Kameraad Moeder. minium van de boekenplank, iiiiiiiiiiii DISTRIBUTIE-HUMOR. De ambtenaren staan voor vele puzzles. Het invullen der tallooze formulieren van de distributiedienst blijkt voor me nigeen een schier onoverkomelijke hin derpaal. Hier volgt een greep uit het overstelpend materiaal der ingevulde formulieren, waaruit blijkt, dat taalon derricht, ook voor de „rijpere" jeugd, dringend noodig blijkt. Het woord 's-Gravenhage, dat op de betreffende „vermeliers"" minstens 2 maal gedrukt voorkomt, wordt toch nog op de meest grillige wijze gevormd tot Schaffenhagen, Schavanhagen of Sgha- venhage, terwijl er nog tientallen andere combinaties van deze blijkbaar moeilijke plaatsnaam voorkomen. De namen der maanden goed te schrij ven, schijnt evenmin mee te vallen, zoo als blijkt uit de volgende bloemlezing der gevonden namen: Jauniwane, Vebrue- waari, Aribril, Neie, Ceptember, Orpober Auwgustus en Novebber. Velen blijken ook met de spelling van hun eigen beroep overhoop te liggen en schreven, eluktustein, elictisein, petro- leau-venster, conserge, losch arebeider, vabrieksarbetser, mashinalen houdwer- ker, restandknecht (restaurant-knecht), belastingconsument (eet smakelijk), par ticulier dedective, werk in riperacie- werkplaats van aatoo's Vitrage, het moeilijke woord. Bij de aanvraag van textielgoederen zijn de ontsporingen talrijk, hetgeen met de vele vreemde woorden niet zoo ver- EEN NOODLOTTIGE STUDENTENGRAP. Het gebeurde aan de universiteit zoo lezen we in de Haagsche Post dat de studenten een grap bedachten, die een lugubere grap werd. Eén hunner had zich, althans volgens de opvatting zijner mede-studenten, misdragen. In plaats van hem op de anders gebruikelijke manier in de vriendenkring ter verantwoording te roepen, werd hem medegedeeld, dat de collega's een rechtbank zouden vor men, waarvoor hij moest verschijnen om naar de regelen der kunst te worden ge vonnist. De jonge man aanvaardde de grap en verscheen vrijwillig voor de z.g. rechtbank, beantwoordde alle vragen, er kende schuld en wachtte met een glim lach om de lippen zijn straf af. Tot zoo ver gebeurde er niets bijzonders. De vrienden echter, die de smaak van de grap beet hadden, dreven de zaak nog verder. Zij wilden niet alleen de rechts zitting, doch ook het vonnis en de straf „net echt" voltrekken. De „rechtbank" ging in de raadkamer, keerde terug en veroordeelde de overtreder „ter dood", met de bijkomende bepaling, dat het vonnis onmiddellijk voltrokken zou wor den. Dit ging het slachtoffer te ver en hij wilde zich verwijderen, maar de anderen verklaarden, dat het hooge ernst was en grepen hem vast. Hij moest zich als ge vangen beschouwen. Zij boeiden hem, bon den hem een doek voor de mond en brachten hem in een statige optocht naar de kelder. Een andere groep vrienden had intusschen deze kelder als executie- plaats ingericht. Er was een beul met een zwarte kap over het hoofd en een groot rood voorschoot voor, die met ont- bloote armen gereed stond en een wer kelijk angst aanjagende bijl in de han den had. Op dit gezicht kwam het slacht offer, dat tot dusver nog steeds aan een grap geloofd had, zoodanig onder de in druk, dat hij teekenen van angst begon te vertoonen. Doch zijn onervaren vrien den zetten de grap voort, waardoor de angst van het slachtoffer allengs grooter werd. Hij werd gebonden en zijn hoofd werd op het blok gewrongen. Hij zag de beul zijn gevaarlijke bijl zwaaien en op dat oogenblik sloeg één der andere jon gens, die heimelijk naderbij gekomen was, het slachtoffer met een natte hand doek in de nek. Dit moest het hoogtepunt der mop zijn en de jongelui, die toeke ken, barstten dan ook bij de schrik van flllllllllll FEUILLETON Roman van CHRISTEL BROEHL—DELHAES. 