L ONS FOTOHOEKJE. HAAR BESLUIT. No. 21. HENK BAKKER. Henk wordt 8 Juli 1937 negen jaar; hij woont in Den Burg aan de Koogerweg. VOOR DE VROUW. RECEPTEN. KOMKOMMERSLA (4 personen). 2 groote of 3 kleine komkommers, eetlepels sla-olie, 2 a 3 eetlepels azijn 2 theelepels Maggi's Aroma, 1 theelepel zout, 1 preitje of wat gehakte peterselie.' Schil de komkommers, schaaf ze in plak jes en maak ze aan met de door elkaar geroerde olie, azijn, Maggi's Aroma en zout. Strooi er de fijngehakte peterselie ot de gesnipperde prei over. Volg vooral niet de ouderwetsche methode, die voor schrijft, dat komkommers eenige uren van te voren met zout moeten worden be strooid en dat het uitgetrokken vocht dan moet worden afgegoten; daardoor gaat 't grootste deel van de komkommers waar deloos verloren. Maak veel liever de kom kommersla klaar op het laatste oogenblik, vóórdat ze zal worden gebruikt. NUTTIGE WENKEN. Zinken voorwerpen reinigt men door ze te schuren met zout en azijn. Ketelsteen kan men verwijderen door in de ketel water met een scheut azijn te koken. Eieren kan men iets langer versch houden door ze in te wrijven met olie1 of glycerine. Bruine vingers van uien- ot aard appelschillen kan men schoonwrijven met een uitgeperste halve citroenschil. Daarna gewoon wasschen. Om te voorkomen, dat gekookte melk een kooksinaak krijgt, kookt men ze onder voortdurend roeren en koelt men ze af in koud water. De eerste maand, dat een nieuw kar pet op de vloer ligt, moet men er nietj met een rolveger of een stofzuiger aan komen. De eerste maand gebruikt men alleen een schoone karpetschuier en schuiert men daarmee zorgvuldig, op de ouderwetsche manier, en met de draad mee. KORT VERHAAL. Toen Qerda huiswaarts ging zag ze vanuit de trein Joop op het trottoir. Zei rekte zich om hem nog even goed te zien) Er trok een blos om haar wangen. Bespottelijk dacht ze, nu nogna ai die jaren. Ze keek met donkere oogen de trein rond. Niemand van die menschen wist dat zij eens gehoopt en verwacht had, dat die man haar vragen zou, endat hiji een ander trouwde. Zoo kon je in het leven in een minuut langs "je vreugde en verdriet rijden. Ze glimlachte. Alles was zoo anders gegaan. Joop, die Loes verkoos boven haar, Loes, het zon netje, wier leven maar zoo kort zou zijn. Met de geboorte van de jongen gestorven. Zeven jaar was dat nu Heerlijk, dat zij haar werk had, je kwam niet ver met droomen en tobben., En ze had geboft ook. Hoofdverpleegster van het kinderziekenhuis. Met een schok stond de trein stil. Gerda stapte uit en liep met haar flinke passen het ziekenhuis in. Toen ze haar kamer binnenging, trof het haar hoe gezellig en zonnig die was., Witte narcissen voor het open venster en bij haar stoel de tulpen. Voorjaar, blauwe lucht en zoo'n zachte geur. Bij het kammen van heur haar keek ze in de spiegel. Een bleek gezicht met don kere oogen. Nee, zij was niet het type voor Joop geweest. Te ernstig misschien, en toch DE NIEUWE MODE ZIJDEN JAPON. met overrok en bolero. A 469 Een der laatste modenieuwtjes zijn o.a de overrokken, die over bedrukt zijden japonnen gedragen worden en met enkele knoopen sluiten, terwijl de rok aan een rechte band gezet wordt, die met een een voudige gesp sluit. Van dezelfde stof wordt een bolero gemaakt, die echter iets langer is dan de meeste gangbare mo dellen en ook niet de afgeronde lijn heeft aan de voorpanden, terwijl er lange mo derne mouwen aan gezet zijn. De stof wordt in overeenstemming met de fond der zijde genomen. Zwart of donkerblauw zullen het meest gekleede geheel geven terwijl men de bolero met effen kunst zijde kan voeren. Men kan de omtrek van de bolero en rok b.v. afwerken met zijden: tres. Het geheel biedt verschillende mo gelijkheden, omdat men de japon bij warm weer zoo dragen kan, terwijl men haar verder óf met bolero óf met overrok ót