Kameraad Moeder.
minium van de boekenplank, iiiiiiiiiiii
DISTRIBUTIE-HUMOR.
De ambtenaren staan voor vele
puzzles.
Het invullen der tallooze formulieren
van de distributiedienst blijkt voor me
nigeen een schier onoverkomelijke hin
derpaal. Hier volgt een greep uit het
overstelpend materiaal der ingevulde
formulieren, waaruit blijkt, dat taalon
derricht, ook voor de „rijpere" jeugd,
dringend noodig blijkt.
Het woord 's-Gravenhage, dat op de
betreffende „vermeliers"" minstens 2
maal gedrukt voorkomt, wordt toch nog
op de meest grillige wijze gevormd tot
Schaffenhagen, Schavanhagen of Sgha-
venhage, terwijl er nog tientallen andere
combinaties van deze blijkbaar moeilijke
plaatsnaam voorkomen.
De namen der maanden goed te schrij
ven, schijnt evenmin mee te vallen, zoo
als blijkt uit de volgende bloemlezing der
gevonden namen: Jauniwane, Vebrue-
waari, Aribril, Neie, Ceptember, Orpober
Auwgustus en Novebber.
Velen blijken ook met de spelling van
hun eigen beroep overhoop te liggen en
schreven, eluktustein, elictisein, petro-
leau-venster, conserge, losch arebeider,
vabrieksarbetser, mashinalen houdwer-
ker, restandknecht (restaurant-knecht),
belastingconsument (eet smakelijk), par
ticulier dedective, werk in riperacie-
werkplaats van aatoo's
Vitrage, het moeilijke woord.
Bij de aanvraag van textielgoederen
zijn de ontsporingen talrijk, hetgeen met
de vele vreemde woorden niet zoo ver-
EEN NOODLOTTIGE
STUDENTENGRAP.
Het gebeurde aan de universiteit
zoo lezen we in de Haagsche Post dat
de studenten een grap bedachten, die een
lugubere grap werd. Eén hunner had
zich, althans volgens de opvatting zijner
mede-studenten, misdragen. In plaats van
hem op de anders gebruikelijke manier
in de vriendenkring ter verantwoording
te roepen, werd hem medegedeeld, dat
de collega's een rechtbank zouden vor
men, waarvoor hij moest verschijnen om
naar de regelen der kunst te worden ge
vonnist. De jonge man aanvaardde de
grap en verscheen vrijwillig voor de z.g.
rechtbank, beantwoordde alle vragen, er
kende schuld en wachtte met een glim
lach om de lippen zijn straf af. Tot zoo
ver gebeurde er niets bijzonders. De
vrienden echter, die de smaak van de
grap beet hadden, dreven de zaak nog
verder. Zij wilden niet alleen de rechts
zitting, doch ook het vonnis en de straf
„net echt" voltrekken. De „rechtbank"
ging in de raadkamer, keerde terug en
veroordeelde de overtreder „ter dood",
met de bijkomende bepaling, dat het
vonnis onmiddellijk voltrokken zou wor
den.
Dit ging het slachtoffer te ver en hij
wilde zich verwijderen, maar de anderen
verklaarden, dat het hooge ernst was en
grepen hem vast. Hij moest zich als ge
vangen beschouwen. Zij boeiden hem, bon
den hem een doek voor de mond en
brachten hem in een statige optocht naar
de kelder. Een andere groep vrienden
had intusschen deze kelder als executie-
plaats ingericht. Er was een beul met
een zwarte kap over het hoofd en een
groot rood voorschoot voor, die met ont-
bloote armen gereed stond en een wer
kelijk angst aanjagende bijl in de han
den had. Op dit gezicht kwam het slacht
offer, dat tot dusver nog steeds aan een
grap geloofd had, zoodanig onder de in
druk, dat hij teekenen van angst begon
te vertoonen. Doch zijn onervaren vrien
den zetten de grap voort, waardoor de
angst van het slachtoffer allengs grooter
werd. Hij werd gebonden en zijn hoofd
werd op het blok gewrongen. Hij zag de
beul zijn gevaarlijke bijl zwaaien en op
dat oogenblik sloeg één der andere jon
gens, die heimelijk naderbij gekomen
was, het slachtoffer met een natte hand
doek in de nek. Dit moest het hoogtepunt
der mop zijn en de jongelui, die toeke
ken, barstten dan ook bij de schrik van
flllllllllll FEUILLETON
Roman van
CHRISTEL BROEHL—DELHAES.
