TEXELSCHE COURANT
„ï2,te Jaargang
Zaterdag 4 Mei 1940
Eerste blad No. 5442
VOOR DE
LANDBOUW
Zomersproeten
SPRUTOL
Uitgave
N. V. Boekhandel en Drukkerij
v. h. Langeveld en De Rooij
Den Burg Telefoon 11
||||||lllllllllllllll!!lllllllllllllllllll"lll""l""""""""l"""ll,lll,ll"'lll""llllll
HUW ter overdenking, iiii
iiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimm
BEWEREN.
Het is leerzaam eens de gesprekken
en redetwisten in cafes, trein, familie-
kring en elders te volgen.
Spreek niet, maar kijk en luister.
Wanneer de gemoederen ook maar
een beetje verhit worden dan redeneert
f men niet, maar beweert.
Let eens op, hoe weinigen zelfs zich
de moeite geven werkelijk naar een
i ander te luisteren!
Men laat de tegenstander niet uitspre
ken maar valt hem midden in zijn be
toog in de rede.
Vóór men kan weten, wat de andere
precies had willen uiteenzetten, gaat
men te keer tegen hetgeen men denkt,
dat die ander heeft willen beweren.
Zoo twist men tenslotte met zichzelf.
De meeste menschen verstaan het
niet ook eens naar een ander te luiste
ren. En daaiom weten ook zoo weini
gen werkelijk een ander te overtuigen!
||||||llllllllllllllll!ll!!llllllllllllllllllllllllllllli:illlllllllllllllllllllllllllllllllllilllll
llllllllllll VOOR HOOFD EN HART.
|||||||!|l!lllllllllllll!lllllll!lllllllll!llllinilllll!lll!!lllllllllllll!l!ll!llllllllllli:||||||
ZONDAG.
Wie geleerd heeft te gehoorzamen,
weet ook te leiden.
MAANDAG.
De grootspreker is als een geschilderd
Et sard: geen van de twee is bruikbaar.
DINSDAG,
eel te veel waarde hechten aan wat
u ieren zeggen is een algemeen heer-
sehfende fout.
r WOENSDAG.
Wij moeten de menschheid hergeven
rfèt licht, dat haar oogen verguldt,
5n maken het donkere leven
an heilige vreugde vervuld.
DONDERDAG,
n van de meest algemeene zwak-
hJfen van de mensch is deze, dat ieder -
een- zich verbeeldt, dat hij op een of
op meer menschen een bijzondere in
vloed uitoefent.
VRIJDAG.
In de eeuwige natuur, in de ongerept
heid waar geen sporen van menschen
meer zijn, ondergaat de ziel een loute
ring zooals nergens anders.
ZATERDAG.
Die zegepraal moet goddelijk zijn
Als zelfs de dood van wie gesneuveld
zijn
En 't groot verlies, de oudersmart,
m Nog troost kan geven aan het hart.
DE ZIEKTE VAN HET WIER
Aan de andere kant van de Oceaan.
I Gedurende mijn verblijf op Wieringen
sprak ik dikwijls met allerlei visschers
over de ziekte van het wier of zeegras.
Het kostte mij altijd moeite hen er van
te overtuigen, dat die ziekte niets te ma
kken heeft met de drooglegging en dat
f'e het moeten opvatten als een inter-
ationale ramp en niet als een nationaal
erschijnsel.
Nu ik hier in Amerika zelf getuige ben
van de verwoestingen, die de ziekte hier
heeft aangericht, kan ik niet nalaten m'n
indrukken op deze plaats weer te geven
De oostkust van Amerika is rijk aan
ondiepe baaien en zeegaten. Het water
is daar brak, net als in onze Waddenzee
en zeegras vond er een ideale plaats om
zich te ontwikkelen. Tot 1931 bedekten
machtige wiervelden de oevers en de
banken in die baaien. Er leefden vele
visschen en visscherlui verdienden er 'n
goed daggeld. Vooral in de zomer kwa
men er waardevolle vischsoorten om er
t te paaien. In de winter leefden duizen-
1 den rotganzen van de wortelstokken
1 van het gras. In tegenstelling met in Ne-
1 derland en Denemarken werd het gras
weinig vergaard voor matrasvulling, enz
1 Na enkele waarschuwende sympto
men in 1929 en 1930 volgde hier in de
zomer van 1931 plotseling het optreden
van massale sterfte. De bladeren kregen
vlekken en stierven af. Nieuwe bladeren
werden ziek, kort nadat ze ontloken.
