TRIUMPH
em
\T
«ms jssfL o
V*
Uiredaoeafj^SSA
52s" Jaargang
Zaterdag 21 Januari 1939
No. 5328
c
Ruwe handen
lrg
Cz.
ld.
SLECHTS
1 CENT
EN
TOCH.
'N TRIOMF
VAN SMAAK
s *oU"r'
!AAT
EERSTE BLAD.
90 c
lar
ren
AAT
;ur
KEN UZELF.
acht
uur.
Hoe Texel in 1813
de Franschen verdreef.
p.;T. -
>A;so|roAaotS™v-;
V -8 Bokurr'
C^\V)MP/A
F" te» 7W
Gorkoar Szt-
.A, -
S5YÏA3SAOEA
.;a'AnUJoO'- As:.
0^-
Debra
Markos
O
^OESSAtóVft.
•TAMAMeSfe
"Cessie
Warra
Hailoe
Ankober'Jg^S"jfS.
ADD8S -
ABEBA 1
Awasj
Harar
e sluit
i ver-
TEXELSCHE COURANT
iu van
ct pp
-marg.
d
rg 9
lureau
efs in
E ij er-
at een
erland
op de
Eijer-
in. a.s.
t nam.
?e zijn
is van
ont-
aij het
id
rzitter
etans.
Illllliiiiiiimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiuiiiumiuiiimiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiii
HUI VOOR DE ZONDAG ||||||l!llll
lllllliiiiiuuiitiiiiiiimiiiiiiiiiMuiuiinuinuiimiuuiinniHnnNiHiiuiMMillllll
I Wie de macht van liet zelfbedrog bij
zich zelf en bij anderen heeft kunneni
gadeslaan, die zal ook weten, dat een der;
'beste dingen, die een mensch zichzelf
kan schenken, het streven is om waar je
gens zichzelf te zijn. Daartoe behoort
echter een werkelijk zeer waakzame me
thode, die zich laat gelden bij de geringste;
aanleidingen, dat iemand zichzelf wil m.s-i
leiden, b.v. als bii de bekende en gebrui
kelijke uitvlucht, ik heb geen tijd. Vele
on geoorloofde stappen, zouden niet ge
daan zijn als men waakzaam was geweestt
en eerlijk en oprecht jegens zichzelf.
I Daarom geeft de gewoonte van een on-
b.i i mhartige zelfbeoordeeling zoo'n groo-
te bescherming, juist voor inenschen met;
een rijk zieleleven. Echte helden der
oprechtheid en waarheidsliefde zijn niet
uitsluitend zij, die in het openbaar pal
hebben gestaan en getuigenis van waar
heid hebben afgelegd, maar men vindt ze
Vooral bij hen, die in de stilte der zelf
beoordeeling tegenover de overheerschen-
de macht der eigenliefde de moed beza
ten om de dingen bij de ware naam te
noemen. Ibsen beschrijft in zijn drama
„Volksvijand" de badarts, die de moed
heeft om in strijd met alle stoffelijke be
langen van het heele dorp de moerassige,
bodem der badplaats voor besmet te ver
klaren. Maai- nog veel meer waarheids-
Bioed heeft hij, die in het geheimste on
derhoud met zichzelf, het besmette moeras
bij zichzelf onverbiddelijk durft erken
nen en aanwijzen.
I Hoeveel kracht voor zoo'n zelfbekente
nis noodig is, heeft een Fransche schrij
ver ons aangetoond. Menschelijke hande
lingen, zegt hij, vloeien vaak voort uit 't
Oogmerk om voor de zelfkennis uit de
we<r te £ian, deels wegens de dingen, die
men geuaan heeft, maar die men niet in
't ware licht wil zien; deels wegens de
dingen, die men van plan is te doen. Vol-
§ens hem kan echter alleen het geloof
e mensch in staat stellen om de aanblik
van zijn innerlijke verwaarloozing te ver
dragen, zonder daaronder te bezwijken,
of tot wanhopige leugenachtigheid te ver
vallen. Wie de waarheidsemst wil keren
begrijpen en de leugengeest krachtig wil
aangrijpen, die dwingt zichzelf tot ge
wetensonderzoek, niet in de beteeken s
van een bloot tobben over zichzelf, maar
in de zin van innerlijke waakzaamheid en
eerlijkheid tegenover alle pogingen tot
vermomming, waarmee de eigenliefde cn
de begeerten aan het woelen en gisten
der lagere machten gelegenheid trachten
te verschaffen.
foto, I ZONDAG 22 JANUARI 1939.