86. Camilla sperde haar oogen open.
Zij zag zoo bleek, dat Alk er zoowaar
even van schrok.
En als ze jou het benoodigde geld
geeft, zal je haar natuurlijk uit louter
dankbaarheid trouwen.
Nou, zoo ver is het nu ook nog
niet, suste Alk ontwijkend en terwijl hij
zich dwong Camilla's handen in de zijne
te nemen, liet hij er bijna smeekend op
volgen: Als jij toch eens wat bij je
vader wist te bereiken, meisje.
Hopeloos en gepijnigd staarde Camilla
mm IN DE LACHHOEK (UIIIMIIH
NIET ZOO SMAKKEN
Maar, Emiel, kan je dat smakken
nu niet eens afleeren? (P.I.B.)
wonderlijk is. In het bijzonder het woord
„vitrage", dat in deze schoonmaaktijd op
zoo vele vrouwenlippen zweeft, heeft al
heel wat verwarring gebracht als: fil-
traase, fiderace, vitrafzie, vitracie, vie-
teraages, feteratie, fietteraasje, en.
Voorts zoeke de lezer maar eens uit
wat bedoeld wordt met: recctwars, came-
zals, kamazooltjes, floerkleet, kobbert
komsteun, kouwsen, vermeitjes, mesjes-
terbroek, bustrokje, laketjez, nachtponne
babbe ceep, penojaz, overhaals, laakkens,
keep met kapuzijn en bedegoed voor lit-
chamau, lidsjema, licenau en lisino.
Andere woorden, waarover herhaalde
lijk gestruikeld wordt, leverden o.a. de
volgende bloemlezing: invoormasiez, rip-
perasie, hiegiejeine, conzelazipolau (con
sultatie-bureau), sluitaasie en petroleyum
O, die vragen!
Bij het beantwoorden van vragen
werd o.a. op de vraag: „In welke ver
houding staan de onderstaande personen
tot het gezinshoofd" gevonden: uitste
kend, wettelijk, laat niets te wenschen
over, en „alleen 's avonds."
Op de vraag: „wat is uw beroep?"
werd o.a. geantwoord: fooien, gepysneert
willekeurig, of scharrelaar.
Dc vraag: „Welke bewijsstukken kunt
u overleggen?" werd beantwoord met: ik
kan je gloov niet geeven.
Op een vraag omtrent de ligging van
het perceel werd ingevuld: wind, veel
wind, straffe wind, in een bedstee.
Men ziet hieruit, dat de distributie-
ambtenaren dikwijls voor heel lastige
problemen komen te staan, waarbij ver
geleken de oplossing van een schaakpro
bleem werkelijk in het niet zinkt.
het slachtoffer in een schaterlachen uit.
Zij stonden hem nu toe weer op te staan
en wilden reeds beginnen hem te prijzen
om zijn toch wel flink gedrag. Het
slachtoffer echter stond niet op, ook niet
toen hij geholpen werd. Hij was dood.
Gestorven van angst, terwijl hij toch had
kunnen begrijpen, dat alles een grap was
en een grap zou blijven.
Velen zullen dit volkomen begrijpelijk
vinden en erkennen, dat het gebeurde in
derdaad een grap was, waarbij men het
besterven kan. Laten wij ons niet in de
wetenschappelijke verklaring dezer wer
kelijk gebeurde geschiedenis verdiepen,
maar alleen dit voor oogen houden: als
het mogelijk is de dood te vinden door
angst, door iets, dat zich in een paar mi
nuten, hoogstens een kwartier afspeelt,
dan is het ook mogelijk zóó vermoeid en
uitgeput te raken door voortdurende
vrees, dat men er ziek van wordt, zelfs
uitgeput raakt en ten slotte door gebrek
aan kracht het leven er bij inschiet. Ie
der onzer kent gevoelens van onrust en
angst, welke hun oorzaak vinden in ons
onderbewustzijn of in bewuste gedach
ten, die wij bewijzen noch motiveeren
kunnen. Velen tobben over zaken of huis
houdelijke omstandigheden en zijn zich
de oorzaak hunner tobberijen bijna niet
bewust, en zeker zien zij de gevolgen
niet. Hun noodeloos en vruchteloos getob
brengt hen in een half of geheel wanho
pige toestand. Doordat zij hun krachten
voelen verminderen, voelen zij zich hoe
langer hoe minder tegen het leed opge
wassen en het gevolg is, dat zij aan de
rand der algeheele uitputting gebracht
worden. En dit alles door iets, waarover
zij tobben en dat in zeer veel gevallen
niet eens in werkelijkheid bestaal.
