TEXELSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - ZATERDAG 3 MEI 1941.
VOOR DE LANDBOUW
VEREENIGING
BEDRIJFSVOORLICHTING.
OP TEXEL.
VERBOUW VAN KORRELMAIS.
In verband met de moeilijke kracht-
voederpositie van ons land, wordt van
overheidswege alles in het werk gesteld
om de teelt van korrelmais aan te moe
digen. Dit blijkt o.m. ook uit de toezeg
ging, dat iedere verbouwer van korrel
mais 500 kg. van de opbrengst mag be
houden voor eigen gebruik.
We ontvingen het verzoek om door
aanleg van eenige proefvelden meerdere
bekendheid te geven aan de teelt van
korrelmais. Er werd ons een flinke hoe
veelheid zaaizaad ter beschikking gesteld
waarvan intusschen reeds heel wat ge
plaatst is op diverse bedrijven.
Er is op het oogenblik nog voldoende
zaaizaad voor aanleg van enkele proef
velden van plm. 5 are. Laten zij, die
hiervoor belangstelling hebben, ons dit
zoo spoedig mogelijk mededeelen.
Hier volgen eenige wenken, die van
belang zijn bij de verbouw van dit ge
was.
Keuze van grond.
Ofschoon mais niet kieskeurig is wat
de grondsoort betreft, moet worden afge
raden een perceeltje te nemen, dat zeer
laag gelegen of sterk zuur is. Mais is
zeer goed tegen droogte bestand.
Bemesting.
Deze moet overeen komen met een
zware graanbemesting. Het gewas is
zeer dankbaar voor stalmest, compost of
groenbemesting. Op zandgrond geeft men
naast stalmest 500 kg. slakkenmeel of
400 kg. super, 200 kg. kalizout 40 pet.
en 200 kg. kalkammonsalpeter.
Grondbewerking.
Men behandelt de grond als voor zo
mergewassen gebruikelijk is en zorgt
voor een goed verkruimeld, dicht aange
drukt zaaibed, met het oog op de in Mei
vaak optredende perioden van droogte.
Diepte van zaaien.
Wanneer zandgrond in een behoorlijke
toestand is, zaait men 5 a 6 cM. diep.
Op zware en vochtige grond 34 cM.
diep.
Tijd van zaaien.
Op plaatsen, waar veelvuldig schade
door nachtvorst voorkomt, zaait men 15
20 Mei; in alle andere gevallen wordt
tusschen i en 10 Mei gezaaid.
Standruimte.
Chiemgauwer het ras, dat verstrekt
wordt geeft de beste uitkomsten, wan
neer er 8 tot 10 planten per vierkante
meter staan. Rijenafstand 60 cM. Afstand
in de rij 50 cM. Men maakt hiertoe met
de hand een kuiltje van ongeveer 7 cM.
lang en even breed en 56 cM. diep.
Hierin worden 45 zaden gelegd, waar
na het kuiltje weer met grond wordt
gevuld Bij grootere oppervlakten kan 't
maken van gaten met de pootstok ge
beuren. Komen er per pootgat meer dan
3 planten tot ontwikkeling, dan worden
de planten tot op dit aantal uitgedund,
zoodra de planten een handbreed hoog
zijn.
Bestrijding tegen vogelschade.
Het verstrekte zaad is met teer en
menie behandeld om vogelschade tegen
te gaan. Door het spannen van enkele
zwarte draden over het proefveldje kan
men eventueel toch nog optredende scha
de verminderen. De schade bestaat uit
het uittrekken van de jonge plantjes en
afpikken van de stengeltjes.
Onderhoud.
Men behandelt het gewas als een hak-
vrucht. Er moet echter worden gewaar
schuwd tegen te diep schoffelen, aange
zien mais veel oppervlakkige worteltjes
heeft.
Oogsten en bewaren.
Wanneer de schutbladeren om de kol
ven geel geworden zijn, wordt na het
ombuigen van enkele ervan, nagegaan,
of het zaad al voldoende hard is.
Dit is het geval wanneer men met de
nagel de zaden aan het boveneinde van
de kolf moeilijk meer kan indrukken. De
kolven worden direct uit het gewas ge
oogst. De schutbladeren worden omlaag
gestroopt en de spil vlak onder de zaden
afgebroken, zoodat er zoo weinig moge
lijk stengel aan de kolf blijft zitten.
