TEXELSCHE COURANT
RUIL m VRIES.
DIE INSTALLATIE VAN BURGEMEESTER
54ste Jaargang
Woensdag 1 April 1942
No. 5639
MET DUiTSCHLAND VOOR
EEN NIEUW EUROPA.
I Uitgave
Firma Langeveid en De Rooij
Den Burg Texel Telefoon 11
Hoofdredacteur: G. Joh Duinker.
Verantwoordelijk v. heele inhoud
Een groot aantal autoriteiten en ande
re belangstellenden was Zaterdagmiddag
in Pens Schouwburgzaal bijeen om daar
getuige te zijn van de installatie van de
heer Rijk de Vries tot Burgemeester van
Texel.
Het tooneel was met groen en bloe
men getooid, de lezenaar met de groen
zwarte Texelsche vlag. De indirecte ver
lichting gaf aan het geheel een bijzonder
cachet. Achter de met een groen kleed
overdekte tafel bevonden zich drie stoe
len, waarin de Burgemeester, loco-bur
gemeester Westdorp en gemeente-secre
taris Jonker zouden plaatsnemen.
Tegen half drie was de zaal grooten-
deels gevuld. Onder de aanwezigen
merkten we o.m. op de Ortskommandant
van Texel, Burgemeester Plekker, van
Haarlem, tevens Algemeen Gevolmach
tigde van de Leider der NSB; de heer
Ouwerkerk, plaatsverv. Gevolmachtigde
van de leider voor N.-Holland; Burge
meester Baron Sloet tot Everlo, van Den
Bosch; Burgemeester Fijn, van Egmond,
Mr. Dijkhuis, secr. van de Burgemeester
van Rotterdam; Ir. A. v.d. Stok, wethou
der van Zaandam en vele andere' autori
teiten; gemeente- en rijksambtenaren uit
deze gemeente waren in grooten getale
aanwezig.
De installatie geschiedde door de heer
Jac. Westdorp, loco-Burgemeester. Op
zijn verzoek leidde de heer C. Jonker,
gemeente-secretaris, de heer en mw. De
Vries, omstreeks 2,45 de zaal binnen,
waar de meesten zich toen van hun zetels
verhieven en de NSB-groet brachten. Mw
De Vries, die bloemen in ontvangst mocht
nemen, (Geertje Buys Jd. bood deze na
mens de N.S.B aan), nam met enkele fa
milieleden aan een voor haar gereser
veerde tafel plaats, de Burgemeester be
gaf zich naar het podium.
Installatierede van de heer Jac.
YVestdorp.
Nadat de heer De. Vries de NSB-groet
had beantwoord, sprak de heer Jac.
Westdorp deze rede uit:
Mijnheer de Burgemeester, aanwezi
gen.
^Wanneer wij hier bijeen zijn tot het
vervullen van een officieele taak in een
tijd van bijzondere omstandigheden, ligt
het niet op mijn weg, om de gebeurtenis
sen van» de laatste tijd te schetsen. Onze
taak ligt in het heden en in de toekomst.
Deze toekomst voor de bevolking van
de Gemeente Texel, heeft de heer Rijks
commissaris voor het bezette Nederland-
sche gebied, door Uw benoeming, Mijn-
heey De Vries, tot Burgemeester van
Texel, voor een belangrijk gedeelte in
Uw handen gelegd. Dat deze taak geen
eenvoudige en gemakkelijke is, zult U
zich wel niet ontveinzen. In de tijd, waar
in wij leven, zijn de moeilijkheden, ook
in een kleine Gemeente als deze, vele
Vele vraagstukken, het algemeen belang
rakende, vragen om een oplossing. Was
het vóór 1 September van het vorige jaar
zoo, dat de Burgemeester gezamenlijk
met de Wethouders en de gemeenteraad
de verantwoording droeg voor hun da
den en besluiten, van genoemde datum
af rust de verantwoordelijkheid *voor al
le handelingen op de schouders van de
Burgemeester. Ik zie het dan ook zoo, dat
U het aan U opgedragen ambt alleen met
vrucht kunt waarnemen, ten bate van
deze gemeente, indien U er in kunt sla
gen, door Uw arbeid respect af te dwin
gen van allen, met wie u hebt samen te
werken en van hen, wier medewerking U
behoeft om in het algemeen belang werk
zaam te zijn en Uw arbeid goede vruch
ten te zien afwerpen. De Texelsche be
volking staat bekend als een verdraag
zaam, goedaardig volk. De samenwer
king tusschen de geboren Texelaar en de
andere inwoners der gemeente, is over
het algemeen genomen voorbeeldig te
noemen. Hierin mag een gunstig teeken
worden gezien.