86. Camilla sperde haar oogen open. Zij zag zoo bleek, dat Alk er zoowaar even van schrok. En als ze jou het benoodigde geld geeft, zal je haar natuurlijk uit louter dankbaarheid trouwen. Nou, zoo ver is het nu ook nog niet, suste Alk ontwijkend en terwijl hij zich dwong Camilla's handen in de zijne te nemen, liet hij er bijna smeekend op volgen: Als jij toch eens wat bij je vader wist te bereiken, meisje. Hopeloos en gepijnigd staarde Camilla mm IN DE LACHHOEK (UIIIMIIH NIET ZOO SMAKKEN Maar, Emiel, kan je dat smakken nu niet eens afleeren? (P.I.B.) wonderlijk is. In het bijzonder het woord „vitrage", dat in deze schoonmaaktijd op zoo vele vrouwenlippen zweeft, heeft al heel wat verwarring gebracht als: fil- traase, fiderace, vitrafzie, vitracie, vie- teraages, feteratie, fietteraasje, en. Voorts zoeke de lezer maar eens uit wat bedoeld wordt met: recctwars, came- zals, kamazooltjes, floerkleet, kobbert komsteun, kouwsen, vermeitjes, mesjes- terbroek, bustrokje, laketjez, nachtponne babbe ceep, penojaz, overhaals, laakkens, keep met kapuzijn en bedegoed voor lit- chamau, lidsjema, licenau en lisino. Andere woorden, waarover herhaalde lijk gestruikeld wordt, leverden o.a. de volgende bloemlezing: invoormasiez, rip- perasie, hiegiejeine, conzelazipolau (con sultatie-bureau), sluitaasie en petroleyum O, die vragen! Bij het beantwoorden van vragen werd o.a. op de vraag: „In welke ver houding staan de onderstaande personen tot het gezinshoofd" gevonden: uitste kend, wettelijk, laat niets te wenschen over, en „alleen 's avonds." Op de vraag: „wat is uw beroep?" werd o.a. geantwoord: fooien, gepysneert willekeurig, of scharrelaar. Dc vraag: „Welke bewijsstukken kunt u overleggen?" werd beantwoord met: ik kan je gloov niet geeven. Op een vraag omtrent de ligging van het perceel werd ingevuld: wind, veel wind, straffe wind, in een bedstee. Men ziet hieruit, dat de distributie- ambtenaren dikwijls voor heel lastige problemen komen te staan, waarbij ver geleken de oplossing van een schaakpro bleem werkelijk in het niet zinkt. het slachtoffer in een schaterlachen uit. Zij stonden hem nu toe weer op te staan en wilden reeds beginnen hem te prijzen om zijn toch wel flink gedrag. Het slachtoffer echter stond niet op, ook niet toen hij geholpen werd. Hij was dood. Gestorven van angst, terwijl hij toch had kunnen begrijpen, dat alles een grap was en een grap zou blijven. Velen zullen dit volkomen begrijpelijk vinden en erkennen, dat het gebeurde in derdaad een grap was, waarbij men het besterven kan. Laten wij ons niet in de wetenschappelijke verklaring dezer wer kelijk gebeurde geschiedenis verdiepen, maar alleen dit voor oogen houden: als het mogelijk is de dood te vinden door angst, door iets, dat zich in een paar mi nuten, hoogstens een kwartier afspeelt, dan is het ook mogelijk zóó vermoeid en uitgeput te raken door voortdurende vrees, dat men er ziek van wordt, zelfs uitgeput raakt en ten slotte door gebrek aan kracht het leven er bij inschiet. Ie der onzer kent gevoelens van onrust en angst, welke hun oorzaak vinden in ons onderbewustzijn of in bewuste gedach ten, die wij bewijzen noch motiveeren kunnen. Velen tobben over zaken of huis houdelijke omstandigheden en zijn zich de oorzaak hunner tobberijen bijna niet bewust, en zeker zien zij de gevolgen niet. Hun noodeloos en vruchteloos getob brengt hen in een half of geheel wanho pige toestand. Doordat zij hun krachten voelen verminderen, voelen zij zich hoe langer hoe