Heeft men slechts een kleine opper
vlakte, dan zal het bewaren geen moei
lijkheden opleveren, omdat de oogst da
delijk aan het vee kan worden opge
voerd. Wil men het zaad langer bewaren
dan is het noodig, dat gebruik gemaakt
wordt van een gazen droogkooi. Ook kan
gebruik gemaakt worden van gazen
bloembollenbakken.
Het stroo.
Dit is in gehakselde vorm een goed
voer, overeenkomende met haverstroo.
Onmiddellijk na de oogst kan het ge
mengd met gras ook worden ingekuild.
WAARSCHUWING.
Na 10 Mei reikt de distributiedienst
geen aardappelkaarten meer uit. Komt
dus met alle stamkaarten van het gezin
tijdig op de zittingen, welke hiervoor
zijn vastgesteld.
VOOR DE VROUW.
5377 Bruidsjapon. Voor gr. 42 ben. 4.50
5378 Japon. Voor gr. 46, ben. 5,50 M.
5379 Bruidsjapon. Voor gr. 44, ben.
5380 Bruidsjapon. Voor gr. 44, ben.
van 4Vf cM. breed.
5381 Feestjapon. Voor gr. 44, ben. 5,25
van 90 cM.
X
RECEPTEN
MACARONI MET KAAS. Wanneer de
macaroni gaar, maar niet zacht, is, doet
men ze in een beboterde vuurvaste scho
tel. Van twee zeer stijfgeklopte eieren
maakt men met een weinig zout en pe
per, wat melk en één ons geraspte kaas
een saus, die over de macaroni komt;
vervolgens doet men er hier en daar een
stukje boter op en paneermeel. Deze
schotel komt, met een deksel er op, een
half uur in de oven. De melk is dan
door het ei gestold en vormt één massa
met de rest. Dan nog even het deksel er
af, om een lichtbruin korstje te krijgen,
eventueel wat droge, geraspte kaas er
overheen, en goed warm binnen brengen.
M. satijn van 90 cM. en 0,30 M. kant.
marocain van 94 cM.
4.80 M. satijn van 90 cM.
4.75 M. crêpe van 94 cM. en 5.25 M. kant
M. kant van 90 cM. en 2,70 M. satijn
Van alle modellen zijn schitterend
passende pationen in de gangbare ma
ten leverbaar. Prijs bij vooruitbetaling
10.35 voor kinderkleeding, voor mantels
en japonnen f 0.45 per patroon. Te vol
doen in postzegels tot 7cent p. s. of
door storting op giro 240842 tegelijk met
de duidelijke bestelhng o.a. opgave bo
venwijdte. Uitgevers A. H. Bruil,
Patronenafdeeling, Doetinchem.
GEBAKKEN GRIESMEEL. Wanneer de
gries in de melk stijf kookt, doet men er
wat geraspte citroenschil bij Men laat de
massa koud worden, snijdt er plakken
van, welke even in meel worden gewen
teld en bakt de sneetjes lichtbruin. Voor
het opdienen goed suikeren en wat ka
neel er over heen strooien.
GROENBEMESTING.
Daar dit onderwerp meer dan ooit ac
tueel is, willen wij nogmaals op het
groote belang hiervan wijzen.
De eerste belangrijke functie van een
groenbemestingsgewas is deze, dat het in
een tijd, dat het hoofdgewas het veld
heeft ontruimd de grond bedekt houdt.
Hierdoor wordt de slag van de regen,
welke voor de structuur van braaklig
gende gronden vernietigend kan zijn, ge
broken. Bovendien wordt door de be
dekking te sterke zonbestraling voorko
men. Door een te hooge temperatuur
krijgen we een verhoogde werking der
bacteriën, die daardoor onnoodig veel
organisch voedsel verbruiken en dus de
reserve van de grond uitputten.
Tevens geeft een te sterke zonbestra
ling uitdroging van de grond, wat even
eens nadeelig is.
De tweede belangrijke functie van
groenbemesters is nu, dat zij de grond
opnieuw met organisch voedsel verrijken
ten behoeve van het volgende gewas.
Dit gebeurt zoowel door de wortels als
door de groene massa.