Evenals in ons land dachten de visscher
lui aan een plaatselijke oorzaak.
Sommige vangers van steurkrabben
hadden de gewoonte het zeegras met
hun motorbootjes over groote afstand uit
te kammen, zooals men dit noemde. Po
gingen werden gedaan om deze visch-
methode te verbieden, maar een verbod
i mocht niet baten, want de oorzaak moest
i elders gezocht worden.
Th1932 nam de ziekte zoo'n groote
^invang aan, dat geen plekje aan de
f 'kust voor haar vernielende invloed ge-
spaard bleef.
TT ele oppervlakten, die sedert men-
sctienheugenis elke zomer frisch en
v- gioèn zagen, veranderden in kale grau
we ihodderige plekken.. Enkele andere
^v jterplanten, onder andere een dwerg-
MjvHjfm van het zeegras, die ook in de
„waddenzee voorkomt, namen een deel
van de plaats van het echte zeegras in,
mt/ar groote stukken bleven kaal en zij
zijn sedert dien kaal gebleven. De visch-
stand leed er geweldige schade en voor
veel visschers werd het bedrijf niet meer
loonend. Ook de rotganzen waren „broo
deloos" en leden zware verliezen.
Er leven in Amerika twee soorten rot
ganzen. Een lijkt precies op onze rotgans
maar de andere, de Canadeesche rot
gans is minstens zoo qroot als onze
||||||iillllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllilllllllillllllllllllllilllllllli||||||
ACTUEELE VRAGEN.
||||||llllllll!lllllllllllllllllllllllllllllllllll!llllllll!llllllllllllllllllllllllllllllllll||||||
VRAGEN VAN ABONNEES worden
hier voor zoover mogelijk beant
woord.
34. HOEVEEL INWONERS hebben De
nemarken, Zweden en Noorwegen?
Antw. Er zijn
3.7 millioen inwoners in Denemarken
2,9 millioen inwoners in Noorwegen
6.3 millioen inwoners in Zweden.
35. HOE GROOT zijn die landen, bij
Nederland vergeleken? Antw.:
Denemarken 1.3 maal Nederland
Noorwegen 10 maal Nederland
Zweden 14 maal Nederland
36. HOEVEEL MAAL is Nederland
dichter bevolkt dan die landen? Antw.:
Nederland is driemaal zoo dicht bevolkt
als Denemarken, 30 maal zoo dicht als
Noorwegen, 20 maal zoo dicht als Zweden.
37. WELK LAND heeft de grootste uit
voer van boter, varkensvleesch en eie
ren van de heele wereld Antwoord
Denemarken, vóór de oorlog
38. HOEVEEL VLIEGTUIGEN hebben
Denemarken, Noorwegen en Zweden
Antwoord: Denemarken 65, Noorwegen 70
en Zweden 260 (getallen van vóór de oor
log)
39. HOE GROOT IS DE LEGERSTERK
TE VAN DIE LANDEN (oorlogssterkte)
Denemarken /100.000 man
Noorwegen 134.000 man
Zweden 623.000 man
(getallen van voor de oorlog.)
grauwe gans. Een enkele maal wordt
die Canadeesche rotgans bij ons wel ge
houden als siervogel in parken. In Bar-
negat-Bay (nog een naam uit de Hol-
landsche tijd!) ten zuiden van New-York
overwinterden in de winter van 1927-'28
bijna 7000 Canadeesche rotganzen en
ruim 30.000 rotganzen. In de winter van
'32-'33 waren slechts 2000 Canadeezen
en 2320 rotganzen over. Sedert dien is
het er niet beter op geworden. Dezer da
gen nam ik er zelf een kijkje. Er waren
nog enkele honderden Canadeezen
maar er was geen enkele rotgans! De
echte rotganzen zijn blijkbaar meer dan
hun grootere collega's, aangewezen op
zeegras voor hun voeding.
