De Kleine Verpleegster. 12, Sp&cLcdje Texelsch Fanfare Wordt donateur! Niet langer wachten. Weg met gezeur. Brieven van Texelaars in den Vreemde. Aprilgrappen uit vroeger tijd. m wm wm m. VOOR DE VROUW. RECEPTEN. AARDAPPELPUREE. (4 personen.) Twee pond gekookte aardappelen, drie a vier kleine kopjes melk, een stukje boter, twee theelepels Maggi's Aroma, 'n beetje nootmuscaat. Maak de gekookte aard appelen fijn, vermeng ze onder roeren, met de kokende melk, boter, zout en ge raspte noot. Laat ze, onder roeren., even doorstoven. Roer er even vóór het op doen, de Maggi's Aroma door. DE NIEUWE MODE RAGLANBLOUSE, NO. 1491 Aan de hals een garneering van bandfluweel en een strik met vrij groote einden en lus sen. Als materiaal neemt u b.v. een kunst zijde met een gekleurde moes; dit is heel ■nieuw. Het fluweel dan in de tint van de moesjes. Patronen in de maten 42 t.m. 48. Prijs dertig cent. Gelieve de patronen te bestellen: Mu- zenstraat, Den Haag, Vereen. Persbu- reau's. Postzegels bijsluiten. NUTTIGE WENKEN. Voor het reinigen van met gedroog de modder bedekte schoenen: niet een borstel nemen tenzij het een stevige is maar een reep karpet, welke op blokje gelijmd is. Dat gaat dan best. Een leelijk geworden tinnen pulletje wordt weer mooi door het af te wrijven met krijt en ammoniak. Spoel het met schoon water na, droog het en behandel het daarna met poetskrijt. Houdt kastsloten regelmatig vochtig met machine-olie of petroleum, /tij zullen daardoor beter werken. Houdt de waschbakken van vaste waschtafels schoon met een weinig Brus- sche aarde of een andier schuurmiddel. Spoelt ze goed na. Mocht zich een vettig zeeprandje bij de afvoerbuis hebben af gezet, dan lost men dit op met kokend sodawater. Om houtworm te bestrijden, neemt men twee dee'.en zuivere gele was en vijf deelen terpentijnolie. De vaste bèstand- deelen lossen zich spoedig op. Voeg hier bij twee deelen poeder van Cayenne peper en roer dit er goed door. Als men deze melange voortdurend bij het op wrijven gebruikt, worden de houtwormp jes vernietigd en is de komst van nieuwe niet te vröezen. FEUILLETON 55 Jennie ging terug door de gang, die 't verpleegstershuis miet het hospitaal ver bond; en een trap op, en 'n stillie gang door, tot zij zaal 10 bereikte. Jennie was met haar lijden teruggekomen op de ipLaats van het lijden. Zij hier kenden de smart en de schrik en de wanhoop. Zij konden haar helpen. Zij stond in de schaduw van een pilaar en hier schenen de sternen door een raam, en ginds brandden de zwakke lichten van de zaai in eeuwige wake. Nu kwam die vreemde gedaanteverwisseling. zij zag de lichten veranderen die minnen zich oplossen. Een stap in de verte was een schildwacht ,die zijn strekke afliep, onder een buitenlandsche nachthemel. En hier had een leger nachtkwartier betrokken halt gehouden in de vermoeiende marseh voorwaarts ihet sein afwachtend, om op te trekken. Op te trekken naar de Vic torie. Ik weet het. Die wacht hen allen, voorbij het Westen. De boodschappendame kwam de vol gende ochtend weer en vroeg in de mid- INGEZONDEN. SOLLICITATIE DIRECTEUR T.E S.O. Den Helder, 2 April 1937. Geachte Redactie. Geboortig uit Texelsche grootouders en Texelsche ouders, doch zelf in Den Hel-1 der geboren, ontgaat mij nu door die ge boorte de kans, om