Van de eerste gunstige eigenschap (de
grondbedekking) heeft men het meeste
voordeel als het groenbemestingsgewas
op het veld blijft staan tot de zaaitijd van
het volgende gewas, door het desnoods
in de winter te laten bevriezen en ver
teren Hieruit is te verklaren de zeer
gunstige resultaten, verkregen met be
vroren stoppelknollen.
Zoo mogelijk moeten vooral de gevoe
lige zandgronden altijd begroeid en be
dekt zijn. Bedekte grond houdt een goe
de structuur.
Van de nuttige werking van de aan
voer van organische stof kan men pro-
fiteeren door eenvoudig veel groene mas
sa met liefst een krachtig wortelstelsel
te verbouwen en dit in sappige toestand
onder te brengen. Wordt het oud en
houterig, dan loopt de voedingswaarde
en verteerbaarheid voor de bacteriën
sterk terug. Voor de voorziening met
sappige groene massa kan men dus
elk gewas, dat voldoende groeisnelheid
en bladerdek heeft, gebruiken.
In zijn wezen beteekent de verbouw
van groenvoeder- en groenbemestingsge-
wassen niets anders dan een verbetering
van de vruchtwisseling. Blijkens de on
derzoekingen is de kwestie van goede en
slechte voorvruchten hoofdzakelijk een
gevolg van de meer of minder goede
structuur, waarin een gewas de grond
achterliet.
Goede voorvruchten laten door de
wijze van organische bemesting, de
grondbewerking, grondbedekking, be-
worteling, enz. een goede structuur na,
waardoor het volgend gewas zich onder
gunstige voorwaarden kan ontwikkelen
Slechte voorvruchten daarentegen la
ten o.a. door het weglaten van organi
sche bemesting, fouten in de grondbe
werking, onvoldoende grondbedekking,
enz. een onvoldoende structuur na.
KAASGERECHT. Klop twee eieren.
Voeg twee eetlepels melk, een beetje
mosterd, een ons geraspte kaas, peper en
zout naar smaak toe. Doe de massa in 'n
met boter ingesmeerd vuurvast schotel
tje en zet in een heete oven.
SPINAZIE IS GEZOND.
Het Voorlichtingsbureau van de Voe
dingsraad schrijft ons:
Heel vroeg in het voorjaar kan de spi
nazie reeds op de markt worden ge
bracht, daar ze voor haar ontwikkeling
slechts weinig warmte noodig heeft, zoo
dat dc kweekers in Januari en soms al in
December gaan zaaien. De kweeker geeft
zich veel zorg om ons in het prille voor
jaar al van de malsche blaadjes te laten
gemeten. Hij gebruikt ten eerste buiten
gewoon veel zaad, teneinde een te groot
verlies te voorkomen. Voorts zoekt hij
beschutte plaatsjes uit aan de zuidkant
van muren of schuttingen en tenslotte
voorziet hij de plantjes van de noodige
voedingsstoffen.
Spinazie moet om er de geheele zomer
over te kunnen beschikken, telkens op
nieuw gezaaid worden. Verdient de
spinazie nu uit voedingsoogpunt al deze
zorgen?
Een portie spinazie van 250 gr. op het
bord gewogen, heeft rauw een gewicht
van 400 gr., daar deze groente sterk
slinkt. Een dergelijke een-persoons por
tie bevat ca. 10 gr. eiwit, dus evenveel
als 50 gr. of Va ons vleesch.
De spinazie bevat bovendien de waar
devolle mineralen, waaronder vooral het
ijzer een belangrijke plaats inneemt, de
vitaminen A, BI, en C.
De spinazie moet zoo versch mogelijk
gebruikt worden. Men heeft nagegaan,
dat spinazie, die 3 dagen in een groen-
tenwinkel bewaard werd, reeds 80 pet.
van het vitamine C gehalte verloren had.
Het is dus geenszins onverschillig, in
welke staat de groente gekocht en ge
nuttigd wordt. Een plant is een levend
organisme, waarin dadelijk nadat het
van de wortel is afgesneden, belangrijke
afstervingsprocessen beginnen. Hoe min
der ver deze processen zijn gevorderd op
het oogetiblik dat we de plant nuttigen,
des te vollediger is de groente voor ons
als voedingsmiddel. Het komt er daar
om op aan de groente zoo versch moge
lijk te gebruiken.