Over de eigenlijke oorzaak van de
ziekte bestaat nog altijd geen zekerheid.
U moet niet vergeten, dat het voor het
eerst is in de wetenschap, dat zij te
vechten krijgen met een plantenziekte
van een dergelijke omvang en met der
gelijke gevolgen. Net als de geneeshee-
ren in de middeleeuwen machteloos
stonden tegenover ziekten als pest en
pokken, staan nu de plantenziektenkun-
digen machteloos tegenover de wier
ziekte. De grootste moeilijkheid is, dat
wij niet weten, wat de ziekteverwekker
is. Het eenige wat we kunnen zeggen is,
dat het een of andere microscopische
ziektekiem moet zijn. Hiervoor pleiten 't
plotselinge optreden en het snelle ver
breiden van de ziekte. Ook weten we,
dat dergelijke microscopische ziekten
soms plotseling een ongemeen kwaad
aardig karakter kunnen aannemen.
Een bekend voorbeeld hiervan is de
griep, die rium twintig jaar geleden vele
duizenden ten grave bracht.
Een moeilijkheid is vooral, dat het
zieke wier miegeit van de microscopi
sche organismen. Welke is nu de ziek
teverwekker? Hij, die in 't grootst aan
tal aanwezig is of hij die alleen op
treedt als de plant ziek is?
Over het algemeen houden de Fran-
sche onderzoekers een bacterie er voor.
Maar de Amerikanen daarentegen zwe-
aan een schimmel, evenals de Denen.
De Amerikaanschen daarentegen zwe
ren bij een eencellig diertje. Geen van
deze partijen is in staat zijn tegenstan
ders volledig te overtuigen.
En zoolang er geen zekerheid bestaat
over de aard van de ziekteverwekker,
kan aan geen genezing gedacht worden.
Het wier zelf tracht zich ook hier
plaatselijk te herstellen, vooral in de
winter, als het ziekteproces trager ver
loopt. Maar de jonge plantjes sterven
spoedig weer af. Tenslotte wordt nu wel
gepraat van een Virusziekte, dat wil
zeggen, dat de ziekteverwekker geen
echt levend organisme is, maar iets an
ders, waar we nog niet zoo best raad
mee weten en waar alleen met veel ge
leerde omhaal over gepraat zou kunnen
worden. Als dat het geval is, zit er ver
moedelijk niets anders op, dan de ziekte
te laten uitrazen en te hopen, dat er
dan nog zeegras over is, dat wel tegen
de ziekte bestand is.
De wierziekte heeft zich tot nu toe be
perkt tot de oevers van de Atlantische
Oceaan. In Amerika werden pogingen
gedaan om gezonde wierplanten van
de Westkust te importeeren naar de nu
schier wierlooze Oostkust. Deze pogin
gen hadden toe nu toe geen resultaat.
Het ziet er naar uit, dat ook het wier
van de Stille Zuidzee vatbaar is voor de
ziekte. Laten we hopen, dat geen schip
ziektekiemen zal dragen naar de Oce
aan, want in dat geval krijgt de ziekte
eerst recht het karakter van een inter
nationale ramp.
J. I. TER PELKWIJK.
New-York, Maart 1940.
