Dr. Ir. M. D. Dijt over Plan-Deterding.
Texel en de Zuiderzeesteunwet.
w.
ffl
iS
m I
De zaai van Tiotel Texel was geheel
bezet, toen Dr. Ir. M D. Dijt, onze vroe<
gere plaatsgenoot, daar Zaterdagavond
op uitnoodiging van de Texefsche land
bouworganisaties een causerie hield over
het befaamde veelbesproken en veel
omstreden plan-Deterding. De dagbladen
gaven reeds verslagen van elders door
Dr. Dijt gegeven uiteenzettingen. In de
grond van de zaak stemmen deze versla
gen met elkaar overeen, maar toch
iedere week brengt nieuwe feiten, nieu
we gegevens, nieuwe critiiek, en zoo ver
telde Dr. Dijt hier veel biezonderhedien,
welke in de groote pers nog geen vermeit-
ding vonden
Het was de heer A. Keijser R.Jz.,
voorz. H.M. v. Landbouw, afd. Texel,
die namens de Organisaties een woord
van welkom sprak, in de eerste plaats tot
Dr. Dijt en diens familieleden en verder
tot het Gemeentebestuur en gem.-secr.
Jonker. In het biezonder verwelkomde
spr. Mr. Kamp, die zich deze avond voor
het eerst in een vergadering der Landfy
Org. bevond.
Vervolgens was het woord aan Dr. Dijt,
wiens vlot betoog, ook waar het moei
lijke economische vraagstukken betrof,
we hier in beknopte vorm laten volgeiu
ECONOMISCHE VREDE.
Toen Dr. Coliju de Oslo-conferentie
opende, gaf hij als 'zijn meening te ken
nen, dat bevordering van de economische
vrede noodzakelijk is, wil men komen tot
vermindering van de politieke spanning,
welke de wereld verontrust. Waardoor
mislukken pogingen tot herstel van hei
vrije handelsverkeer? Doordat men zich
geen rekenschap geeft van het feit, dat
de landen alle van elkaar afhankelijk zijn.
Toenadering is eisch. Terwij! in
Duitschland aan tal van goederen georek
wordt geleden, heeft men in Nederland
overvloed op menig gebied, waarvan ver
nietiging en productiebeperking de ge
volgen zijn. Het Plan-Deterding wil aan
de spanning een eind maken. De heer ue-
terding zonderde 10 millioen van zijn
vermogen af om er in ons land landbouw
producten voor te koopen; producten, die
men hier te veel heeft, maar waaraan in
Duitschland gebrek bestaat. De opbrengst
van de goederen doet de heer Deterdmg
ten goede komen aan de Winterhulp'in
Duitschland.
PRODUCTIE EN HANDEL.
Om te kunnen begrijpen, hoe zicli de
econom. spanning ontwikkelde, moéten we
inzicht hebben in Ihet verloop van de pro
ductie en de handel in die laatste eeuw..
De voorspelling van de Eiigelsche eco-v
noom Malthus, dat de bevolkingsaanwas
tot overbevolking en hongersnood zou
lijden, is niet bewaarheid. Sinds '1800
is de bevolking verviervoudigd, het le
venspeil verzesvoudigd en wel dank zij
de phenomenale ontwikkeling van pro
ductie en koopkracht in de laatste eeuw.
Toen iu 1929 de crisis zich deed gelden,
was men eerst van gedachte, dat deze
maar moest uitzieken. Maar de grond
slagen van de huidige samenleving ver
schillen zeer van die van vroegere gene
raties. Ze kunnen zoo sterke prijsdaling
niet meer verdragen, met als gevolg een
ramp, grooter dan ooit. Op internationaal
gebied is het er even zoo mee gesteld.
De laatste 100 jaar werd de vordering
van het oude Europa door plaatsing van
groote kapitalen elders grooteir en groo
ter. Het kreeg een actieve handelsbalans,
m.a.w.bet voerde meer uit dan het in
voerde. Dat moest op de duur spaak loo-
pen. Door de daling van de grondstoffen-
prijzen van 19251929 nam de activiteit
der handelsbalans at, rente en dividend
henen op, nieuwe credieten werden ver
strekt. In 1931 was de toestand zoo
scheef geworden, dat men moest „devalu-
eeren", om het evenwicht te herstellen.
