No. 5063 49ste Jaargang Zaterdag 4 Juli 1936 „1" X""
EERSTE BLAD.
ACHTER HORRETJES.
Texelsohe Berichten
Platen-tentoonstelling
van „Oud Texel".
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
llllllllllll VOOR DE ZONDAG
TEXELSCHE COURANT
lllinillllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
De honnetjes-geest scliijnt onster
felijk, al liggen de bonnetjes zelf
op de rommelzolder.
Wanneer in de brave tijd van trekschuit
en andere gemoedelijkheden de diligence
stilhield in een onzer rustige stadjes ot
dorpen, keken de inwoners over die hor
retjes, om toch maar niets te verliezen?
van dal dagelijksche schouwspel, dat al
tijd weer een „gebeurtenis" was.
Een onschuldig vermaak.
In onze moderne huizen belmoren geen
horretjes en onze moderne tijd mist de
rust om over horretjes te gluren. Tooh
kan het wel gebeuren, dat men in een
dood stil stadje ot in een wijk, die plot
seling vreemd stil ligt tusschen l»et ru-,
moer van de groote stad ineens weer
in de sfeer van dat horretjesgedoe ver
plaatst wordt. De vreemdeling ziet de
menschen niet, die hem begluren, veilig
achter het verbergend groen van het dichte
vlechtwerk, maar zij zien hem wel en be
spieden zijn doen en laten.
Ook nog onschuldig.
Wat anders wordt het, wanneer in
zoo'n horretjes-lgemeenschap de menschen
elkander bespieden, begluren, om toch
maar alles van .elkanders komen en gaan
te weten. Er zit iets giriezelig-geheim-'
zinnigs in zulk een sfeer, iets benepen^
dufs en bekrompens. De mensch, die zich
bespied weet. voelt het steken van onzicht
bare oogen overal. En de bespieders zelf
Welke werkelijke winst hebben zij voor
hun leven? Is het geen geluk, dat onze
moderne tijd tot leuze heeft: licht, lucht
en openbaarheid en dat hij van horretjes
niet weten wil?
Maar toch is de horiretjesgeest niet
gebannen;die schijnt onsterfelijk, al liggen
de horretjes zelt allang op de rommelzoD
der. De hprretjesgeest is het, die ons
naarstig doet speuiren naar al wat niet
onze zaken zijn, naar al wat niet tot onze
bemoeienis behoort. De hometjesgeestis
het, die zoodra iemand ook maar in dei
verte in de kring onzer kennissen komt,
doet tasten en zoeken naar alle biezonder-
heden van zijn bestaan tot in een ver ver-i
leden.
Hierop komen we nog eens terug.
ZONDAG, 5 Juli 1936.
IIIIIIIIIIIIIIIillllllllllllUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIÜIHIIUUIIilll
llllllllllll VOOR HOOFD EN HART.
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
ZONDAQ.
De wijze toont zijn bewondering door
eerbied.
Inayat Khan.
MAANDAG.
Overal is iets te bewonderen. De
kunst is het: het te vinden.
Melati van Java.
DINSDAG.
Die niet als kind gelooft, hoe kan die
wijsgeer heeten? Van Heusde.
WOENSDAG.
Bezigheid is de arts der natuur en de
grondslag van 's menschen geluk.
Oalcnus.
DONDERDAG.
Slechts dat, wat men gebruikt, bezit
men. La Fontaine.
VRIJDAG.
Wie bezonnenheid met geestdrift ver-
eenigt, brengt het spoedig ver en houdt?
maat in zijn vlucht. Rueckert.
ZATERDAG.
Het is goed, zich in het stot te werpen?
als men een fout heeft begaan, maar men
hioet er niet in blijven liggen.
Chateaubriand.
LEERT ZWEMMEN.
Laat uw kinderen zwemmen leeren.
TEXELSCHE ZWEMVEREEN.
V. OOSTERF.ND.
(Beschrijving door C. S. PONGER.)
IV. DE WAAL.
28. GEZICHT OP DE WAAL, C.
Pronk, gekleurde penteekening, 1728.