met succes te sollici- teeren naar de betrekking van Directeur der T.E.S.O. In verband met de geno men beslissing om uitsluitend Texelaars m aanmerking te laten komen, zou ik wil len vragen: Is bij het oprichten der T.E. S.O. ook uitsluitend Texelsch geld ge bezigd of kwam toen ook geld van oud- Texelaars o'f zelfs van niet-Texelaars in aanmerking? Dankend voor de plaatsruimte. EEN DER SOLLICITANTEN. RIJMELARIJTJE. GROOTJE S RADIO. Grootje had de laatste jaren Veei van radio gehoord. Over spoelen, condensators, Microfoons, accumulators, Batterijen, en-zoo-v-oort. Grootje was dan ook besloten Tot het koopen van zoo'n ding. Reden, dat ze met de rente Van heur opgespaarde centen Naar zoo'n spoeltjes-winkel ging. „Ikke wil", sprak grootje groótschig „Zoo'n dradelooze lampenkist, Waarmoe ik dan muziek, verhalen, Zoo maar uit de lucht kan halen". Dat was alles, wat ze wist. De verkooper legde rustig Alles aan het oudje uit En gemoedelijk verklaarde Hij de overgroote waarde Van oen se'eetief geluid. Maar wat wist het oude menschje Van die vreemde woorden af? „Selectief" kon haar niet schelen, Hoofdzaak was, dat het kon spelen, En maar skoone dingen gat. „Kijk, juffrouw", zoo sprak de hand'laar, In zijn hand hield hij een strook „Op dit briefje staat te lezen Wat voor moois er zoo mag wezen, Eu de kilocycles ook". „Kilo's zeit u?" snipte grootje, En ze trok een vreemd gezicht. „Heb je 't ooit zoo zout gegeten Dat moest opa nog eens weten^ Ook muziek al bij de wicht". HUIB DE RIJMELAAR. VODR DE SCHOONMAAK i PAKKEN VOOR dag kwam de bus van liet station inet de groote Florenz. De staf kwam samen in de vergader zaal en werd daar door de groote bezoe ker toegesproken. Hierdoor was het later dan gewoonlijk toen de hoofdverpleegster haar ronde maakte, en het laatste kwam zij aan za?i 10, en aan de aparte kamer, waar baron Keating lag. Het eerste wat haar opviel, toen zij op drempel stond, was, dat hij sliep. Voor zoover zij wist, had hij nog nooit gesla pen op dit uur van de dag. Al lag hij iveel veel met gesloten oogen, hij was altijd onrustig en zijn handen bewogen onop houdelijk onder het dek. Maar dit, zag zij, was vreedzame .gezonde slaap. Zij ging de kamer binnen staarde stond ver steend. Jennie had hard gewerkt, met behulp van de boodschappendame. Terwijl de be roemde chirurg de staf toesprak, had Jennie die muren kleur gegeven, de kwast bewegend in een razend tempo, gevaarlijk halanoeerend op ieder tweetal voorwer pen, dat zij maar op elkaar kon krijgen. In gevaarlijke hoeken overhangend, en doodsbang niet, dat zij betrapt zou worden, maar dat men het haar zou be letten. Schroeven maken geen lawaai er waren er ingedraaid boven de ramen, en nu omlijstten zijden draperieën dé kleine rechthoekige hemel. Kussens, een lamp met zachte kap, een bonte sjaal Vereeniging, Z.