Woonden de Romeinen op Texel?
Oude en nieuwe spelling.
(Ingezonden.)
(Spelling-Kol lewijn. Red.)
Naar aanleid mg van liet artikel Oude en
Nieuwe Spelling in het nummer van 11
Juli, wilde ik opmerken, dat ik het vol-,
komen met u eens ben omtrent de bui*
gings-m.
Maar u mag de spelling-Marchant geen
wanproduct noemen: afschaffing van de
stomme ch en van de dubbele e en o in
open lettergrepen betekent wegruiming
Van een groot aantal struikelblokken die
Ide pedanterie van vroeger tijd op de weg
der schirijvenden geplaatst heeft. Dat er
nog zeer vele overblijven, doet hieraan
niets at.
De voorstelling, dat dit maar 'een klei-'
nigbeid zou betreften, is niet juist. Ja,
in de zeer gewone woorden maakt een ge
oefende geen fouten. Maar neem eens
een willekeurige reeks van woorden, b.v.
boze, blozien, broze, dozen, hozen (3 be
tekenissen), kozen (2 bet.), lozen (3 bet.)',
pozen, plozen, rozen, voze, en onderzoek,
eens hoevelen een dergelijke reeks goeti
schrijven volgens de oude regel, dan zult
ge iets andiers ervaren.
Ik heb eens in een vergadering van
twintig onderwijzers beweerd, dat nie
mand de Nederlandse taal zuiver schrij
ven kan, zelts al beperkt men zich tot
dagelijks voorkomende woorden; slechts
een der aanwezigen protesteerde en zei
je mag mij ex ami neren. Nu, als één recht
van spreken moest hebben, dan was hij
hiet: !hij was al dertig jaren hoofd ener
school en konrespondent van oen krant
en schreef novellen. Ik gat ihem drie
woorden op, hij schreef ze alle .drie tout.
-Een ulo-schoolhoofd (dat is iemand,
wiens teerlingen in de spellingkunstjes
geëxamineerd worden) zei, dat hij de
stomme ch met animo onderwees. 1 oen
ik hem vroeg hoe het woord schaars
geschreven moet worden, bleek bij dat
niet te weten. Kort daarna vroeg ik dit
VOOR ONS MUSEUM.
Foto's van A. Burdet.
Het verheugt ons, te kunnen meedee-
len, dat Texels Museum weer belangrijk
verrijkt is en wel iniet ruim twintig door)
de heer Burdet vervaardigde toto's, door
de totograat te;i geschenke gegeven.
'Wie zou er o,p Texel de heer Burdet
niet kennen, al was het maar bij name
alleen? Hij maakte naam als natuurvor-
schier en totograat. De toto's werden
meest op Texel vervaardigd en voldoen
hiet zijn immers Buinclet-foto's zoowel
technisch als aesthetisch aan de hoogste
eischen, terwijl zij, bekeken uit natuur
historisch oogpunt, van onschatbare
waarde zijn. We hadden het genoegen de
collectie te zien en, hoewel bekend met
hetgeen de heer Burdet op fotografisch
terrein presteert, werden we opnieuw ge
troffen door de uitzonderlijke kwalitaw
ten van zijn werk. De Voornaamste
Texelschie broedvogels zijn veirtegenwoor-i
idigd door vischdiefje, tuut, bontbekple-1
vier, strandplevier, kluut, zwartkopmeeuw,
zilvermeeuw, stormmeeuw, kievit en lepe
laar. Van du informaties in de Slufter en
achter De Westen zagen we traaie op
namen, alsmede een pracht-foto van
die SchotsChe kust met een leger Jan van
Oenten en een van het Naarder Meer met
zijn aantrekkelijke waterlelies en een
nestje op het water van het Zwarte
Sterntje.
Met elkaar een geschenk, dat voor ons
Museum een attractie te meer vormt. De
toto's zijn alle flink groot; de grootste
wel 30 bij 40 cM.
^Namens de Museum-Commissie werd
.aan de lieer Burdet een schrijven .gezon
den, waarin zij voor dit geschenk haar
groote erkentelijkheid Betuigt.
REMBRANDT OP DE FILM.
Onder regie van Alex. Korda wordt
door een Engelsche Mij. een Rembrandt*
film vervaardigd met Ch. Laughton als
hoofdpersoon.
aan een ander ulohoofd; die wist het ook
niet en wou me niet geloven, toen ik
het ihem zei. Een derde ulohoofd, aa,n
wie ik dit geval vertelde, zei: Goed dat
je mij niet gevraagd hebt, want ik weet
het ook niet...