De oude kerk van de Waal ligt temid
den van de typisch NoordhollandsChe ge
vels.
29. ÜEZ1CHT OP DE WAAL, P. v.
C u y c k, en T. de Roode. 1760.
Hier kan men goed de oude hooge
toren zien, gedekt door een groote spits
en vier kleine zijspitsen. Links ziet inen
de terreinen naar Waalenburg afglooien.
37. In bruikleen van Je heer C. A. Kcij-
ser, De Waal.
30. GEZICHT OP DE WAAL, H.
Tavern ie r, gekleurde penteekening,
1790.
Wederom een gezicht op het dorp in
aardige kleuren.
Hendrik Ta vernier, land
schapschilder en teekenaarv leefde
van 1734—1807 te Haarlem. Aanvan
kelijk schilderde hij muurbedek-
kingen, 1759 kwam hij in het gilde
te Haarlem.
31. OPGRAVING IN HET SOMMEL-
TJESBERQJE BIJ DE WAAL, P. van
Cuyck en C. Bogaerts, kopergravure,
1781).
Deze en de nummers 3235 zijn do
illustraties uit Van Cuyck's boek van 1780
(zie nr. 7). Hier ziet inen de bezigheden
van de opgraving. Op de achtergrond-
ligt het dorp De Waal.
32. VOORWERPEN UIT HET SOM-
MELTJESBERGJE, P. v. Cuyck en C.
Bogaerts, kopergravure, 1780.
Bronzen Romeinsche emmer met deksei
ER WAS EENSEEN SOMMELTJESBERG BIJ DE WAAL.
33. IDEM.
Binnenzijde van de deksel van nr. 32
met de naam van de smid MATVTIO er
in. Gesp en riembeslag.
34. IDEM.
Bijl, hakmes, speerpunt, slijpsteen,
kettingstel om emmer boven vuur le han
gen, enz.
35. IDEM.
Zeefje met smidsnaam ADRAX1VS.
Van Cuyck begon 20 Nov. 1777 met
een knecht deze heuvel van 4'.. M. hoogte
en 42i/l> M. omtrek at te graven. Indien
deze maten juist zijn, dan is het onbe-.
grijpelijk, hoe deze bult midden in liet
vlakke land zoo lang onaangeroerd is
kunnen blijven. Een snuffelaar als Van
Cuyck vermoedde terstond, dat daar iets
in zou zitten. Terecht hield hij het voor
een grafheuvel. En inderdaad vond Van
Cuyck allerlei voorwerpen (nrs. 32-35) bij
deze onderzoeking. Niet alleen door de
voorwerpen, maar ook door de naam
Matutio van de smid, op een van de voor-
Werpen (uur. 33), is Ivet mogelijk de ge-
lieele vondst omstreeks 100 li. Glur. te
dateeren, want uit vondsten elders is be
kend, dat Matutio een Gallische fabri
kant was aan het einde van de eerste
eeuw na Chr. Wat editer te zeggen van
deze lieele vondst, waarvan de voorwer
pen intusscluen weggeraakt zijn! Het is
een Romeinsebe grafheuvel. Zijn de Ro
meinen op Texel gevestigd geweest, ot is
luier slechts een enkele Romeinsche reizi
ger langs getrokken (denk aan de tocht
van Drusus langs de wadden) en is hjj
toevallig hij I>e Waal ziek geworden,
gestorven en begraven met enkele voor
werpen, als eene-gift voor die doode?
Met onze tegenwoordige kennis mogen
wij uit deze vonnst van Van Cuyck niet
een verblijf van de Romeinen op Texel
concludeenen. Binnenkort zal deze vraag
misschien opgelost kunnen worden.
36. In bril ik lean van de heer C. A.
Keijser, De Waal.
38. GEZICHT OP «OSTEREND, P. v.
Cuyck, O.I. inkt, 1768.
Een gezicht op het dorp: rechts de
zware toren met z.ijti typische Friesch-
Groningsche zadeldek-spits. Van Cuyck
verlevendigt het geheel door op de voor
grond een Texelsche boerderij, met een
gezellige groep uitrustende maaiers te
plaatsen. Een echt Texelsch landschap
met die boet en schapen.
