Bij het 75-jarig bestaan van de Parochiekerk te Den Burg. Goede Raad voor de Texelsche Landbouwers m BLEEKVELD. o- o WONING VAN DEN KOSTER. (Vervolg van, Ie pagina.) Andermaal geconfiskeerd. Hieruit blijkt dus, dat in dien stijd de parochiekerk aan de Molenstraat reeds gebouwd was. Uit een gevonden situatieteekening kan men, opmaken, dat deze kerk zich bevond ach- ter twee particuliere woningen, n.l. van den koster en van jaap, den doodgraver, die er tegelijk een winkelbedrijf op na hield (voormalige armenhuis) Tusschen deze twee woningen lag een gang af gesloten met een breede ronde poort. Hoor deze gang begaven zich de katho lieken naar de kerk. Ben oude fotogra-i fie, welke ook in „Texels Foto- en Film archief" is opgenomen, toont ons, dat deze Kerk aan de Molenstraat een to rentje had met ©en uurwerkplaat. De hoofdingang bevond zich aan den kant vaal den Hollewalsweg, terwijl „de poort" "toegang verschafte aan een zij-ingang. Van binnen was de kerk verdeeld in twee gedeelten: vooraan de stoelen voor de vrouwen en in het tweede gedeelte d© banken voor de mannen. Rondom bevond zich de „kraak", d.i. gaanderijen met zit/ plaatsen, welke onder het gewicht dei4 geloovigen met hoorbaar gekraak zucht ten. Op de kraak bevonden zich de plaat sen voor kerk- en armbestuur, voor man nen en vrouwen van het armhuis en de wee zen. Van degenen, die deze kerk nog gekend, en bezocht hebben, zijn enkelen nog slechts in leven. Doch bij alle navraag,, welke ik deed, kwam ik slechts weinig, meer te weten dan hetgeen ik uit de bovenvermelde situatie-teekening ver mocht op te maken. Wel weet men alge meen te vertellen, dat de kerk des Zon dags zoo vol was, dat de „vreemde maaiers" onder den dienst ©en weinig frissche lucht zochten op het z.g. bleek veld. Ook weet men, dat de pastorie toenter tijd aan de straat lag met drie steenen palen ervoor, verbonden met een Ijzeren ketting. Blijkens de teekening liep doo,r de pastorie ©en gang van pirn. 16 M. Verslag van de vergadering der Holl. Mij. van Landbouw, afd. Eierland op 3 Maart in hotel De Hoop te De Cocksdorp. De zaal was behoorlijk gevuld, toen de voorz., de lieer R.W.Stoepker, aan al len een hartelijk welkom toeriep, in het bijzonder aan lien, die van de andere kant van 't eiland naar hier gekomen waren een bewijs, dat praatavonden als deze op prijs gesteld worden. Een zeer bijzonder woord van welkom werd gericht tot de spreker, IR. Q. LIENESCH, die reeds voor de vijfde maal naar De Cocksdorp kwam om hier een en ander te bespreken. Hierna kreeg de heer Lienesch 't woord. Spreker begon met te zeggen, dat hij geen bepaald onderwerp zou behandelen, maar dat hij zich zou houden aan de aan kondiging: het zou een praatavond wor den; dus niet één spreker en dertig lui steraars, maar vele sprekers. HET UITW1NTEREN DER TARWE Spr. merkte op, dat niet het bevriezen de directe aanleiding van het verdwijnert is geweest, daar de temperatuur niet la ger dan 14 graden kwam en bij proeven vele soorten eerst bij 22 graden dood- vroren. Door de zeer droge wind zijn de planten echter verdroogd. Op nat land kwam ze nog goed door het vriezen heen, doch daar er water op het land stond na de vorst en de grond nog niet was door- gedooid, zijn de wortels als het ware gestikt, waardoor nog zeer veel perceelen, die er eerst nog behoorlijk voorstonden, later ook moesten worden omgeploegd. Hierna werd een verslag