Tweede blad. Texelsche Courant Zaterdag 15 Juni 1940. No. 5454 Deze week IN NEDERLAND PDe Wereld IN KAART De Internationale toestand IN DE AFGELOOPEN WEEK Het Portret VAN DE WEEK Terugkeer van krijgsgevangenen. Eindelijk, na verscheidene dagen uitstel n gevolge van bijzondere omstandig heden zijn de eerste Nederlandsche krijgs gevangenen uit Duitschland in het vader land teruggekeerd. In lange treinen pas seerden zij de grens bij Oldenzaal en Zeve naar. Na een uitbundige begroeting door de wachtende familieleden, die in grooten getale naar de grensstations waren ge stroomd, volgde eerst een medische keu ring. waarna de manschappen öf naar huis konden doorreizen öf bij bui'gers werden' ingekwartierd. Dit eerste transport om vatte reeds eenige duizenden krijgsgevan genen. De nog in Duitschland verblijvenden zullen geleidelijk volgen Na het eerste transport krijgsgevange nen, die naar het vaderland terugkeerden, arriveerde Maandagmorgen om 11 uur te Oldenzaal opnieuw een extra trein met 1600 krijgsgevangenen, afkomstig uit Hamm en Altengrabe bij Berlijn. Achthonderd van hen stapten te Oldenzaal uit; de anderen vertrokken een uur later naar Hengelo Organisatie van het bestuur. Bij decreet van den Rijkscommissaris voor de bezette gebieden in Nederland werd deze week de organisatie van het bestuur geregeld. Het contact met en de controle op de Nederlandsche bestuurs organen wordt uitgeoefend door een viertal commissarissen-generaal, namelijk voor Een luchtafweerbatterij door de Engel- schen bij Boulogne achtergelaten. Bestuur en Justitie; voor de Openbare Vei ligheid; voor Financiën en Economische Zaken en ten slotte voor bijzondere geval len. Het terrein, dat eerstgenoemde com missaris-generaal beheert, omvat behalve justitie (met uitzondering van de politie) Binnenlandsche Zaken en Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen. Het geheele Neder landsche pobtie-apparaat staat onder toe zicht van den commissaris-generaal voor de Openbare Veiligheid, die zich bij de uit oefening van zijn taak tevens kan bedie nen van de Duitsche SS en pohtietroepen Deze dienen o.m. tot het opsporen en be strijden van alle handelingen die „Rijks- en Duitschvijandig" zijn. De Nederlandsche departementen van Financiën en Economi sche Zaken, alsmede het departement van Waterstaat en de Nederlandsche Posterijen ressorteeren onder den derden commis saris-generaal, terwijl de vierde Duitsche regeeringspersoon een voor ons land nieuw gebied bestrijktdat van de vorming der openbare meening en voorts het niet-econo- mische vereenigingsleven. In den bestuurs vorm is dus een aanzienlijke centralisatie tot stand gebracht. Verklaring door ambtenaren. De Nederlandsche rechtspraak wordt thans uitgeoefend in naam van het Recht, in plaats van, zooals tot dusverre geschied de, in naam der Koningin. Bepaalde von nissen moeten, voordat zij ten uitvoer wor den gelegd, door den Rijkscommissaris worden bekrachtigd; bepaalde zaken kun nen voor een bijzondere rechtbank worden gebracht. Ook kan het voorkomen, dat Nederlanders voor den Krijgsraad of voor den Duitschen politierechter worden ge bracht, zulks krachtens beslissing van den Rijkscommissaris. Ten einde zich van een loyale medewerking van de Nederlandsche ambtenaren en beambten te verzekeren, moeten dezen een plechtige verklaring af leggen, dat zij de verordeningen en bepa lingen van den Rijkscommissaris en van de hem ondergeschikte Duitsche organen, stipt zullen nakomen en dat zij zich zullen ont houden van elke handeling, gericht tegen het Duitsche Rijk of de Duitsche weer macht. Een eed van trouw wordt dus niet verlangd. Uitbreiding postverkeer. Het postverkeer