WOORD EN DAAD
VAN TEXELS RAAD.
Vastgesteld wordt een nieuw Regl. van
Orde voor de Raadsvergaderingen; het
vermeldt o.a. dat de vergaderingen niet
later dan 15 min. na het aangekondigde
uur dienen te worden geopend en dat
besprekingen over bet Kohier voor die
Hoofdelijke Omslag in de geheime ver
gadering zal geschieden. Mede bepaalt
het, dat toehoorders (op de publieke tri
bune) het hoofd moeten hebben ontbloot,
geen teekenen van goed- of afkeuring
mogen geven en niet mogen rookeiu.
VRIJDAG 10 FEBRUARI 1893.
Tegenwoordig: alle leden.
Ben adres met een klacht van 34
ingezetenen-over de toestand van de weg
Den BurgDe Waal, „welke Texel tot
schande strekt" wondt ter afdoening in
handen van B. en W. gesteld.
De Raad staat aan gem.-secr. Wes-
stra een verlof van hoogstens 25 dagen
toe met het oog op diens a.s. huwelijk.
De beambte A. Langeveld wordt loco
secretaris.
DINSDAG 28 MAART 1893.
Afwezig: de heer Jb. Roeper.
In antwoord op een schrijven van
B. en W. deelt het bestuur der Dertig
Polders mee, dat in de toestand van de
weg Den BurgDe Waal verbetering zal
worden gebracht.
Voorz. deelt me|e, dat in vacature
onderwijzer te de Koog voorzien is door
benoeming van de kweekeling T. Kejjzer
in tijdelijke dienst.
61
Jhr. J. C. W STRICK
VAN LINSCHOTEN.
Hij K. B. van 28 Dcc. 1891 henoemd tot
Burgemeester onzer geme nte. nis opvolger
van Burgemeester Cl. M. Koog. Geïnstal
leerd 80 Jan. 1892 en in functie gebleven
tot en met 12 Maart 1898 op welke datum
Burgemeester 8trick van Lins liuten af
scheid nam wegens benoeming in gelijke
fane tie te Beverwijk en Wijk aan Zee. 'lp
31 Mei 1933 af get' eden en 11 Aug. '33 op
74' j. leeftijd te Amsterdam overleden.
Penteekening uil Alg. Handelsblad).
Op verzoek wordt eervol ontslag
verleend aan mej. H. Koorn, onderwijze
res te Oosterend.
Op verzoek van de afd. Texel der
H. M. van Landbouw >;al de Raad zich
met een adres tot de betrokken minister
wenden, waarin toestemming wordt ge
vraagd voor de vrije invoer van vee
van Texel naar Groningen, Drente en
Friesland, indien de uitvoer naar Duitsch-
land voor deze provincies wordt open
gesteld. Om deze openstelling werd ver
zocht in verband met de sluiting van
eenige markten in N. Holl. wegens"mond
en klauwzeer.
De heer C. Keijser Pz. stelt
de vraag, of het niet wenschelijk is, de
kermis te verschuiven, opdat ze niet in
de drukke tijd van de hooibouw valt,, ot
de kermis af te schaffen en daarvoor een
anoer volksfeest in de plaats te stellen.
Voorz. antwoordt, dat hij niet voor ver
schuiving van die kermis is, daar dit z. i.
licht aanleiding geeft tot vernietiging van
de kermis, welke hij meent, dat hier
nog wel mag blijven bestaan: het houden
van volksfeesten daarvoor in de plaats
is m.i. wel wat gezocht, vervolgt spr. :y
„vindt men daarvoor het eene jaar een
commlissie, andere jaren allicht niet".
Meegedeeld wordt, dat voor 1893
aan onze gemeente 'n buitengewoon sub
sidie van f 7000 voor het onderwijs wordt
toegekend.
63
FANTASIE OF WERKELIJKHEID?
(Zie toelichting elders in dit mr.)