Elke dokter kan meepraten over pa
tiënten, die bij hem komen, dien zich
ziek voelen, die vermoeid en afgemat
zijn en wie toch niets mankeert. Zij doen
mets anders dan tobben. Zij hebben angst,
vrees voor iets, dat misschien komen
zal. Het ergste is, dat, als de gebeurte
nis waarvoor gevreesd werd een enkele
maal in werkelijkheid plaats grijpt, zij 't
slachtoffer verzwakt en krachteloos vindt
en daardoor de overwinning behaalt, het
geen, als er niet getobd was, niet ge
beurd zou zijn. Wie niet tobt, boekt dub
bel voordeel. Hij bederft zijn leven niet
door tobben, dus kan hij van het leven
en alles wat daarbij behoort genieten en
als dan toch het leed komt, waarover
hem aan: ze wist zelf niet meer wat ze
doen moest.
Die avond kwam hij voor het eerst
sinds lange tijd weer eens musiceeren.
Zij verzetter zich hardnekkig tegen de
bekoring, die er ook nu weer van zijn
spel uitging, dat hem zoo totaal veran
derde. Met weergalooze duidelijkheid be
sefte zij thans, dat haar jonge leven on
afscheidelijk met deze demonische, geni-
aal-wispelturige man was verbonden.
Haar blik dwaalde door de kamer. Daar
in de hoek zat paps, wederom met kran
ten, vaktijdschriften in zijn handen en
rimpels in zijn voorhoofd van het inge
spannen lezen Een opzienbarend artikel
van Alk's hand in een der grootste me
dische vakbladen nam hem geheel in be
slag en slechts tersluiks wierp hij even
een blik naar de schrijver van deze be
langwekkende beschouwing, die daar zoo
rustig viool speelde. Een phenomeen was
hij toch, deze jonge man met zijn kun-
stenaarskop en zijn droomerige oogen.
Camilla's blik gleed van haar vader
naar Romana. Haar moeder. Hoe kalm
en gelaten zat ze daar met haar goe
dig, beheerscht gezicht voor de vleugel.
Haar heele verschijning ademde rust en
vertrouwen. En opnieuw bekroop Camil
la het onzinnige gevoel, alsof zij naar
haar toe moest vliegen om haar alles te
zeggen, alles en daarmee de ondragelijke
last van grenzeloos deprimeerende ge
heimzinnigheid van zich af te wentelen
Neen en nog eens neen. Nu niet! Nog
niet
Eenige dagen later vertrok Camilla
naar het meisjeskamp. Ze had haar last
niet achter zich gelaten, maar nam hem
de ander heeft getobd, dan vindt dit
hem veerkrachtig en moedig, geladen
met energie, frisch en bereid tot strijd
en daardoor zeker in staat zoo niet het
leed te overwinnen, dan toch er beter
weerstand aan te bieden dan degene, die
meende goed te doen door zich op het
verdriet voor te bereiden, doch die daar
door zichzelf van kracht beroofde. Tob
nooit, ge kunt er slechts bij verliezen,
heel veel: uw humeur, uw vrienden, uw
geestelijke weerstand, uw gezondheid en
soms zelfs uw leven.
Illlll BINNENLAND ||||ll
CATH. VAN RENNES. Te harer nage
dachtenis wordt 24 Mei een bronzen ge
denkplaat aangebracht in het huis aan de
Brigittenstraat te Utrecht, waar ze zoo
lang heeft gewoond en gewerkt.
EEN ROOFOVERVAL werd Maandag
nacht gepleegd op het echtpaar Rovers,
dat een boerderij bewoont in een ge
hucht bij Rijsbergen. Toen man en vrouw
te bed lagen, hoorden zij gestommel.
Toen zij in de kamer kwamen vertoon
den zich voor de open ramen drie man
nen, die met revolvers dreigden en bin
nen wilden komenDe vrouw
liet hen binnen en gaf, op hun eisch,
haar portemonnaie met f 160. Terwijl de
man in de bijkeuken en de vrouw in de
slaapkamer werd opgesloten, doorzoch
ten de boeven, bij wie zich nog een
vierde had gevoegd, het huis. Daarna
bonden zij man en vrouw op hun bed
vast. Toen de knecht 's morgens om 7
uur kwam, ontdekte deze het echtpaar.
