TEXELSCHE COURANT TWEEDE BLAD - ZATERDAG 3 MEI 1941. VOOR DE LANDBOUW VEREENIGING BEDRIJFSVOORLICHTING. OP TEXEL. VERBOUW VAN KORRELMAIS. In verband met de moeilijke kracht- voederpositie van ons land, wordt van overheidswege alles in het werk gesteld om de teelt van korrelmais aan te moe digen. Dit blijkt o.m. ook uit de toezeg ging, dat iedere verbouwer van korrel mais 500 kg. van de opbrengst mag be houden voor eigen gebruik. We ontvingen het verzoek om door aanleg van eenige proefvelden meerdere bekendheid te geven aan de teelt van korrelmais. Er werd ons een flinke hoe veelheid zaaizaad ter beschikking gesteld waarvan intusschen reeds heel wat ge plaatst is op diverse bedrijven. Er is op het oogenblik nog voldoende zaaizaad voor aanleg van enkele proef velden van plm. 5 are. Laten zij, die hiervoor belangstelling hebben, ons dit zoo spoedig mogelijk mededeelen. Hier volgen eenige wenken, die van belang zijn bij de verbouw van dit ge was. Keuze van grond. Ofschoon mais niet kieskeurig is wat de grondsoort betreft, moet worden afge raden een perceeltje te nemen, dat zeer laag gelegen of sterk zuur is. Mais is zeer goed tegen droogte bestand. Bemesting. Deze moet overeen komen met een zware graanbemesting. Het gewas is zeer dankbaar voor stalmest, compost of groenbemesting. Op zandgrond geeft men naast stalmest 500 kg. slakkenmeel of 400 kg. super, 200 kg. kalizout 40 pet. en 200 kg. kalkammonsalpeter. Grondbewerking. Men behandelt de grond als voor zo mergewassen gebruikelijk is en zorgt voor een goed verkruimeld, dicht aange drukt zaaibed, met het oog op de in Mei vaak optredende perioden van droogte. Diepte van zaaien. Wanneer zandgrond in een behoorlijke toestand is, zaait men 5 a 6 cM. diep. Op zware en vochtige grond 34 cM. diep. Tijd van zaaien. Op plaatsen, waar veelvuldig schade door nachtvorst voorkomt, zaait men 15 20 Mei; in alle andere gevallen wordt tusschen i en 10 Mei gezaaid. Standruimte. Chiemgauwer het ras, dat verstrekt wordt geeft de beste uitkomsten, wan neer er 8 tot 10 planten per vierkante meter staan. Rijenafstand 60 cM. Afstand in de rij 50 cM. Men maakt hiertoe met de hand een kuiltje van ongeveer 7 cM. lang en even breed en 56 cM. diep. Hierin worden 45 zaden gelegd, waar na het kuiltje weer met grond wordt gevuld Bij grootere oppervlakten kan 't maken van gaten met de pootstok ge beuren. Komen er per pootgat meer dan 3 planten tot ontwikkeling, dan worden de planten tot op dit aantal uitgedund, zoodra de planten een handbreed hoog zijn. Bestrijding tegen vogelschade. Het verstrekte zaad is met teer en menie behandeld om vogelschade tegen te gaan. Door het spannen van enkele zwarte draden over het proefveldje kan men eventueel toch nog optredende scha de verminderen. De schade bestaat uit het uittrekken van de jonge plantjes en afpikken van de stengeltjes. Onderhoud. Men behandelt het gewas als een hak- vrucht. Er moet echter worden gewaar schuwd tegen te diep schoffelen, aange zien mais veel oppervlakkige worteltjes heeft. Oogsten en bewaren. Wanneer de schutbladeren om de kol ven geel geworden zijn, wordt na het ombuigen van enkele ervan, nagegaan, of het zaad al voldoende hard is. Dit is het geval wanneer men met de nagel de zaden aan het boveneinde van de kolf moeilijk meer kan indrukken. De kolven worden direct uit het gewas ge oogst. De schutbladeren worden omlaag gestroopt en de spil vlak onder de zaden afgebroken, zoodat er zoo weinig moge lijk stengel aan de kolf blijft zitten. Heeft men slechts een kleine opper vlakte, dan zal het bewaren