van proefvel den behandeld, waaruit bleek, dat er nogal verschil in wintervastheid bestaati WAT TE DOEN MET L.AND WAAROP EEN GEWAS IS DOODGEVROREN Menigeen zal graag weer wat tarwe willen telen en nu staat men voor de vraag: WINTER- of ZOMERTARWE Spreker is van meening, dat men be ter niet meer wintertarwe moet zaaien dan men in de herfst voor zaaizaad noo- dig heeft. Om een goede kans op eert oogst te hebben, kan men beter zomcr- tarwe telen. Zomertarwe stoelt minder uit, dus wat dikker zaaien; ook is ze gevoe lig voor kaligebrek. Als nieuwe soorten komen Heine's Germania, Chanteclair en Picardi in aanmerking, evenals Carma. Bij de keuring voor de tarwecentrale wordt er niet zoo heel nauw naar gekeken, als er witte en roode door elkaar zit, als dit van overgezaaide perceelen komt. Ook kan tarwe van vorige oogst bij goed bewa ren wel als zaaizaad worden gebruikt.'t Is echter aan te raden,- eerst even een kienu proef te nemen. Dit kan men het best ra 70 X, H OLLE WALSWEG 7.57 M. "O 3 O 70 H WONING VAN J. SMIT. OUDE PASTORIE. HERBERG VAN G. LOGMAN 3.10 M. 6.50 M. 5.50 M. 5.40 M. M OLENSTRAAT Achtereenvolgens vonden we de namen van de volgende pastoors 3. BRUNO JANSZ., ook wel Mr. BRUIJN genaamd. - 1652—1657. Deze stichtte de bijkerk aan De Koog en werkte op Vlieland. 4. NICOLAAS VAN BAEREN. 1657—1658. 5. JACOB ROSENDAEL. 1658-1667. 6. ANDREAS SYLVIUS of VAN DEN BOSCH. 1667—1675. Zijn statie bevatte ruim duizend com municanten. Kerk en pastorie waren onder een dak. In 1671 werd de mo gelijkheid overwogen om in een ander groot dorp een vasten pastoor te ves tigen. (Oudeschild.) 7. HENRICUS COOL of COLEN. 1675—1692. 8. THEODORUS WITSENBURG. 1692—1694. 9. AMANDUS VERSCHUYR. 1694— 1711. doen door een afgeteld aantal korrels tusschen een paar vochtige lapjes te leg gen en er alle dagen de gekiemde uit te verwijderen, tenslotte houdt men de on- gekiemde over en na ongeveer acht dagen kan met zijn conclusie trekken. KARW1J. Er wordt in ons land ongeveer 4000 H.A. karwij geieeld. In Noordholland on geveer 1200 H.A. In Zeeland is zoo goed als .alles uitgewinterd, terwijl ook in Gro ningen veel weg is. In Noord-Holland schijnt het iets heter te zijn, doch ook; hier valt het niet mee. De beurs reageer de hier reeds op, zoodat de prijzen flink opliepen. Al is het gewas dus een beetje dun, spr. adviseerde het toch maar te la ten staan. Wat extra stikstof zal dan noo- dig zijn om de uitstoeling te bevorderen, Wanneer de planten echter bruine wor tels vertoonen zal de kans op een goed gewas gering zijn. KLAVER. Aanvankelijk leek de klaver nogal goed te zijn. Doch thans blijkt, dat er maar zeer weinig overgebleven is. Daar er even-1 goed hooi en paardenvoer noodig is, zal men naar een vervanger uitzien. Waar nog is overgebleven, kan men flink eggen en inzaaien met Westerwoldsch Ravgras. Ook kan men 40 Kg. Westerwoldsch en 10 Kg. roode klaver nemen. Ook roode en incarnaatklaver kan, doch deze laatste wordt door paarden niet graag gegeten. Wanneer men plekken moet inzaaien, kan men het graszaad vermengen met chili- salpeter; clan waait het niet zoo ver weg. VLASCULTUUR. Daar er groote kans bestaat ,dat Rus land in het komende jaar geen vlas zal exporteeren, zijn er voor de vlascultuur hier te lande zeer gunstige perspectieven. Vlas zal men zeer goed op het mislukte tarweland kunnen telen. Hier is het voor al „Concurrent", dat geteeld