Tweede blad.
Texelsche Courant Zaterdag 15 Juni 1940.
No. 5454
Deze week
IN NEDERLAND
PDe Wereld
IN KAART
De Internationale toestand
IN DE AFGELOOPEN WEEK
Het Portret
VAN DE WEEK
Terugkeer van krijgsgevangenen.
Eindelijk, na verscheidene dagen uitstel
n gevolge van bijzondere omstandig
heden zijn de eerste Nederlandsche krijgs
gevangenen uit Duitschland in het vader
land teruggekeerd. In lange treinen pas
seerden zij de grens bij Oldenzaal en Zeve
naar. Na een uitbundige begroeting door
de wachtende familieleden, die in grooten
getale naar de grensstations waren ge
stroomd, volgde eerst een medische keu
ring. waarna de manschappen öf naar huis
konden doorreizen öf bij bui'gers werden'
ingekwartierd. Dit eerste transport om
vatte reeds eenige duizenden krijgsgevan
genen. De nog in Duitschland verblijvenden
zullen geleidelijk volgen
Na het eerste transport krijgsgevange
nen, die naar het vaderland terugkeerden,
arriveerde Maandagmorgen om 11 uur te
Oldenzaal opnieuw een extra trein met
1600 krijgsgevangenen, afkomstig uit Hamm
en Altengrabe bij Berlijn. Achthonderd van
hen stapten te Oldenzaal uit; de anderen
vertrokken een uur later naar Hengelo
Organisatie van het bestuur.
Bij decreet van den Rijkscommissaris
voor de bezette gebieden in Nederland
werd deze week de organisatie van het
bestuur geregeld. Het contact met en de
controle op de Nederlandsche bestuurs
organen wordt uitgeoefend door een viertal
commissarissen-generaal, namelijk voor
Een luchtafweerbatterij door de Engel-
schen bij Boulogne achtergelaten.
Bestuur en Justitie; voor de Openbare Vei
ligheid; voor Financiën en Economische
Zaken en ten slotte voor bijzondere geval
len. Het terrein, dat eerstgenoemde com
missaris-generaal beheert, omvat behalve
justitie (met uitzondering van de politie)
Binnenlandsche Zaken en Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen. Het geheele Neder
landsche pobtie-apparaat staat onder toe
zicht van den commissaris-generaal voor
de Openbare Veiligheid, die zich bij de uit
oefening van zijn taak tevens kan bedie
nen van de Duitsche SS en pohtietroepen
Deze dienen o.m. tot het opsporen en be
strijden van alle handelingen die „Rijks-
en Duitschvijandig" zijn. De Nederlandsche
departementen van Financiën en Economi
sche Zaken, alsmede het departement van
Waterstaat en de Nederlandsche Posterijen
ressorteeren onder den derden commis
saris-generaal, terwijl de vierde Duitsche
regeeringspersoon een voor ons land nieuw
gebied bestrijktdat van de vorming der
openbare meening en voorts het niet-econo-
mische vereenigingsleven. In den bestuurs
vorm is dus een aanzienlijke centralisatie
tot stand gebracht.
Verklaring door ambtenaren.
De Nederlandsche rechtspraak wordt
thans uitgeoefend in naam van het Recht,
in plaats van, zooals tot dusverre geschied
de, in naam der Koningin. Bepaalde von
nissen moeten, voordat zij ten uitvoer wor
den gelegd, door den Rijkscommissaris
worden bekrachtigd; bepaalde zaken kun
nen voor een bijzondere rechtbank worden
gebracht. Ook kan het voorkomen, dat
Nederlanders voor den Krijgsraad of voor
den Duitschen politierechter worden ge
bracht, zulks krachtens beslissing van den
Rijkscommissaris. Ten einde zich van een
loyale medewerking van de Nederlandsche
ambtenaren en beambten te verzekeren,
moeten dezen een plechtige verklaring af
leggen, dat zij de verordeningen en bepa
lingen van den Rijkscommissaris en van de
hem ondergeschikte Duitsche organen, stipt
zullen nakomen en dat zij zich zullen ont
houden van elke handeling, gericht tegen
het Duitsche Rijk of de Duitsche weer
macht. Een eed van trouw wordt dus niet
verlangd.
Uitbreiding postverkeer.
