TEXELSCHE COURANT
U WEIT WEIL
iaai u het om$ vmmmmï
HEILWENSCH.
f2sle Jaargang
Zaterdag 7 September 1940
Eerste blad No. 5478
Neem 'n boek!
Geef een boek
Boekhandel Parkstraat.
Een slechte Augustus-maand.
A KOU - KOU - KOU
Droeve Balans.
Goed
drukwerk
bevordert Uw omzet
Een seizoen,
dat mislukte.
Uitgave
N. V. Boekhandel en Drukkerij
v. h. Langeveld en De Rooij
Den Burg
Telefoon 11
I]
HUH TER OVERDENKING. Illlll
IIIIIIiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiii'iiiiiiiiiiii"""""!"1"1'1!!!!!!
HET IS VERBODEN.
Een wijs opvoeder gat altijd de raad:
„verbied niet te veel Er is al genoeg
dat de mensch verboden is, dan dat
men er zonder dringende noodzaak nog
veel verboden aan toevoegt.
Want anders wordt een verbod een
(aanlokkelijk iets om overtreden te wor
den.
Men heeft kunnen lezen, dat het al-
reeds in Madrid verboden is om aal
moezen te geven.
De bedelarij nam daar zulke afmetin
gen aan, dat de gemeentelijke overheid
deze maatregel nam.
Maarde inwoners storen zich er
nog weinig aan.
Een verbod, dat niet in 't oog sprin
gend noodwendig is bereikt het tegen
deel van het bedoelen. Daarom: „Ver
bied niet te veel!"
ZONDAG, 8 September 1940.
VOOR HOOFD EN HART.
ZONDAG.
Leer van anderen te leeren.
MAANDAG.
Een leugen wordt niet oud.
(Sophocles).
DINSDAG.
Zelfs de leeuw moet zich tegen vlie
gen verdedigen.
WOENSDAG.
Leven: dat is niet ademen maar han
delen. (Rousseau).
DONDERDAG.
Wie de menschen leert sterven, leert
ze tevens leven.
VRIJDAG.
Veel goeds kan men doen, ook al is
het leven kort. Als men het maar goed
inricht.
ZATERDAG.
Deze levenskunst moeten wij allen
verstaan: het kleine klein en het groote
groot zien.
Een goed boek is altijd welkom.
Onze kasten zijn wel voorzien.
Ook voor U, voor „haar" en voor
„hem" is daar wat bij. De a. s
winter zal, vreezen we, lang en
donker zijn. Daarom: „Neem of
geef een BOEK!"
||||||ll!llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll!llll||||||
GEMEENTE TEXEL.
||||||lllllllll!lll||llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllll||||||
GELDINZAMELINGEN EN LOTERIJEN
De Burgerm ester van Texel brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat voor
het inzamelen van gelden, alsmede voor
het houden van Loterijen de toestemming
vereischt is van den Heer Procureur-
Generaal b d. Directeur van Politie, bij
het Gerechtshof te Amsterdam.
Texel, 3 September 1940.
De Burgemeester van Texel,
KAMP
Augustus heeft nimmer in een goed
blaadje gestaan bij de weergoden; maar
zooals het dit jaar was, liep het werkelijk
de spuigaten uit.
Mistroostig en danig teleurgesteld wa
ren de weinige vacantiegangers naar huis
teruggekeerd om achter hun bureaukruk
en lessenaar vergetelheid te zoeken na
hun bedorven uitstapje. Het was bar ge
weest, compleet gestormd had het, dagen
aaneen, zoodat de erwten die al in hok
ken stonden over het land tolden en het
graan was dooreen gevlogen, zoodat de
graanmaaier er bijna niet door wist te
komen. Na een paar dagen was er min
der blad aan de boomen dan andere jaren
- in October het geval was en de komende
herfst zou met de helft minder oker dan
anders de resteerende bladeren kunnen
verven.
De onderlip van de oude imker had op
laag water gehangen. Begin Augustus
was hij met zijn volken naar de duin
vallei verhuisd, waar de heide op het
punt stond haar paars en lila ten toon te
spreiden.
Wel was ze tot bloei gekomen on
danks het aanhoudende koude en natte
weer, maar de imker was telkens thuis
gekomen: doorweekt, en mopperend, dat
er geen honing kwam.
't Was een geluk, dat de zomerhoning
goed was geweest, al nam dat niet weg,
dat de heide toch het leeuwenaandeel
moest leveren. En voor het eerste sedert
jaren stelde die nu teleur, want zonder
ophouden joegen wind en regen de bijen
in de korven.