(Uit: de Wieringer Courant.)
||||||>iillll:llllllllilllllllllilllllillllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll||||||
GEMEENTE TEXEL.
||||||iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii:iiiiii!Iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii:iiiiiiiiiiJi||||||
DISTRIBUTIE
De Burgemeester der gemeente Texel
brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat de navolgende wijzigingen en aan
vullingen in de distributie-voorschriften
zijn aangebracht:
Winkeliers en instellingen, die van een
aan hen verstrekte toewijzing voor suiker
of peulvruchten geen gebruik maken,
dienen deze ongebruikte toewijzingen bin
nen éen week na het verstrijken van den
geldigheidsduur, bij den plaatselijke dis-
tributiedienst in te leveren.
Degene, die van een aan hem verstrekte
toewijzing van de Meelcentrale of Akker-
bouwcentrale geen gebruik maakt, dient
deze zoo spoedig mogelijk na het verstrij
ken van den geldigheidsduur bij de Meel
centrale of Akkerbouwcentrale in te le
ren.
Blauwe grossiersbonnen en toewijzingen
zijn in den vervolge strikt persoonlijk. Dit
brengt mede, dal een winkelier de toewij
zingen, welke hij van derden ontvangen
heeft, niet meer door mag zenden aan
zijn grossier, doch deze toewijzingen (B-
helften) dient in te wisselen voor een
blauwe grossiersbon bij den plaatselijken
distributiediens t.
Deze inwisseling van B-helften dient
uiterlijk te geschieden op den 21sten dag
nadien, tot welken de toewijzingen gel
dig zijn. Na verloop van dezen termijn
komen B-helften niet meer voor inwisse
ling in aanmerking.
Deze inwisseling is mogelijk voor toe
wijzingen van elke hoeveelheid.
Hotels, café's, enz., en suiker- of peul
vruchten verwerkende industrieën mo
gen geen goederen, welke hun zijn toege
wezen voor het verbruik of de verwer
king in hun bedrijf, aan derden verkoo-
pen, afleveren of te koop aanbieden.
Winkeliers en grossiers mogen geen
goederen, welke hun voor den verkoop
zijn toegewezen, bewerken of verwerken.
Ieder vervoer van meer dan 5 kg. sui
ker of peulvruchten dient gedekt te zijn
door een geleide-biljet.
Vrijstelling van het vervoerverbod van
den detaillist naar den uiteindelijken ver
bruiker blijft gehandhaafd.
Winkeliers, die geen toewijzingen ont
vangen, wegens te geringe omzet, kun
nen bij andere winkeliers suiker of
peulvruchten betrekken op de gangbare
consumentenbonnen, tot een maximum
hoeveelheid van 20 K. G. per distributie
periode.
Het is den detaillist in den vervolge niet
toegestaan, de consumentenbonnen, waar
op wordt afgeleverd, reeds van te voren
dan wel achteraf nog in te nemen.
Texel, 30 April 1940.
Het Hoofd van den Distributiedienst,
KAMP.
LAMMERENMARKTEN.
Burgemeester en Wethouders der ge
meente Texel brengen belanghebbenden
het volgende in herinnering. De groote
lammerenmarkten zullen hier dit jaai
worden gehouden op de Maandagen 20
Mei, 27 Mei, 3 Juni, 10 Juni, 17 Juni, 24
Juni De toelating tot deze markten ge
schiedt, bijzondere gevallen uitgezonderd,
alleen wanneer vooraf, hetzij mondeling,
of schriftelijk de noodige hokken zijn
besproken. Daartoe zal gelegenheid be
staan:
a. ter gemeente-secretarie op alle werk
dagen, uitgezonderd marktdagen, gedu
rende de gewone bureau-uren van 9 uur
voormiddags tot 1 uur namiddags;
b. op de marktdagen van 9 uur voor
middags tot 2 uur namiddags aan de
kiosk op of nabij het marktplein;
c. ten gemeente-huize des Zaterdags
avonds van 79 uur.
Zij, die lammerenhokken bespreken,
worden dringend uitgenoodigd, daarbij
het verschuldigde marktgeld onmiddellijk
te voldoen en gepast geld mede te bren
gen.
Aangiften, hetzij mondeling of schrifte
lijk, ter secretarie of door den markt
meester ontvangen na Zaterdag 9 uur na
middags voor de markt van Maandag
d a v. worden niet meer ten uitvoer ge
bracht.