Doos 30-60ct. Bij Apotken Drogisten
Lode-
eiding
voor
Voor
einak-
kenen
esgeld
1.95.
kun-
gratis
iroom
DER-
li:;iii'.iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiii;i!ll
VOOR HOOFD EN HART. Ii:ii|!li!l|
iiiiiiii!IIiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiIiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiii;iiiI!II!I
ZONDAG
Men behoeft zich niet te schamen voor
hetgeen geen schande is.
MAANDAG
De mensch, te bros van stof, magh qua-
lijck tegens weelde en al te groot een,
lof. Vondel
DINSDAG
1 Wij klagen wel eens, dat onze dagen
ioo weinige zijn, maar handelen niet zei-
men, alsof er geen einde aan komt.
WOENSDAG
In de blik onzer oogen, in onze glim
lach, in onze begroetingen, in onze hand
druk, in alles schuilt een bekentenis.
DONDERDAG
Hoe zal mijn hart u danken voor 't geluk,
Dat gij mij gaaft door vriendschap en
door trouw.
J. Reddingius
I VRIJDAG
Geniet van het leven, heb 't leven lief
en onuitsprekelijk zal uw vreugde zijn,
want wie genoot, kan niet meer eenzaam
zijn.
J. Reddingius
ZATERDAG
B e^em> c''e 't need'rig burgerleven
ver boven roem en grootheid stelt.
I Maar ook die heilstaat op kan geven,
I \v anneer het plichtsbetrachting geldt.
Da Costa
VIRGINIA
19.) Geholpen door eenige kameraden
en het werkvolk van de scheepswerf,
waren de geweren en ammunitie spoedig
in het bezit der burgers. Eenige bewo
ners van Oudeschild sloten zich bij de
stoet aan en ontvingen een deel van'
de wapenvoorraad. Zorgvuldig werden!
nu eerst de geweren geladen.
Hannes Baas, die met een paar maic-
kers op de dorpstoren van Oudeschild
nad weten te komen, ontplooide de Prin
senvlag met de driekleur, zoodra zich de
bevrijders op de zeedijk nabij de haven'
vertoonden. Toen zij de Kerksteeg voor
bijtrokken voegden de jongelieden zich
bij de troep.
Nog gisteren wanen de bewoners van
Oudeschild verontrust geworden bij de
mededeeling, dat wie honderden Span
jaarden, ook door de Franschen ingelijfd,
en duizend man van de vloot van Admi
raal Verheull naar liet eiland zouden ko
men, om bij de burgerij te worden inge
kwartierd, zoo men het durfde onderne
men, om de bezetting in de Schans te
bemoeilijken.
Maak je maar niet ongerust, had de
loods Klaas de Wijn gezegd, want nu 't
windje oostelijk is, vreezen ze de winter
en houden ze de schepen in 't Nieuwe-
diep, omdat ze bang zijn voor ijsgang.
Onderwijl marcheerde de troep rustig
op het doel af. Bij de nieuwe weg voeg
den zich eenige gewapende personen van.
Den Burg bij hen, om met hen de Schans
op te eischen.
De woeste Fransche officier had, zoo
dra de troep ter n oog te van de Noord
kaap kwam aanmarcheeren, al 'n kanon
op hen doen richten. Hij braakte 'n stort
vloed van verwenschingen en vloeken uit,,
toen hij tot de ontdekking kwam, dat niet
alleen de lading uit de stukken was ver
wijderd, maar dat bovendien houten pin
nen in de gaatjes waren geslagen, waar
door de vlam van het op de pan aange
brachte kruit op de lading moest worden
overgebracht.
Willem Lourens en diens geestverwan
ten hadden 's nachts hun taak goed ver
richt.