Er bestaat een groot verschil tus
schen bladgroenten, waartoe de spinazie
behoort, en de aardappelen, wortelen,
koolraap en bieten. Deze laatsten behou-
nog lange tijd na het oogsten leven en
groeikracht, terwijl de bladgroenten on
middellijk afsterven. De huisvrouw kan
dit afstervingsproces stuiten door de ge-
wasschen en goed uitgeknepen spinazie
zoo vlug mogelijk aan de kook te bren
gen. Nastoven en veel omroeren is uit
den booze, daar dan door langdurige
verwarming en aanraking met de lucht
voedingsstoffen verloren gaan. Het over-
Groenbemcstingsgewassen kunnen nu
juist de gebreken van slechte voorvruch
ten aanvullen, zoodat zij samen een
goede voorvrucht vormen.
Zoo bestaat b.v. veel gevaar voor voet
ziekte bij wintertarwe na wintergerst.
Zaait men echter in de stoppel van de
wintergerst een mengsel van vlinderbloe
migen, dan is dit bezwaar opgeheven en
kan men rustig tarwe zaaien, aangeno
men, dat geen fouten ten aanzien van de
structuur zijn gemaakt
Welke gewassen komen nu als groen-
voerbemesters in aanmerking? Zooals
reeds opgemerkt kan men elk gewas met
voldoende groeisnelheid en bladerdek
hiervoor gebruiken. Het is echter duide
lijk, dat in deze tijd, nu ook de stikstof
schaarsch is, de aandacht wel allereerst
op de vlinderbloemigen zal vallen. De
meeste van deze gewassen hebben boven
dien uitstekende wortelstelsels en een
rijk bladerdek. Een bezwaar is echter,
dat het zaad van vlinderbloemigen moei
lijk te krijgen en duur is. Opgemerkt
dient ook te worden, dat het resultaat
met vlinderbloemigen verkregen ten
aanzien van de stikstofvorming dikwijls
teleurstelt. Wanneer in de grond banken
en kluiten voorkomen laat de knolletjes-
vorming vaak veel te wenschen over. 't
Gunstige resultaat, dat men dan toch
ziet van de groenbemesting is alleen 'n
gevolg van de organische bemesting en
structuurverbetering.
Onder dergelijke omstandigheden kan
men echter evengoed en zelfs beter niet-
vlinderbloemigen als boterzaad verbou
wen, omdat dergelijke gewassen soms
weer bijzonder gunstige eigenschappen
hebben voor gronden in slechte structuur
Aangeraden wordt wel om vlinder
bloemigen in de stoppel de fosforzuurbe-
mesting te geven, die bestemd is voor 't
volgende gewas. Vlinderbloemingen zijn
n.l. in staat het fosforzuur zeer goed te
verwerken. Zij geven het na vertering
aan het volgend gewas terug. Het
komt dan organisch in omloop en het
gevaar van vastlegging wordt hierdoor
verminderd.
Men beperkt daardoor tevens het ge
vaar voor legeren, dat door een te een
zijdige stikstofwerking van de onderge-
ploegde groenbemesting kan worden be
vorderd.
Boterzaad. Wil men na een niet al te
vroege stoppel in de herfst op tijd weer
wintergranen zaaien, dan is de periode
voor groenbemesting zoo kort, dat men
een zeer snel groeiend stoppelgewas
moet nemen. De snelste groenbemester is
boterzaad, dat in 6 weken een zeer uit
gebreid wortelstelsel en een behoorlijke
bovengrondsche massa kan leveren. Bo
terzaad geeft een prachtige grondbedek
king, doch is met zijn penwortel zeer
gevoelig voor kluiten en banken. Wan
neer de wortel hierop stuit houdt de
groei plotseling op, het gewas krijgt een
roodbruine kleur, gaat ontijdig bloeien,
wordt houterig en vormt slechts weinig
MEI.
MEI, waar is je zoete Zefier
En je Mei-zon, mild en zacht?
Mei, waar is je voorjaarsvreugde
En je zoete voorjaarsnacht?
Mei, waar blijft je Mei-traditie,
Die al eeuwen heeft bestaan?
Mei, waar blijft je reputatie,
Als je lang zóó door blijft gaan?
Mei, straks wordt er door de koekoek
Een bevroren ei geleid
Mei! Een Mei-zoen geeft d' emotie,
Of je in een ijsco bijt.
Mei, hoe zit dat met je slagzin:
Nieuwe Lente, nieuw geluid?
