Kameraad Moeder.
||||||iiiiiiinium
llllllllllll Mededeelingen lllllllllll)
llllllllllll van Texels Bioscoop-Theater, llllllllllll
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll^HIIIIIIII"""!!!""'!!""""'"''"""""!!!!!!
BURGEMEESTER-COMEDIANT.
Deze film geeft de geschiedenis weer
van Gordian von Schwingenbeutel, ge
westelijk hoofd, die in de volksmond de
bijnaam van „de tiran" heeft gekregen,
omdat hij optrad als een almachtig en
eigenmachtig heerscher en als een vij
and van vooruitgang. Zijn ondergeschik
ten van de assessor Von Planck tot de
bode Högl toe beven voor hem. Zijn
nicht Francisca kan, ondanks haar meer
derjarigheid, geen toestemming tot haar
huwelijk met Von Planck van hem krij
gen. De beide jongelui komen hierdoor
op het romantische denkbeeld van een
ontvoering en een geheim huwelijk.
Maar Gordian maakt zich meester van
de papieren, die voor het meisje om te
trouwen onontbeerlijk zijn. Een poging,
ze uit de brandkast weg tenemen, heeft
geen resultaat. In zijn vertwijfeling roept
Von Planck de hulp in van de theater
directeur Ferdinand Silvernagel, die hij
overhaalt de rol van de tiran te spelen,
om zich als zoodanig in het bezit te stel
len van de waardevolle papieren van
Francisca. Van dit spel van Silbernagel
weten alleen de assessor en de comedi-
ant af, noch mevrouw Reseda, de vrouw
van de theaterdirecteur, noch de aange
bedene van Von Planck hooren er iets
van.
En nu begint een dolle klucht van ver
warringen. Silbernagel speelt zijn rol
als Gordian zoo voortreffelijk, dat nie
mand hem herkent, zelfs niet de oude
huisdokter. In het huis ontmoeten dan de
valsche en de echte Gordian elkaar.
Nieuwe sensatie De volgende dag wordt
hij op onaangename wijze tot de werke
lijkheid teruggeroepen. Von Planck eischt
van Silbernagel de papieren van Fran
cisca, die de tooneelspeler niet heeft kun
nen bemachtigen, 't Gewestelijke Hoofd
zelf wordt er, pijnlijk genoeg, van ver
dacht een drinkebroer te zijn en Ster-
zinger behandelt zijn vriend ook daar
naar. Kortom, de ongelukkige begint aan
zichzelf te twijfelen. Alles zou goed zijn
gegaan, indien hij niet plotseling was
komen te staan tegenover de landsheer.
Dan verliest hij de helft van zijn snor
enEn ook dit is nog het einde niet
van deze werkelijk bijzonder amusante
film. „Ze" krijgen elkaar, maar hoe.
Het is een lust daarvan getuigen te zijn.
IIIIHIIIIIIIIIIII SPORT llllllllllllllllll
S. V. TEXEL.
Zondag speelt Texel 1 op het Texel
terrein tegen de Boys 1, aanvang half 3.
We verwachten, dat het een sportieve
wedstrijd wordt, hetgeen nu beide elf
tallen al in zoo'n lange tijd niet tegen
elkaar speelden, stellig het spelgehalte
ten goede zal komen. Mogen we even
wijzen op een fout in de aanvalslinie,
n.l. te veel solospel? Snel combineeren
en de halflinie in het spel betrekken is
een belangrijke factor We hopen dit
keer op mooi voetbalweer en een flinke
belangstelling.
Elftal: B.Beumkes
Jac.Koorn W.Langeveld
H.Neijens H.Boon P.Keijser
H.v.d.Woude A.Huizinga J.v.d.Pijl
D.Huizinga Ab.Keijser
Res.: P. Vlaming en W.Geus.
Athletiek. Trainen Dinsdag- en Vrij
dagavond 8 uur. D.D.
TEX. BOYS-NIEUWS.
Morgenmiddag 2.30 gaan we naar
„Texel" met ons 1ste elftal. We hopen
op goed voetbalweer. Dan belooft het
een prettige middag te worden. Dins
dagavond beginnen we met de training
op 't veld. Laat ieder aanwezig zijn.