De kommandant had kalm de bevrijders
tot aan de poort doen naderen, waar zij
een luid „Oranje Boven" deden hooren,
's Nachts was een koerier bij de kom
mandant verschenen, met de tijding, dat
de Prins van Oranje in Den Haag wasi
teruggekeerd en met groot gejuich ont
vangen. Tevens deelde de bode mede,
dat de Prins te Amsterdam tot souve-
rein was uitgeroepen. Op vele plaatsem
des lands was de Prinsenvlag ontplooid
en de Hollandsch-e driekleur geheschen.
Dit alles was ook bekend geworden bij
het gemeentebestuur. Ofschoon de kom
mandant zich overtuigd hield, dat hij de
aanvallers nog wel voorloopig het hoofd
had kunnen bieden, was 't hem toch al
spoedig opgevallen, dat op 'n groot deef
van de bezetting niet met zekerheid viel
te rekenen. Vooral de kustkanonniers
maakten er geen geheim van, welke geest
hen bezielde. Uit het onbruikbaar maken
der kanonnen was trouwens al genoeg ge
bleken. Bovendien was de algemeens toe
stand in de Nederlanden verontrusten^
genoeg voor de Franschen. Wat baatte
't al veel, dat de vesting Den Helde®
nog geheel in de macht der vreemde
overheerschers was en dat ook op de
vrij sterke vloot gerekend kon worden
Alles was slechts 'n kwestie van tijd.
Toch zou de kommandant de sterkte,
aan hem ter verdediging toevertrouwd,,
niet zoo maar aan een troep ongeregelds
burgers kunnen overgeven.
De gewapende burgerij stond nu voor
de poort en verlangde toegang tot het
fort.
Een der officieren liet hen weten, dat
dit 'n onmogelijke eisch was.
Wij wenschen met de kommandant
te spreken, zei de aanvoerder der bur
gers.
Ik zal hem roepen, luidde 't ant
woord.
De eisch tot overgave van de Oude
Schans werd herhaald.
't Is mij onmogelijk met u in onder
handeling te treden, deed de kommandant
verstaan.
Niet met ons in onderhandeling tre
den, met wie dan? luidde de wedervraag.
U begrijpt toch, mijnheer, dat ik over
zulk een gewichtig feit niet met 'n parti
culier kan spreken. Als de zaak, die ge
durft eischen, nog door de overheid van.
't eiland geschiedde, zou de eisch overw o
gen kunnen worden.
De mannen voor de poort staken de
hoofden even bij elkaar, om te overleg-
gen, wat onder de ge „even omstandig
heden gedaan moest worden.
Even later deelde de aanvoerder der
burgers de kommandant mede, dat zij met
het bestuur van het eiland overleg zouden,
oiegen, om daarna de uitslag te komen
meedee'.eu.
De bevrijders marcheerden nu naar Den
Burg, om daar met de burgemeester en
de verdere leden van het gemeentebestuur
te overleggen. Mocht men daar de ge-
wenschte medewerking niet erlangen, dan
zou met geweld tegen de vesting worden
opgetreden. De burgers wisten toch, dat
zij daarbinnen in de Schans bondgenooten
zouden vinden. Tegen de Franschen zou
men desnoods de strijd van man tegeiy
mati durven aanbinden. Te Costenend t-
keerde de bevolking in 'n onbeschrijfelijke
spanning. Aagje was zeer bekommerd
over het lot, dat Gerrit kon te beurt vaI-
eln. Als hij eens herkend werd en de
vijand in handen viel. Ze mocht er niet
aan denken ,'t Anders zoo flinke ir.e'sjei
maakte zich zoo beangst, dat /e geen
hapje eten over de lippen kon krijgen.
(Wordt vcrvo'gdd
||||||iiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiaiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiii||||||
llllll ONDERWIJS EN OPVOEDING |||lll
||||||llllllllllllllll!llllllllllllllllllllllllllll!llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll||||||
ZOO N SLECHTE LEERLING.
F>e Fransche schrijver Paul Valery be
roemde er zich meermalen op, dat hij
op school zulk een slechte leerling was.
Nu heeft men hem eens nagerekend in
oude archieven van de desbetreffende'
school.
Daaruit blijkt, dat hij in de jaren 1SS1
en 16S2 niet minder dan zesmaal een
eers'e prijs heeft behaald voor verschil-
enc'e vakken.