Nog het slechtst er aan toe waren de
jonge eenden£geweest. Na een mooie
voorzomer, waarin ze voorspoedig waren
opgegroeid, kwam al die nattigheid wel
erg van onpas. Het eerste veerenkleed
viel uit en de sterk gehavende wieken
waarin de nieuwe slagpennen nog lang
niet op kracht waren, sloegen zwaar
door de grauwe regenluchten, zoodat je
ze van ver hoorde zwiepen. Het grootste
gedeelte van de dag brachten ze dan ook
door tusschen het riet, dat hoog in de
kragen stond en waar ze veilig waren
voor de kiekendief, het hermelijn en de
veldkat. 's Nachts klommen ze de wal
op Dan vulden ze hun buiken in de
gi^aanakkersv waar ze danig huishielden.
In 't laatst van Augustus was de jacht
opengegaan. Toen zaten de jagers, de
oliepijpen aan en de kraag hoog op, te
gen het vallen van de duisterms achter
de hooischelven of ze drentelden onge
duldig onder dekking van riet en dam-
hekken langs de slooten.
Wachten, kwartier na kwartier, op
Hoppels die zouden neerstrijken op de
plassen. Maar de koppels kwamen niet,
nu ze zoo slecht in de veeren staken.
Slechts bij uitzondering, als ze plotse
ling door een hermelijn of veldkat wer
den opgeschrikt, verlieten ze het veilige
kwartier en dan trachtten ze zich in een
vlucht te redden. Zoo was de jager de
begeerde buit ontgaan en na een week
reeds had hij het opgegeven. En nu hing
het geweer weer aan de wand om te
wachten tot de groote trek, straks in
October en November, los zal komen
Vreemde heeren zouden daar weer tus
schen zitten, smienten, toppers, talingen,
nonnetjes en zwarte zee-eenden, die de
kusten weer kwamen bevolken. Goedje,
waarin de trek was wakker geworden en
dat er glanzend en welgevoed uitzag
Eenden, die zich sterk zouden voelen met
hun nieuwe slagpennen en waarin de
wind fluitend langs de smalle vlaggen
zou gieren. Stijve pennen, die eerst door
het ijs aan de rietstoppels weer zouden
slijten, tot ze er in Februari onttakeld
en vermagerd zouden uitzien.
Ook de hazen hadden onder al dat
weer geleden. Na de strenge vorst- en
sneeuwperiode van de afgeloopen winter
was de eerste worp vrijwel heelemaal te
loor gegaan. En nu sprong menige lepel
uit de derde worp met stijve achterloo-
pers, omdat het gras maar niet drogen
wilde. Beter hadden de kieviten en an
dere weidevogels het er af gebracht
Voor hen was het van meer belang, dat
Mei en Juni goed waren geweest. Hun
broedsels waren door de rui heen en
troepten nu in groote koppels op de ge
maaide hooilanden Ze waren voor de
trek gereed. Bij hen voegden zich al de
eerste Noorderlingen, de bonte strand-
loopers, goud- en zilverpluvieren, die met
laag water de schorren bevolkten en naar
binnen kwamen tijdens de vloed. Je
hoorde 's nachts hun hooge tonen in de
lucht, waar nu de sterren nauwelijks
doordringen konden. Heldere Augustus
nachten, waarin de sterren zoo razend
snel omlaag konden schieten, kwamen er
niet en alleen hun instinct joeg ze voort
naar het zuiden.
Uit de Boomendijk brachten de school
jongens een halfwas houtduif mee, die
door de wind omlaag gejaagd was. Die
moest meester nu maar verder opkwee-
ken tot hij voor zichzelf kon zorgen. Veel
zorg gaf dat niet: met een krop vol erw
ten was hij voor een halve dag geholpen.
En zoo had Augustus overal last en
storing teweeggebracht.
September heeft nog heel wat op te
knappen.
LARUS CANUS.
Door hun kou, koorts en pijnuit-
drijvende werking helpt hierbij al
tijd veilig en vlug een poeder of cachet
van Mijnhardt te Zeist. Mijnhardt's Poe
ders per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Cachets,
genaamd „Mijnhardtjes" Doos 10 en 50 ct.
DEPRESSIES worden veroorzaatk door
slechte gewoonten, die ontstaan in goe
de tijden.
Veel menschelijk leed en
enorme materieele schade.