Het postverkeer onderging deze week
opnieuw uitbreiding. Van Vrijdag 7 Juni
af kon weer briefpost worden verzonden
met bestemming voor het geheele neutrale
Europa met inbegrip van Noorwegen. Voor-
loopig echter nog slechts gewone brieven
en briefkaarten. Postverkeer met Engeland
en Frankrijk is dus nog niet mogelijk en
voorloopig ook nog niet met Belgie en
Luxemburg. Aangeteekende corresponden
tie en brieven met waarde zijn niet toege
laten.
Het telegraafverkeer met Nderlandsch-
Indië is nog steeds niet heropend. De Duit
sche autoriteiten stellen zich thans op het
standpunt, dat eerst de Duitsche geinter-
neerden in Indië moeten worden vrijge
laten, alvorens de telegrafische verbinding
met het moederland kan worden hersteld
Een nationaal hulpcomité.
Onder voorzitterschap van den secretaris
generaal van het ministerie van Binnen
landsche Zaken, mr. dr. K. J. Frederiks, is
met machtiging en instemming van de
Duitsche autoriteiten een Nationaal Hulp
comité 1940 opgericht, waarin tal van be
kende Nederlandsche personen zitting heb
ben genomen. Dit comité, dat zich ten doel
stelt, gelden in te zamelen ten behoeve van
door den oorlog getroffen landgenooten, zal
nauw samenwerken met het Nederlandsche
Roode Kruis en het Nationaal Fonds voor
Bijzondere Nooden. zal op
Zaterdag 15 dezer een algemeene straat
collecte voor dit doel worden gehouden. In
verband daarmede zijn alle burgemeesters
aangezocht plaatselijke comité's te vormen.
De ingezamelde gelden zullen worden be
steed in overleg met de Duitsche autori
teiten, het Nationale Hulpcomité 1940 en
den commissaris voor den wederopbouw,
dr. Ringers.
De petroleumdistributie.
De regeling der petroleumdistributie heeft
thans haar beslag gekregen. De distributie
begint op 17 Juni a.s. en wel uitsluitend
voro personen, in wier huis geen installatie
aanwezig is, waarop zonder petroleum ge
kookt zou kunnen worden. Van 10 tot 15
Juni kunnen rechthebbenden op vertoon
van de distributiestamkaart petroleum-
zegels verkrijgen. Daartoe moet een ver
klaring worden geteekend, die tevens als
ontvangstbewijs geldt. Voor één tot en met
vier personen worden vier stel zegels be
schikbaar gesteld, voor meer dan vier per
sonen vijf stel zegels. Elk stel zegels bevat
tien stuks, die genummerd zijn 1ste tot en
met 10de periode. Elke zegel geeft recht
op twee liter petroleum. Wie petroleum
voor bedrijfsdoeleinden noodig heeft, kan
een bestelbon aanvragen bij het plaatselijk
distributiekantoor. Aldus wordt door deze
distributie bereikt, dat de voorraad petro
leum, die nog in ons land aanwezig is, uit
sluitend ten goede komt aan degenen, die
werkelijk niet buiten deze brandstof
kunnen.
DE ENGELSCHE KANAALHAVENS.
Een eerste plaats in het verkeer met het
vasteland neemt Dover in, een plaats met
41.000 inwoners. Deze haven dient tevens
als uitgangspunt voor de vaart op Amerika.
De beteekenis van Dover blijkt uit het
goederenverkeer, waarvan de omvang
wordt geschat op 3.8 millioen ton per jaar.
De in de nabijheid liggende haven van
Folkestone verwerkt 1 millioen ton goede
ren per jaar. In economisch opzicht speelt
Portsmouth geen rol van beteekenis, daar
hier slechts 100.000 ton per jaar wordt
omgezet. Portsmouth ontleent echter zijn
groote beteekenis aan het feit, dat het de
grootste Engelsche oorlogshaven is. Van
des te grootere beteekenis evenwel is
het de grootste Engelsche oorlogshaven is.
Wight, een ideale haven vormt. In het ver
keer met de overzeesehe landen speelt het
een groote rol; van hieruit vertrekken de
Oceaanreuzen. De goederenomzet bedraagt
ongeveer \ZVz millioen ton per jaar De
stad bezit tal van werven en dokken, als-
ITALIË IN DE MIDDELLANDSCHE ZEE.