onderging deze week opnieuw uitbreiding. Van Vrijdag 7 Juni af kon weer briefpost worden verzonden met bestemming voor het geheele neutrale Europa met inbegrip van Noorwegen. Voor- loopig echter nog slechts gewone brieven en briefkaarten. Postverkeer met Engeland en Frankrijk is dus nog niet mogelijk en voorloopig ook nog niet met Belgie en Luxemburg. Aangeteekende corresponden tie en brieven met waarde zijn niet toege laten. Het telegraafverkeer met Nderlandsch- Indië is nog steeds niet heropend. De Duit sche autoriteiten stellen zich thans op het standpunt, dat eerst de Duitsche geinter- neerden in Indië moeten worden vrijge laten, alvorens de telegrafische verbinding met het moederland kan worden hersteld Een nationaal hulpcomité. Onder voorzitterschap van den secretaris generaal van het ministerie van Binnen landsche Zaken, mr. dr. K. J. Frederiks, is met machtiging en instemming van de Duitsche autoriteiten een Nationaal Hulp comité 1940 opgericht, waarin tal van be kende Nederlandsche personen zitting heb ben genomen. Dit comité, dat zich ten doel stelt, gelden in te zamelen ten behoeve van door den oorlog getroffen landgenooten, zal nauw samenwerken met het Nederlandsche Roode Kruis en het Nationaal Fonds voor Bijzondere Nooden. zal op Zaterdag 15 dezer een algemeene straat collecte voor dit doel worden gehouden. In verband daarmede zijn alle burgemeesters aangezocht plaatselijke comité's te vormen. De ingezamelde gelden zullen worden be steed in overleg met de Duitsche autori teiten, het Nationale Hulpcomité 1940 en den commissaris voor den wederopbouw, dr. Ringers. De petroleumdistributie. De regeling der petroleumdistributie heeft thans haar beslag gekregen. De distributie begint op 17 Juni a.s. en wel uitsluitend voro personen, in wier huis geen installatie aanwezig is, waarop zonder petroleum ge kookt zou kunnen worden. Van 10 tot 15 Juni kunnen rechthebbenden op vertoon van de distributiestamkaart petroleum- zegels verkrijgen. Daartoe moet een ver klaring worden geteekend, die tevens als ontvangstbewijs geldt. Voor één tot en met vier personen worden vier stel zegels be schikbaar gesteld, voor meer dan vier per sonen vijf stel zegels. Elk stel zegels bevat tien stuks, die genummerd zijn 1ste tot en met 10de periode. Elke zegel geeft recht op twee liter petroleum. Wie petroleum voor bedrijfsdoeleinden noodig heeft, kan een bestelbon aanvragen bij het plaatselijk distributiekantoor. Aldus wordt door deze distributie bereikt, dat de voorraad petro leum, die nog in ons land aanwezig is, uit sluitend ten goede komt aan degenen, die werkelijk niet buiten deze brandstof kunnen. DE ENGELSCHE KANAALHAVENS. Een eerste plaats in het verkeer met het vasteland neemt Dover in, een plaats met 41.000 inwoners. Deze haven dient tevens als uitgangspunt voor de vaart op Amerika. De beteekenis van Dover blijkt uit het goederenverkeer, waarvan de omvang wordt geschat op 3.8 millioen ton per jaar. De in de nabijheid liggende haven van Folkestone verwerkt 1 millioen ton goede ren per jaar. In economisch opzicht speelt Portsmouth geen rol van beteekenis, daar hier slechts 100.000 ton per jaar wordt omgezet. Portsmouth ontleent echter zijn groote beteekenis aan het feit, dat het de grootste Engelsche oorlogshaven is. Van des te grootere beteekenis evenwel is het de grootste Engelsche oorlogshaven is. Wight, een ideale haven vormt. In het ver keer met de overzeesehe landen speelt het een groote rol; van hieruit vertrekken de Oceaanreuzen. De goederenomzet bedraagt ongeveer \ZVz millioen ton per jaar De stad bezit tal van werven en dokken, als- ITALIË IN DE MIDDELLANDSCHE ZEE. Er is een treffende