-Afrika, Maart 1937. EEN KAFFER-BEGRAFENIS. Mijn vorige brief besloot ik met te ver tellen hoe een kafferbegrafenis .plaats heeft. Daar is nog veel van te vertellen, maar ik mag niet teveel ruimte van liet Texelaartje in beslag nemen, al mag ik nu en dan vernemen, dat mijn brieven iri breede kring met belangstelling gelezen worden, wat me natuurlijk erg aangenaam is. Eerst nog iets over wat er na de be grafenis van die kafferzoon gebeurde: Een kopje, een lepel en een gescheurd glas werden als gedenkteekens op het grafheuveltje neergezet. Zulke „gedenk teekens" zie je hier meestal, voorwerpen, die de doode in zijn leven bezat ot ge bruikte. Zoo zag ik op het graf van een kind een speelgoedauto'tje, een pop en.... een zuigflesch. Qp een ander graf trof ik een beele rij medicijnfleschjes aan, sommige nog half ^gevuld. Deze waren door de doode in zijn feven gebruikt en stonden hier nu in het zand, bij het medi cijnglas. Een paar maal zag ik een elec- trisch lampje. De wehviltende kaffer, die, belust op mijn „stompie" sigaret, mij dit alles uitlegde, vertelde, dat daar iemand lag, die bij een electr. centrale had ge werkt en daar gedood was. Eigenaardige symbolen. Daar zit iets diep ontroerds in. Hier |staat een trekpot, daar een kopje met of zonder oor, net zooals het ge bruikt werd. Ginds steekt heel zonderling een rammelaar of zuigflesch in de lucht. Vreemd, vreemd. Het zijn niet altijd voorwerpen, die de overledene in zijn leven gebruikte, ot die zijn dood veroorzaakten. Een electrisch lampje treft men vaak aan, omdat de kaffer het zoio mooi vindt. William, mijn boy, vertelde me, dat hij op zijn moeders graf een „baje mooie teepot" had gekocht. Als het maar mooi is 'en glimt, dan is de kaffer tevreden. Het viel mij hier ook op, dat de graven hier „in voorraad" gemaakt worden. Toen ik na afloop van de plechtigheid de stoet zag wegrijden, moest ik denken aan een kerkhof, dat ik eens zag in Genua: Eigen lijk een galerij van honderden kunstwer ken. En nu - stond ik hier in Kaffer- land, en keek ik naar de melkkan-zonder- oor, een trekpot, een drinkkroes en een wekker. Wat zijn er in de wereld toch uitersten. Achter de voorloopers van de Stoet, alsmede een der ouderlingen en een an dere deelnemer aan wandelde ik naar het dorp tarug. De voorlooper vertelde zeker de laatste mop, want de anderen schater den van de lach. Het bljjven kaffers. over de witte ziekentafel, boeken. En op de vloer een klein, maar prachtig Oos- tersch tapijt. De kamer was inderdaad prachtig. De hoofdverpleegster zag dit niet. Zij stond midden in de schoonheid, en' merkte er niets van 'op. Van haar stand-i punt was dit even verschrikkelijk, als wan neer Jennie in de vlaggestok was geklom men en de Amerikaansche vlag was gaan beschilderen. Bevend van woede ging zij terug Maar haar gainer en liet Jennie soepen. Dit was nu was het uit. Ze had dr. Huffv nog zoo gewaarschuwd. Jennie was op haar kamer, toen de ver wachte oproep kwam. Daar was zij heen gevlucht, toen-de-kordate stap van de hoofdverpleegster galmde in de gang van zaal 10. Jennie was bang. Zij voelde zich alleen, zij had niemand, en ze wou maar, dat ze al die dingen niet zag, die haar telkens in moeilijkheden brachten. Zij sloot haar oogen voor wat er ko men moest en zij herleefde nog eens dat oogenbiik van zoet loon, 'toen het licht begon te dagen op dat hongerige gezicht. Toen kleur en nog meer kleur de woeste nij van witte ruimte op de muren van baron Keating bedekte, zag zij hem tot zichzelf komen. Het leven in het hos pitaal had Jemnie tal van groote momen ten gegeven, maar niet één, dat zoo grootsch was als dit. Zijn stem bleef haar werk volgen. Menigmaal ruw en smakeloos. De nar en de versch gestop bloedworst. 