De gevolgen van de oorlog en de noodi
lottigc uitwerking van het Verdrag van
Versailles deden zich meer en meer gel*
den. Amerika volhardde, hoewel na PUS
crediteurstaat, in zijn systeem: meer uit
voeren dan invoeren en wentelde zijn vor
deringen op Duitschland af, dat gebukt
ging ondier een oorlogsschuld van 132 mil
liard; dat dus veel moest uitvoeren 0111
danks de groote behoefte aan goederen
van dit door die oorlog verarmde land.
Nederland beperkte zijn uitvoer naar
Duitschland; onze regeering bemoeide zich
er mee (clearing) en bracht de export
terug in het belang van de betaling van
oude vorderingen op Duitschland. In
Nederland ontstond overproductie met als
gevolg: z.g. saneering, vernietiging, ver
koop van boter op Engelscbe markt tegen
lage prijs, enz. Opmerkelijk ïs echter, dat
de invoer in Duitschland van eieren en,
boter uit andere landen dan het onze
juist toenam. Het ligt voor de hand dat
die productiebeperking, gevolg o.a. van
■die geringere uitvoer naar Duitschland,
niet in het belang van ons land is.
Duitschland voerde altijd veel meer goe
deren naar Nederland dan wij uitvoerden.
Nu deze uitvoer nog 'beperkt werd, is
de handelsbalans nog ongunstiger ge
worden.
WAT GEKOCHT WERD.
Door de aankoop van 15 millioen Kg.
aardappelmeel is de economische positie
van onze Veenkoloniën verbeterd, door
bet betrekken van een paar millioen Kg.
kaas werd de kaasprijs verbeterd; de af
name van boter moest tot een vrij gering
kwantum beperkt blijven door de hier in
deze tijd tamelijk geringe productie; bij
de inkoop van eenige milhoenen eieren
werd steeds getracht die markt stabler te
houden; ongewone prijsstijging moest
worden voorkomen. Onbillijk was de cri-
tiek van eier exporteuTs-conoenthoudiers,
die zich benadeeld zagen. Doel immers
was n.iet hen, maar de kippenboeren te
steunen. Spek werd via de Regeering
als monopoliehoudster tegen een vaste
prijs betrokken. Verder wérden ingekocht
varkens, vette koeien, aardappelen en uien.
Aanvankelijk was het plan 15000 vette
koeien te koopen. Toen er 'echter 700
gekocht waren, liep die markt al zoo op,
dat matiging geboden was. Met elkaar
zullen er nu plm. 0000 gekocht worden,.
WAT HET PLAN BEOOGT.
Het Plan-Deterding is een stimulans
tot verbetering van de econom. toestand,
welke zoetjesaan reeds opklaart. Verge
leken bij de Duitsche handelsschuld van
12 milliard is het 10-millioenplan maar
weinig belangrijk. Maar zeker heeft bet
beteeloeniis in verband met Nederlands
uitvoer, welke 117 miIIice i beloopt.
Het Plan beoogt vermindering van de
huidige spanning en geeft Nederland de
vingerwijzing, dat we onze productie her
stellen en ons afzetgebied heroveren moe*
ten. Volstrekt waanzinnig is het te rjjce-
ncn, dat beperkingspolitiiek tot herstel
van de welvaart kan leiden. Meer welvaart
door uitbreiding van de productiemoge
lijkheden. Dat is de bedoeling van het
Plan-Deterding.
VRAGEN.
Op zijn met aandacht gevolgde causerie
met tal 'van voorbeelden, grafieken en ta
bellen verduidelijkt, volgt een dankbaar
applaus.
Van de gelegenheid tot liet stellen van
vragen maken gebruik: de heer H. Fne-
deriks, die informeert naar de mogelijk
heid van vergrooting van de uitvoer van
Zweden en Denemarken naar Duitschland;
mevr. Kamp, die vragen stelt over' die
econom. positie van de Ver. Staten in
verband met het oppotten van goud in
tort Knox; de lieer Jn. Vlaming, die o.m.
de bollen sa neerjng ter sprake brengt en
het gezegde van Goering: Liever kanon-
men daii boter.