Elftal: Jac.Schrama
C.Ran Jn.Schrama
N.v.Heerw. J.v.Sambeek Jac.v.Heerw.
Cv.Swinderen Jn.Hopman W.Ran
C.Witte Dz D.Witte.
Res.- H. Witte Pz., W. v. Heerwaarden.
Afbericht uiterlijk Zaterdagavond bij
Jac. Schrama.
llllllllllll FEUILLETON llllllllllll
Roman van
CHRISTEL BROEHL—DELHAES.
80.) Romana klemde haar lippen opeen.
Ze was woedend. Zooeven dacht ze nog
„arm ding" en vroeg ze zich af hoe zij
haar kon helpen; verlangde ze dan ei
genlijk wel hulp? Wilde ze het beter
hebben dan nu? Het leek wel of ze er
behagen in schepte de gedrukte stem
ming en onaangename verstandhouding
nog zooveel mogelijk te bevorderen.
Alk liet zich niet twee maal vragen;
MHIIMH IN DE LACHHOEK HRIIIIHII
WAAR HET OM GING
U houdt zeker veel van zang?
Toch niet, maar ik ben tandarts.
||||||iiiniiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiiiiiiinii!iii||||||
llllll OM VOORUIT TE KOMEN. Hllll
lllll|i!iuiniiiiiiiniiuiiiii)iiiiiiiiiiiiDiiiiuniuiiiiiiiiiiiiiiiinmiiiiiiniiiiuj|tlIO
WAAROM NU RECLAME?
Op deze vraag wordt een duide
lijk antwoord gegeven in dit ar
tikel, dat we ontleenen aan het
Alg. Weekblad voor de Midden
stand.
Geen reclame maken beteekent „in het
vergeetboek raken". Dag in dag uit gaan
duizenden menschen de eeuwige rust in.
Tegelijkertijd treden duizenden jonge
menschen toe tot de koopkrachtige scha
ren; die jonge menschen zijn de nieuwe
contingenten, die dagelijks door 'doeltref
fende reclame gewonnen moeten worden.
Maakt men geen reclame, dan knab
belt zoo langzamerhand de bekendheid
van de zaak af; die afknabbeling gaat
vlugger in zijn werk dan men op het
eerste oog vermoedt; immers: dagelijks
gaan vele menschen de eeuwige rust in,
zij, die overblijven van de „oude" schare
vergeten; zij, die de nieuwe schare vor
men kennen de zaak niet.
Thans reclame maken is het bewaren
van bekendheid. Gaat de bekendheid ver
loren, dan zal men zich, eenmaal weer
normale tijden gekomen, gelijk aan het
beginpunt vinden met hen, die tot nu toe
een achterstand hadden, m.a.w. men
„moet opnieuw beginnen". Zoo bezien is
reclame een geldbelegging.
In de periode 1914-1918 ging een on
derneming met reclame door, ondanks
het feit, dat zij niet althans niet vol
doende leveren kon. Zij getroostte
zich groote offers. De belooning kwam,
zoodra de omstandigheden anders wer
den: de zaak was bekend gebleven en bij
de nieuwe contingenten bekend gemaakt;
deze groepen nu kwamen in zeer groote
mate, meer dan vóór genoemde periode
het geval was, tot de zaak.
Aldus: een aansporing tot ad verteeren,
ook in deze, ja, juist in deze tijd. Een
aansporing van bevoegde zijde. Ieder za
kenman trekke daaruit zijn conclusie.
Hllll ONDERWIJS EN OPVOEDING.
WAT IS OPVOEDING?
Uit het boekje „Helpende
Hand" van J. M. Kaan-Hoff-
meyer, nemen we hier de in
leiding over.
Groot is het aantal definities, hier als
antwoord op gegeven door verschillende
paedagogen van naam.
We wiillen ze hier niet herhalen, we
willen ook geen nieuwe er aan toevoegen
toch moeten wij ouders voor onszelf we
ten, wat we er onder verstaan.
En nu is 't merkwaardig, dat we, zoo
dra we het begrip formuleeren moeten,
slechts komen tot een gestamel: „Opvoe
den, wel, ja hm eh, opvoeden, nou,
dat is opvoeden, grootbrengen".