Hel vee mag ter markt enkel worden
aangevoerd voorm. tusschen 6 en 10 uur.
De aanvoer van alle vee behoort te ge
schieden door de Parkstraat, met dien
verstande, dat de Parkstraat niet an
ders bereikt mag worden dan door den
ingang bij de Weverstraat.
De aanvoerders zijn verplicht: zoowel
op den openbaren weg als op het markt
terrein zich te onderwerpen aan de be
velen omtrent orde en regelmaat, het rij
den in een bepaalde richting, het oprij
den, drijven en stilhouden, welke worden
gegeven door den marktmeester of de po
litie in het belang van een geregelden
aanvoer, de geldelijke controle of ter
voorkoming van opstoppingen of wel
door de met de keuring belaste personen
met het oog op den eisch van een deug
delijk veeartsenijkundig onderzoek.
Alvorens vee op het marktterrein
wordt toegelaten, zal het bij den toegang
van gemeentewege veeartsenijkundig wor
den onderzocht. Het is verboden, de met
dit onderzoek belaste personen in de uit
oefening van hun taak te belemmeren.
Zonder daarmede van gemeentewege
belast te zijn, is het verboden:
a. de namen of nummers, voorkomende
op de hokken, boomen of palen, staande
op het marktterrein uit te wisschen, te
veranderen, om te wisselen, of op die
hokken, boomen of palen, namen of num
mers bij te schrijven.
b. strooisel, op het marktterrein te
brengen, te hebben of daarvan weg te
voeren;
c. strooisel in de hokken te verwisse
len, uit de hokken te verwijderen of in
eenig of in een ander hok te brengen.
Zonder vergunning van Burgemeester
en Wethouders is het verboden met het
wegvoeren der op het marktterrein aan
wezige lammeren vóór 10 30 uur voor
middags een aanvang te maken.
Tijdens de groote lammerenmarkten
mag het marktterrein met rij- of voertui
gen of vee niet worden verlaten door de
Parkstraat
Ter voorkoming van stagnatie is het
noodzakelijk, dat de aanvoerder der lam
meren met het nummer van het hok
bekend is.
Texel, 1 Mei 1940.
Burgemeester en Wethouders voorn.
De Secretaris, De Burgemeester,
JONKER. KAMP.
v«rdwi|nen spoedig door een po»
Bi] alle Drogisten
||||||llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll||||||
ZOO SCHREEF...
||||||iiiiiii:iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii*llllll
POLITIEK EN CULTUUR: De politiek
van de Sovjet-Unie is een vredespolitiek.
NEBELSPALTER, Duitschland: Op
school vraag ik mijn achtjarige leerlinge-
tjes- En, kinderen, vertel mc eens: Wat
hebben we zoo al noodig om te leven
Annie: Eten
Elsje: Kolen en hout
Elisabeth: Vrijheid
YORKSHIRE POST, Engeland. Neutra
liteit houdt in: Afstand doen van elk open
lijk uitgesproken oordeel en openlijke
voorkeur. Een neutrale regeering kan zich
niet als rechter over de oorlogvoerende
partijen opwerpen, de wettelijkheid en de
menschelijkheid van haar methoden ver
gelijken en zich dan ten gunste van één
van de twee uitspreken.
DE „NEW YORK TIMES" over de in
Nederland afgekondigde pers verordening:
Wanneer dit beteekent, dat de militairen
met het blauwe potlood het oordeel der
redacteuren moeten schrappen en wan
neer de officieele vrees voor Duitschland
de Nederlandsche bladen moet beletten
het oorlogsnieuws te publiceeren, zonder
vrees één der partijen te bevoordeelen,
dan zal opnieuw een licht in Europa uit
gaan en zal de heele wereld de verliezer
zijn.
VEREENIGING
VOOR
BEDRIJFSVOORLICHTING.
OP TEXEL.
