren te kunnen bereiken. 13 IN DE SLUFTER door MARY POS. (Fragment 'uit het wondermooie boek „Wolken, wind en water", dat bij de Nijkerkscbe uitgever G. F. Callenbach verscheen). DAG. We staan voor het huisje van de rob- benjager, als de dag in de steden nog maar nauwelijks begonnen is. Groot en forsch komt hij in de deurope ning. Zijn platte pet raakt bijna de scheefgezakte bovenpost. Hij heeft een baard van vijf dagen, want hij laat zich alleen maar 's Zaterdagsavonds scheren. Z'n broek is opgestroopt tot boven de knieën en z'n groote bloote voeten vol litteekens, stappen zonder aarzeling over de geklopte steenen op de weg naar dei wei, waar plaats is voorde twee paarden. Het weggetje is eenzaam en wijd het uitzicht. Er staan maar twee woningen, die tegen elkaar aanleunen, die van Dries Daalder en z'n oude knecht. Een wieduw-i naar en een vrijgezel, die zelf hun huuste opknappen en niks miemandal meer van de vrouwmensche hewwe rnoete, zooals de jager beweerde bij ons vorig bezoek. „En we kenne de skutteldoek hanteere as de beste, reken maar." We pakken de meegenomen proviand in 'n mand, nadat eerst de tafel in het woonvertrek ont-i ruimd is van alles wat er niet hoort. Teun de knecht komt op z'n klompen binnen gestapt om te zien of we gaan kenne. Met z'n hangsnor en kleine goedige oogen in z'n bolle gezicht, lijkt Tiij zoo sterk op een zeehond, dat je je er altijd weer over moet verbazen, hoe Dries zich niet eens vergist heeft en wanneer Teun z'n gezicht over de bootrand stak hem aan zag voor een rob, die een bezoek kwam afsteken. We praten maar een enkel woordje, want wind is er genogt en foor de bik blijkt er ok genogt te zijn, dus kan de tocht zonder verdere pralerij beginnen. Teun draagt de reeds bestelde flesschen koele drank en dan gaan we achter elkaar langs het smalle dijkpaadje naar de wadden. Dries voorop met de geweren. We loopen midden door de bloemen, paars en geel en diepl oranje en wanneer we het water instappen, gaat het imidden tusschen de vogels, die schreeuwend de lucht ingaan. Onder ons is een druk beweeg van vischjes, torren en spinnen in het water is zóó helder, dat je er van alles over1 de bodem ziet scharrelen. We hijschen ons aan boord van fle oude, bruine bot-i ter, de zeilen flapperen in de morgen-» wind, het anker wordt opgehaald, dan zetten we koers naar de Vliehoirs, maar hoe! Er gaat een waterpad heen, dat wij niet kennen, dwars tusschen de ondiep ten en met maar weinig kenteekemenla-, veerend kruisen we over de spiegelende vlakte. Kaal en glinsterend ligt daar de Vlie- hors, ver weg doemen de eerste duintop-» pen op. Zand, zand, zand, beddemd in het water en vreemd en wonderlijk op z'n hooge stelten, midden in die vlakte, het zwarte huisje voor de menschen, die zich in nood bevinden. E>e roeiboot brengt ons aan wal, dan staan we daar, vier zwarte stippen in een zandwoestijn op de rand van een zee, die heftig voorbij -t stroomt en zich verliezen gaat in nevel. Het wordt doodstil in de lucht. Al leen het dompe geluid der verre hran«j ding en de nerveuze schreeuw van twee eenzame vogels, die haastig het eiland verlaten, is al wat nog gehoord wordt, Het geluid van onze stemmen is licht en vreemd als op een winterdag met sneeuw. We staan op de plek, waar vroeger het bewogen leven van visschersgeslachten ge leefd werd, waar de eenvoudige woningen stonden, met de eigen sfeer, die warmte en veiligheid boden wanneer daarbuiten de zee woedde in bondgenootschap mét; de razende storm. Een wereld op zich-i zelf, vol van vreugden en moeiten van] vele menschenlevens. Wat is er van over? Zand, zand, zand'n grauwe steen, die de zee er uit losspoelt of een stuk blauwe tegel, dat je zorgvuldig meeneemt. want in gedachten rijen de tegels zich met de bijbelsche voorstellingen aaneen en in z'n diepblauwe tint rijst een schouw voor je op in een stemmige, kleine kamer: Boven het vuur hangt de zingende waterketel en een modder wiegt er haar eerste kindDoor het venster ziet ze uit op de blinkende zee. (Wordt vervolgd.) Gezagvoerder K. L. M. Schrijver van o. a. „In de Schroefwind' „Alles O. K. Draaien 1" „Wij vlogen naai Indië". op ZATERDAG 7 MAART in PEN' Schouwburgzaal. ENTREE 30 ct. AANVANG 8,15 uur preciel Uitsluitend voor Texelsche Courant- abonné's en huisgenooten. Gelegenheid tot plaatsbespreken BIGGENMERKEN. De kosten, verbonden aan het aanbren gen van tatoueermerken en blikmerken aar biggen, zijn van 30 ct. tot 25 ct. verlaagd (Officieel bericht.) KERK EN VREDE. Voor de tweede maal in deze win te belegt de afd. Texel van Kerk en Vrede een openbare vergadering, ditmaal te Oos terend. Deze vergadering wordt gehouder in de Doopsgezinde kerk en zal begin nen om kwart over acht, Zaterdag 2: Febr. (heden). Dan hoopt te spreken Ds Sillevis Smitt, geref. pred. (H.V.) fe Haarlem over het onderwerp: „Euron 1936". Velen meenen, dat het in het Europ van 1936 nutteloos is het getuigenis vai Kérk en Vrede te laten hooren. Oarloj en Evangelie onvereenigbaar Het klink wel mooi, maar de werkelijkheid dwing ons wel, om ons voor te bereiden op 5 oorlog. Om ons heen worden de bewape ningen iedere dag meer versterkt en wa blijft ons anders over dan meedoen ook onze bewapening versterken Vela zeggen: wij zouden ook liever anders wil ten, maar de anderen dwingen ons. On der zulke omstandigheden achten zij he een gevaarlijke dwaasheid te spreken, zoo als Kerk en Vrede doet. Misschien is het wel gevaarlijk e; dwaas om in deze wereld, die vol is vai haat en geweld, te gaan spreken ove liefde en zelfverloochening. Maar wij menschen van Kerk en Vrede meene met de geheele christelijke kerk, dat ieder die zich christen noemt en een volgeluis wil zijn van Jezus Christus, moet ge hoorzamen aan Zijn stem, die ons oproep tot liefde en zelfverloochening. Daarom wil Kerk en Vrede ook indez tegenwoordige wereld haar overtuigin. uitspreken, dat oorlog en Evangelie on verzoenlijke tegenstellingen zijn. Want wi meenen, dat als er ergens haat en zelf handhaving hoogtij vieren, het wel in oorlog is. Daarom willen wij de christen heid de vraag voorteggen: Kunt ge te wel voor uw geweten verantwoorden, mei te doen aan die oorlog? Ja, maai- de werkelijkheid. Is de eisd van de werkelijkheid dan belangrijker da: Christus' eisdh? Wij hopen hedenavond er ons op bezinnen, wat „Christen zijn" in het Eu ropa van 1936 beteekent. J. P. S.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1936 | | pagina 2