geen moei lijkheden opleveren, omdat de oogst da delijk aan het vee kan worden opge voerd. Wil men het zaad langer bewaren dan is het noodig, dat gebruik gemaakt wordt van een gazen droogkooi. Ook kan gebruik gemaakt worden van gazen bloembollenbakken. Het stroo. Dit is in gehakselde vorm een goed voer, overeenkomende met haverstroo. Onmiddellijk na de oogst kan het ge mengd met gras ook worden ingekuild. WAARSCHUWING. Na 10 Mei reikt de distributiedienst geen aardappelkaarten meer uit. Komt dus met alle stamkaarten van het gezin tijdig op de zittingen, welke hiervoor zijn vastgesteld. VOOR DE VROUW. 5377 Bruidsjapon. Voor gr. 42 ben. 4.50 5378 Japon. Voor gr. 46, ben. 5,50 M. 5379 Bruidsjapon. Voor gr. 44, ben. 5380 Bruidsjapon. Voor gr. 44, ben. van 4Vf cM. breed. 5381 Feestjapon. Voor gr. 44, ben. 5,25 van 90 cM. X RECEPTEN MACARONI MET KAAS. Wanneer de macaroni gaar, maar niet zacht, is, doet men ze in een beboterde vuurvaste scho tel. Van twee zeer stijfgeklopte eieren maakt men met een weinig zout en pe per, wat melk en één ons geraspte kaas een saus, die over de macaroni komt; vervolgens doet men er hier en daar een stukje boter op en paneermeel. Deze schotel komt, met een deksel er op, een half uur in de oven. De melk is dan door het ei gestold en vormt één massa met de rest. Dan nog even het deksel er af, om een lichtbruin korstje te krijgen, eventueel wat droge, geraspte kaas er overheen, en goed warm binnen brengen. M. satijn van 90 cM. en 0,30 M. kant. marocain van 94 cM. 4.80 M. satijn van 90 cM. 4.75 M. crêpe van 94 cM. en 5.25 M. kant M. kant van 90 cM. en 2,70 M. satijn Van alle modellen zijn schitterend passende pationen in de gangbare ma ten leverbaar. Prijs bij vooruitbetaling 10.35 voor kinderkleeding, voor mantels en japonnen f 0.45 per patroon. Te vol doen in postzegels tot 7cent p. s. of door storting op giro 240842 tegelijk met de duidelijke bestelhng o.a. opgave bo venwijdte. Uitgevers A. H. Bruil, Patronenafdeeling, Doetinchem. GEBAKKEN GRIESMEEL. Wanneer de gries in de melk stijf kookt, doet men er wat geraspte citroenschil bij Men laat de massa koud worden, snijdt er plakken van, welke even in meel worden gewen teld en bakt de sneetjes lichtbruin. Voor het opdienen goed suikeren en wat ka neel er over heen strooien. GROENBEMESTING. Daar dit onderwerp meer dan ooit ac tueel is, willen wij nogmaals op het groote belang hiervan wijzen. De eerste belangrijke functie van een groenbemestingsgewas is deze, dat het in een tijd, dat het hoofdgewas het veld heeft ontruimd de grond bedekt houdt. Hierdoor wordt de slag van de regen, welke voor de structuur van braaklig gende gronden vernietigend kan zijn, ge broken. Bovendien wordt door de be dekking te sterke zonbestraling voorko men. Door een te hooge temperatuur krijgen we een verhoogde werking der bacteriën, die daardoor onnoodig veel organisch voedsel verbruiken en dus de reserve van de grond uitputten. Tevens geeft een te sterke zonbestra ling uitdroging van de grond, wat even eens nadeelig is. De tweede belangrijke functie van groenbemesters is nu, dat zij de grond opnieuw met organisch voedsel verrijken ten behoeve van het volgende gewas. Dit gebeurt zoowel door de wortels als door de groene massa. Van de eerste gunstige eigenschap (de grondbedekking) heeft men het meeste voordeel als het groenbemestingsgewas op het veld blijft staan tot de zaaitijd van het volgende gewas, door het desnoods in de winter te laten bevriezen en ver teren Hieruit is te verklaren de zeer gunstige resultaten, verkregen met be