wordt. De Belgische koopers beginnen echter 'steeds meer naar blauwbloei te vragen en naar aanleiding daarvan zal weer een proef met Russisch tonzaad worden genomen. In Ierland, waar een zeer omvangrijke vlasindustrie is, vreest men, dat ©en kapi taal van vijftig millioen pond door gebrek aan grondstof in het komende seizoen, zal moeten worden stilgelegd. Misschien, dat de schade door het verlies der tarwe, weer iets gecompenseerd kan worden door een hooge vlasprijs. Door het ge bruik van chloorvrije kali schijnt de vezel kwaliteit beter te worden. ERWTEN. Het is gebleken, dat de Noord-Holland- sche erwten niet voor spliterwten geschikt zijn, door de z.g. kwade harten. Mangaan- sulfaat is hiervoor een goed middel. ZOMERGERST. Ook de zomergerst zal een belangrijk deel van het vrijgekomen land innemen. 10. AMBROSIUS AUGUSTINUS SCHEUNING JANSENIST. 1711 1715. 11. Dr. GERARDUS JOES ROMEN- BURGH. 1715-1718. 12. ABUND1US HAANSTRA. 1718 1719. 13. WILHELMUS VAN DEN DROOG 1719—1723. 14. HERMANUS BERNARDUS SCHUETTE. 1723-1727. 15. JOANNES DECKING. 1727—1742. 16. JACOBUS W1LL1BRORDUS POTZE. 1742—1749. 17. MARTINUS VAN ZIJL. 1749-1761 18. ADRIANUS GAFFË. 1761-1775. 19. HENRICUS PALEN. 1775-1779. 20. ANDREAS VAN WEERD. 1779- 1808. Hiermede zijn de namen van de pastoors van Den Burg in de 17e en 18e eeuw genoemd. Pastoor J. P. A. BRINKMAN. In Abed Kenia heeft men een zeer pro ductief ras, dat ook uitstekende brouwkwa- liteiten bezit. Door het zeer korte stroo is ze voor lichte gronden echter minder geschikt. Hier zou spr. willen aanraden een proef te nemen met Saxonia. Deze heeft iets langer stroo en stelt aan de grond niet zulke hooge eischen. Hoewel dit ras zich niet snel heeft verbreid, en; er nu in onze provincie nog maar 1 pet. yan het areaal mee beteeld wordt, is het een proefneming zeker waard. Op lichte gronden heeft spr. er zeer goede resulta ten van gezien. GROENBEMESTING. De grond moet zich goed kunnen hou den en wanneer we een stuk land jna aardappels of bieten, zoo laten liggen, gaat de structuur door de slagregens en de directe bestraling der zon, waardoor vele bacteriën worden gedood, sterk ach teruit. Een groenbemesting neemt deze bezwaren weg en na het onderbrengen komt het plantenvoedsel weer tot be schikking. Tegenwoordig meent,men ech ter, dat de bescherming van de grond van meer invloed is dan het plantenvoedsel. Uit dit oogpunt komen ook niet-stikstof- verzamelaars meer op de voorgrond, voor al op de stoppels. Als zoodanig werden genoemd zonnepitten, boterzaad en gele mosterd. Spr. eindigde hiermee zijn inleiding en meende nu een ondergrond voor een' vruchtbare gedachtenwisseling te hebben gelegd. Hij hoopte, dat het nu een echte praatavond zou gaan worden. WILOBO. De heer A. Dros Dz. opent de rij der vragenstellers. Zijn er gegevens over de wintervastheid van Wi- tobo-tarwe? Antw.Wilobo is een zeer wintervast ras. Het is echter niet productiever dan andere rassen. Mogelijk, dat het door selectie nog verbeterd kan worden. Hoewel Wilobo niet is doodge vroren, schijnt er deze winter ook nog wel ten onder te zijn gegaan. Hierna ionrt spint zich een aangename gedachtenwisse ling over de gevolgen van water op het land, licht en diep zaaien en dergelijke. Tot een resultaat komt men echter niet, daar ér altijd weer vele uitzonderingen op de regel blijven. ZAAD. De heer Boersen vraagt, of ei dit jaar van wintervaste