Onder geweldige luchtbombardemen
ten zijn we* het tweede oorlogsjaar inge
treden onder een ten top stijgende ver
bittering van de oorlogvoerende naties.
Van Duitsche zijde wordt een balans
opgemaakt van de verliezen tot heden.
Berlijn geeft deze getallen: 39,000 doo-
den, 24000 vermisten, wat wel zal neer
komen op circa 60,000 dooden.
Verder zijn er 143,000 gewonden.
Dit betreft alleen Duitschers. Daarbij
komen dan nog de Polen, Finnen, Rus
sen, Noren, Nederlanders, Belgen, Fran-
schen, Engelschen, Italianen, inlandsche
troepen en burgerslachtoffers ter zee
en te land.
In ieder geval: een zee van mensche
lijk leed heeft deze oorlog al gebracht.
En een enorme materieele schade is
aangericht, die nu al de wereld geheel
ontwricht heeft. Zoo vermeldde Duitsch-
land, dat bijna 5 mill, ton scheepsruimte,
1050 Duitsche vliegtuigen en 7000 vijan
delijke werden vernietigd. En dan de
schade aan gebouwen, havens, werven,
bruggen en fabrieken.
Alleen in ons land werd» in nauwelijks
vijf dagen oorlog voor circa 1500 millioen
gulden vernield.
De oorlog is een verschrikkelijk werk,
de redelijke mensch onwaardig.
Hem geheel en al uitbannen zal alleen
mogelijk zijn langs de weg van: verbeter
de wereld, begin bij u zelf!
||||||iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii»IIIIII
LANDBOUW VEETEELT
lljlll'llllll'll"!"""!"!!""'"'')"!!"""""!"'"!!""""""""""""""""!!!!!!
VERGOEDING VOOR DOOR
MILTVUUR GESTORVEN DIEREN.
De secr.-generaal, waarn. hoofd Dep. v.
Landbouw en Visscherij heeft besloten:
Uit het Landbouwcrisisfonds als tege
moetkoming in de schade, veroorzaakt
door het sterven van runderen, paarden,
varkens dan wel schapen, tengevolge van
miltvuur in het tijdvak van 1 Dec. 1939
tot 1 Apr. '40 te vergoeden per dier voor
Volwassen stamboek-rundvee f 225,
volwassen rundvee f 200; vaarzen f 150;
pinken f 100; kalveren f25, volwassen
paarden f 300, enters f 100, varkens f 50,
schapen f 20. (Eventueel door verzekering
gedane uitkeering komt in mindering
van dit bedrag.)
HET BEWAREN VAN MESTSTOFFEN.
Het is thans wel een moeilijke tijd
waarin we leven. Er zal vooral van de
landbouw veel gevraagd worden, want
deze immers draagt een verantwoorde
lijke taak. Iedere landbouwer zal zeker
zijn uiterste krachten inspannen om te
zorgen, dat ons volk van het noodige
voedsel wordt voorzien; hij zal dan ge
noodzaakt zijn, zich aan de gewijzigde
omstandigheden aan te passen.
Dit geldt met minder voor bovenstaand
onderwerp, hetwelk thans van groot be
lang is, aangezien door een goede bemes
ting het grootst nuttig effect uit de bo
dem kan worden gehaald. Derhalve zal 't
parool moeten zijn: Bewaart uw meststof
goed.
Zooals het er thans uitzie1, bestaat er
er groote kans dat de aanvoer van kunst
meststoffen nog belangrijke stagnatie on
dervinden zal. Daarom is het beslist nood
zakelijk maatregelen te nemen om die
meststoffen doelmatig te bewaren
Het is wel jammer, dat er de laatste
jaren te weinig belangstelling heeft be
staan voor de meststoffen, welke het be
drijf zelf oplevert. De oorzaak moet ge
zocht worden in de omstandigheid, dat er
vroeger voldoende en in elke hoeveelheid
kunstmeststoffen te koop waren.
Hierdoor kwam de mest en vooral de
gier op de tweede plaats, het bemesten
met kunstmest werd de hoofdzaak, zelfs
ging het zoo ver, dat er bedrijven waren,
welke hun mest verkochten om er dan
kunstmest voor in de plaats te koopen.
Het is toch van ouds bekend, dat mest
en gier, mits goed bewaard, een belang
rijke bemestingswaarde hebben. Dit heeft
de practijk en de landbouwwetenschap
toch wel voldoende aangetoond, daarom
is het bewaren van gier en mest in deze
tijd absoluut noodzakelijk.