Ook vond hij allerlei gereed gezet goed,
dat de indringers hadden achtergelaten.
Vermoedelijk in hun snood bedrijf ge
stoord? Politie doet onderzoek.
Illlllllllllll RECENSIES. Illlllllllllll
CHEMISCHE WONDEREN. Nieuwe
Duitsche werkstoffen 40 pag.
met 8 pag. foto's op kunstdruk.
Prijs f 0.30.
Een werkje, dat zeer zeker groote be
langstelling zal vinden, want wat is er
actueeler dan de vraag: „Komen er vol
doende goederen om aan de behoefte in
ieder opzicht te voldoen?" En een mis
schien nog actueeler vraag: „Wat zijn
toch de verschillende ersatz producten?"
En steeds weer als we nieuwe kunstpro
ducten zien, zooals allerlei sieraden uit
kunsthars, pantser glas, houten tandrade
ren, glazen muziekinstrumenten, syn
thetische rubber, kleeding uit celwol en
vistra, staan we versteld over wat de che
mische wetenschap weer wist te berei
ken.
Des te grooter is nog onze belangstel
ling voor deze goederen in de huidige
tijd, nu zij andere goederen moeten ver
vangen en we er dus allen meer of min
der mee te maken krijgen.
Dit werkje geeft ons een inzicht in de
mogelijkheden, welke door de chemie ge
opend zijn en toont ons op velerlei gebied
de resultaten, het bespreekt deze resul
taten en mogelijkheden voor de toekomst
er van. Daarnaast worden uitvoerige ge
gevens over de productie in andere lan
den gegeven en vergelijkingen getroffen
WAAR HET IN ZAT.
Maar dat is toch afschuwelijk, Ama-
lia. Daar heb ik alle uitnoodigingen voor
ons diner nog in mijn zak zitten(P.
I-B.)
mee, zwaarder en drukkender nog dan
ooit te voren.
Erwin Westphal legde het vakblad
van zijn vader op diens schrijftafel te
rug. Het was hem een behoefte gewor
den na inspannende juridische arbeid
van tijd tot tijd eens in de studeerkamer
van zijn vader binnen te dringen en
zich daar met medische onderwerpen be
zig te houden.
Hm.... ja, ja, zei hij voorzichtig.
De oude professor keek even op van de
stapel dicht beschreven vellen papier.
Wat heb je nu weer aan het licht
gebracht? vroeg hij, goed gemutst. Ik
geloof, dat je toch nog eens in mijn
schuitje terecht komt. Vandaag of mor
gen lees ik je naam nog als politiedeskun
dige of zooiets.
Erwin ging merkwaardigerwijze niet
op de schertsende toon in, hoewel hij
gewoonlijk toch nog al spoedig klaar
stond met ironische en sarcastische op
merkingen.
Aan het licht gebracht heb ik niets.
Wat ik daar ontdekte, is in zekere zin 'n
publiek geheim. Professor Tiebruck is al
weer hard op weg z'n naam in verband
met een uitvinding door de heele wereld
bekend te maken.
Tiebruck? In dit geval schijnt hij de
pogingen toch slechts te financieren. De
ontdekker van het nog niet geheel vol
maakte serum voorloopig heeft men
nog slechts goede hoop, dat het wat zal
worden is die jonge dr. Alk, die sinds
eenige tijd bij Tiebruck werkt.
Erwin Westphal nam het blad nog eens
op en las het vet gedrukte opschrift met
BIJ GEBREK AAN WATER
Bij gebrek aan water behelpen
deze soldaten zich bij het was-
schen met sneeuw. Dat gebeurt
o.a. op de Noorsche hoogvlakten.
(Foto—P.I.B.)
Illllllllll! GRABBELTON
AL IS DE LEUGEN NOG ZOO SNEL
Al is de leugen nog zoo snel, de waar
heid achterhaalt haar wel. Zoo zeggen
we in ons land. Ook andere volken ken
nen een soortgelijk spreekwoord. Zoo
zeggen de Duitschers „Leugens hebben
korte beenen" en de Engelschen „De
leugen heeft geen beenen".