vroren stoppelknollen. Zoo mogelijk moeten vooral de gevoe lige zandgronden altijd begroeid en be dekt zijn. Bedekte grond houdt een goe de structuur. Van de nuttige werking van de aan voer van organische stof kan men pro- fiteeren door eenvoudig veel groene mas sa met liefst een krachtig wortelstelsel te verbouwen en dit in sappige toestand onder te brengen. Wordt het oud en houterig, dan loopt de voedingswaarde en verteerbaarheid voor de bacteriën sterk terug. Voor de voorziening met sappige groene massa kan men dus elk gewas, dat voldoende groeisnelheid en bladerdek heeft, gebruiken. In zijn wezen beteekent de verbouw van groenvoeder- en groenbemestingsge- wassen niets anders dan een verbetering van de vruchtwisseling. Blijkens de on derzoekingen is de kwestie van goede en slechte voorvruchten hoofdzakelijk een gevolg van de meer of minder goede structuur, waarin een gewas de grond achterliet. Goede voorvruchten laten door de wijze van organische bemesting, de grondbewerking, grondbedekking, be- worteling, enz. een goede structuur na, waardoor het volgend gewas zich onder gunstige voorwaarden kan ontwikkelen Slechte voorvruchten daarentegen la ten o.a. door het weglaten van organi sche bemesting, fouten in de grondbe werking, onvoldoende grondbedekking, enz. een onvoldoende structuur na. KAASGERECHT. Klop twee eieren. Voeg twee eetlepels melk, een beetje mosterd, een ons geraspte kaas, peper en zout naar smaak toe. Doe de massa in 'n met boter ingesmeerd vuurvast schotel tje en zet in een heete oven. SPINAZIE IS GEZOND. Het Voorlichtingsbureau van de Voe dingsraad schrijft ons: Heel vroeg in het voorjaar kan de spi nazie reeds op de markt worden ge bracht, daar ze voor haar ontwikkeling slechts weinig warmte noodig heeft, zoo dat dc kweekers in Januari en soms al in December gaan zaaien. De kweeker geeft zich veel zorg om ons in het prille voor jaar al van de malsche blaadjes te laten gemeten. Hij gebruikt ten eerste buiten gewoon veel zaad, teneinde een te groot verlies te voorkomen. Voorts zoekt hij beschutte plaatsjes uit aan de zuidkant van muren of schuttingen en tenslotte voorziet hij de plantjes van de noodige voedingsstoffen. Spinazie moet om er de geheele zomer over te kunnen beschikken, telkens op nieuw gezaaid worden. Verdient de spinazie nu uit voedingsoogpunt al deze zorgen? Een portie spinazie van 250 gr. op het bord gewogen, heeft rauw een gewicht van 400 gr., daar deze groente sterk slinkt. Een dergelijke een-persoons por tie bevat ca. 10 gr. eiwit, dus evenveel als 50 gr. of Va ons vleesch. De spinazie bevat bovendien de waar devolle mineralen, waaronder vooral het ijzer een belangrijke plaats inneemt, de vitaminen A, BI, en C. De spinazie moet zoo versch mogelijk gebruikt worden. Men heeft nagegaan, dat spinazie, die 3 dagen in een groen- tenwinkel bewaard werd, reeds 80 pet. van het vitamine C gehalte verloren had. Het is dus geenszins onverschillig, in welke staat de groente gekocht en ge nuttigd wordt. Een plant is een levend organisme, waarin dadelijk nadat het van de wortel is afgesneden, belangrijke afstervingsprocessen beginnen. Hoe min der ver deze processen zijn gevorderd op het oogetiblik dat we de plant nuttigen, des te vollediger is de groente voor ons als voedingsmiddel. Het komt er daar om op aan de groente zoo versch moge lijk te gebruiken. Er bestaat een groot verschil tus schen bladgroenten, waartoe de spinazie behoort, en de aardappelen, wortelen, koolraap en bieten. Deze laatsten behou- nog lange tijd na het oogsten leven en groeikracht, terwijl