Er is een treffende overeenkomst tus-
schen Engeland en Italië beide mogend
heden zijn bijna geheel aangewezen op de
zee. Maar terwijl de Middellandsche Zee
de Kaap Engeland bereiken. Italië daaren
tegen oetrekt 85 van zijn invoer via de
Middellandsche Zee. Daarvan passeeren
70 de Straat van Gibraltar, 17 het
Suezkanaal en 13 de Dardanellen
De veldtocht tegen Abessïnië beteekende
het keerpunt in de Italiaansche Middel
landsche Zee-politiek. De verovering van
dit land was een zware slag voor Engeland.
Thans gaat de strijd van Italië in de eerste
plaats tegen Frankrijk. Het zwaartepunt
van den Italiaanschen strijd om de heer-
ZWAflTt ZEC
CORSICA
TURKIJE
EGyPTf
=100* tp>
van oen wuwovm
iTAUAANffMCN
3BRSE 9S5aSi"
OCH 8UITEN
la ndsché zee
r sreuNWTtn
voor Italië d e zee is, is ze voor Engeland
een van de zeeën. Slechts 15 van den
Bntschen invoer gaat door de Middelland
sche Zee en een belangrijk deel daarvan
■can, zooals trouwens reeds geschiedt, om
schappij in de Middellandsche Zee is ver
plaatst naar het Westelijk deel daarvan.
De bezetting van Albanië in April 1939 be
teekende de afsluiting van den 74 km bree-
den toegang tot de Adriatische Zee.
mede machine-, wagons- en suikerfabrie
ken enz. Plymouth, een stad met 193.000
inwoners, is oorlogs- en handelshaven
tevens. De hoeveelheid goederen, welke
hier jaarlijks wordt overgeladen, bedraagt
6 millioen ton. Plymouth is o.m. bekend
door zijn zeildoek-industrie.
VLIEGMACHINES CONTRA
OORLOGSSCHEPEN.
Tot de groote verrassingen, welke deze
oorlog ons heeft gebraerft, behoort wel het
succes van het optreden van vliegmachines
tegen oorlogsschepen. Nemen wij aan, dat
een verkenningsvliegtuig zeestrijdkrachten
ontdekt en daarvan kennis geeft aan de
dichtstbijzijnde vliegtuigbasis, dan is het
natuurlijk duidelijke, dat de waarschijnlijk
heid, den tegenstander nog te achterhalen,
des te grooter is naarmate de tijd korter
is tusschen het afzenden van het bericht en
het starten van de vliegtuigen, welke den
strijd zullen aanbinden. Hierin bestaat
reeds het eerste groote voordeel van het
vliegtuig daar dit zich met zeer groote
snelheid verplaatst en dus in zeer korten
tijd de plaats bereikt, waar de vijand is
gesignaleerd en den omtrek kan afzoeken.
Een tweede voordeel van het vliegtuig is,
dat het met verrassende snelheid optreedt,
waardoor de afweer buitengewoon bemoei
lijkt wordt. Verder is ook van belang, dat
de kosten van het risico van den aanval
zeer gering zijn, in vergelijking met de
waarde van het doelwit. De aanval kan ge
schieden met een escadrille van vliegtui
gen, die elk slechts 2 tot 5 man aan boord
hebben en misschien 150.000 tot 200 000
gulden per stuk hebben gekost, terwijl een
slagschip een waarde vertegenwoordigt van
150 tot 200 millioen gulden en een beman
ning aan boord heeft van 1200 of meer
personen. Ook een zware kruiser met een
equipage van 800 man en dat 100 millioen
heeft gekost, is een kostbaar object.
NOORWEGEN OP ZOEK NAAR
SURROGATEN.
Behalve verschillende ertsen voert Noor
wegen ook tal van voortbrengselen van zijn
inheemsche industrie uit. Dit is vooral hét
geval met hout en cellulose. De land
bouw staat op een hoogen trap van ont
wikkeling. Het landbouwkundig instituut
te Oslo houdt zich bezig met het onder
zoeken van de mogelijkheid, of uit cellu
lose een krachtig veevoeder kan worden
samengesteld. De proefnemingen geven
goede hoop; en een dergelijk veevoeder
zou een groote uitkomst vormen voor den
Noorschen landbouw, daar onder de tegen
woordige omstandigheden vooral een gro</-
tekort bestaat aan veevoeder.