DE GUILLOTINE
Ten onrechte meenen velen, dat de
Fransche arts Guillotine de uitvinder is
van het onthoofdingswerktuig, dat in de
Fransche revolutietijd zoo'n beruchtheid
verwierf. Het was alleen op diens voor
stel, dat de valbijl bij de ter dood bren
ging werd ingevoerd.
Dat hij allerminst uitvinder was blijkt
ook uit de werken van Vader Cats, wie
blijkbaar ook reeds een soort guillotine,
wat vorm en bestemming betreft, voor de
geest stond, toen hij de volgende rege
len dichtte:
Daer is een seker tuygh,
In ouder tyd gevonden,
Waardoor al menig mensch
Ter aerden is gesonden.
Dit is een stale byl,
Die hangt aen eenen draet,
Terwijl se door een groef
En op en neder gaet.
HET BILJARTSPEL.
Het biljartspel is afkomstig uit Frank
rijk; wie het uitgevonden heeft, is niet
bekend. Koning Karei IX gold voor de
beste biljartspeler van zijn tijd; Lode-
wijk XIV, de Zonnekoning, liet zich door
ziji minister Chamillard onderwijzen en
de vorst speelde het graag, maar heel
slecht. Chamillard daarentegen was een
uitmuntend speler. Een spotter zei van
hem. „Op het biljart un héros (een held),
in het ministerie een zéro (een nul)."
Het biljart van Lodewijk XIV was van
marmer met houten randen en men ge-
biuikte nog queues (stokken) zondei
lcerbekleeding.
In 1740 waren er in Parijs twintig bil
jarts, in 1793 al tweehonderd en in 1815
over de achttienhonderd. Nu telt men ze
bij duizenden; in New-York, Parijs, Lon
den, Amsterdam zijn zalen, waar tiental
len biljarts staan
Ons land bezit een aantal biljartkam
pioenen. Weet u dat de namen van Dom-
mering, Bos, Robijns, tot ver over de
grenzen bekend zijn?
de naam van de auteur, Heinz Alk. Hij
kende hem niet.
Tiebruck is een arts, waarop men
onder alle omstandigheden kan ver
trouwen, hoorde hij zijn vader zeggen.
Hij is mijn leerling geweest en in al
die jaren heb ik hem zeer leeren waar-
deeren als een man, die zich niet op
dwaalwegen begeeft.
Dan mag hij nu, Erwin stond op
en hield zijn vader zijn sigarettenkoker
voor, wel dubbel voorzichtig zijn.
De oude heer negeerde het hem toege
stoken etui. Als Erwin zooiets zei, moest
hij er een reden voor hebben.
Hoe bedoel je dat? vroeg hij ge-
interesseerd.
Wel, er wordt hier en daar gefluis
terd, dat de experimenten reeds begon
nen zouden zijn.
Dat is toch niets bijzonders. Na
tuurlijk zullen zij allang met practische
proeven zijn begonnen, met theorieën ko
men ze niet verder.
Ja, ja, maar het schijnt, dat er in
de kliniek van Tiebruck niet alleen met
dieren, maar ook reeds met menschen ge-
experimenteerd wordt.
Erwin zei het zoo losweg, alsof hij het
over een of ander sportevenement had.
De professor keek hem ontsteld aan. Met
moeite wist hij zich te beheerschen.
Ik kan me niet indenken, dat er van
die geruchten ook maar één woord waar
is. Tiebruck is veel te conscentieus om
nee, onzin! Ik begrijp niet, hoe je er bij
komt dergelijke praatjes mee te helpen
rondbazuinen!
(Wordt vervolgd
/UI LANDBOUW VEETEELT llüllilllil
EEN LOONENDE PRIJS.
Het is toch wel eigenaardig gesteld
met de prijzen van de landbouwproduc
ten. De boeren en tuinders, die het land
moeten voeden (zoo ooit dan blijkt het
wel in deze tijd) moesten zich dikwijls
tevreden stellen met een prijs, die ver
beneden de kostprijs van de door hen ge
leverde producten lag Vele jaren heb
ben de boeren en tuinders uitgezien
naar eenige verbetering, doch lange tijd
tevergeefs. Totdat, eerst voor enkele en
daarna voor meerdere producten, garan
tieprijzen werden vastgesteld. Deze be
naderden echter alleen maar de kost
prijs. Van een eenigszins redelijke be
looning voor arbeid en risico was aller
minst sprake. Bij andere bedrijfsgroepen
wordt in de regel in de eerste plaats
voor een behoorlijke winstmarge gezorgd
en daarna de prijs van het product bere
kend.