De vragen worden in het kort beant-i
woord. Dr. Dijt betoogt hierbij o.a.: Door
vernietiging van de productie kunnen wie
de samenleving niet dienen. Maar wat
zien we De goederen wezen we at naar
mate de goudzucht toenam. De Godde
lijke gaven werden vernietigd. Maar we
moeten de goederen aanvaardenniet het
goud aanbidden (applaus). Zoo komen
we tot hooger welvaart.
De voorz. sluit hierop de vergadering
met de woorden: Namens de hieele ver
gadering, danken wij u, Dr. Dijt, voor
uw keurige, leerzame interessante inlei
ding. U heeft aangetoond, dat het Plan-
Deterding voor landbouw en veeteelt nut
tig heeft gewerkt en nog werkt. Daarvoor
danken wij u.
BB Een flinke beurs,
BB gevuld met duiten:
BE Daar kan ons Fanfare
gj niet buiten,
ffi Instrumenten kosten veel geld;
Als donateur dus Lr aangemeld.
PATER WITTE NAAR BURA.
Blijkens luchtpostbrief, gedateerd 25
Febr. t.L, is Pater Witte, hoofd van de
St. George-School te Waa, P.O. Mom
basa, Kenya, Br. O.-Afrika, overgeplaatst
naar de Kath. Missie Bura, P.O. Voi,
eveneens in de Engelscbe kolonie Kenya.
Een Iersche Pater zal Pater Witte te
Waa opvolgen.
De verandering is niet slecht. Bura is
een hooggelegen en gezonde missie met
veel zusters en groote scholen, 400 H.A,
eigen land, een riviertje, enz. Het ligt plm.
150 K M. van Mombasa, richting Nairo
bi, en wordt gerekend onder de kust-mis-
sies. Waa i s een echt koortsnest. Ik kan
niet zeggen, zoo schrijft Pater Witte ons»
dat mijn kracht of gewicht er bij hebben
geprofiteerd. Bura heeft, geloof ik, geen
muggen. Ik ben nu aan het inpakken en
overdragen, maar het kan nog wel een
paar weken duren, eer ik goed en wei in
Bura geïnstalleerd ben.
(In volgend nr. een interessante briet
uit Waa. Red.)
Een belangrijke vergadering was het,
waarin Maandag op uitnoodiging van de
Visscbersvereen. D.E.T.V. en de Coop.
Aankoopvereeu. Oosterend het Tweede
Kamerlid Th. Thijssen hier optrad. De
bijeenkomst werd belegd in de zaal van.
hotel Texel, welke geheel bezet was, en
werd geleid door de heer Jn. Henkes,
die in zijn openingswoord in het bie
zonder verwelkomde de leden van het Ge
meentebestuur en de heer Thijssen.
De heer Henkes wees op Tie groote
moeilijkheden, daarmee de visschers, ook
de vviervisschers, te kampen hebben, niet
alleen als gevolg van de crisis maar 'uo-
venai ten gevolge van de afsluiting van
de "Zuiderzee, welke velen broo'ieloos
maakt en tot aanmelding voor steun en
werkverschaffing noopt.
In het kort gat spr. een overzicht van
de pogingen, door de visschers, in samen
werking niet Gemeentebestuur en de Ka
merleden Drop en Cramer in het werk
gesteld, om 'het zoover te brengen, dat
de Zuiderzee-steunvvet ook op Texel van
toepassing zou worden verklaard. Doel
van deze avond zou zijn een motie aan'te
nemen, welke, ter kennis van de Tweede
Kamer gebracht, een aanbeveling in
houdt, om de conclusie van de Comm.
uit de Kamer inzake onderzoek toepas
sing Zuiderzee-steunvvet aan te nemen.
EEN DRAMA.
Een drama, dat af vijf jaar aan de gang
is. Zoo betitelde de h.eer Thijssen de
voorgeschiedenis. Daar zit ook heel wat
narigheid aan vast. Maar, zei spr., je
kunt nu ook zien, wat je door samenwer
king, door het kiezen van de juiste weg
en door de moed niet te verliezen kunt
bereiken. Er is in ons land nog recht te
vinden
DE DROOGLEGGING.
Een prachtig werk noemt spr. de
drooglegging van de Zuiderzee, maar aan
wie daardoor brood ontnomen werd,
moest danook hulp wonden toegekend.