RUNDERIIORZELBESTRIJDING
Iedere veehouder weet ongetwijfeld, dat
de runderhorzel als een der plagen van
het vee bekend staat. Runderen, welke be
zocht worden door de horzel, krijgen de
z.g horzelbulten, ook wel groeibulten ge
naamd. De schade, die door deze plaag
veroorzaakt wordt, is voor de veehouder
zeer aanzienlijk. Verwonderlijk is 't daar
om, dat nog altijd een goede bestrijding
dezer ziekte, die vooral op ons eiland met
succes is door te voeren, op zich laat
wachten. Reeds eerder werd in dit blad
op de aard der ziekte, de schade, welke
zij veroorzaakt en de wijze, waarop zij
bestreden kan worden, gewezen. Ik her
inner er aan, dat destijds zelfs de moge
lijkheid werd geopperd om een persoon
bij de boeren te laten rondgaan om de die
ren te behandelen. De kosten zouden niet
meer bedragen dan tien cent per behan
deld dier. Men ging met een lijst bij alle
veehouders rond, maar slechts enkelen
wenschten aan de bestrijding deel te ne
men. En toch: hoe vaak verneemt men bij
de bezoeken op de boerderij niet de
klacht, dat de jongere dieren „er onder
zitten". Want de horzel zoekt vooral zijn
slachtoffers onder de jonge dieren, alhoe
wel ook oudere dieren worden bezocht.
Naast de bovengenoemde verhandelingen
in de Texelsche Courant over de horzel-
bestrijding kan men in vele afleveringen
van deze courant, tot op de jongste dag
toe, nuttige wenken betreffende deze be
strijding aantreffen. Op vele vergaderin
gen van de plaatselijke landbouworgani
saties werd meermalen op de noodzakelijk
heid van bestrijding gewezen. Ondanks al
deze pogingen om tot een goed georgani
seerde bestrijding te komen, waarbij men
met zekerheid op een snel succes kan
rc-kenen, is tot nu toe niets bereikt. Hoe
geheel anders is het met de TBC-bestrij-
ding gegaan. Na tien jaar van georgani
seerde bestrijding, waarbij vrijwel iedere
veehouder zijn onontbeerlijke steun ver-
STEMPELS VOOR IEDER DOEL
Wij kunnen u diverse modellen toonen
en staan met prijsopgave gaarne ten
dienste.
BOEKHANDEL PARKSTRAAT - Tel. 11
WAT WE VAN WOL WILLEN WETEN.
ZUID-AFRIKA, laatste veilingsbericht:
Sterke concurrentie. Prijzen belangrijk
hooger. Koopers in hoofdzaak Frankrijk
en Engeland, goed gesteund door Italië,
België e a
ENGELAND. De Wolcontrolecommissie
dringt er op aan geen grondstoffen naar
Scandinavië te verschepen, wel naar an
dere landen.
ARGENTINIË voerde de eerste helft
van het seizoen 1939-1940 minder uit dan
in dezelfde periode van het vorige seizoen
maar door de prijsstijging nam de waarde
aanzienlijk toe. Verscheept werden
Oct. 1938-April 1939 291 duizend balen
Oct. 1939-April 1940 173 duizend balen
(balen van 420 kg.)
Door de blokkade kon aan Duitschland
en Polen niet geleverd worden; vorig sei
zoen was deze export rc-sp. 28000 en 10000
balen. Engeland en Frankrijk namen min
der af wegens aankoop in Australië, N.-
Zeeland en Zuid-Afrika. Italië nam 13000
in plaats van 5000 balen. Daarvan ging
vermoedelijk wel een deel naar Duitsch
land. Nederland nam 8700 balen af (vo
rig seizoen 1700)
HET SPELLINGSDRAMA.