En zo'n stelsel vindt nog verdedigers?
Maar Wat is het toch vreemd, dat de
Texelaars, die anders als de kippen er bij,
zijn om bet nieuwe en betere toe te pas
sen, in dit opzicht zo achterblijven. Ik
ken ze niet meer. In het nummer van het
Sneker advertentieblad, dat ik u bij dezen
zend, staan 9 zaken-annonces in de
nieuwe spelling, tegen 24 in de oude.
Sneek. S. DE BOER.
VAN DE REDACTEUR:
(Wij idanken de heer S. de Boer (onze
vroegere plaatsgenoot, destijds onderwij
zer aan de school voor u.Lo. alhier, thans,
gepensionneerd en te Sneek, Blocmstraat
18, woonachtig) voor zijn belangwekkende
mededeelingen.
Gaarne geven we ook anderen gelegen
heid, over dit belangrijke onderwerp hun
imeeniiing kenbaar te maken.
Welke ervaring deden dames en heeren
onder wijzers (es sen) op Texel op?
Tot welke conclusie leidt u bet vol-t
geilde bericht, ontleend aan de dagbla
den
Met de spelling-Marehant 1934 zou
het touten maken, vooral op de la
gere school, nu finaal uit wezen.
Bij pas gehouden toelatingsexa
mens tot diverse middelbare scholen
moet het omgekeerde gebleken zijn.
Zoo maakten caindidaten in een zeer
eenvoudig dictee van één bladzijde
nog 40 stevige touten. Gemiddeld
worden er meer touten gemaakt
dan voorheen, toen de examen-candi-
daten speciaal op de spelling werden
getraind. Nu men alleen „ontwikke
lend taalonderwijs" naar de moderne
principes schijnt te geven, ziet het
er met 'het feilloos schrijven hiet
best meer uit blijkbaar.
door C. S. PONGER.
Qp de platententoonstelling in het
Texelsche museum vindt men een reeks
platen uit P. van Cuyck's boekje over zijn
opgravingen in het Sommeltjesbergje, ten
oosten van die Waal, gedaan in November
1777. In deze heuvel van 4Va M. hoogte
en 42Vl> M. omtrek, vond Van Cuyck
eenige voorwerpen, die zonder twijfel Ro-
meinsch zijin. Terecht noemt Van Cuyck
't een grafheuvel. Gevonden werden een
emmer, met in de deksel tie tabri kants*
naam MATVTIO, een gesp, riembeslag,
bijl, mes, paardebit, kettingen om een
temmer boven het vuur te hangen en een
zeet met de smidsnaam ADRAXIVS.
De fabrikant Matutio is ook uit elders
gevonden voorwerpen bekend en woonde
in.de Romeinsche provincie Gallië (Frank-
krijk), ongeveer 90 m. Chr. Deze geheele
vondst is dus aan het einde van de
eerste eeuw na Chr. te plaatsen.
Hoe dit bewijs van contact van Ro
meinen met deze streken te verklaren?
Naast de genoemde vondst getuigt mis
schien nog een nuintvondst op Texel,
die Van Cuyck ook vermeldt, van eenige
relatie van deze streken met het Romein-'
sche rijk. De zeer onnauwkeurige afbeel
dingen, die van deze munten gegeven
worden in Van Cuyck's verzamelde brie
ven, ie.n hiet losse verband, waarin zij
genoemd worden, doen deze munten
vooralsnog voor ons van weinig belang,
zijn. Overigens komt de tijd van de mun
ten (10—111 m. Chr.) goed overeen met
■die tijd, waarin de S om meitjes berg ge
plaatst moeten worden. Trouwens, uit de
geschiedschrijving is bekend, dat in de le
eeuw n. Chr. de Romeinen zich in deze
noordelijke streken vertoonden.
Het gaat er nu om: hebben de Romei
nen kortere ot langere tijd op Texel ge
woond ot lreeft de inheemsche bevolking
toevallig, nu en dan, Romeinsche voor
werpen geïmporteerd? De geheel alleen
staande vondst in het Sommeltjesbergje
wijst noch oj> het eerste noch op het
laatste. Als bet importstukken van de in
heemsche bevolking waren ot indien de
Romeinen op rexei gewoond haci'len, dan
zouden zéér waarschijnlijk in de loop der
laren meerdere Romeinsche voorwerpen
gevonden zijn. Dit is nog steeds tot nu
toe niet het geval. Dit alles kloipt met de
algemeen aangenomen theorie, volgens
welke de Romeinen niet ot slechts een
weinig ten noorden van onze groote rivie
ren gewoond zouden hebben. Wel vindt
mien iii de noordeljjke deelen van ons land
Romeinsche voorwerpen, maar dan in een
geheel niet-Romeinsöhe,, inheemsche om
geving.