met beide draagt. De japon heeft een hooge halsafwerking, met zeer smalle biesjes van zijde gegarneerd, terwijl kleine met watten opgevulde bolletjes aan de uit einden hangen, wat heel aardig staat. Drie kwart lange mouwen. Voorbaan met gedeeltelijk opgestikte smalle plooi, die op kniehoogte uitspringt. Patronen van overrok en bolero in de maten 40—4244, evenals van de japon, die apart besteld en berekend wordt. Kost 30 ct. Gelieve de patronen te bestellen: Mu- zenstraat, Den Haag, Vereen. Persbu- reau's. Postzegels bijsluiten. in die enkele weken, toen hij zich uitslui tend met haar bemoeide, om haar zich moeite gaf, had zij het toen zóó mis ge had, dat zij meer voor elkaar beteeken- den dan vrienden. Nu, zelfs nu wist zij dat. Tot Loes kwam met haar schalksche lach en open vraag-ioogen. Haar rappe maniertjes. Ze kon daar niet tegen op. En het eind was, zooals in alle roman netjes, hij trouwde 'de ander Ze lachte tegen haar spiegelbeeld. En ik hen het toch ook zoo kwaad niet. Ze keerde zich om. Een der meisje^ kwam binnen met een kaartje. Of u deze heer kunt ontvangen Mr. J. W. Lanset, las ze. Het is goed. Niets verried het sneller kloppen van haar hart, toen zij naar de deur ging. Dus hij was op weg naar haar, toen ze hem in de trein zag. Gerda Joop. Vreemd, dat ik bij je kom, Gerda, zei hij, nadat hij gezeten was, maar ik heb je heel wat te vragen. En toen, met zijn gewone openhartig, heid, die ze zoo goed van hem kende, vroeg hij haar ten huwelijk. Hij sprak over het korte jaar met Loes over zijn jongen, Ben, die grooter werd, het gebrek aan huiselijkheid, om hem en het kind. Stil rustten Gerda's handen in haar schoot. Als alles je zoo wordt toegeworJ pen, leek het van geen waarde. En hoe kom je er toe, om aan mij te denken? Omdat, zei hij eenvoudig, ik vóór Loes, er dikwijls aan gedacht heb, dat jij de vrouw voor mij zou z'ijn. Ze lacht even wat minachtend. Illlilllllllll VOOR DE JEUGD. 31. Daar had Kees het dorp bereikt. 'Hij reed de wagen met vader en Lijsje voorbij. Eerst schrok vader, maar daar na moest hij toch heel erg lachen. NIEUWE PRIJSRAADSELS. 4. Vul eens in Met Mneemt het af Met Gis het niet dichtbij Met Hgeeft het last. 5. Een heerlijke vrucht. Verlies ik de eerste letter van mijn naam, dan vind je mij b.v. in de paardenstal. 6. Pluk uit deze zin eens een lekkere vrucht: Kijk, er staat een man op het dak. (De letters moeten op elkaar volgen.) Inzenden na no. 9. Met vriendelijke groeten, Jullie OOM KO. DE PRIJSWINNERS. De oplossingen der laatste negen raad sels zijn: 1. Een kwart el is 17 cM. 2. Slang. 3. Balk. 4. Brak. 5. Papier. 6. Kerkerade. 7. De letter S. 8. Tamboer. 9. Spijker. Wan neer een raadsel twee oplossingen toelaat, tellen beide mee. Briefjes mocht ik ontvangen van Nellie Bakker, Marie Reij, Rika Bakker, Corrie van den B;»n, Annie Zijm, Annie Buisman, Martha Witte, Dora van Heerwaarden, Corric en Luit Bakker (natuurlijk mag je de fout veranderen, hoor. Fijn, dat jullie; weer meedoen.), Antoon van Heerwaar den, Pietje Eelman, Trijnie Eelman, N. Roeper, Dirk Krijnen, Reina en Pietje Bos, Kees Koorn (Kees, die in Eierland woont, werd Maandag 12 jaar. Wel gefeliciteerd, hoor.), Adri Flens, (fijn, hè, dat je zoo) dicht bij het Vliegveld woont. Natuurlijk ga ik er ook heen, maar ik kan je niet beloven, dat ik even aanloop, want er wacht me heel wat werk. Ik dank je vriendelijk voor je uitnöodiging, Adri), Trijntje en Cornelia Henkes, Piet Kok, Hetty, Frans en Karei Roeper. Bij loting werden de boeken toegewezen aan MARIE REIJj., te ANNIE BUISMAN, 12 j., Den Burg. REINA BOS, 12 j., Dijkmanshuizen. (Uittekiezen in Boekhandel Parkstraat.) 