Hoe begrijpelijk dit voor de spreker
mag zijn, voor een ander klinkt het nog
al waterig en verward, en laten we het
maar liever bekennen: ook onszelf staat
daarbij gewoonlijk geen scherp omlijnd
plan voor de geest en nu is 't maar al te
waar, dat dit in verband met het groote
verschil in kinderen, zelfs uit hetzelfde
gezin, ook niet goed mogelijk is. Maar al
is dat zoo, en al vraagt ieder kind zijn
aparte behandeling, toch zijn er eenige
punten, die wij ons zoo in 't algemeen
realiseeren moeten en kunnen.
En deze dingen staan in verband met
onszelf, met onze levenshouding en onze
idealen; ze houden weer verband met
menschen en toestanden, die wij maar al
te dikwijls aanvaarden moeten zooals ze
zijn.
Met bijna net zulke menschen en in
soortgelijke toestanden moeten straks
ook onze kinderen leven; in die samenle
ving moeten ze passen, en wel zóó, dat
zij, zonder hun persoonlijkheid te ver
liezen, zonder te worden tot een cliché,
zonder dus hun speciale eigenschappen
kundigheden, enz., kwijt te raken, wor
den tot één onder velen. Dus wel zich
aanpassend, maar niet de eigen plaats
verliezend in die massa. Bij die zelfstan-
hij scheen er zin |Jn te hebben. Zonder
muziek speelde hij, teere eenvoudige me
lodieën, die op de een of andere manier
aan Kerstmis en de kerk deden denken,
maar toch niets met werkelijk christelij
ke liederen gemeen hadden. Zijn slanke,
buigzame gestalte stond midden in het
vertrek; er ging van zijn spel een zeld
zame bekoring uit. Nochtans kon Roma
na zich niet aan de indruk onttrekken,
dat hij er uitzag als de duivel, die de
reinheid van een hemelsch instrument
misbruikte voor minderwaardige doel
einden. Bijna een uur lang speelde hij,
zonder eenige onderbreking. Romana had
zooiets nog nooit meegemaakt. Dit ge
weldige uithoudingsvermogen leek haar
een symbool van zijn taaie wilskracht in
andere dingen. Camilla moest tegen hem
in bescherming worden genomen. Ze
besloot er eens met haar man over te
spreken.
Het toeval wilde echter, dat Tiebruck
haar voor was, want nadat er eenige
dagen geen gelegenheid was geweest
voor een gesprek over huishoudelijke za
ken, kwam hij op een avond eenigszins
opgewonden de kamer binnen, waar Ro
mana met een boek bij de leeslamp zat.
Op zijn ernstig gezicht lag een trek, als
of hij in de studeerkamer, waar hij eeni
ge uren had doorgebracht, lang over iets
had zitten tobben en toen hij, zonder
aanvankelijk een woord te spreken,
schier geruischloos het vertrek op en
neer begon te loopen, wachtte Romana
rustig af tot hij het met zichzlf eens zou
zijn geworden.
Eindelijk trad hij op haar toe en om
zijn mond lag een weemoedig glimlachje
||||||iiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii:iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiili||||||
llllll PLANTEN IN KAMER EN TUIN.
lllll|lllllllllllllllll!lllllll!lllllllllllll'i!lllllllll!lll'lllllllllllllll"l"ll"ll!lll"llllll
317. VOORZICHTIG. De zon wordt al
warmer, daarom zorge men, dat door het
stoken de temperatuur in de kamer niet
te hoog stijgt. Men late zich niet verlei
den om bij enkele warme dagen de pot
planten al buiten te zetten. In één nacht
kan alles bevriezen. Sommige hardere
planten als Granaten, Laurieren, Oranje-
boomen kunnen op 't einde van de maand
naar buiten.
318. UITGEBLOEIDE geforceerde vas
te planten moeten in de tuin uitgeplant
worden.
319. UITGEBLOEIDE bollen en knol
len worden na het afsterven uit de grond
genomen, in de lucht gedroogd en goed
droog opgeborgen.
320. CHRYSANTEN. Men zet de Chry-
santenstekken over in de grootere met
graszodengrond gevulde bloempotten, en
knijpe ze in. Ook geeft men veel water
en 14 dagen na de verpotting herhaalde
lijk mest, hetzij verdunde, koemest of
opgeloste kunstmest.