overeenkomst tus- schen Engeland en Italië beide mogend heden zijn bijna geheel aangewezen op de zee. Maar terwijl de Middellandsche Zee de Kaap Engeland bereiken. Italië daaren tegen oetrekt 85 van zijn invoer via de Middellandsche Zee. Daarvan passeeren 70 de Straat van Gibraltar, 17 het Suezkanaal en 13 de Dardanellen De veldtocht tegen Abessïnië beteekende het keerpunt in de Italiaansche Middel landsche Zee-politiek. De verovering van dit land was een zware slag voor Engeland. Thans gaat de strijd van Italië in de eerste plaats tegen Frankrijk. Het zwaartepunt van den Italiaanschen strijd om de heer- ZWAflTt ZEC CORSICA TURKIJE EGyPTf =100* tp> van oen wuwovm iTAUAANffMCN 3BRSE 9S5aSi" OCH 8UITEN la ndsché zee r sreuNWTtn voor Italië d e zee is, is ze voor Engeland een van de zeeën. Slechts 15 van den Bntschen invoer gaat door de Middelland sche Zee en een belangrijk deel daarvan ■can, zooals trouwens reeds geschiedt, om schappij in de Middellandsche Zee is ver plaatst naar het Westelijk deel daarvan. De bezetting van Albanië in April 1939 be teekende de afsluiting van den 74 km bree- den toegang tot de Adriatische Zee. mede machine-, wagons- en suikerfabrie ken enz. Plymouth, een stad met 193.000 inwoners, is oorlogs- en handelshaven tevens. De hoeveelheid goederen, welke hier jaarlijks wordt overgeladen, bedraagt 6 millioen ton. Plymouth is o.m. bekend door zijn zeildoek-industrie. VLIEGMACHINES CONTRA OORLOGSSCHEPEN. Tot de groote verrassingen, welke deze oorlog ons heeft gebraerft, behoort wel het succes van het optreden van vliegmachines tegen oorlogsschepen. Nemen wij aan, dat een verkenningsvliegtuig zeestrijdkrachten ontdekt en daarvan kennis geeft aan de dichtstbijzijnde vliegtuigbasis, dan is het natuurlijk duidelijke, dat de waarschijnlijk heid, den tegenstander nog te achterhalen, des te grooter is naarmate de tijd korter is tusschen het afzenden van het bericht en het starten van de vliegtuigen, welke den strijd zullen aanbinden. Hierin bestaat reeds het eerste groote voordeel van het vliegtuig daar dit zich met zeer groote snelheid verplaatst en dus in zeer korten tijd de plaats bereikt, waar de vijand is gesignaleerd en den omtrek kan afzoeken. Een tweede voordeel van het vliegtuig is, dat het met verrassende snelheid optreedt, waardoor de afweer buitengewoon bemoei lijkt wordt. Verder is ook van belang, dat de kosten van het risico van den aanval zeer gering zijn, in vergelijking met de waarde van het doelwit. De aanval kan ge schieden met een escadrille van vliegtui gen, die elk slechts 2 tot 5 man aan boord hebben en misschien 150.000 tot 200 000 gulden per stuk hebben gekost, terwijl een slagschip een waarde vertegenwoordigt van 150 tot 200 millioen gulden en een beman ning aan boord heeft van 1200 of meer personen. Ook een zware kruiser met een equipage van 800 man en dat 100 millioen heeft gekost, is een kostbaar object. NOORWEGEN OP ZOEK NAAR SURROGATEN. Behalve verschillende ertsen voert Noor wegen ook tal van voortbrengselen van zijn inheemsche industrie uit. Dit is vooral hét geval met hout en cellulose. De land bouw staat op een hoogen trap van ont wikkeling. Het landbouwkundig instituut te Oslo houdt zich bezig met het onder zoeken van de mogelijkheid, of uit cellu lose een krachtig veevoeder kan worden samengesteld. De proefnemingen geven goede hoop; en een dergelijk veevoeder zou een groote uitkomst vormen voor den Noorschen landbouw, daar onder de tegen woordige omstandigheden vooral een gro</- tekort bestaat aan veevoeder. Sedert wij hier de vorige maal den toe stand bespraken, hebben zich twee ge beurtenissen voorgedaan van enorm be lang, welke zonden