Ik hoop, dat het U gegeven moge zijn,
de bevolking van Texel te mogen leiden
in die banen, welke een waarachtige ge
meenschapszin kenmerkt, en tot voor
spoed van ons eiland en zijn bevolking.
Onder het uitspreken van deze woor
den bied ik U als teeken van de aan
vaarding van Uw ambt de ambtsketen
aan.
De heer Ouwerkerk spreekt.
Nadat de heer Westdorp de Burge
meester het teeken zijner waardigheid
had omgehangen, verkreeg de heer Ou
werkerk als plaatsvervangend gevolmach
tigde van de Leider voor N -Holland het
wóorc^ Spreker zeide gaarne een kort
woord tot de heer De Vries te willen
richten en gewaagde Van een feestdag,
niet alleen voor de Burgemeester, niet
alleen voor de leden van de NSB op
Texel, die reeds zoo lang naar de benoe
ming van een nat.-soc. burgemeester
hadden uitgezien, maar voor hebl Texel.
Ik begrijp, zoo vervolgde spr., dat er
zijn, die mij dit met een cynisch of sar
castisch lachje willen bestrijden, maar ik
houd het toch vol. Er zijn menschen, die
aan een soort invasie van zwarte vijan
den denken, van wie ze veel kwaads en
weinig goeds hoorden; menigeen denkt
wellicht met ergernis en woede aan de
z.g. vij'fde colonne, die de vijand de hand
gereikt en binnen gesmokkeld zou heb
ben. En toch; het is een feestdag, nu ook
deze gemeente een nationaal-soc. Burge
meester heeft gekregen (applaus). Zich
in het bijzonder richtend tot degenen, die
nog tegen de NSB gekant zijn, wees spr.
er op, dat men moet begrijpen, dat Ne
derlanders eikaars vijanden niet kunnen
en niet mogen zijn. Burgemeester De
Vries komt hier niet als vijand maar als
uw vriend, wie het er om te doen is,
het belang van de gansche gemeenschap
te dienen. In onze Zwarte Soldaten moet
u niet de vertegenwoordigers van het
bezettingsleger zien; zij willen u geen
vrijheid ontnemen, maar zij melden u de
nieuwe tijd. Wij, leden van de NSB, ver
tegenwoordigen de revolutie van de ar
beid. „Arbeid" daarop komt het voor
ens aan. Wij willen één groote arbeids
gemeenschap bouwen. Wars zijn \yij van
alle „eilandjes-politiek", waaraan het
Nederlandsche volk bijna ten gronde is
gegaan. Wij ijveren voor de nieuwe tijd,
waarin het socialisme tot zijn recht zal
komen Wij willen verwerkelijken, waar
over tientallen jaren reeds werd ge
droomd. Gemeenschapsmenschen willen
wij zijn, prachtige, gave kameraadschap
willen wij scheppen en in stand houden.
Tot voor kort werd,in ons land weinig
anders gedaan dan gepraat. Nu is de
tijd gekomen om te doen!
Over de heer Rijk de Vries sprekende,
z|ide de heer Ouwerkerk'
Ik durf uw burgemeester aanbevelen.
Texel heeft bij ons 'n dik streepje voor.Hij
is een van onze beste krachten. De prak
tijk zal dit leeren. Groote verantwoorde
lijkheid rust op zijn schouders. Hij al
leen is ^e gezagdrager. Denkt niet, Texe
laars, dat hij hier als partijman gekomen
is; hij wil allen dienen, die hier wonei*
en arbeiden (applaus). Wat het beteekent,
een nationaal-soc. burgemeester te heb
ben, zullen in het bijzonder de maat
schappelijk ontrechten, de armen en ou
den van dagen in de praktijk ondervin
den. Niet langer zullen zij op liefdadig
heid aangewezen zijn; het is rechtvaar
dig, dat zij op hulp en steun -aanspraak
kunnen maken (applaus). Hieraan zult u
de nat.-soc. burgemeester herkennen.