Mei! Wordt Mei weer!
Geef mij Meiweer!
'k Heb mijn wintergoed al uit.
tollige vocht bindt men of wordt in
soep gebruikt.
Een in ons land niet zoo bekende, doch
heel gezonde en smakelijke vorm om
spinazie op te dienen is de vorm van
sla. Hiervoor heeft men een veel kleine
re hoeveelheden groenten noodig dan
voor het koken, hetgeen de huishoudpor-
temonnaie ten goede komt Men zoekt
de spinazie zorgvuldig uit en wascht ze
tot Ze geheel zonder zand is, laat ze zoo
droog mogelijk uitlekken en snijdt ze
zeer fijn. Als sausje gebruikt men een
weinig hangop, eventueel kwark, pikant
gemaakt met peper, zout, prei en des-
gewenscht wat aroma.
De beteekenis, die het nuttigen van
versche groenten voor onze voeding heeft,
maakt het noodig, dat men zich een ze
kere matiging in het gebruik van „in
maak" oplegt. Wie de groentenkalender
raadpleegt, zal bespeuren, dat vrijwel 't
geheele jaar door versche groenten be
schikbaar zijn De „inmaak" mag dan
ook alleen beschouwd worden als een
bijdrage tot de afwisseling van het me
nu en staat belangrijk achter bij versche
groenten. Daar spinazie de eerste voor
jaarsgroente is, die ingemaakt wordt, is
het raadzaam met het bovenstaande re
kening te houden.
ZONNIGE DAGEN, ZONNIGE
KLEEDING
Zoojuist verscheen een nieuwe Hol-
landsche Beyer-uitgave. H 405 „Elegante
Pullovers en Vesten van allerlei garens
en resten", die inderdaad zonnige jum
pers, blouses, vesten en pullovers voor
de warme zomerdagen laat zien. Voor
de koelere avonden vinden we ook en
kele gezellige modellen, gemaakt van al
lerlei wolresten. Het maken van deze
modellen vereischt weimg materiaal, dus
weinig punten! Daar de maten incM.
worden aangegeven, kan ieder materiaal
hetzij dik, hetzij dun, gebruikt worden,
want een cM. blijft steeds een cM. Het
boekje is a f0.571/* in de boekhandel ver
krijgbaar.
bladmassa De voorbeelden hiervan heb
ben wij het vorig jaar gezien. (Bovendien
houdt het erg van stikstof)
Dit gevaar is te voorkomen door een
stoppelwoelbewerking, waardoor de klui
ten en banken gebroken worden.
Om het houtig worden van het gewas
te voorkomen is het gewenscht, het bo
terzaad niet hooger te laten groeien dan
15 cM.
Een bekend verschijnsel na groenbe
mesters als boterzaad en stoppelknollen
is, dat het wintergraan soms schraal
blijft. De oorzaak hiervan is, dat de
bacteriën voor de omzetting van dit be
trekkelijk stikstofarme materiaal de voor
haar groei benoodigde stikstof, vooral
salpeterstikstof, aan de grond onttrek
ken. Het gewas wordt dan dus te kort
gedaan.
Deze fout is te herstellen door het
wintergraan in de herfst bij het zaaien
15 kg. zuivere stikstof te geven. De toe
gediende stikstof komt na vertering v. d.
groenbemester aan het gewas ten goede.
Stoppelknollen. Deze verdienen zeer
bijzonder de aandacht op de zandgron
den. Zij zijn gemakkelijk te verbouwen
en hebben in verband met hun hooge
eiwitgehalte groote waarde, zoowel voor
de veevoeding als voor groenbemesting.
Het best kunnen ze gevolgd worden door
een zomergewas, daar ze, om tot volle
ontwikkeling te komen, tot December
op het land moeten staan. Het beste kan
men ze dan de winter over laten staan
en laten bevriezen. Het bevroren blad
geeft nog een uitstekende grondbedek
king, terwijl de bevroren knollen gemak
kelijk verteren en dus binnen korte tijd
aan het hoofdgewas ten goede komen.
Groene rogge. Dit gewas komt in aan
merking voor stoppels, die te laat zijn om
nog te worden ingezaaid met stoppel
knollen. Volgt een laat zomergewas, dan
kan men in het voorjaar nog een snede
maaien. Bijzondere aanbeveling verdient
deze groenbemesting op perceelen, welke
gevaar opleveren voor schurftige aard
appelen.