1. Reeds in de middeleeuwen 'hebben menschen er van gehouden, elkaar op eerste April er in te laten loopen. De; liefhebberij ging destijds zelfs zoove dat hooge en hoogste heeren zich d eigenaardigste Aprilmoppen ver oor looi den. Men sloot weddenschappen at ovi de vraag, of men iemand er 1 April tu schen zou kunnen nemen of niet. Zoo wedde PHILIPS DE GOEDE een met zijn hofnar; won de nar, dan zou een bundel dukaten ontvangen; won koning, dan had de nar zijn leven ve sj>eeld. De 31e Maart bedronk de nar zich zo dat hij eerst de 2e ^pril niet .gewei moest worden gewekt. Men bracht h naar de gerechtsplaats en dwong hem Zij hoofd op liet blok te leggen. Daaro werd hij z.g. onthoofd; men sloeg hei echter niet met de bijl, maar de handig beul liet deze precies terecht komen een versch gestopte bloedworst, die me de nar in 'de nek had gelegd, zoodat fw bloed hem over nek en hoofd liep. De ik viel zonder een kik te geven om en toel de koning hem zoo zag vallen, vventelenl in het bloed, betuigde hij luide zijn leen wezen over. het droeve uiteinde van zijl goede nar. Deze,, die alles zelf tevortl in scène had gezet, stond ijlings op, zon dra hij de woorden van deelneming hooi de en hield zijn hand "op voorde bui dePdukaten, die hij had verdiend. Ruw en smakeloos waren vaak d Aprilmoppen, waarmee PETER 1)1 GROOTE zich vermaakte. Zoo liet hl eens een groote stapel hout in brand ste' ken, om daarop na het brandalarm ti hebben laten geven, zijn getrouwe onder danen te ontvangen met een luid: „Apr April!" Een droge Maart is geld -waard, Als 't in APRIL maar regenen wil. Een natte APRIL Is de boer z'n wil. APRIL, kouid, guur en nat Geeft room en boter in het vat. APRIL, grasmaand. In het Latijn: Apn| lis, van het werkwoord aperine (openen! hetgeen Ziet op de ontluikende natuur. VOOR ONZE SCHAKERS. NIEUW PROBLEEM. imk.Ch «Imm. Zwart: Ke2, Tb7, Lh2, pi b6. Mat in zetten. (Opiossing volgt.) O, prachtig, prachtig. Wat daar ee; licht valt en hier. Laat 't me eens aan,ra ken. Mijn kleuren zijn nog heerlijker,da ik me herinnerde. Zij hebben allemaa een geschiedenis voor me een kleii paadje loopt uit dat blauw, en dat gouc| en dat diejze crème 't loopt naar ee of ander onverwacht idee, ot naar ee dag, dat ik goed schilderen kon. Ziji rustelooze, fijne handen bewogen onnp houdelijk, en leidden hen. Daar. Nö da's te stijf 'n beetje deze kant op Ja, zoo is bet mooi. Zij was bang geweest, dat het hem o zou winden. Maar het had hem juist vned en rust gegeven, en toen zij klaar ware: (o, goddank klaar en niemand ha hen gestoord, of gemerkt wat zij uit voerden) had hij diep adem gehaald ii volmaakt geluk. Nu ben ik weer thuis, Jennie ein delijk. 't Is weer net of ik in mijn ate lie ben en ik zit weer vol heerlijke plannen die daar in me zijn opgekomen. Wat moe ik tegen je zeggen? Ik heb geen woorden De herinnering aan 'dit geluk brach Jennie hoop. Misschien had de hoofdver pleegster zijn groote vreugde gezien,vva: zij gaan begrijpen, dat Jennie niet andei had gekund. Die gedachte gaf haar moed En dus trok Jennie met nieuwe hoop, ei met 'n tamelijk bleek gezicht, er dappe op uit. (Wordt vervolgd.) O--) i 8 S1EM DE WAAL. i ft» ft ft a be de fg h Wit: Ka2, Ta3, en fl, Lb8 en h7, Pb en e3.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1937 | | pagina 4