Maar wat is er van de bewaring van
mest en gier in de laatste jaren terecht
gekomen? Hoe vaak komt het niet voor,
dat er bij een boerderij zelfs geen be
hoorlijke mestvaalt aanwezig is.?
De mest wordt maar ergens op een
hoop gebracht en de kippen doen de rest
van het werk en verspreiden de mest
dikwijls over het geheele erf.
Er zullen dus op alle boerderijen in de
eerste plaats betonnen gierkelders moe
ten komen en voorts een waterdichte
mestplaat met opstaande randen.
Want wanneer men kon nagaan, hoe
groot het verlies is aan stikstof door de
slechte bewaring van alle geproduceerde
mest, dan zou dit bedrag enorm groot
zijn.
Wie zijn schuld niet betaalt is een
dief. Hij heeft zich dingen toegeëigend,
die niet van hem zijn. Het wordt tijd, dat
dit begrepen wordt.
dat, naar de indruk, welke uw brief
papier, uw nota, uw drukwerk in het
algemeen maakt, uw zaak beoordeeld
wordt.
stelt U daarom. U verlangt het nieuw
ste lettertype en moderne uitvoering.
Ons bedrijf is niet alleen modern ingericht en van
het nieuwste letter materiaal voorzien, vakkundig per-
neel weet daarvan het juiste gebruik te maken.
MODERN
VLUG
GOEDKOOP
Zeer geachte Burgervader,
Nu gij waarlijk „vader" zijt.
En het jongste Tesselaartje
In uw eigen woning schreit;
Nu de allerschoonste weelde,
Die een mensch geworden kan.
Thans uw beider deel mocht worden,
Bieden wij onz' heilwensch 'an.
En wij deelen in de vreugde.
Die gij beiden ondervindt,
In de stilte van uw woning
Bij uw pasgeboren kind.
Moge dit, uw borelingske,
Texels eerste magistraat
Een symbool zijn van het leven,
Dat, trots alles, vérder gaat.
En nu eens geen mooie woorden,
Die niet meer zijn dan een damp,
Doch nu op z'n echt-oudHollandsch:
Beste Vader, Moeder Kamp,
Hartelijk gefel' citeerd, hoor!
Door heel Texels burgerij.
En dat 's baby's toekomst enkel
Leven, Licht en Liefde zij."
Texel, 5 September 1940.
HUIB DE RIJMELAAR.
MAAR MEN HEEFT DE MOED
VOOR DE TOEKOMST NIET
VERLOREN.
We kunnen ons nauwelijks voorstellen,
dat Zomer 1940 alweer tot het verleden
behoort. Het laat zich begrijpen, want het
is, alsof we geen zomer hebben gehad,
alsof Vader Tijd een sprongetje heeft ge
maakt en daardoor Zomer 1940 finaal
over heeft geslagen. We kunnen ons
moeilijk vertrouwd maken met de harde
werkelijkheid, die ons zegt, dat de R. al
weer in de maand is. De dagen beginnen
al weer zoodanig te korten, dat we ons
in de schemering vaak in het uur ver
gissen.
En dan weten wij meteen weer ,„hoe
laat" het is, dat de herfststormen eerst
daags weer de laatste blaren van de
boomen zullen rukken, dat het Licht
weer bukken moet voor de in omvang
toenemende macht der Duisternis.
Zomer, wat heb je ons gebracht!! Ei
genlijk niet anders dan ellende. Je bracht
oorlog, ook over ons eiland, je verpletter
de elke optimistische gedachte, dat het
n et het Vreemdelingenseizoen nog wel
zou gaan, je gaf ons een Augustusmaand,
met regenvlagen en Noordenwind, je
gaf
Daarom ook doet het zoo treiterend
aan, dat we de laatste dagen met het
schoonste en mildste weer ontwaken: Uit
het pure blauw stort de zon haar gou
den vloed op stad en land, de vogels ju
belen. De zomer is er dus nog?
Op zoo'n stralende zomersche dag zijn
we er op uitgetrokken; we hebben een
praatje gemaakt met verscheidene pen
sionhouders, met personen van verschil
lende groepen, die belang hebben bij en
vaak „drijven" op een goed seizoen.