321. GOUDLELIES. Buiten plant men
goudlelies; 15 cM. diep op een afstand
van 25 30 cM. en half April DAHLIA'S
in gewone tuingrond op onderlinge af
stand van 80 90 cM.
322. ASTERS. Men zaaie asters in een
bak voor het venster van een warm ver
trek. Na het zaaien drukt men de aarde
voorzichtig aan; dan wat besproeid en
met dunne aarde bedekt. De aarde houde
men vochtig. Als de plantjes 2 a 3 blaad
jes hebben, verplant men ze en zet ze
begin Mei op de perken. Groote soorten
op een afstand van 2535 cM. Kleine
15—20 cM.
323. IN DE VOLLE GROND zaaie men
Riddersporen, Papavers, Scabioca's,
Leeuwenbekken, Melope, Lupinen, Afri-
kaantjes, Clarkia's en andere.
dige plaats behoort een eigen houding te
genover geestelijke en zedelijke vraag
stukken.
Aangezien nu dit boekje een „helpen
de hand" wil zijn voor ieder ouder, afge
zien van religieuze en politieke vraag
stukken, kunnen wij ons dus met de
meer speciale kant van deze kwesties
niet bezighouden. Hoewel onze bespre
kingen dus zullen gaan over de proble
men van alle dag, waar ieder ouder mee
te doen krijgt, onverschillig van welke
overtuiging ook, moet in verband met
geestelijke waarden toch wel even het
volgende worden opgemerkt:
Wij volwassenen meenen zoo vaak, dat
de overtuiging, die óns persoonlijk vre
de brengt, ook kant en klaar is voor onze
kinderen; hierin nu zullen vele ouders
bedrogen uitkomen. Tot vele diepe con
flicten kan deze gedachte aanleiding zijn,
ja, tot een volkomen breuk tusschen ou
ders en kinderen leiden. Toch dient hier
te worden gezegd, dat, zoo ouders maar
met liefdevol begrip tegenover hun kin
deren staan, en deze dat gedurende hun
geheele leven ervaren hebben, ook in
de moeilijkste jaren, zoo tusschen 16 en
21, dit. zijn invloed zal doen gelden. Bij
veel verschil en veel misverstand blijft
dan toch de liefde bewaard.
Dit is alles wat we in verband met de
bedoeling van dit boekje over dit on
derwerp kunnen en willen zeggen.
Een voornaam ding, dat wij opvoeders
echter moeten weten, is dit: Opvoeden
zal meestal niet beteekenen doen, maar
laten! Dat lijkt heel eigenaardig, maar
is toch zoo vreemd niet, want wat is het
geval? Een kind is een persoontje met 'n
geheel eigen aanleg. Wat er van die aan
leg terecht zal komen, hangt van de
omstandigheden af, waarin het kind
leeft, en van zijn opvoeders, n.l. in hoe
verre deze weten te laten en te doen.
Wat hieronder verstaan wordt, zal hope
lijk uit de inhoud van dit werkje duide
lijk worden.
Prijs f 1.30.
toen hij zei:
Ik zoek weer eens m'n kame
raad. Kan jij me niet helpen, Romi?
Hij ging op de rand van haar stoel zit
ten en legde zijn arm om haar schou
ders. Ze reageerde niet op dit gebaar,
maar terwijl hij met zijn hand haar glan
zend bruin haar streelde, zag hij, dat ze
nadacht en in zakelijkheid niet voor hem
onder walde doen. En in haar toon lag
geen hulpeloosheid, al schenen haar
woorden daar dan ook op te duiden.
Hoe moet ik je helpen, Gerold?
Waar tob je over?
Wat zou het anders kunnen zijn,
dan dat serum, Romana, waarmee Alk
me de laatste tijd geen rust meer laat.
Natuurlijk, wat zou een medicus als
Tiebruck anders aan het piekeren kun
nen brengen? En toch moest ze oppas
sen het niet af te raden. De kwestie
moest van beteekenis zijn, als een man
er zich zoo ernstig mee bezig hield.