Kameraden, zoo vervolgde spr.. gij
hebt gehaakt naar deze dag. Gij hebt
uw nat.-soc burgemeester gekregen. Ik
feliciteer u daarmee, maar wijs er u op,
dat hij niet w burgemeester alleen is
Sta eensgezind achter hem als een ge
trouwe garde om hem en de 'Texelsche
gemeenschap te {dienen.
Tot de heer Westdorp richtte spr. woor
den van dank voor de bereidwilligheid,
waarmede hij zich met de installatie be
lastte. Gij deelt onze gedachten niet, zoo
voegde spr. hieraan toe, maar gij zijt in
elk geval een loyaal tegenstander. Ik
dank u voor de wijze, waarop u uw taak
heeft verricht en hoop, dat u de burge
meester ook in de toekomst met uw ad
viezen ter zijde wilt staan, (applaus).
Met een stevige handdruk bekrachtig
de hierop de heer Ouwerkerk namens de
Leider der NSB de benoeming van de
heer De Vries tot Burgemeester van
Texel.
Door houzee-geroep gaven velen in de
zaal hun instemming met hét gesprokene
te kennen.
De Burgemeester voert het woord.
Toen nam Burgemeester Rijk de Vries
het woord:
Herr Inselkommandant, meine sehr
vereHrten Deutschen Gaste, Alg. Gevol-
fhachtigde van de Leider en Burgemees
ter van Haarlem, kam. Plekker; Plaats
verv. gevolmachtigde van de Leider van
N.-Holland, kam. Ouwerkerk; Comman-
oant W.A., kam. Van der Bijl; Comman
dant Jeugdstorm, kam. Hofman; in het
bijzonder kam. Sloet, burgemeester van
Den Bosch, vroeger van Castricum die
mijn eerste wankele schreden op het
burgemee?terspad leidde; heeren verte
genwoordigers van het gemeentebestuur
van Castricum, mijnlveer de loco-burge
meester, mijnheer de secretaris en gij,
kameraden en andere belangstellenden,
die gekomen zijt om getuige te zijn van
mijn installatie, ik heet u allen hartelijk
welkom.
Ik moge aanvangen met woorden van
dank aan de autoriteiten voor het in mij
gestelde vertrouwen blijkens mijn be
noeming tot Burgemeester van dit prach
tige eiland
De loco-Burg de heer Westdorp, die
zoo juist de installatieplechtigheid heeft
verrricht, zeg ik ten zeerste dank voor de
hartelijke woorden van welkom en voor
de wenschen, die hij heeft uitgesproken.
Mijn allereerste kennismaking met de
gemeente is zeer hoopvol geweest, ik
hoorde woorden van vertrouwen en be
reidwilligheid tot samenwerking. Dit
heeft mij de overtuiging geschonken, dat
hier met vrucht zal worden gewerkt in
het belang van de gemeente Texel. Van
zelfsprekend zullen er zich wel eens
verschillen van meening voordoen, doch
dit zal zijn in aller belang, doordat hier
door elke zaak van verschillende
zijden zal worden belicht. Ik heb meer
aan een gefundeerde meening, die van de
mijne afwijkt, dan aan het eeuwig ja en
amen knikken van zwakkelingen. Hoofd
zaak zal zijn elkaar te vertrouwen, eer
bied te hebben voor elkanders standpunt
en een open oog te hebben voor de
eischen van de nieuwe tijd. Waarom
moeten wij bij de pakken neer gaan zit
ten? Onze voorvaderen hebben ons ge
leerd niet te blijven staan op een be
paald punt en verder alleen maar terug
te zien, met de kans te veranderen in een
zoutpilaar, zooals het Bijbelsche verhaal
ons leert. Neen, mijne toehoorders, voor
uit zien zij ons parool!