We hebben het gemakkelijk gehad!
zegt ons een verhuurder van kampeer
terrein: Vorig jaar konden we aan het
eind van het seizoen een lijst opmaken
van 252 personen, die op ons terrein een
prettige vacantie hebben kunnen door
brengen En nuwe zijn niet verder
gekomen dan tot zeventien. Van deze
kampeerders zijn sommigen er al weer
gauw vandoor gegaan, omdat het weer
zoo slecht was. Het ging juist zoo goed
met het kampeeren, we kregen elk jaar
meer „klanten" Ik heb van de kampeer-
bepalingen niets dan plezier gehad; dat
was een goed idee van het gemeentebe
stuur."
We gaan weer verder door de bosschen
van de Westermient Een heerlijke geur
stijgt uit de boschbodem, waar allerhan
de paddestoelen vlekken. Dieper in het
bosch gekomen ontdekken we steeds
meer gevogelte. Op het uiterste takje van
een elegante spar koert een vette bosch
duif naar zijn wijfje, dat zich verderop
te goed doet in een erwten veldje.Dan
klauteren we over een hek en we
staan weer in het volle daglicht. Septem
ber, wat geef je ons een prachtig weer!
Dat nu juist alle niet-Texelaars naar
huis gestuurd werden! De weiden staan
er prachtig bij; Het heeft behalve hard
gewaaid ook veel geregend en de zonne
schijn van de laatste dagen doet won
deren. Ze doet het tapijt, waar moeder
koe zoo trotsch op is, weer frisch ont
spruiten. Overal stappen kieviten rond,
listig, nu en dan in een drafje; grappige
houdingen kunnen ze aannemen, lenig
als een slang wippen ze het achterlijf
telkens omhoog. Opvallend veel jonge fa
zanten zien we ook, ze springen dadelijk
met hun lichtbruin tot grijze pakjes in
het oog, het is het nieuwe broed, dat
nog niet lang geleden uit de ren werd
losgelaten en nu aan het weiden is, in
afwachting van de komst van de jagers!
Wij klappen in de handen en in nog
grooter vaart steken ze het weiland over,
dat een open zee is voor deze gevederde
vrienden, die zich altijd maar het best
in de volop bescherming biedende bosch-
jes thuis gevoelen.
We zijn alleen, heelemaal alleen met
de natuur. De zon heeft het zand lekker
warm gestoofd en de dauw van de gras
polletjes doen dampen.
Is de zomer dan werkelijk voorbij?
Ja, de zomer ligt achter ons: Iets van
de herfst hangt reeds gver de boomen en
vooral aan de noordkant van het bosch
winnen de roodbruine tinten het in de
bladeren van het loofhout. En zie, de
oogst wordt binnengehaald. Het is een
schilderijtje waard: In lange rijen staan
de garven in groepjes van acht bij elkaar.
Vette, glinsterende paardenruggen voor
traagvoortrollende boerenwagens, die
krakend en kreunend onder de zware
korenlast huiswaarts keeren, waar de
eerste schelven reeds hoog boven de nok
van het woonhuis uit tegen de vriende
lijke zon lachen. Nu die grauwe wolken
weggedreven zijn, is ook het leed van 't
ongunstige oogstweer vergeten. Ja, de
boeren halen hun oogst binnen, ze zijn
tevreden, de prijzen zijn goed en straks
beginnen ze opnieuw de grond te be
werken, om later, veel later wéér het
lijpe graan binnen te kunnen halen. Ze
werken onvermoeid voort.
Maar de tientallen anderen, die ook
en ook met enthousiasme „de grond"
bewerkten en rijp maakten voor de oogst
voor de trek van vreemdelingen, wat
is hun deel?! Voor hen brachten de tijds
omstandigheden slechts een bittere
vrucht. Niets heeft hun vergoed het vele
werk, die de voorbereiding, de instand
houding, de vernieuwing en wat al niet
meer eischten, aan geld en tijd en goed.
Zeker, de oorlog woedde in Mei al,
maar toch wisten we niet, waar wijzelf
aan toe waren. Eigenlijk heeft niemand
gedacht aan de mogelijkheid, dat we zelf
ook in een positie zouden komen te ver-
keeren, die elke kans op een goed seizoen
zou verpletteren. Ook de voorz. en het
heele bestuur van de V.V.V. niet. U zult
zich nog herinneren het optimistische
gesprek, dat we in het voorjaar met de
voorz., de heer W.H. Lap, mochten heb
ben. „Het wordt, als de voorteekenen niet
bedriegen, een geweldig goed seizoen",
zoo ongeveer liet de heer Lap zich toen
uit; het wordt drukker dan vorige ja
ren". (Zie verder 2e pagina.)