De vondst bij De Waal is echter ge-,
heel losstaand, zonder eenig verband met
een inheemsche bevolking?
Romeinsche schrijver-s noemen in ons
land drie zeemonden van de Rijn.
Eén, |n.I. die, welke naar „nechts at-,
slaat", is voor dit geval van beteekenis.
Deze rechter Rijntak was inet groote
waarschijnlijkheid de Vecht, die bij de
plaats Vechten uit de Rijn (nu Oude Rijn)
uuiiuaiiiiuiiiiiiniiiyiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
llllllllllilllllll ELCK WAT WILS. |||||||||||||||ir
IliUlillllllllülllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
HET GEVAAR IN DE AUTO
In 83 pet. der ongevallen met auto's
in Engeland is geconstateerd, dat naast
de bestuurder een dame zat. „1' Auto".
Moeten we hieruit afleiden ,dat een ga
lante chauffeur onvoorzichtig is?
NIEUWE TIJDEN
in The Star lezen we: De tijd is nog
niet gekomen, dat het als strijdig met de
wet zal worden beschouwd, om zich op
de openbare weg te bewegen, omdat dit
hinderlijk is voor auto- en motorbestuur
ders, verklaarde rechter Horridge onlangs
Neen, strijdig met de wet is liet nog met,,
Het is alleen maar levensgevaarlijk.
ST. MARGRIET (20 JULI.)
St. Margriet verwierf algemeene be
kendheid door het volksgeloof, volgens
hetwelk, als het op haar naamdag 20
Juli regent, nog gedurende zes weken
regenachtig weer te wachten is. Als re-
genbnengster verwierf zij het patronaat
over de tuinieren.
Zij was die dochter van een heidensch
priester uit Antiochië in Pinidië, ging
door toedoen van haar opvoedster tot het
Christelijk geloof over en sTierf als mar
telares in het jaar 275.
Zij wordt persoonlijk afgebeeld met
kruis ot palm ot kroon, als symbool vaip
het martelaarschap, terwijl zij parelen in
liet haar draagt als zinspeling op haar
naam Marganetba, hetgeen parel beduidt.
Dat zii soms staande on een draak
wordt afgebeeld, vindt zijn oorzaak daar
in, dat men haar in DuitsChland houdt
voor de maagd, die tot prooi voor het
monster van de Dracbenfeis bestemd was.
lu de middeleeuwen werd dan ook in de
processies te liarer eere steeds een draak
meegevoerd.
AR1TA.
Minister van Bnitenl. Zaken, tevoren
Ambassadeur in China, van Japan.
voortkomt en nu in bet IJselmeer uit
komt. Deze Vecht in gekanaliseerde vorm
is waarschijnlijk de zoo bekende Dru-
susgracht.
De plaats Vechten, het Romeinsche
Fectio, gelegen aan het scheidingspunt
was als het ware een zeehaven. Van
Fectio uit voeren de Romeinen door de
Vecht, via bet Flevummeer, naar de
Noordzee. Vondsten van wijdingsinschrit-
ten aan rivier- en zee-goden getuigen
hiervan. Fectio was het laatste Romein
sche station. Van Fectio uit kou men door
'n onzekere moerasstreek de zee bereiken.
Deze Vecht-Rijnarm mondde bij de
tegenwoordige waddeneilanden in zee uit.
Nu is de theorie van Dr. Holwerda, dat
een Romein aan boord van een schip op
een tocht van Vechten naar de Noordzee
gestorven is en aan de oever van eed
van de monden van deze Rijntak, die
langs de Waal liep, is hegraven ot ver*
brand en bijgezet, met eeregaven naar de
zeden van zijn land, onder een grafheuvel.
Dit is inderdaad, tot dat andere vond
sten het tegendeel bewijzen, een zeer
aannemelijke veronderstelling.
Als men het land in de buurt van De
Waal beziet, ontdekt men, dat het heel
goed mogelijk is, dat daar zulk een ri*
viermond géloopan heeft. Ik herinner
slechts aan de moerassige streek Laag
Waal, loqpende links en rechts van do
Laagwaaklenveg, van de Waddenzee naar
De Waal. De zee heeft in de polders»
alle sporen van een eventueele verders
loop uitgewischt. Misschien mogen wij
in de Slufter, het gat, dat, toen de zand^
dijk er nog niet lag, Texel van Eierlandy
scheidde, een uitmonding in zee van deze
Rijntak zien. Geologische terreinstudiën
zullen deze hypothese moeten steunen.