den minsten twijfel het tragische verloop van dezen oorlog zullen bespoedigen en de beslissing sneller na derbij zullen brengen dan men in verschil lende kringen verwachtte. Wij doelen hier op het feit, dat Noor wegen het nuttelooze van verder verzet heeft ingezien en het hoofd in den schoot heeft gelegd en Italië's oorlogsverklaring aan Frankrijk en Engeland. Wat Noorwegen betreft: dit is meer een prestige-succes dan iets anders. Engeland heeft zich moeten terugtrekken voor de Duitsche overmacht, zooals Frankrijk dit op het oogenblik in eigen land doet. Groote offers aan menschen en materiaal heeft Engeland in Noorwegen gebracht om zijn eigen prestige op te houden. Na den smadelijken terugtocht uit Andalsnaes heeft het alles er op gezet om Narvik in handen te krijgen; en hierin is het ten slotte geslaagd, ten koste van aan het doel geheel onevenredige offers. Dit offer is echter tevergeefs gebracht; nauwelijks hadden zij zich er genesteld, of zij waren bijna onmiddellijk genoodzaakt om het weder op te geven. De slag, die daardoor aan Engelands prestige werd toe gebracht, al nimmermeer kunnen worden uitgewischt. Daarentegen is het prestige van de Duitsche legermacht enorm toege nomen. Hoe belangrijk dit feit op zichzelf even wel ook moge zijn, het wordt geheel in de schaduw gesteld door Italië's inmenging in den oorlog. Dit wordt algemeen be schouwd als het begin van het einde voor de Geallieerden. Verpletterd in het Noor den door de overweldigende Duitsche leger macht, weggemaaid door de gemotoriseerde afdeelingen, uit de lucht bestookt door een luchtmacht, welker superioriteit onbetwist is, kunnen de Fransche troepen niet lang meer stand houden, te minder, nu in het Zuiden een tweede machtige vijand komt opzetten. De tang sluit zich om de verdedigers van den Franschen bodem, die naar twee zijden front moeten maken. Onweerstaanbaar als een bruisende lawine storten zich de van strijdlust gloeiende troepen van den Duce op den tegenstander, alles wat weerstand biedt voor zich uitjagend. Hun élan is niet te stuiten. Deze in den strijd in Abessimë en Albanië geharde en gestaalde troepen zijn reeds de Fransche grens overgetrok ken, om nieuwe lauweren te oogsten. Met onbeschrijfelijke geestdrift is in ge heel Italië de verklaring van Mussolini, dat Italië besloten had, aan Frankrijk en Enge land den oorlog te verklaren, door het volk ontvangen. In geheel Rome was de vlag uitgestoken, nog voordat de Duce had ge sproken. Men had er reeds begrepen, dat hij het Italiaansche volk naar nieuwe over winningen zou leiden, overwinningen, welke het in het bezit zouden stellen van al datgene, wat het reeds zoo lang eischte: Turns, Corsica, Savoye, Malta. e De stap is gedaan, de teerling is gewor pen. Wij staan aan den vooravond van de laatste fase van dezen noodlottigen oorlog, die Europa heeft ondergedompeld in een zee van vuur en bloed. Gebeukt door over machtige legers, op alle punten tot den terugtocht gedwongen, zullen Frankrijk en zijn bondgenoot Engeland voor het noodlot geb°mY' *!at cr °h het eerste gezicht als een autogarage uitziet, werden do Dnitschers hevig beschoten. Na de verovering bleek hel een gecamoufleerde bunker te zijn. moeten zwichten. Hun ondergang is nog slechts een kwestie van tijd. Het eenige, wat den toestand zou kunnen verlengen, zou een interventie aan de zijde van de Geallieerden zijn van andere lan den. Wij denken hierbij in de eerste plaats aan Turkije, dat door een bondgenootschap is verbonden aan de Geallieerden en zich heeft verplicht, hun zijn bijstand te ver- leenen, indien zij werden aangevallen in de Middellandsche Zee. Het is echter zeer de vraag, of Turkije