32. Grauwtje holde maar voort. Wa lachten de mensen. Het was ook we een mal geval. Bakker Witmuts zoi proberen de ezel tot staan te brengen. DENKSPORT. Antwoord op de vraag van vorige week Piet gaat bij rukjes omhoog door de z.g, middelpuntvliedende kracht. Begrijp je hei niet goed? Met weinig woorden kan il het hier niet duidelijk maken. Vraag je ouders maar eens en anders aan meester VAN EEN ECHTE DWERG. Beroemd geworden is de dwerg, die John Worrenburgh heette. Hij werd in Londen geboren en werd maar SO cM. lang. Door het hele land trad hij op. Zijn glansnummer was: Zijn reizen in een koffer. Maar in 1887 liet een onhan-1 dige matroos hem met koffer en al te water vallen. Toen was het uit. En denk je, dat ik dit alles verlaten zal? Ze wees de kamer rond. Mijnwerk mijn leven hier, de kinderen waar ik van houd. Joop keek haar aan. De kinderen waar je van houdt? Bij; mij is er een voor wie je alles zult zijn. Zal ik ook alles zijn voor jou? Maar dat zei ze niet. Ik weet niet, Joop, ik kan niet zoo besluiten. Eerst moet ik de jongen zien, kom Woensdagmiddag met hem, daarna zal ik je zeggen De Woensdagmiddag bleek een fiasco. Stil zat het ventje op zijn stoel en hield de oogen neergeslagen. En Gerda, die zoo verwonderlijk goed met kinderen kon omgaan, slaagde er niet in hem aan 't praten te krijgen. Hij wast doodelijk verlegen. Van tijd tot tijd keek hij schuw rond. Als Joop met hem sprak,, gaf hij zachte antwoorden, voor Gerda onverstaanbaar. Ze zag die twee hoofden bij elkaar, Joop en Ben, het kind leek op Loes, zon der het levendige, frissche. Het werd Gerda of ze hier niet hoorde, niet hier in haar eigen kamer, waar diet twee waren. Ze kon de vrouw niet weg denken van de man en de moeder van het kind. Als het ventje vriendelijk was ge weest In de dagen na Joop's vraag had ze vreugde gevoeld, vreugde om wat ze zou kunnen zijn voor beiden. Nu lag achter die vreugde angst. Het klokje op haar bureau tikte hel door de stilte heen, die deze drie rrevanL gen hield. Gerda, haar oogen op het kind, stond op. Ze gaf de houten beer, die op haan schoorsteen stond en waarnaar zij hem' EEN HANG„MAT". Zo'n hangmat maak je met behulp van duigen van vaten. Maak er aan beide kan ten kerven in (fig. 1—2), knoop ze met een sterk touw aaneen, zoals fig. 3 laat zien. Je kunt zo'n hangmat gerust in de regen laten hangen. had zien kijken. „Je mag hem houden". Ben keek niet op, rood werd zijn ge zicht, doch zijn hand sloot zich stevig om, het dier. Zelfs Joop kon zijn „dank u" maar amper hooren. Gerda had nog geen besluit genomen, nu wist ze het. Ze deed het niet. Hier was haar werk. De kinderen, die kleine stak kers, die van haar hielden, die om haar hals vlogen. Met iets als triomf zei zei „Zullen we de kinderzaal gaan zien, 't is juist bezoekuur." Joop zou daar begrijpen, hoe noodig zij daar was, dat ze dit niet kon opgeven. Wat onwennig gingen ze gedrieën door de zaal. Ben met de beer in zijn armv Maar het was niet, zooals Gerda ge dacht had. Op dit uur zat bij elk kinder bedje de moeder en hoewel Gerda met ieder wat sprak en lachte scheen niemand haar noodig te hebben. Geen verrukte uit roepen van „Zuster, hoor eens, zuster", die ze zoo gewoon was. Anneke, de liefste van allen, die toch zoo dol op haar was, hield haar kopje op moeders schouder, wilde haar niet zien. Door de tuin liepen ze nu terug. Op het pad, in het lichtblauw van de lucht, in 't zachte groen was veel voorjaarszon. In Gerda's hart was eenzaamheid. Ze dacht: „Mijn werk, die man met zijn kind, het valt alles tegen, ik ben te veel". Ze voelde een zacht duwen tegen haar arm. Het kind schuchter, stopte zijn handje in haar hand. „Ik ben er zoo blij mee", zei hij, terwijl hij met de andere de beer omhoog hield. Zijn oogen schitterden. Ze boog zich tot hem over. Twee lipjes op haar wang. Ze kuste hem terug. Oven zijn hoofd lachte zij Joop toe. ,,'t Is goed", zei ze, „ik kom bij jullie". Illllliiiiiiiiiiuii

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1937 | | pagina 4