Het is een geluk voor de Nederland-
sche bevolking, dat ondanks de moeilijke
tijdsomstandigheden onze boeren en
tuinders zijn blijven doorwerken. Dege
nen, die de agrarische bedrijven maar
aan hun lot wilden overlaten en alleen
maar iets zagen in de industrialisatie
van ons land, hebben tot hun eigen voor
deel hun zin niet gekregen. Was dit
wel het geval geweest, het zou er met
de voedselvoorziening van ons land niet
best voorgestaan hebben, want we moe
ten thans van eigen bodem leven.
Dat eischt van de consument, dat hij
zich aanpast aan eenigszins ander voed
sel dan hij vroeger gewoon was te ge
bruiken. En dat eischt van de boer en
tuinder, dat hij zijn uiterste best doet
om zooveel mogelijk van de grond te
krijgen. De Nederlandsche boer en tuin
der kan meer dan zijn bedrijfsgenooten
uit vele andere landen, die onder onge
veer dezelfde omstandigheden, wat bo
dem en klimaat aangaat, werken. En
hij wil ook nu die superioriteit toonen,
maar dan heeft hij ook recht op een bil
lijke belooning van zijn arbeid, zijn kun
nen en kennen en het risico, dat hij
loopt.
Het is daarom een verblijdend teeken,
dat de nieuwe prijzen voor de land
bouwproducten voor een goed deel be
duidend zijn verhoogd en wel met 15
tot 20 pet.
Wanneer de bedrijfskosten niet al te
zeer oploopen, dan kan deze verhooging
een stap beteekenen in de richting van
een behoorlijke belooning. AGRICOLA.
UW KIND EN DE GEVAREN
DER T.B.C.
Het feit, dat een kind onder zijn pa
tiënten aan hersenvliesontsteking was ge
storven, veroorzaakt door runder tuber
kelbacillen, die het kind hadden geïnfec
teerd, deed dr. Adh. van Loy, medicus
te Sas van Gent, naar de pen grijpen om
een brochure te schrijven, getiteld: „Uw
kind en de gevaren der tuberculose". In
de melk, die elke dag bij het gezin van
het kind werd thuisbezorgd, werden de
zelfde bacillen gevonden als in het rug-
gemergsvocht van het overleden kind.
Dr. Van Loy's brochure is een vurig
pleidooi voor de verplichte keuring van
melkvee op tuberculose Het volk moet
weigeren langer de mogelijkheid te aan
vaarden, dat de kleine moordenaars, die
de tuberkelbacillen zijn" zoo schrijft
hij „aan huis worden bezorgd en iede
re dag opnieuw het leven onzer kinderen
bedreigen". Iedere koe in Nederland be
hoort aan de tuberculineproef te worden
onderworpen en ieder dier, dat positief
reageert, behoort te worden afgeslacht.
Schrijver is van oordeel dat op dit ge
bied reeds veel, maar nog niet genoeg is
gedaan.
Een zeer lezenswaardig boekje.
BESTELBON.
(kan in open enveloppe met IV2 cent
postzegel gezonden worden aan de
Texelsche Courant).
Gelieve te zenden:
1 ex. Dr. A. van Loy: „Uw kind en de
gevaren der t.b.c. (f 0.75).
Naam
Adres
IIIIIIIIIIII HYGIENE EN VEILIGHEID |||iil||||||
314. BLOEDSPUWING. Als iemand
bloed ophoest is dit nog geen bloedspu
wing Nog daar gelaten, dat het bloed
uit het tandvleesch of elders uit de mond
kan komen, kan bij een hevige hoestbui
een „draadje" bloed meekomen, zonder
dat men aan dieper gelegen oorzaken
hoeft te denken. Bij een werkelijke
bloedspuwing komt het bloed diep uit de
longen. Het is daardoor helder rood en
door het hoesten meestal nog wat schui
mend. Dikwijls is het ook voor de medi
cus lang niet gemakkelijk de herkomst
van het bloed onmiddellijk te bepalen.
Ook de veelverbreide opvatting, dat een
bloedspuwing altijd t.b.c. zou beteeke
nen. is onjuist. Er zijn verschillende long
ziekten, die met het opgeven van bloed
gepaard gaan. In elk geval van bloed
opgeven dient men direct daarna voor de
grootst mogelijke rust te zorgen.
ARTS.