de bladgroenten on middellijk afsterven. De huisvrouw kan dit afstervingsproces stuiten door de ge- wasschen en goed uitgeknepen spinazie zoo vlug mogelijk aan de kook te bren gen. Nastoven en veel omroeren is uit den booze, daar dan door langdurige verwarming en aanraking met de lucht voedingsstoffen verloren gaan. Het over- Groenbemcstingsgewassen kunnen nu juist de gebreken van slechte voorvruch ten aanvullen, zoodat zij samen een goede voorvrucht vormen. Zoo bestaat b.v. veel gevaar voor voet ziekte bij wintertarwe na wintergerst. Zaait men echter in de stoppel van de wintergerst een mengsel van vlinderbloe migen, dan is dit bezwaar opgeheven en kan men rustig tarwe zaaien, aangeno men, dat geen fouten ten aanzien van de structuur zijn gemaakt Welke gewassen komen nu als groen- voerbemesters in aanmerking? Zooals reeds opgemerkt kan men elk gewas met voldoende groeisnelheid en bladerdek hiervoor gebruiken. Het is echter duide lijk, dat in deze tijd, nu ook de stikstof schaarsch is, de aandacht wel allereerst op de vlinderbloemigen zal vallen. De meeste van deze gewassen hebben boven dien uitstekende wortelstelsels en een rijk bladerdek. Een bezwaar is echter, dat het zaad van vlinderbloemigen moei lijk te krijgen en duur is. Opgemerkt dient ook te worden, dat het resultaat met vlinderbloemigen verkregen ten aanzien van de stikstofvorming dikwijls teleurstelt. Wanneer in de grond banken en kluiten voorkomen laat de knolletjes- vorming vaak veel te wenschen over. 't Gunstige resultaat, dat men dan toch ziet van de groenbemesting is alleen 'n gevolg van de organische bemesting en structuurverbetering. Onder dergelijke omstandigheden kan men echter evengoed en zelfs beter niet- vlinderbloemigen als boterzaad verbou wen, omdat dergelijke gewassen soms weer bijzonder gunstige eigenschappen hebben voor gronden in slechte structuur Aangeraden wordt wel om vlinder bloemigen in de stoppel de fosforzuurbe- mesting te geven, die bestemd is voor 't volgende gewas. Vlinderbloemingen zijn n.l. in staat het fosforzuur zeer goed te verwerken. Zij geven het na vertering aan het volgend gewas terug. Het komt dan organisch in omloop en het gevaar van vastlegging wordt hierdoor verminderd. Men beperkt daardoor tevens het ge vaar voor legeren, dat door een te een zijdige stikstofwerking van de onderge- ploegde groenbemesting kan worden be vorderd. Boterzaad. Wil men na een niet al te vroege stoppel in de herfst op tijd weer wintergranen zaaien, dan is de periode voor groenbemesting zoo kort, dat men een zeer snel groeiend stoppelgewas moet nemen. De snelste groenbemester is boterzaad, dat in 6 weken een zeer uit gebreid wortelstelsel en een behoorlijke bovengrondsche massa kan leveren. Bo terzaad geeft een prachtige grondbedek king, doch is met zijn penwortel zeer gevoelig voor kluiten en banken. Wan neer de wortel hierop stuit houdt de groei plotseling op, het gewas krijgt een roodbruine kleur, gaat ontijdig bloeien, wordt houterig en vormt slechts weinig MEI. MEI, waar is je zoete Zefier En je Mei-zon, mild en zacht? Mei, waar is je voorjaarsvreugde En je zoete voorjaarsnacht? Mei, waar blijft je Mei-traditie, Die al eeuwen heeft bestaan? Mei, waar blijft je reputatie, Als je lang zóó door blijft gaan? Mei, straks wordt er door de koekoek Een bevroren ei geleid Mei! Een Mei-zoen geeft d' emotie, Of je in een ijsco bijt. Mei, hoe zit dat met je slagzin: Nieuwe Lente, nieuw geluid? Mei! Wordt Mei weer! Geef mij Meiweer! 