soorten vol-* doende zaaizaad zal zijn of dat het aan beveling zou verdienen, om ook oudere nabouw hiervan te laten keuren. Antw.: Is zeker te wagen, daar er juist naar die soorten veel vraag zal zijn. KUNSTMEST. Zou het gebruik van fcalkstikstof op zoo'n gewas nog kun nen? Antw.: Daar de tarwe al zoo veel geleden heeft, is het zeer riskant. MOET WINTERTARWE, die laatge- zaaid is, een koudeperiode doormaken? Antw.: Er is komen vast te staan, dat 1IFTEN VOOR HET WITTE KRU|>| J. K., Oudeschild f0.50. Z., Oudeschild fl.— R. D., De Koog f0.75. U.D.I.-AVOND. Namens het Bestuur deelen we dat alle kaarten voor de U.D.I.-avond] Donderdag a.s. (ten bate van de schilder Kleuterschool) uitveilkocht Ook tijdens het bal zullen geen toega, bewijzen meer te bekomen zijn. Venoi wordt op tijd te willen komen, op de uitvoering om 8 uur precies kan I ginnen. ;w 'S LANDS WIJS 'S LANDS EER, Bij gelegenheid van paardenwed rennen te Calcutta gaven ook de Maharadja van Bhoetan en zijn gemalin van hun belangstelling blijk. We geven hier een foto van het echtpaar, welks „Westersch- Oostersche" kleedij zeker de aan dacht verdient. laat gezaaide wintertarwe^ die een koi* periode doormaakt, het "nog gced doen. Deze kan echter nooit de zooztt verkorte groeiperiode aanvullen. Md moet van die koude niet te veel venvadf ting hebben. Spr. blijft bij zijn „advitj om liever zomertarwe te nemen. SAXONIAGERST is grover en zal daarom iets dikker gezaaid moeten wo den dan andere; ook is de uitstoelin| minder. HOPPERUPSKLAVER wordt ondJ dekvrucht gezaaid, 15 tot 20 Kg. per H.Aj Later afweiden met paarden gaat hef goed. BOTERZAAD moet men zeer ondi<] zaaien. Het groeit zeer snel en kan korte tijd een veld bedekt hebben. PAARDENVOER. In plaats van WesJ terwoldsch kan men voor paardenvo ook haver en wikken zaaien. Deze gevel echter geen tweede snee. De kosten aai zaad zijn ongeveer gelijk. GRASZAAD, moet vooral niet tevr gezaaid worden. De eerste helft val April is het best. Zeer licht zaaien vooral de stikstof niet vergeten. Kg. stikstofmest raadt spr. aan, well hoeveelheid door een der aanwezigen no; met 200 Kg. wordt verhoogd. INCARNAATKLAVER kan men zaaid als andere soorten. Ze groeit op allj klavergronden, doch geeft maar éél snede. BIETEN. Als de beste soorten bietej voor lichte gronden worden de soor met lage gehalten genoemd, voor zwaï gronden die met een hoog gehalte, voorkomen van schieters wordt in hand gewerkt, door te vroeg zaaien, zee] sterke groei, stilstand in groei, 'n kouJ periode in het vroege voorjaar. Zwart punten in bieten kan met een goef vruchtwisseling, zoo niet voorkomen, di toch tot een minimum beperkt wordenI VLAS. De ontwikkeling van vlas \vord| niet door chloor geschaad, doch de vt is van minder kwaliteit. Bij vroeg zaaifcl van ruw kalizout zal dit niet schadelijl meer zijn. De kali zal niet spoedig ui'T spoelen. Vlas kan men vroeg zaaien. doch door nachtvorst komt nogal eer-I beschadiging voor. Hier moet men zie wachten voor overdrijving. 91 Nog verschillende onderwerpen vaCl meer en minder belang zijn de revue gel passeerd als de voorz. omstreeks 11 uU,l een hartelijk woord van dank tot sprekej richt en de wensch uitspreekt hem hie'l volgend jaar weer te mogen zien. Met ee«l woord van dank aan allen wordt dan de^l alleszins belangwekkende vergadering gesloten. P*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1939 | | pagina 2