minder tegen het leed opge wassen en het gevolg is, dat zij aan de rand der algeheele uitputting gebracht worden. En dit alles door iets, waarover zij tobben en dat in zeer veel gevallen niet eens in werkelijkheid bestaal. Elke dokter kan meepraten over pa tiënten, die bij hem komen, dien zich ziek voelen, die vermoeid en afgemat zijn en wie toch niets mankeert. Zij doen mets anders dan tobben. Zij hebben angst, vrees voor iets, dat misschien komen zal. Het ergste is, dat, als de gebeurte nis waarvoor gevreesd werd een enkele maal in werkelijkheid plaats grijpt, zij 't slachtoffer verzwakt en krachteloos vindt en daardoor de overwinning behaalt, het geen, als er niet getobd was, niet ge beurd zou zijn. Wie niet tobt, boekt dub bel voordeel. Hij bederft zijn leven niet door tobben, dus kan hij van het leven en alles wat daarbij behoort genieten en als dan toch het leed komt, waarover hem aan: ze wist zelf niet meer wat ze doen moest. Die avond kwam hij voor het eerst sinds lange tijd weer eens musiceeren. Zij verzetter zich hardnekkig tegen de bekoring, die er ook nu weer van zijn spel uitging, dat hem zoo totaal veran derde. Met weergalooze duidelijkheid be sefte zij thans, dat haar jonge leven on afscheidelijk met deze demonische, geni- aal-wispelturige man was verbonden. Haar blik dwaalde door de kamer. Daar in de hoek zat paps, wederom met kran ten, vaktijdschriften in zijn handen en rimpels in zijn voorhoofd van het inge spannen lezen Een opzienbarend artikel van Alk's hand in een der grootste me dische vakbladen nam hem geheel in be slag en slechts tersluiks wierp hij even een blik naar de schrijver van deze be langwekkende beschouwing, die daar zoo rustig viool speelde. Een phenomeen was hij toch, deze jonge man met zijn kun- stenaarskop en zijn droomerige oogen. Camilla's blik gleed van haar vader naar Romana. Haar moeder. Hoe kalm en gelaten zat ze daar met haar goe dig, beheerscht gezicht voor de vleugel. Haar heele verschijning ademde rust en vertrouwen. En opnieuw bekroop Camil la het onzinnige gevoel, alsof zij naar haar toe moest vliegen om haar alles te zeggen, alles en daarmee de ondragelijke last van grenzeloos deprimeerende ge heimzinnigheid van zich af te wentelen Neen en nog eens neen. Nu niet! Nog niet Eenige dagen later vertrok Camilla naar het meisjeskamp. Ze had haar last niet achter zich gelaten, maar nam hem de ander heeft getobd, dan vindt dit hem veerkrachtig en moedig, geladen met energie, frisch en bereid tot strijd en daardoor zeker in staat zoo niet het leed te overwinnen, dan toch er beter weerstand aan te bieden dan degene, die meende goed te doen door zich op het verdriet voor te bereiden, doch die daar door zichzelf van kracht beroofde. Tob nooit, ge kunt er slechts bij verliezen, heel veel: uw humeur, uw vrienden, uw geestelijke weerstand, uw gezondheid en soms zelfs uw leven. Illlll BINNENLAND ||||ll CATH. VAN RENNES. Te harer nage dachtenis wordt 24 Mei een bronzen ge denkplaat aangebracht in het huis aan de Brigittenstraat te Utrecht, waar ze zoo lang heeft gewoond en gewerkt. EEN ROOFOVERVAL werd Maandag nacht gepleegd op het echtpaar Rovers, dat een boerderij bewoont in een ge hucht bij Rijsbergen. Toen man en vrouw te bed lagen, hoorden zij gestommel. Toen zij in de kamer kwamen vertoon den zich voor de open ramen drie man nen, die met revolvers dreigden en bin nen wilden komenDe vrouw liet hen binnen en gaf, op hun eisch, haar portemonnaie met f 160. Terwijl de man in de bijkeuken en de vrouw in de slaapkamer werd opgesloten, doorzoch ten de boeven, bij wie zich nog een vierde had