Sedert wij hier de vorige maal den toe
stand bespraken, hebben zich twee ge
beurtenissen voorgedaan van enorm be
lang, welke zonden den minsten twijfel het
tragische verloop van dezen oorlog zullen
bespoedigen en de beslissing sneller na
derbij zullen brengen dan men in verschil
lende kringen verwachtte.
Wij doelen hier op het feit, dat Noor
wegen het nuttelooze van verder verzet
heeft ingezien en het hoofd in den schoot
heeft gelegd en Italië's oorlogsverklaring
aan Frankrijk en Engeland.
Wat Noorwegen betreft: dit is meer een
prestige-succes dan iets anders. Engeland
heeft zich moeten terugtrekken voor de
Duitsche overmacht, zooals Frankrijk dit
op het oogenblik in eigen land doet. Groote
offers aan menschen en materiaal heeft
Engeland in Noorwegen gebracht om zijn
eigen prestige op te houden. Na den
smadelijken terugtocht uit Andalsnaes
heeft het alles er op gezet om Narvik in
handen te krijgen; en hierin is het ten
slotte geslaagd, ten koste van aan het doel
geheel onevenredige offers.
Dit offer is echter tevergeefs gebracht;
nauwelijks hadden zij zich er genesteld, of
zij waren bijna onmiddellijk genoodzaakt
om het weder op te geven. De slag, die
daardoor aan Engelands prestige werd toe
gebracht, al nimmermeer kunnen worden
uitgewischt. Daarentegen is het prestige
van de Duitsche legermacht enorm toege
nomen.
Hoe belangrijk dit feit op zichzelf even
wel ook moge zijn, het wordt geheel in de
schaduw gesteld door Italië's inmenging
in den oorlog. Dit wordt algemeen be
schouwd als het begin van het einde voor
de Geallieerden. Verpletterd in het Noor
den door de overweldigende Duitsche leger
macht, weggemaaid door de gemotoriseerde
afdeelingen, uit de lucht bestookt door een
luchtmacht, welker superioriteit onbetwist
is, kunnen de Fransche troepen niet lang
meer stand houden, te minder, nu in het
Zuiden een tweede machtige vijand komt
opzetten.
De tang sluit zich om de verdedigers van
den Franschen bodem, die naar twee zijden
front moeten maken. Onweerstaanbaar als
een bruisende lawine storten zich de van
strijdlust gloeiende troepen van den Duce
op den tegenstander, alles wat weerstand
biedt voor zich uitjagend. Hun élan is niet
te stuiten. Deze in den strijd in Abessimë
en Albanië geharde en gestaalde troepen
zijn reeds de Fransche grens overgetrok
ken, om nieuwe lauweren te oogsten.
Met onbeschrijfelijke geestdrift is in ge
heel Italië de verklaring van Mussolini, dat
Italië besloten had, aan Frankrijk en Enge
land den oorlog te verklaren, door het volk
ontvangen. In geheel Rome was de vlag
uitgestoken, nog voordat de Duce had ge
sproken. Men had er reeds begrepen, dat
hij het Italiaansche volk naar nieuwe over
winningen zou leiden, overwinningen,
welke het in het bezit zouden stellen van
al datgene, wat het reeds zoo lang eischte:
Turns, Corsica, Savoye, Malta.
e
De stap is gedaan, de teerling is gewor
pen. Wij staan aan den vooravond van de
laatste fase van dezen noodlottigen oorlog,
die Europa heeft ondergedompeld in een
zee van vuur en bloed. Gebeukt door over
machtige legers, op alle punten tot den
terugtocht gedwongen, zullen Frankrijk en
zijn bondgenoot Engeland voor het noodlot
geb°mY' *!at cr °h het eerste gezicht als een autogarage uitziet, werden do
Dnitschers hevig beschoten. Na de verovering bleek hel een gecamoufleerde bunker
te zijn.
moeten zwichten. Hun ondergang is nog
slechts een kwestie van tijd.
Het eenige, wat den toestand zou kunnen
verlengen, zou een interventie aan de zijde
van de Geallieerden zijn van andere lan
den. Wij denken hierbij in de eerste plaats
aan Turkije, dat door een bondgenootschap
is verbonden aan de Geallieerden en zich
heeft verplicht, hun zijn bijstand te ver-
leenen, indien zij werden aangevallen in
de Middellandsche Zee.