Ik zou het me natuurlijk eenvoudig
uit het hoofd kunnen zetten, vervolgde
Tiebruck na een korte pauze, als ik
zeg, dat ik er van afzie, is het uit. Maar
als ik maar een greintje verantwoorde
lijkheidsgevoel heb, zal ik de groote be
teekenis er van moeten erkennen. Het is
tenslotte een zaak, waarmee de geheele
menschheid geholpen kan zijn, Romana.
Zij gaf geen rechtstreeksch antwoord.
Schijnbaar eenigszins onsamenhangend,
zei ze: Vertel me eens, Gerold, is Alk
nu werkelijk de begaafde medicus, die
je in het begin zoo geïmponeerd heeft?
Tiebruck staarde haar verbaasd aan.
Dat is een zeer zonderlinge vraag.
Je zegt dat op een toon, alsof je aan
zijn begaafdhend twijfelt. Ik weet niet,
lllllliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiininiiiitiiiiiiillllll
llllllllllll UIT ONZE TAALTUIN. ||||||IIH
lllll|llll!lllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllll!llll!l!llllllllillllllllllll||||ll
MISPLAATSTE BOUWZUCHT.
In het Maandblad van het Genoot
schap „Onze Taal", dat herhaaldelijk de
aandacht vestigt op het slechte gebruik
van het Nederlandsch, is een gedichtje
gepubliceerd waarin 't on-Nederlandsche
gebruik van het werkwoord „bouwen"
gehekeld wordt. De inzender heeft opge
merkt, dat men de laatste tijd zelfs van
een „stoelenbouwer" spreekt. Het gedicht
met verlengstuk luidt:
Wij bouwen in ons goede land,
Maar al te graag naar vreemde trant.
Wij bouwen u i t, wij bouwen a f,
Wij bouwen 't koren en 't kaf.
Wij bouwen onze taal een graf.
Wij bouwen straten en machines,
Wij bouwen sporen en misschien 'es
Gaan wij in al te goed vertrouwen
Nog bergen naast violen bouwen.
Wij bouwen radio's bij millioenen,
Wij bouwen steunen in de schoenen
Wij bouwen wegen en kanalen
De drommel zal dat bouwen halen!
Dit gedicht krijgt nu een verlengstuk:
Wij bouwen stoelen, vroeg en spa,
Wij bauwen het elkaar maar na.
llllllllllll GRABBELTON
EEN GROOTE LOCOMOTIEF.
Een der grootste locomotieven ter we
reld werd in een fabriek bij Valencien
nes gebouwd. Ze is 30 m. lang, weegt 160
ouizend kg en telt 28 wielen.
SEISMOGRAAF
Het seismografisch instituut te Tokio
beschikt over een instrument voor het re-
gistreeren van aardbevingen; het geeft
veroorzaakte trillingen wel 1500 maal
vergroot weer. Een zeer gevoelig toestel
dus.
HOEVEEL HONDEN
Vorig jaar werden alle honden in Lon
den geteld. Het bleken er wel 204.000 te
zijn. Het stadsbestuur ontving over dat
jaar 76000 p. st. aan hondenbelasting. Nu
ziin duizenden honden in verband met de
tijdsomstandigheden afgemaakt.
VISSCHERS-LATIJN.
In een, hoofdzakelijk door hengelaars
bezocht hotel in 't Noorden van Duitsch-
land werd een kind geboren van een
jong paar, dat daar met vacantie was.
Natuurlijk moest de nieuwe wereldbur
ger gewogen worden. De wijzers van de
eenige weegschaal, waarop de hengelaars
hun vangst gewoonlijk wogen, wezen,
toen de baby er op werd gelegd, één en
twintig pond
WAT IS EEN BILLIOEN?
Hoeveel tijd heeft men noodig om een
billioen te tellen? Een millioen maal een
millioen dat is gemakkelijk uitgesproken,
maar tellen kan het niemand.
Al is men ook in staat om in een mi
nuut tot 200 te tellen, dan zou men in een
uur nog maar tot 12000 komen, in een
dag van 24 uren tot 288.000. Er zouden
derhalve 9512 jaren, 34 dagen, 5 uren en
20 minuten noodig zijn, om een billioen
te tellen, waarbij we dan voor het ge
mak maar aannemen, dat we met de
zelfde snelheid van begin tot eind zou
den tellen.