Hierin te voorzien was het doel van de
Zuiderzee-steunvvet. Ben goede wet, maar
niet heelemaal naar mijn zin, aldus spr.
Ze geeft slechts steun, terwijl m.i. de ge
dupeerden RECHT hebben op een be
hoorlijke schadeloosstelling. Zoo mooi is
het echter niet en ik waarschuw bij voor
baat.
WAARSCHUWING.
Ook als je onder die wet valt, ben je
er nog niet. Je krijgt te maken met een
wirwar van bepalingen. De wet wil er met
een koopje afkomen. Je moet altijd op
passen, opdat er met je belangen reke
ning wordt gehouden. Het komt er voor
Texel dus niet alleen op aan, dat de ge*
meente onder deze wet valt, maar ook
op een behoorlijke toepassing.
TEXEL EN DE AFSLUITDIJK.
Valt Texel onder de wet? Wij meenen
van wel. Toen het met de visscberij ge
daan was en een wekelijksch inkomen
van 2530 gld. tot het verleden behoor
de; toen er geen wier meer gevischt ot
jgemaakl kon worden (er waren jaren dat
de opbrengst 7080 duizend gld.' per
jaar was); toen de inkomsten aldus
schrikbarend terugliepen, werd dit in on
middellijk verband gebracht met de af
sluiting der Zuiderzee. Naarmate de cfijk
vorderde werden die inesuftaten van he vis
scherij slechter. De conclusie lag voor de
hand.
TEXEL EN DE ZUIDERZEE.
Toch dacht men er in Den Haag anders
over. De Zuiderzee-steunvvet (verder aan
te duiden met Z. steunwet) geldt alleen,
voor wie op de Zuiderzee hun brood ver
dienden, meende de regeering, en onder
Zuiderzee verstond zij dan het gedeelte
zee ten zuiden van de afsluitdijk. Heel
merkwaardig, want alle aardrijkskunde
boeken kunnen ons vertelleij, dat de Zui
derzee in het N. begrensd wordt door de
lijn VlieHarlingen.
WAARAAN DE SCHULD?
Een tweede strijdvraag was: Is de af
sluiting wel schuldig aan het tenietgaan
der vviervisscberij. De regeering be
toogde, dat een ziekte het wier Tiad aan
getast, gelijk bij Canada en in de Oost
zee was geconstateerd. Zij gevoelde ook
daarom niets voor steunverleening.
Goede raad was duur. Een groot deel
van de Texelsche visschers werd werk
loos, was aangewezen op steun en werk*
verschaffing. Men moest föndkomen met
tl2.per week, eventueel met wat kin
dertoeslag. Is dat rechtvaardig, als de
Zuiderzee-afsluiting hen broodieloo's
maakte? Geen kleinigheid is het voor een
gemeente als deze te moeten opdraaien
voor zooveel werklooze visschers. Per
jaar kostte dat eerst wel f2000, later1
t1700. Wanneer van 100 man het inkomen
met de helft wordt verminderd, drukt dit
ook op de neringdoenden; de belasting
opbrengst mindert; de heele gemeente
lijdt er onder. Er was een tijd, dat Am*
sterdam 12000 diamantbewerkers met 'n
inkomen van f50.— had. Thans nog
maar een paar Juizend met inkomens van
nauwelijks 15 gld. Dit heeft tientallen
winkeliers geruïneerd.
Het gemeentebestuur van Texel" heeft
zijn best gedaan om te bevorderen, dat
aan de visschers recht zou geschieden.
23 JAN. 1933 ging zijn eerste briet
naar de minister. Hierop is veel corres
pondentie gevolgd, met als resultaat de
toezegging, dat de minister een en ander
zou overwegen. Wij zouden er wel meer
van hooren. Maar 'net antwoord liet
lang wachten.
10 APRIL 1933 stelde het soc. dem. Ka
merlid Cramer Minister Reijmer vragen,
waarop het antwoord was: Ik zal eer
lang een beslissing kunnen nemen.
Maar weer gingen er maanden voorbij.
Er kwam een nieuw kabinet en toen kre
gen we met minister Kalft" te maken.