Het is echter zeer de vraag, of Turkije
geneigd zal blijken, zich in dit avontuur te
storten, nu Frankrijk en Engeland reeds
zoo sterk onder den oorlog te lijden heb
ben gehad. Het zal zich ongetwijfeld meer
dan twee maal bedenken, dit te meer, wijl
de Duce het een ondubbelzinnigen wenk
heeft gegeven, dat het beter zou doen, zich
buiten het conflict te houden door dat deel
van de rede, waarin hij zeide, dat het niet
in de bedoeling van Italië lag, andere staten
in het Middellandsche Zee-bekken in den
strijd te betrekken.
De eerstvolgende dagen, uren wellicht,
zullen de wereld leeren, welke houding
Turkije besloten heeft aan te nemen. En
deze zelfde opmerking geldt voor de hou
ding van Rusland en Amerika, een factor,
welke eveneens met angstige belangstelling
wordt gadegeslagen.
LE HAVRE. DE TWEEDE HAVEN VAN
FRANKRIJK.
Aan de monding van de Seine ligt de
voornaamste Fransche haven aan het Ka
naal Le Havre, na Marseille de grootste
van Frankrijk. Le Havre is niet alleen
handels-, doch ook oorlogshaven, door
sterke verdedigingswerken omringd. Deze
stad bekend als stapelplaats voor katoen
en als inschepingsplaats voor landverhui
zers De industrie ter plaatse omvat katoen,
wol, tabak en olie; voorts zijn er verschil
lende scheepswerven. Zij telt 164.000 in
woners. Eveneens aan de Seine, meer in
het binnenland, ligt Rouaan, met 120.000
inwoners. Rouaan drijft een levendigen
handel op verschillende Engelsche havens
c-n is van groote beteekenis voor den invoer
van Engelsche kolen. Tevens wordt hier
veel graan, rubber, olie en koffie ingevoerd.
VOORUITZICHTEN VOOR DEN
ZWEEDSCH-AMERIKAANSCHEN
HANDEL
Het Amerikaansche „Journal of Com
merce" gaf uiting aan de hoop, dat het
mogelijk zou blijken, via de haven Petsamo,
m het uiterste Noorden van Finland, een
geregelde overzeesehe verbinding tusschen
Zweden, Finland en de Vereenigde Staten
tot stand te brengen. Een Einsche reederij
zou in principe reeds voor dit denkbeeld
zijn gewonnen. Hierbij moet echter niet uit
het oog worden verloren dat de haven van
Petsamo, die na het sluiten van den vrede
tusschen Rusland en Finland door de Rus
sen in onbeschadigden staat aan de Finnen
is teruggegeven, wel is waar diep genoeg
is en het geheele jaar door niet dichtvriest,
doch dat de haveninstallatie veel te wen-
schen overlaat. Petsamo beschikt niet over
kade-aanleg, noch over loodsen en kranen;
en bovendien (en dit is wel het grootste
bezwaar) mist het elke spoorverbinding
met het achterland.
De Noord-Finsche spoorweg, welke aan
sluit op het Finsche en Zweedsche spoor
wegnet, loopt niet verder dan tot Rova-
niemi. Vandaar tot Petsamo wordt het ver
keer onderhouden langs een zeer goeden
autoweg, die 450 kilometer lang is. Dien
tengevolge wordt het verladen van massa
goederen over Petsamo veel te kostbaar,
lsngevolge van het overladen onderweg. Al
leen voor goederen, die een vrij hooge
waarde bezitten, zou Petsamo in aanmer
king kunnen komen.
HOE ZAL DEZE OORLOG EINDIGEN
Een vraag, die vrijwel ieder bewoner van
dit aardsche tranendal zich in onze dagen
stelt en waarop velen ook met beslistheid
een antwoord meenen te kunnen geven. Bij
deze brood-etende profeten is echter ge
woonlijk de wensch de vader van de ge
dachte.
Iemand, die geheel buiten de gebeurte
nissen van dezen tijd stond, was zeker wel
de in 1503 geboren en in 1566 gestorven
beroemde voorspeller Nostradamus. Hij
schreef een merkwaardig boek, de „Cen-
turiën" geheeten, dat bestaat uit tien maal
honderd vierregelige verzen en waarin de
toekomst wordt voorspeld van zijn tijd
tot het jaar 3797. Dit laaste jaartal wordt
door hem aangewezen als dat van den
ondergang van de wereld.