HOE DE BAJONET ONTSTOND.
Men zegt dat de bajonet haar naam
ontleent aan de Fransche stad Bayonne,
waar dit wapen het eerst zou gemaakt
zijn.
Een Baskisch regiment werd in de
bergen bij Bayonne zwaar geteisterd. Een
der soldaten stelde voor, dat als de am
munitie opgebruikt was, zij hun lange
messen aan de loop hunner geweren zou
den vastmaken. Dit plan vond bijval en
de eerste bajonetcharge werd gehouden,
die met de overwinning der Baskiërs ein
digde.
Kort daarna werden in Bayonne der
gelijke geweermessen of bajonetten op
zettelijk vervaardigd en spoedig waren
zij in alle Europeesche legers ingevoerd.
welke reden je daarvoor hebt. maar dit
kan ik je wel zeggen, kind: Alk beschikt
inderdaad over buitengewone medische
kwaliteiten. Misschien laat hij zich nog
wat al te veel door zijn idealisme mee-
sleepen, zijn jeugdige overmoed dient
van tijd tot tijd te worden geremd, maar
dat zal met de jaren wel anders worden.
Stellig speelt ook bij deze serumontdek
king zijn levendige fantasie nog 'n groote
rol, maar dat neemt niet weg, dat ook
de practische beteekenis ervan niet kan
worden ontkend. Alleen.... volmaakt, is
is het nog niet. Hij gunde zich nauwelijks
tijd om tusschen de zinnen adem te
scheppen, het was of hij snel moest spre
ken om mets te vergeten. Vroeg of
laat zal hij zijn vinding voltooien, daar
ben ik van overtuigd, maar wanneer dat
het geval zal zijn, is nu nog niet met ze
kerheid te zeggen.
In ieder geval, Gerold, geloof ik,
dat het raadzaam is, hem niet zoo vrij
en ongehinderd hier in huis te laten ver-
keeren, antwoordde Romana.
Tiebruck's verbazing nam nog toe.
Jij hebt een persoonlijke antipathie
tegen hem, liefste!
Dat laat ik op het oogenblik geheel
buiten beschouwing. Wat mij betreft,
mag hij hier gerust komen. Er staan be
langrijker dingen op het spel: Milla!
Maar Romi, neem me niet kwalijk,
wat steekt er nu toch in 's hemelsnaam
achter als die twee jonge menschen el
kaar zien, elkaar' wat nader leeren ken
nen? Je weet, dat ik een eventueele ver
bintenis tusschen mijn dochter en mijn
vermoedelijke opvolger allerminst in de
weg zou staan.
(Wordt vervolgd.)
CRITIEK.
Een ieder beoordeelt werk, dat hem
wordt voorgelegd, naar zijn eigen maat
staf. De maatstaf van de kunstenaar is
zijn Geweten; de maatstaf van de uit
gever is zijn Omzet. Jan Greshoff in
„Het Hollandsche Weekblad".
EEN DOZIJN BORRELS.
Ja, mevrouw, zei Honoré de Balzac
eens tegen een bewonderaarster: Inspira
tie moet langzaam komen. Ik werk al
leen 's avonds laat. Gisteren b.v. ging ik
om negen uur aan mijn schrijftafel zit
ten. Ik dronk een cognac.er viel me
niets in, ik dronk een tweede.... niets;
een derde, een vierdeMen mag de
moed niet opgeven. Eindelijk.... om 12
uur was de avond gered.
Toen was de inspiratie gekomen?
meende de bewonderaarster.
Vroolijk antwoordde de dichter: Dat
nu juist niet.... maar ik had twaalf
heerlijke cognacjes genoten.
HEEFT U DRUKWERK NOODIG
Moet het in de puntjes verzorgd zijn
Stelt U prijs op zorgvuldige correctie
Wilt U eerst een drukproef, modellen?
Deskundige voorlichting Foto's
Wilt U voorat prijsopgaaf
Een degelijk stuk papier?
Moderne lettertypen
Smaakvol gezet
Heeft U haast
Vraagt U bij ons eens aan. Wij zijn
tip-top ingericht en hebben een ma
chinecapaciteit van 5000 8000 druks
in een enkel uur.