'k Heb mijn wintergoed al uit. tollige vocht bindt men of wordt in soep gebruikt. Een in ons land niet zoo bekende, doch heel gezonde en smakelijke vorm om spinazie op te dienen is de vorm van sla. Hiervoor heeft men een veel kleine re hoeveelheden groenten noodig dan voor het koken, hetgeen de huishoudpor- temonnaie ten goede komt Men zoekt de spinazie zorgvuldig uit en wascht ze tot Ze geheel zonder zand is, laat ze zoo droog mogelijk uitlekken en snijdt ze zeer fijn. Als sausje gebruikt men een weinig hangop, eventueel kwark, pikant gemaakt met peper, zout, prei en des- gewenscht wat aroma. De beteekenis, die het nuttigen van versche groenten voor onze voeding heeft, maakt het noodig, dat men zich een ze kere matiging in het gebruik van „in maak" oplegt. Wie de groentenkalender raadpleegt, zal bespeuren, dat vrijwel 't geheele jaar door versche groenten be schikbaar zijn De „inmaak" mag dan ook alleen beschouwd worden als een bijdrage tot de afwisseling van het me nu en staat belangrijk achter bij versche groenten. Daar spinazie de eerste voor jaarsgroente is, die ingemaakt wordt, is het raadzaam met het bovenstaande re kening te houden. ZONNIGE DAGEN, ZONNIGE KLEEDING Zoojuist verscheen een nieuwe Hol- landsche Beyer-uitgave. H 405 „Elegante Pullovers en Vesten van allerlei garens en resten", die inderdaad zonnige jum pers, blouses, vesten en pullovers voor de warme zomerdagen laat zien. Voor de koelere avonden vinden we ook en kele gezellige modellen, gemaakt van al lerlei wolresten. Het maken van deze modellen vereischt weimg materiaal, dus weinig punten! Daar de maten incM. worden aangegeven, kan ieder materiaal hetzij dik, hetzij dun, gebruikt worden, want een cM. blijft steeds een cM. Het boekje is a f0.571/* in de boekhandel ver krijgbaar. bladmassa De voorbeelden hiervan heb ben wij het vorig jaar gezien. (Bovendien houdt het erg van stikstof) Dit gevaar is te voorkomen door een stoppelwoelbewerking, waardoor de klui ten en banken gebroken worden. Om het houtig worden van het gewas te voorkomen is het gewenscht, het bo terzaad niet hooger te laten groeien dan 15 cM. Een bekend verschijnsel na groenbe mesters als boterzaad en stoppelknollen is, dat het wintergraan soms schraal blijft. De oorzaak hiervan is, dat de bacteriën voor de omzetting van dit be trekkelijk stikstofarme materiaal de voor haar groei benoodigde stikstof, vooral salpeterstikstof, aan de grond onttrek ken. Het gewas wordt dan dus te kort gedaan. Deze fout is te herstellen door het wintergraan in de herfst bij het zaaien 15 kg. zuivere stikstof te geven. De toe gediende stikstof komt na vertering v. d. groenbemester aan het gewas ten goede. Stoppelknollen. Deze verdienen zeer bijzonder de aandacht op de zandgron den. Zij zijn gemakkelijk te verbouwen en hebben in verband met hun hooge eiwitgehalte groote waarde, zoowel voor de veevoeding als voor groenbemesting. Het best kunnen ze gevolgd worden door een zomergewas, daar ze, om tot volle ontwikkeling te komen, tot December op het land moeten staan. Het beste kan men ze dan de winter over laten staan en laten bevriezen. Het bevroren blad geeft nog een uitstekende grondbedek king, terwijl de bevroren knollen gemak kelijk verteren en dus binnen korte tijd aan het hoofdgewas ten goede komen. Groene rogge. Dit gewas komt in aan merking voor stoppels, die te laat zijn om nog te worden ingezaaid met stoppel knollen. Volgt een laat zomergewas, dan kan men in het voorjaar nog een snede maaien. Bijzondere aanbeveling verdient deze groenbemesting op perceelen, welke gevaar opleveren voor schurftige aard appelen. Mengsels van