geneigd zal blijken, zich in dit avontuur te storten, nu Frankrijk en Engeland reeds zoo sterk onder den oorlog te lijden heb ben gehad. Het zal zich ongetwijfeld meer dan twee maal bedenken, dit te meer, wijl de Duce het een ondubbelzinnigen wenk heeft gegeven, dat het beter zou doen, zich buiten het conflict te houden door dat deel van de rede, waarin hij zeide, dat het niet in de bedoeling van Italië lag, andere staten in het Middellandsche Zee-bekken in den strijd te betrekken. De eerstvolgende dagen, uren wellicht, zullen de wereld leeren, welke houding Turkije besloten heeft aan te nemen. En deze zelfde opmerking geldt voor de hou ding van Rusland en Amerika, een factor, welke eveneens met angstige belangstelling wordt gadegeslagen. LE HAVRE. DE TWEEDE HAVEN VAN FRANKRIJK. Aan de monding van de Seine ligt de voornaamste Fransche haven aan het Ka naal Le Havre, na Marseille de grootste van Frankrijk. Le Havre is niet alleen handels-, doch ook oorlogshaven, door sterke verdedigingswerken omringd. Deze stad bekend als stapelplaats voor katoen en als inschepingsplaats voor landverhui zers De industrie ter plaatse omvat katoen, wol, tabak en olie; voorts zijn er verschil lende scheepswerven. Zij telt 164.000 in woners. Eveneens aan de Seine, meer in het binnenland, ligt Rouaan, met 120.000 inwoners. Rouaan drijft een levendigen handel op verschillende Engelsche havens c-n is van groote beteekenis voor den invoer van Engelsche kolen. Tevens wordt hier veel graan, rubber, olie en koffie ingevoerd. VOORUITZICHTEN VOOR DEN ZWEEDSCH-AMERIKAANSCHEN HANDEL Het Amerikaansche „Journal of Com merce" gaf uiting aan de hoop, dat het mogelijk zou blijken, via de haven Petsamo, m het uiterste Noorden van Finland, een geregelde overzeesehe verbinding tusschen Zweden, Finland en de Vereenigde Staten tot stand te brengen. Een Einsche reederij zou in principe reeds voor dit denkbeeld zijn gewonnen. Hierbij moet echter niet uit het oog worden verloren dat de haven van Petsamo, die na het sluiten van den vrede tusschen Rusland en Finland door de Rus sen in onbeschadigden staat aan de Finnen is teruggegeven, wel is waar diep genoeg is en het geheele jaar door niet dichtvriest, doch dat de haveninstallatie veel te wen- schen overlaat. Petsamo beschikt niet over kade-aanleg, noch over loodsen en kranen; en bovendien (en dit is wel het grootste bezwaar) mist het elke spoorverbinding met het achterland. De Noord-Finsche spoorweg, welke aan sluit op het Finsche en Zweedsche spoor wegnet, loopt niet verder dan tot Rova- niemi. Vandaar tot Petsamo wordt het ver keer onderhouden langs een zeer goeden autoweg, die 450 kilometer lang is. Dien tengevolge wordt het verladen van massa goederen over Petsamo veel te kostbaar, lsngevolge van het overladen onderweg. Al leen voor goederen, die een vrij hooge waarde bezitten, zou Petsamo in aanmer king kunnen komen. HOE ZAL DEZE OORLOG EINDIGEN Een vraag, die vrijwel ieder bewoner van dit aardsche tranendal zich in onze dagen stelt en waarop velen ook met beslistheid een antwoord meenen te kunnen geven. Bij deze brood-etende profeten is echter ge woonlijk de wensch de vader van de ge dachte. Iemand, die geheel buiten de gebeurte nissen van dezen tijd stond, was zeker wel de in 1503 geboren en in 1566 gestorven beroemde voorspeller Nostradamus. Hij schreef een merkwaardig boek, de „Cen- turiën" geheeten, dat bestaat uit tien maal honderd vierregelige verzen en waarin de toekomst wordt voorspeld van zijn tijd tot het jaar 3797. Dit laaste jaartal wordt door hem aangewezen als dat van den ondergang van de wereld. Nostradamus' boek zou al lang in de ver getelheid zijn geraakt, wanneer