Nostradamus' boek zou al lang in de ver
getelheid zijn geraakt, wanneer niet ver
schillende van zijn profetieën, voor zoover
men ze althans heeft weten uit te leggen,
in den loop der geschiedenis op treffende
wijze waren uitgekomen. En dus is men
gaan speuren naar wat hij te zeggen heeft
over onzen tegenwoordigen tijd.
De beroemde Fransche Nostradamus-
kenner Dr. de Fontbrune, die zich de laat
ste jaren met de werken van den „ziener
van Salon" heeft bezig gehouden, schrijft
in zijn in 1939 verschenen boek „Les pro
phéties de Maistre Michel Nostradamus'
het volgende
In den brief van Nostradamus aan Hen
drik II wordt er met nadruk op gewezen,
dat de groote oorlog, de oorzaak van zoo
talrijke omwentelingen in Europa, voor de
Britsche eilanden een niet minder ernstige
nederlaag en bloedige revolutie met zich
zal brengen dan die Italië heeft ondergaan,
Nostradamus heeft de politieke fouten
doorzien, die ook dynastisch het
eerste begin vormen van de ineenstorting
van het keizerrijk der zeeën de democra
tische leerstellingen, waaraan het oude
Engelsche koninkrijk zich zal aanpassen
en die na langen tijd op het vasteland te
hebben gebloeid, zich zullen keeren tegen
hun eigen macht. Het blinde geloof in de
zoo vaak door Engeland in Genève gepre
dikte pacifistische theorieën op een tijdstip,
dat andere staten zullen worden aange
grepen door een allerminst bedriegelijke
bewapeningskoorts, zal het wereldrijk naar
een nieuwe «nederlaag op zee leiden, van
zoodanigen omvang, dat het bankroet on
herstelbaar zal "lijken.
Wanneer Engeland de bedreiging zal
voelen en aan het werk zal gaan om zijn
militaire macht te herstellen, zal het te laat
zijn. Zijn legendarische rijkdom zal niet
in staat zijn, het te redden, want van alle
elementaire dingen, die in staat zijn het
te doen respecteeren, zal het meest kost
bare vaji alle, de tijd, ontbreken. „De eilan-
GENERAAL MAXIME VVEYGAND,
de opperbevelhebber der geallieerde
legers in Frankrijk en opvolger van
generaal Gamelin, is te Brussel ge
boren en thans 73 jaar oud. Hij vocht
in den vorigen wereldoorlog als
overste onder maarschalk Foch; in
1919 reorganiseerde hij het Poolsche
leger, drie jaar later werd hij als
stadhouder naar Syrië gezonden, om
dat in dit Fransche mandaatsgebied
onrust heerschte. Weygand werd bij
het uitbreken van den huidigfen
wereldoorlog in 1939 opnieuw sol
daat en werd belast met het com
mando m Syrië, totdat hij thans
sinds enkele weken de hoogste lei
ding kreeg.
-
den zullen bloeden", zegt Nostradamus,
„door het late steunen", d.w.z. door het te
laat een besluit te hebben genomen.
Engeland heeft zes omwentelingen be
leefd; volgens Nostradamus zal de zevende
komen over 290 jaar; de eerste had plaats
met de omwenteling onder Cromwell; dat
was in 1649 en 1649 plus 290 is1939
Ziehier in vrije vertaling eenige van zjjn
uitspraken
„Op de eilanden zal een dermate vree
sdij k tumult ontstaan, dat men slechts
van onheilvoorspellende woelingen zal hoo-
ren. De brutaliteit van hen, die van den
roof leven, zal zoo groot zijn, dat men zich
zal opmaken om een liga tegen hen te
vormen."
„Het omvangrijke handelsverkeer van
den Groote zal veranderen voor het groot
ste deel zal het op den omvang van vroeger
tijden worden teruggebracht. Het zal de
buit worden van soldaten door plundering,
als bij een wijnoogst, ingevolge den eed
en den Duitschen stofregen."
„Londen zal vallen en zijn gevangen ge
nomen regeering zal men nabij de zee in
uiterste hulpeloosheid zien. Een Fransche
regeering zal zich, tegenover den dooden
tegenstander, vrijwel in het volledige bezit
der macht stellen."
Gelijk men ziet, zijn de uitspraken vrij
duidelijk en nauwkeurig.