gevoegd, het huis. Daarna bonden zij man en vrouw op hun bed vast. Toen de knecht 's morgens om 7 uur kwam, ontdekte deze het echtpaar. Ook vond hij allerlei gereed gezet goed, dat de indringers hadden achtergelaten. Vermoedelijk in hun snood bedrijf ge stoord? Politie doet onderzoek. Illlllllllllll RECENSIES. Illlllllllllll CHEMISCHE WONDEREN. Nieuwe Duitsche werkstoffen 40 pag. met 8 pag. foto's op kunstdruk. Prijs f 0.30. Een werkje, dat zeer zeker groote be langstelling zal vinden, want wat is er actueeler dan de vraag: „Komen er vol doende goederen om aan de behoefte in ieder opzicht te voldoen?" En een mis schien nog actueeler vraag: „Wat zijn toch de verschillende ersatz producten?" En steeds weer als we nieuwe kunstpro ducten zien, zooals allerlei sieraden uit kunsthars, pantser glas, houten tandrade ren, glazen muziekinstrumenten, syn thetische rubber, kleeding uit celwol en vistra, staan we versteld over wat de che mische wetenschap weer wist te berei ken. Des te grooter is nog onze belangstel ling voor deze goederen in de huidige tijd, nu zij andere goederen moeten ver vangen en we er dus allen meer of min der mee te maken krijgen. Dit werkje geeft ons een inzicht in de mogelijkheden, welke door de chemie ge opend zijn en toont ons op velerlei gebied de resultaten, het bespreekt deze resul taten en mogelijkheden voor de toekomst er van. Daarnaast worden uitvoerige ge gevens over de productie in andere lan den gegeven en vergelijkingen getroffen WAAR HET IN ZAT. Maar dat is toch afschuwelijk, Ama- lia. Daar heb ik alle uitnoodigingen voor ons diner nog in mijn zak zitten(P. I-B.) mee, zwaarder en drukkender nog dan ooit te voren. Erwin Westphal legde het vakblad van zijn vader op diens schrijftafel te rug. Het was hem een behoefte gewor den na inspannende juridische arbeid van tijd tot tijd eens in de studeerkamer van zijn vader binnen te dringen en zich daar met medische onderwerpen be zig te houden. Hm.... ja, ja, zei hij voorzichtig. De oude professor keek even op van de stapel dicht beschreven vellen papier. Wat heb je nu weer aan het licht gebracht? vroeg hij, goed gemutst. Ik geloof, dat je toch nog eens in mijn schuitje terecht komt. Vandaag of mor gen lees ik je naam nog als politiedeskun dige of zooiets. Erwin ging merkwaardigerwijze niet op de schertsende toon in, hoewel hij gewoonlijk toch nog al spoedig klaar stond met ironische en sarcastische op merkingen. Aan het licht gebracht heb ik niets. Wat ik daar ontdekte, is in zekere zin 'n publiek geheim. Professor Tiebruck is al weer hard op weg z'n naam in verband met een uitvinding door de heele wereld bekend te maken. Tiebruck? In dit geval schijnt hij de pogingen toch slechts te financieren. De ontdekker van het nog niet geheel vol maakte serum voorloopig heeft men nog slechts goede hoop, dat het wat zal worden is die jonge dr. Alk, die sinds eenige tijd bij Tiebruck werkt. Erwin Westphal nam het blad nog eens op en las het vet gedrukte opschrift met BIJ GEBREK AAN WATER Bij gebrek aan water behelpen deze soldaten zich bij het was- schen met sneeuw. Dat gebeurt o.a. op de Noorsche hoogvlakten. (Foto—P.I.B.) Illllllllll! GRABBELTON AL IS DE LEUGEN NOG ZOO SNEL Al is de leugen nog zoo snel, de waar heid achterhaalt haar wel. Zoo zeggen we in ons land. Ook andere volken ken nen een soortgelijk spreekwoord. Zoo zeggen de Duitschers „Leugens hebben korte beenen" en de Engelschen „De leugen heeft geen beenen". DE GUILLOTINE Ten onrechte meenen velen, dat de Fransche arts Guillotine de uitvinder is van het onthoofdingswerktuig, dat in de Fransche revolutietijd zoo'n