NOV. 1933 kwam de beslissing: De
regeefing zeide van meening te zijn, dat
de ja;fsluitdijk aan de achteruitgang van
de visscherij op Texel geen schuld had
en dat Texel niet onder de Z.-steunwet
vieL
JANUARI 1934 stelde 't Kamerlid Cra
mer opnieuw de vraag, of er voor Texel
niets kon worden gedaan.
FEBR. 1934 a ntvvoordde Minister Kalft
Er zijn voor Texel geen maatregelen te
treffen.
MAAR! 1934 bracht de heer Cramer
de zaak in de Kamer ter sprake hij de
behandeling van de begrooting voor de
Zuiderzeedroogmaking.
8 JUNI 1934 antwoordde de Minister:
Wij hebben de zjak nog eens bekeken,
maar er kan voor Texel niets gedaan
worden.
HET GEMEENTEBESTUUR richtte
hierop een adres aan de Minister en ziette
de zaak uitvoerig uiteen, het stelde voor,
ingeval Van toepassing Zuiderzeesteunwet
niets kon komen, toch een extra bijdrage
te willen verleemen in de kosten van
werkverschaffing aan werklooze Tisscters
11 JUNI 1934 verzochten de Kamerle
den Cramer en Drop een onderhoud met
de Minister. Het resultaat was, dat deze
toezegde de zaak ter beoordeeling voor
te leggen aan de Generale Comm. voor
Zuiderzeezaken. Deze groote Commissie
benoemde een commissTe, waarin o.a. zTc-
ting hadden de heenen Wieth. K. Vlaming,
van Texel, Weth. W. de Boer van den
Helder. Deze twee heeren, aldus spreker,
vochten als leeuwen, ze 'hielden vol en
zetten de puntjes op de i'.
VOORJAAR 1935 kwam de Zuiderzee-
begrooting weer in de Kamer aan de orde
In het voorloopig verslag werd gevraagd
naar het resultaat van het onderzoek der
Commissie bovengemeld. De Minister gat
in zijn Memorie van Antwoord te kennen
dat omtrent dat onderzoek nog geen me-
dedeelingen konden worden gedaan.
VOORJAAR 1936: dezelfde vragen en
hetzelfde antwoord als voorjaar 1935.
21 FEBR. 1936 informeerde de heer
Drop nog eens of Texel nu onder de
Z.-steunwet valt of niet. Het antwoord
luidde: Gisteren 20 Febr. heb ik het rap*
port ontvangen. Spoedige afdoening zal
worden bevorderd.
1 MEI 1936 verzocht de heer Drop bet
rapport ter kennis van de Kamer te willen
brengen, maar toen antwoordde de Mi
nister dat bet onderzoek nog niet ge
ëindigd was.
10 JUNI 1936 trok de heer Drop de
stoute schoenen nogmaals aan. Hij ging
naar de Minister en vroeg hoe iiet er nu
mee stond. Antwoord: Nu komt liet gauw.
Maar bet werd 18 Juni. Toen herhaalde
Drop zijn vraag. Maar wat was toen het
antwoord: De Commissie heeft het ver
zoek van Texel AFGEWEZEN. Texel valt
niet onder de Z.-steunwet. Een leelijke
tegenvaller. Maar de Minister zei toe
aan de Minister van Landbouw en Vis
scherij en die van Soc. Zaken te zullen,
verzoeken aan Texel hulp te bieden.
Hierom echter werd niet gevraagd. Texei
meende terecht aanspraak te maken op
toepassing van de Wet.
EEN ADRES AAN DE TWEEDE
KAMER.
29 JUNI 1936 werd door D.E.T.V. en
Coop. Aankoopvereen. Oosterend een
adres aan de Kamer gericht. Dat zat
goed in elkaar; het stond op pooien. Dit
adres werd in handen gesteld van een
Commissie, waarin vijf leden van diverse
partijen zitting kregen: de heeren Duy-
maer van Twist, Van de Bilt, Krijger,
Drop en Westerman. 'Deze Commissie
kwam tot de conclusie
lo dat ie Z.-steunwet ook op Texel
van toepassing is, omdat de vis
schers wel degelijk op de Zuiderzee
hun brood verdienden;
2o dat op overtuigende wijze is
gebleken, dat de afsluitdijk ook
aan de Texelsche visscherij scha-