Het blijft met de spelling onzer taal,
wat de (wettelijke) regeling daarvan be
treft, een ware lijdensgeschiedenis; aldus
de Haagsche Post. Dit blijkt opnieuw uit
do Memorie van Antwoord in zake zijn
begrooting, door minister Bolkestein aan
dc Eerste Kamer gezonden. Omtrent het
oorontwerp, dat aan de spelling een wet
telijke grondslag moet geven, is „aan ver
scheidene instanties advies gevraagd". Na
kennisneming dezer adviezen heeft de mi
nister het voorontwerp ietwat gewijzigd.
Zoodra de Minister van Koloniën met dit
gewijzigde voorontwerp zijn instemming
heeft betuigd, zullen nieuwe adviezen
moeten worden gevraagd, o a. aan de ver
tegenwoordigende lichamen in Oost- en
West-Indic. Wanneer deze adviezen bin
nen zijn, gaat de minister van zijn kant
weer overwegen, en dén zal het wetsont
werp bij de Staten-Generaal worden in
gediend. Maar vergis u met: dit ontwerp
bevat niet de spelling zelf; het wil er al
leen een wettelijke grondslag aan geven.
Nadat dit is geschied zal de spelling zelf
in een algemeene maatregel van bestuur
worden geregeld, en de inhoud van die
maatregel zegt de minister van On
derwijs ijskoud „staat uiteraard nog in
geen enkel opzicht vast". Op dit alles past
maar één bescheid: welterusten! Het be
gint te lijken op een tachtigjarige oorlog
tusschen de spellingkampioenen.
leende, is Texel thans practisch vrij van
deze ziekte, terwijl de TBC-bestrijding
niet zelden met financieele opofferingen
van de zijde der veehouders gepaard gaat
en teleurstellingen vaak voorkwamen en
in de toekomst nog wel eens zullen voor
komen, gingen de Texelsche veehouders
recht op hun doel af. Waarom dan ook
niet zoo gehandeld ten opzichte van de
runderhorzel bestrijding
De moeilijkheid schijnt te zijn: iedere
veehouder te overtuigen van de schade,
welke hij door de horzel in zijn porte-
monnaie voelt. Vaak hoort men de op -
merking, dat de veehouder er geen cent
voordeel van heeft of de huid van een
dier gaaf is of dat ze sporen van horzels
vertoont. Doch het is niet alleen de min
dere waarde van de huid, ook langs an
dere wegen wordt er schade veroorzaakt.
Zoo staat vast, dat een dier, dat ernstig
door de runderhorzels bezocht is, minder
vleesch en minder melk produceert dan
een dier, dat er vrij van is. Wanneer de
dieren de horzellarven een keer kwijt
zijn, gaan zc immers groeien en men
noemt de bulten daarom ook wel „groei
bulten". Deze naam wil dus allerminst
zeggen, dat een dier, dat met horzelbui
ten is bezet, dus behept is met de z. g.
groeibulten, daardoor zou gaan groeien.
Integendeel: Er blijkt slechts uit, dat wan
neer de larven uit dc bulten verdwenen
zijn, het dier pas gaat groeien. Het is
dus de weg ER VOOR TE ZORGEN, dat
er IN HET GEHEEL GEEN GROEIBUL
TEN voorkomen.
Op de laatstgehouden vergadering van
dc afd. Texel van de H. M. van Land
bouw is deze kwestie weer ter sprake
gekomen. Op de eerstvolgende bijeen
komst van oud-leerlingen van de Land
bouwschool zal getracht worden tot een
georganiseerde bestrijding te komen.
Hierbij zouden wellicht de oud-leerlingen
mooi werk kunnen verrichten. Wanneer
een aantal hunner zich voor dit werk be
schikbaar stelt, waarbij Texel in verschil
lende kringen is ingedeeld en iedere kring
de beschikking krijgt over één of twee
der oud-leerlingen, kan zonder twijfel
met succes de strijd gevoerd worden. Dan
kan het eiland in weinige jaren „horzel-
vrij" zijn.
Over de verschijnselen der ziekte, over
de wijze van bestrijding en over de
schade, die de horzel veroorzaakt, wel
licht een andere keer. N.