Dit was op het gymnasium.
„Wat voor aardigheid steekt er toch
in, om zoo gaarne de minste te willen
geweest zijn", vraagt een Fransch blad.
Het antwoord ligt voor de hand;
Zoo verschijnt immers hun originaliteit
en hun vrij genie iu des te helderder licht
De le er kijgt immers de indruk, dat zij
weinig aan hun onderwijzers en scholen
te danken hebben. Maar het wordt tijd,
dat die „liefhebberij" eens ophoudt.
OM VOORUIT TE KOMEN ||||ll
PROBEER HET.
Ik wil u geen sprookje vertellen,,
Maar guldens meer winst zult ge tellen,
Plaatst gij in deez' krant,
Die komt in elks hand,
Annonces, die ieder zal spellen.
Komt daad'lijkmetons toch eens praten;
Reclame moet u toch ook baten;
Voor 8-—6—5 cent
Per regel U bent
Niet snugger, zoo gij 't zoudt laten.
fr-' X
dordatT
y-ze/a-
Kühlli
Mijlen
Dïdhav q
f O
O
Sarm^
Killelu T Waruf
O
O
Wem&
6löü
'erna N. N>v v
,,u.
V/|i
DZIIBOETI.
De heete en slaperige negerhaven Dzji-
boeti is sedert de verovering van Abes-
sinië door Italië een ernstig probleem in
de wereldpolitiek geweest, vooral nadat
Rome het Lavalpact van Januari 1936 had
opgezegd. Het Fransche Dzjiboeti is de
eenige open toegangspoort tot het Italiaan-
sche Ethiopië; daar begint de spoorlijn,
die naar het Abessijnsche hoogland, naai
Addis Abeba voert.
In de jaren 1935 en 1936 zijn de in
komsten van de haven en de spoorlijn van
ca. 5 millioen goudfrs. tot 60 millioen ge
stegen. Om zich onafhankelijker van
Dzjiboeti te maken, sloot Italië met Enge
land een verdrag, dat Italië het recht gat
1000 ton per maand over Zeila en Bérbera
in Britsch Somaliland naar Abessinië te
vervoeren, maar deze concessie was niet
toereikend. Daarom werd reeds met den
aanleg van een spoorlijn van Assab
(Eritrea) naar het hart van het nieuwe
keizerrijk begonnen. De haven van Mas-
saoea wordt vergroot. Een spoorlijn Assab-
Millé is in aanleg en gedeeltelijk reeds in
gebruik. Van Mil té uit zai het bergland
vol kloven en ravijnen tot Dessié over een
lengte van ongeveer 100 km door een
kabelzweefspoor worden overbrugd. Doch
al deze communicatiemiddelen kunnen dc
spoorlijn van Dzjiboeti naar Addis Abeba
niet vervangen.
In Frankrijk heeft men zeer goed inge
zien, dat met het toenemende Italiaansche
transport rekening gehouden moest wor
den. De haven wordt vergroot, nieuwe
kaden worden gebouwd en men heeft het
wrak van de „Fontainebleau", dat den in
gang versperde, in de lucht laten vliegen.
De Franschen meenen hiermede voldoende
aan de Italiaansche verlangens te hebben
voldaan. In hoeverre dit juist is, valt van
verre niet te beoordeelen. Maar Italië's
voornaamste grief, dat Frankrijk wachter
is aan de toegangspoort tot zijn koloniën,
blijft met dat al natuurlijk bestaan.
Bij het verdrag van Londen van April
1915 kreeg Italië van Frankrijk en Enge
land plechtig koloniale schadeloosstelling
toegezegd. Ingevolge deze belofte heef'.
Engeland het kleine Dzoebaland (gren
zend aan Kenia) afgestaan, terwijl Frank
rijk bij het Lavalpact slechts een herziening
van de grenzen van Libië en Eritrea in
uitzicht stelde. Op deze toezegging nu
grondt Italië zijn eischen ten opzichte van
Dzjiboeti, terwijl het ook terugkomt op de
in 1915 beloofde koloniale schadeloosstel
ling, waaraan noch Engeland, noch Frank
rijk volgens Italië's opvatting hebben vol
daan.