niet ver schillende van zijn profetieën, voor zoover men ze althans heeft weten uit te leggen, in den loop der geschiedenis op treffende wijze waren uitgekomen. En dus is men gaan speuren naar wat hij te zeggen heeft over onzen tegenwoordigen tijd. De beroemde Fransche Nostradamus- kenner Dr. de Fontbrune, die zich de laat ste jaren met de werken van den „ziener van Salon" heeft bezig gehouden, schrijft in zijn in 1939 verschenen boek „Les pro phéties de Maistre Michel Nostradamus' het volgende In den brief van Nostradamus aan Hen drik II wordt er met nadruk op gewezen, dat de groote oorlog, de oorzaak van zoo talrijke omwentelingen in Europa, voor de Britsche eilanden een niet minder ernstige nederlaag en bloedige revolutie met zich zal brengen dan die Italië heeft ondergaan, Nostradamus heeft de politieke fouten doorzien, die ook dynastisch het eerste begin vormen van de ineenstorting van het keizerrijk der zeeën de democra tische leerstellingen, waaraan het oude Engelsche koninkrijk zich zal aanpassen en die na langen tijd op het vasteland te hebben gebloeid, zich zullen keeren tegen hun eigen macht. Het blinde geloof in de zoo vaak door Engeland in Genève gepre dikte pacifistische theorieën op een tijdstip, dat andere staten zullen worden aange grepen door een allerminst bedriegelijke bewapeningskoorts, zal het wereldrijk naar een nieuwe «nederlaag op zee leiden, van zoodanigen omvang, dat het bankroet on herstelbaar zal "lijken. Wanneer Engeland de bedreiging zal voelen en aan het werk zal gaan om zijn militaire macht te herstellen, zal het te laat zijn. Zijn legendarische rijkdom zal niet in staat zijn, het te redden, want van alle elementaire dingen, die in staat zijn het te doen respecteeren, zal het meest kost bare vaji alle, de tijd, ontbreken. „De eilan- GENERAAL MAXIME VVEYGAND, de opperbevelhebber der geallieerde legers in Frankrijk en opvolger van generaal Gamelin, is te Brussel ge boren en thans 73 jaar oud. Hij vocht in den vorigen wereldoorlog als overste onder maarschalk Foch; in 1919 reorganiseerde hij het Poolsche leger, drie jaar later werd hij als stadhouder naar Syrië gezonden, om dat in dit Fransche mandaatsgebied onrust heerschte. Weygand werd bij het uitbreken van den huidigfen wereldoorlog in 1939 opnieuw sol daat en werd belast met het com mando m Syrië, totdat hij thans sinds enkele weken de hoogste lei ding kreeg. - den zullen bloeden", zegt Nostradamus, „door het late steunen", d.w.z. door het te laat een besluit te hebben genomen. Engeland heeft zes omwentelingen be leefd; volgens Nostradamus zal de zevende komen over 290 jaar; de eerste had plaats met de omwenteling onder Cromwell; dat was in 1649 en 1649 plus 290 is1939 Ziehier in vrije vertaling eenige van zjjn uitspraken „Op de eilanden zal een dermate vree sdij k tumult ontstaan, dat men slechts van onheilvoorspellende woelingen zal hoo- ren. De brutaliteit van hen, die van den roof leven, zal zoo groot zijn, dat men zich zal opmaken om een liga tegen hen te vormen." „Het omvangrijke handelsverkeer van den Groote zal veranderen voor het groot ste deel zal het op den omvang van vroeger tijden worden teruggebracht. Het zal de buit worden van soldaten door plundering, als bij een wijnoogst, ingevolge den eed en den Duitschen stofregen." „Londen zal vallen en zijn gevangen ge nomen regeering zal men nabij de zee in uiterste hulpeloosheid zien. Een Fransche regeering zal zich, tegenover den dooden tegenstander, vrijwel in het volledige bezit der macht stellen." Gelijk men ziet, zijn de uitspraken vrij duidelijk en nauwkeurig.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1940 | | pagina 5