vlinderbloemigen. Met name een mengsel van wikken en erwten met boonen als steunplant, geeft een zeer krachtige structuurverbetering. Dit wordt eenerzijds bewerkt door de schitte rende grondbedekking en anderszijds door de verschillende ontwikkellingsvor- men der wortelstelsels Daar dit mengsel echter behoorlijk vroeg moet worden gezaaid, komt het alleen in aanmerking voor verbouw na vroege stoppels als wintergerst en zeer vroege rogge. Per h.a. zaait men 6080 kg. duivenboonen, 5075 kg. voederwik- ken en 75 kg. voedererwten. Meestal profiteert de structuur reeds zoodanig van de grondbedekking en de krachtig bewortelde stoppel, dat men veilig de bovenaardsche massa kan in kuilen. Dit moet echter uiterlijk in het begin van de bloei der boonen gedaan worden, daar anders de smaak bederft. Mededeelingen van Texels Bioscoop-Theater. WINTERSPORT EN MINNEBRIEVEN. Thomas Viertinger, de hotelier van de wintersportplaats St Florian houdt er een eigenaardige propaganda-methode op na. Aan tal van rijke jongedames laat hij minnebrieven schrijven, waarin zij door Toni Anewanter, de beroemde ski-kam pioen, worden uitgenoodigd, om naar St. Florian te komen. De manier, waarop de brief gesteld is en de ingesloten foto la ten weinig twijfel aan Toni's hartelijke gevoelens en het eenige bezwaar van de ze brieven is. dat Toni er volkomen onkundig van is. Tot de velen, die zich aangetrokken ge voelen tot St. Florian en de ski-leeraar, behoort Constance Farrington, die juist te weten is gekomen, dat Lord Baxter haar alleen om haar geld wilde trouwen en nu samen met Dorothy, Lord Baxter's zuster, op reis naar Zwitserland gaat. In St. Florian treffen zij een internationaal gezelschap rijke jongedames, die met enthousiasme Toni Anewanter's ski-les sen volgen en zijn winkel in wintersport- artikelen vriendelijk begunstigen. Wel iswaar krijgt Anewanter tal van toespe lingen te hooren op zijn „brief", maar daar trekt hij zich weinig van aan. To ni's aard is meer sportief dan hoffelijk. Dat ondervinden Constance en Doro thy al spoedig en de pogingen van Mrs. Farrington om Toni in te palmen, lijden schipbreuk op zijn onverschilligheid en zijn openhartigheid. Dorothy schuift zich zelf intusschen meer en meer op de voorgrond en hoewel Toni aanvankelijk geen speciale toenadering toont, moet hij zich langzamerhand gewonnen geven. Dorothy weet het zoo in te richten, dat op een avond Toni, als lid van de berg- reddingsdienst, haar moet komen „red den" hetgeen de ski-kampioen heelemaal niet leuk vindt, als hij begrijpt, dat dit een comedie was. Ze maken ruzie in de hut bij de Silberhorn, maar Toni be zwijkt toch voor Dorothy's smeekbede om samen met hem de berg te bestijgen. Hun tocht is vol avonturen. Toni stort in een afgrond en een hulp-expeditie trekt er in de nacht op uit, maar hij kan zichzelf toch nog redden en door al hun belevenissen zijn Dorothy en Toni toch wel dichter bij elkaar gekomen. Maar inmiddels stapelen zich de moei lijkheden voor Toni op. Een aanklacht wegens huwelijkszwendel wordt door de teleurgestelde dames tegen hem inge diend. Hij zal gearresteerd worden maar Toni is er vandoor, over de bergen op ski's de expressetrein na, waarmee Do rothy plotseling is afgereisd. Een uiter mate spannende race is dat. Toni, zelf achtervolgd, haalt de trein in. Dorothy die hem toch liever dicht bij zich heeft, trekt aan de noodrem en het einde van de geschiedenis brengt 'n gelukkig paar, dank zij de wintersport en ondanks de valsche minnebrieven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1941 | | pagina 5