Samenvattend, moeten wij op grond van
onze tegenwoordige kennis zeggen, dat de
Romeinen niet gevestigd zijn geweest op,
maar wel bekend zijn geweest met het
land, dat later Texel zou wonden.
KROONPRINS MICHAEL (Roemenië.)
Kroonprins Michael van Roemenië komt
dn het najaar naar Engeland om zijn
studies aan een „public school", waar
schijnlijk Eton College, voorl te zetten.
Deze week ging de prins, thans 14jaar,
naar Zwitserland, waar hij jy'jn moeder,
prinses Helena, zal ontmoeten, die in
1926 van koning Carol is gescheiden.
Op onze foto ziet u links de kroon
prins, bij ©en bezoek aan een dier kloos
ters in zijn land, waarbij hij kennis
maakte met de oudste inwoner.
Illlllllilllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
llllll LANDBOUW FN VEETEELT
Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
BIETENAALTJE.
In jaren geen bieten op een bepaald
stuk verbouwd en toch bietenaaltje?
Behalve op suiker- en voederbieten
leeft het bietenaaltje ook op een aantal
kruisbloemigen, als koolzaad, raapzaad,
enz. en ook op kruisbloemig onkruid.
Door verbouw van die kruisbloemigen ot
aanwezigheid van zulk onkruid, kunnen
de aaltjes zich dus blijven vermeerderen.
Men li oude daar dus rekening mee in de
vruchtopvolging en in de strijd tegen
onkruid.
TEGEN STUIFBRAND.
De rijkslandbouwconsulent voor Zee
land schrijft:
Op vele tarwevelden blijkt dit jaar in
sterke mate stuifbrand op te treden. Som
mige soorten, b.v. Vilmorin 27, zijn dik
wijls sterk aangetast, wanneer zaaizaad
is gebruikt, dat niet met heet water otnfN
smet is.
Dat door heetwaterhehandeling, mits
nauwkeurig uitgevoerd, goede resultaten
te bereiken zijn moge blijken uit bet vol*
gende
Op de tarweproetwelden in Zeeland is
gebruik gemaakt van onbehandeld zaad
van Vilmorin 27. Het aantal stuifbramd-
aren, deze zomer geteld op een vijftal
peroeeltjes van dit ras, ieder van 1 aire
groot, liep uiteen van 406 tot 478 j>ep
veldje. Gemiddeld kwamen per are onge
veer 440 stuifbrandanen voor.
Op het z.g. vermeendaringsveld, ge
legen in de Wilhelminapolder, waar de
tarwegewassen worden gekweekt, waar
mede deze hertst de proefvelden worden
bezaaid, werd gebruik gemaakt van de
zelfde partij Vilmorin 27. Evenwel werd
hiervoor het zaaizaad met heet water ont
smet
In het peroeel Vilmorin 27 op het ver
meerdert ngs veld ter grootte van 'S are,
Kwamen slechts 6 stuifbrandanen voor,
dus gemiddeld nog niet 1 per are. Hieruit
blijkt duidelijk het uitstekende resultaat
in dit geval door heetwaterhehandeling
met genoemd toestel verkregen.
Bij ©en twintigtal andere rassen op het
vermeerderingsvejd, waarvan liet zaaizaad
eveneens behandeld werd, kwam geen en
kele stuifbrandaar voor, ook niet bij Be-
noist 40, welk ras op de proefvelden vrij
veiel stuifbrand vertoonde (gemiddeld 90
per are).
Ik meeij daarom iedere landbouwer te
moeten aanraden zooveel mogelijk zaai-
tarwe te gebruiken, die met heet water
ontsmet is, in het biezondier voor die ras
sen, waarin veel stuifbrand voorkomt.
Het ontsmetten moet evenwel met
groote nauwgezetheid geschieden en spe
ciaal moet worden gelet op het gebruik
van nauwkeurig aanwijzende gecontro
leerde thermometers. Overigens raadplege
men steeds tevoren de laatstverschenen
mededeelingen van de Plantenziekten-
kundige Dienst.
Voor een demonstratieproet op Texel
wordt zaad gevraagd van een akker, waar
veel stuifbrand in voorkomt. Degene, die
zoo'n akker heeft, wordt verzocht dit te
berichten aan de heer E. van den Ban,;
hoofd der Landbouwsohool. v.d.B.