Mengsels van vlinderbloemigen. Met
name een mengsel van wikken en erwten
met boonen als steunplant, geeft een
zeer krachtige structuurverbetering. Dit
wordt eenerzijds bewerkt door de schitte
rende grondbedekking en anderszijds
door de verschillende ontwikkellingsvor-
men der wortelstelsels
Daar dit mengsel echter behoorlijk
vroeg moet worden gezaaid, komt het
alleen in aanmerking voor verbouw na
vroege stoppels als wintergerst en zeer
vroege rogge. Per h.a. zaait men 6080
kg. duivenboonen, 5075 kg. voederwik-
ken en 75 kg. voedererwten.
Meestal profiteert de structuur reeds
zoodanig van de grondbedekking en de
krachtig bewortelde stoppel, dat men
veilig de bovenaardsche massa kan in
kuilen. Dit moet echter uiterlijk in het
begin van de bloei der boonen gedaan
worden, daar anders de smaak bederft.
Mededeelingen
van Texels Bioscoop-Theater.
WINTERSPORT EN MINNEBRIEVEN.
Thomas Viertinger, de hotelier van de
wintersportplaats St Florian houdt er
een eigenaardige propaganda-methode op
na. Aan tal van rijke jongedames laat hij
minnebrieven schrijven, waarin zij door
Toni Anewanter, de beroemde ski-kam
pioen, worden uitgenoodigd, om naar St.
Florian te komen. De manier, waarop de
brief gesteld is en de ingesloten foto la
ten weinig twijfel aan Toni's hartelijke
gevoelens en het eenige bezwaar van de
ze brieven is. dat Toni er volkomen
onkundig van is.
Tot de velen, die zich aangetrokken ge
voelen tot St. Florian en de ski-leeraar,
behoort Constance Farrington, die juist
te weten is gekomen, dat Lord Baxter
haar alleen om haar geld wilde trouwen
en nu samen met Dorothy, Lord Baxter's
zuster, op reis naar Zwitserland gaat. In
St. Florian treffen zij een internationaal
gezelschap rijke jongedames, die met
enthousiasme Toni Anewanter's ski-les
sen volgen en zijn winkel in wintersport-
artikelen vriendelijk begunstigen. Wel
iswaar krijgt Anewanter tal van toespe
lingen te hooren op zijn „brief", maar
daar trekt hij zich weinig van aan. To
ni's aard is meer sportief dan hoffelijk.
Dat ondervinden Constance en Doro
thy al spoedig en de pogingen van Mrs.
Farrington om Toni in te palmen, lijden
schipbreuk op zijn onverschilligheid en
zijn openhartigheid. Dorothy schuift zich
zelf intusschen meer en meer op de
voorgrond en hoewel Toni aanvankelijk
geen speciale toenadering toont, moet hij
zich langzamerhand gewonnen geven.
Dorothy weet het zoo in te richten, dat
op een avond Toni, als lid van de berg-
reddingsdienst, haar moet komen „red
den" hetgeen de ski-kampioen heelemaal
niet leuk vindt, als hij begrijpt, dat dit
een comedie was. Ze maken ruzie in de
hut bij de Silberhorn, maar Toni be
zwijkt toch voor Dorothy's smeekbede
om samen met hem de berg te bestijgen.
Hun tocht is vol avonturen. Toni stort
in een afgrond en een hulp-expeditie
trekt er in de nacht op uit, maar hij kan
zichzelf toch nog redden en door al hun
belevenissen zijn Dorothy en Toni toch
wel dichter bij elkaar gekomen.
Maar inmiddels stapelen zich de moei
lijkheden voor Toni op. Een aanklacht
wegens huwelijkszwendel wordt door de
teleurgestelde dames tegen hem inge
diend. Hij zal gearresteerd worden maar
Toni is er vandoor, over de bergen op
ski's de expressetrein na, waarmee Do
rothy plotseling is afgereisd. Een uiter
mate spannende race is dat. Toni, zelf
achtervolgd, haalt de trein in. Dorothy
die hem toch liever dicht bij zich heeft,
trekt aan de noodrem en het einde van
de geschiedenis brengt 'n gelukkig paar,
dank zij de wintersport en ondanks de
valsche minnebrieven.