DRUKKERIJ TEXELSCHE COURANT.
llllllllllll WEET U ZE ALLE VIJF !l|||||||]||
961 Is Malta grooter dan Texel?
962 Wie vond de slangbrandspuit uit?
963 Hiëroglyphen heeten de....?
964 's Werelds hoogste gebergte heet?
965 Meindert Hobbema was een
Antwoorden:
961 Ja, 316 vk. M. (Texel 190).
962 Jan v. d. Heyden (1637-1712).
963 Teekens v.h. beeldschrift der ou
de Egyptenaren.
964 De Himalaya (Azië).
965 Holl. landschapsschilder (1638
1709).
Nieuwe vragen.
966 Hoe breed is de Straat v. Gibral
tar?
967 Wanneer zijn de gilden opgehe
ven?
968 Wie was Bernard ter Haar?
969 Waar ligt de stad Frascati?
970 „Don" is de titel van.
||||||iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiliiiiiiiiiii<>iiiliiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiin||||||
llllllllllll VAN DE BOEKENPLANK, llllllllllll
||lll|lllllllllllllllllllllllllllllllllll!llllllllUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII!llill||||||
MAGISTRAAT IN MINIATUUR.
door F. Ie M a i r e.
Een boek, dat aan Dickens doet
denken. Een bijzondere Ca
mera Obscura.
Van bovengenoemd boek treffen we in
het Orgaan van de Alg. Ned. Politiebond
deze recensie aan:
Als ware het in eene bijzondere Came
ra Obscura, valt hier licht en schaduw
op de gecultiveerde Nederlandsche def
tigheid, die onsterfelijk is; het toont, hoe
deze deftigheid .boven de personen uit
gaat en op hen haar onvervreemdbaar
stempel drukt. Wat Dickens is in het for
midabele, vindt men hier in het beschei-
dene: humor in gematigde Nederlandsche
vorm. Wij zien hier de kleinere en voor
namere ambtsdragers nu eens in vol
komenheid hun ambt vervullen, dan
weer in zwakkere oogenblikken hun ei
gen ik botsen tegen wat aan die waar
digheid onverbiddelijk is verschuldigd.
Alleen hij, die deze polen in het ambte-
telijk bestaan kent, kan de door Le
Maire geschapen beelden verstaan. Het is
in deze geheimtaal, dat de kenners wor
den herinnerd aan de oneindige charme,
die alle Gemeenten, zooals Graafwijk, ei
gen is. Het geeft hun tevens de rust, dat
de buitenstaander, vermits hij daarvoor
blind is, hun dit „eigen" nimmer zal we
ten te ontnemen.
Zooals Burgemeester van Doorn de
stroom van de Elder vervormt tot een
luisterrijk natuurbad en daarop 'n heer
lijk festijn weet te geven, zoo sorteert
Le Maire de zonnige verscheidenheden
van het Graafwijksche bestaan tot een
tooi van fonkelende vaderlandsche
pracht.
En deze schoonheid zal nimmer ten on
der gaan, want in 't slot van deze fraaie
„Alphenrijnsche confectie" verzekert ons
de Burgemeester van Graafwijk, dat hij
zijn post en daarmede zijn magistraten
in miniatuur, voor geen klinkende munt
ter wereld zal verlaten!
Met deze woorden bevelen wij de bo
vengenoemde novelle gaarne onze le
zers aan.
BOEKHANDEL PARKSTRAAT - Tel. 11
llllllllllll HYGIENE EN VEILIGHEID
308. NIERSTEENEN zijn verhardingen
die ergens in de urineafvoerbuizen ont
staan; deze beginnen al in de nier. Van 't
nierbekken af loopt de urineleider naar
de blaas omlaag. Van de blaas naar bui
ten voert de urineuitvoergang. Overal in
deze urinewegen kunnen niersteenen
aangetroffen worden. Het is wel zeker,
dat ze alle in de fijne kanaaltjes ont
staan, waar deze nog in het nierweefsel
ingebed liggen. Op hun weg omlaag,
vooral ook bij langer verblijf in het nier-
bekken, kunnen ze beduidend grooter
worden (zie vorig nr.)