beruchtheid verwierf. Het was alleen op diens voor stel, dat de valbijl bij de ter dood bren ging werd ingevoerd. Dat hij allerminst uitvinder was blijkt ook uit de werken van Vader Cats, wie blijkbaar ook reeds een soort guillotine, wat vorm en bestemming betreft, voor de geest stond, toen hij de volgende rege len dichtte: Daer is een seker tuygh, In ouder tyd gevonden, Waardoor al menig mensch Ter aerden is gesonden. Dit is een stale byl, Die hangt aen eenen draet, Terwijl se door een groef En op en neder gaet. HET BILJARTSPEL. Het biljartspel is afkomstig uit Frank rijk; wie het uitgevonden heeft, is niet bekend. Koning Karei IX gold voor de beste biljartspeler van zijn tijd; Lode- wijk XIV, de Zonnekoning, liet zich door ziji minister Chamillard onderwijzen en de vorst speelde het graag, maar heel slecht. Chamillard daarentegen was een uitmuntend speler. Een spotter zei van hem. „Op het biljart un héros (een held), in het ministerie een zéro (een nul)." Het biljart van Lodewijk XIV was van marmer met houten randen en men ge- biuikte nog queues (stokken) zondei lcerbekleeding. In 1740 waren er in Parijs twintig bil jarts, in 1793 al tweehonderd en in 1815 over de achttienhonderd. Nu telt men ze bij duizenden; in New-York, Parijs, Lon den, Amsterdam zijn zalen, waar tiental len biljarts staan Ons land bezit een aantal biljartkam pioenen. Weet u dat de namen van Dom- mering, Bos, Robijns, tot ver over de grenzen bekend zijn? de naam van de auteur, Heinz Alk. Hij kende hem niet. Tiebruck is een arts, waarop men onder alle omstandigheden kan ver trouwen, hoorde hij zijn vader zeggen. Hij is mijn leerling geweest en in al die jaren heb ik hem zeer leeren waar- deeren als een man, die zich niet op dwaalwegen begeeft. Dan mag hij nu, Erwin stond op en hield zijn vader zijn sigarettenkoker voor, wel dubbel voorzichtig zijn. De oude heer negeerde het hem toege stoken etui. Als Erwin zooiets zei, moest hij er een reden voor hebben. Hoe bedoel je dat? vroeg hij ge- interesseerd. Wel, er wordt hier en daar gefluis terd, dat de experimenten reeds begon nen zouden zijn. Dat is toch niets bijzonders. Na tuurlijk zullen zij allang met practische proeven zijn begonnen, met theorieën ko men ze niet verder. Ja, ja, maar het schijnt, dat er in de kliniek van Tiebruck niet alleen met dieren, maar ook reeds met menschen ge- experimenteerd wordt. Erwin zei het zoo losweg, alsof hij het over een of ander sportevenement had. De professor keek hem ontsteld aan. Met moeite wist hij zich te beheerschen. Ik kan me niet indenken, dat er van die geruchten ook maar één woord waar is. Tiebruck is veel te conscentieus om nee, onzin! Ik begrijp niet, hoe je er bij komt dergelijke praatjes mee te helpen rondbazuinen! (Wordt vervolgd /UI LANDBOUW VEETEELT llüllilllil EEN LOONENDE PRIJS. Het is toch wel eigenaardig gesteld met de prijzen van de landbouwproduc ten. De boeren en tuinders, die het land moeten voeden (zoo ooit dan blijkt het wel in deze tijd) moesten zich dikwijls tevreden stellen met een prijs, die ver beneden de kostprijs van de door hen ge leverde producten lag Vele jaren heb ben de boeren en tuinders uitgezien naar eenige verbetering, doch lange tijd tevergeefs. Totdat, eerst voor enkele en daarna voor meerdere producten, garan tieprijzen werden vastgesteld. Deze be naderden echter alleen maar de kost prijs. Van een eenigszins redelijke be looning voor arbeid en risico was aller minst sprake. Bij andere bedrijfsgroepen wordt in de regel in de eerste plaats voor een behoorlijke winstmarge gezorgd en daarna de prijs van het product bere kend. Het is een geluk voor de Nederland- sche bevolking, dat ondanks de moeilijke tijdsomstandigheden onze boeren en tuinders zijn blijven doorwerken. Dege nen, die de agrarische bedrijven maar aan hun lot wilden overlaten en alleen maar iets zagen in de industrialisatie van ons land, hebben tot hun eigen voor deel hun zin niet gekregen. Was dit wel het geval geweest, het zou er met de voedselvoorziening van ons land niet best voorgestaan hebben, want we moe ten thans van eigen bodem leven. Dat eischt van de consument, dat hij zich aanpast aan eenigszins ander voed sel dan hij vroeger gewoon was te ge bruiken. En dat eischt van de boer en tuinder, dat hij zijn uiterste best doet om zooveel mogelijk van de grond te krijgen. De Nederlandsche boer en tuin der kan meer dan zijn bedrijfsgenooten uit vele andere landen, die onder onge veer dezelfde omstandigheden, wat bo dem en klimaat aangaat, werken. En hij wil ook nu die superioriteit toonen, maar dan heeft hij ook recht op een bil lijke belooning van zijn arbeid, zijn kun nen en kennen en het risico, dat hij loopt. Het is daarom een verblijdend teeken, dat de nieuwe prijzen voor de land bouwproducten voor een goed deel be duidend zijn verhoogd en wel met 15 tot 20 pet. Wanneer de bedrijfskosten niet al te zeer oploopen, dan kan deze verhooging een stap beteekenen in de richting van een behoorlijke belooning. AGRICOLA. UW KIND EN DE GEVAREN DER T.B.C. Het feit, dat een kind onder zijn pa tiënten aan hersenvliesontsteking was ge storven, veroorzaakt door runder tuber kelbacillen, die het kind hadden geïnfec teerd, deed dr. Adh. van Loy, medicus te Sas van Gent, naar de pen grijpen om een brochure te schrijven, getiteld: „Uw kind en de gevaren der tuberculose". In de melk, die elke dag bij het gezin van het kind werd thuisbezorgd, werden de zelfde bacillen gevonden als in het rug- gemergsvocht van het overleden kind. Dr. Van Loy's brochure is een vurig pleidooi voor de verplichte keuring van melkvee op tuberculose Het volk moet weigeren langer de mogelijkheid te aan vaarden, dat de kleine moordenaars, die de tuberkelbacillen zijn" zoo schrijft hij „aan huis worden bezorgd en iede re dag opnieuw het leven onzer kinderen bedreigen". Iedere koe in Nederland be hoort aan de tuberculineproef te worden onderworpen en ieder dier, dat positief reageert, behoort te worden afgeslacht. Schrijver is van oordeel dat op dit ge bied reeds veel, maar nog niet genoeg is gedaan. Een zeer lezenswaardig boekje. BESTELBON. (kan in open enveloppe met IV2 cent postzegel gezonden worden aan de Texelsche Courant). Gelieve te zenden: 1 ex. Dr. A. van Loy: „Uw kind en de gevaren der t.b.c. (f 0.75). Naam Adres IIIIIIIIIIII HYGIENE EN VEILIGHEID |||iil|||||| 314. BLOEDSPUWING. Als iemand bloed ophoest is dit nog geen bloedspu wing Nog daar gelaten, dat het bloed uit het tandvleesch of elders uit de mond kan komen, kan bij een hevige hoestbui een „draadje" bloed meekomen, zonder dat men aan dieper gelegen oorzaken hoeft te denken. Bij een werkelijke bloedspuwing komt het bloed diep uit de longen. Het is daardoor helder rood en door het hoesten meestal nog wat schui mend. Dikwijls is het ook voor de medi cus lang niet gemakkelijk de herkomst van het bloed onmiddellijk te bepalen. Ook de veelverbreide opvatting, dat een bloedspuwing altijd t.b.c. zou beteeke nen. is onjuist. Er zijn verschillende long ziekten, die met het opgeven van bloed gepaard gaan. In elk geval van bloed opgeven dient men direct daarna voor de grootst mogelijke rust te zorgen. ARTS.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1941 | | pagina 4