In de allereerste plaats moet over en
weer een mogelijkheid geschapen wor
den, elkander te leeren begrijpen en om
dat ik weet, omdat ik het in mijn bin
nenste voel dat tusschen alle Nederlan
ders een brug geslagen moet en kan
worden, heb ik mij willen inzetten op de
ze plaats. Om deze reden alleen heb ik
afscheid genomen van mijn taak in het
bedrijfsleven, omdat ik meende op deze
plaats betere diensten te kunnen bewij
zen aan het Nederlandsche Volk, dat ons
allen zoo dierbaar is
De taak van de Burgemeester is veel
omvattend en wel allereerst omdat hij
leiding moet geven aan zijn gemeente en
haar belangen zoo goed mogelijk moet
behartigen, waarbij niet a,lleen gedacht
moet worden aan zuiver plaatselijke be
langetjes. We moeten hierbij uitgaan van
het beginsel, dat het plaatselijk belang
achterstaat bij het landelijk belang en
voorgaat t.a.v het persoonlijk belang.
Om dit te kunnen volvoeren zal ik op
de hoogte moeten komen van alles, wat
in alle lagen der bevolking omgaat Ik
zal mij daarom zooveel mogelijk onder u
begeven, ik zal u steeds de gelegenheid
geven bij mij te komen praten over al
les, wat u op uw hart hebt. U zult bij
mij steeds een open oor vinden voor elk
voorstel in het belang van deze gemeen
te Ik reken hierin ook op uw aller me
de werking Ook van de ambtenaren ver
wacht ik een positieve v/il in deze. In mij
zullen ze in de allereerste plaats hun
medewerker en vertrouwde zien en niet
de magistraat, die alleen ondergeschikt
heid op de voorgrond stelt. Een van mijn
meest positieve grondslagen is eerbied
voor elke arbeid, voor de arbeid van
hand en hoofd in dezelfde mate.
De samenwerking moet volkomen lo
yaal zijn. De heer Commissaris der Pro
vincie Noord-Holland heeft het bij zijn
ambtsaanvaarding zoo juist uitgedrukt
door te zeggen, dat loyaliteit geen deel
baar begrip is; men kan dit niet voor 60
of 70 pet. zijn, doch slechts voor 100 pet.
Het is geenszins de bedoeling, het met
alle maatregelen eens te zijn; als ver
antwoordelijk Nederlandsch ambtenaar
heeft men zelfs de plicht op eventueele
gevaren te wijzen, die uit maatregelen
kunnen voortspruiten, zoowel tegenover
de Duitsch Overheid als tegenover het
Nederlandsche Volk.
Ik wil niets liever dan in vriendschap
en vertrouwen met u samenwerken,
doch denkt er wel om, dat de liefde niet
van één kant kan komen. Indien u allen
uw volle werkkracht aan de gemeente
blijft geven en volkomen loyaal met mij
samenwerkt, zullen wij allen met steeds
meer genoegen onze dagelijksche plich
ten vervullen. Wat de behandeling van
het publiek betreft, mijne heeren ambte
naren: Wij zijn er voor het publiek en
het publiek niet voor ons. Meent men op
deze wijze niet met mij te kunnen samen
werken, dan doet men beter, hieruit ter
stond zijn conclusie te trekken. Dit wil
niet zeggen, dat er nu een soort dicta
tuur zal komen, neen, integendeel, met
de Burgemeester zullen Wethouders en
ambtenaren een eenheid moeten vormen,
het Gemeentebestuur. Zij moeten zich in
dit verband voor alles de dienaren voe
len van de bevolking. Van de ambtena
ren zal ik volle werkkracht eischen,
maar daarentegen hun geven, wat? hun
toekomt.
Men weet, dat ik Nationaal-Socialist
ben. Samenwerking met mij zal dus be-
teekenen samenwerking in de geest van
deze beginselen in het belang van de ge
meente. Ik zal van niemand uwer eischen
het met mijn beginselen eens te zijn, doch
ik zal probeeren, u door mijn voorbeeld
van de juistheid ervan te overtuigen.
(Applaus).
De geschiedenis der menschheid leert
ons, dat elke nieuwe richting op veel te
genkanting stuit, alvorens zij erkend en
gewaardeerd wordt. Ik las dit in een
medisch studieboek èn zoo zal het ook
hier zijn. Hoevelen onder u zullen niet
onze beginselen veroordeelen, zonder de
ze te kennen, al begint het wat dit be
treft te dagen. Wie uwer zal het niet
met mij eens zijn, dat het verleden groote
fouten heeft gemaakt en wie uwer zal
niet het veelhoofdig bestuur van toen
met de bekende vriendjespolitiek ver
werpen? Wie uwer zal niet met mij in
stemmen, dat wij in het moeras zijn ge
komen door de misdaad van het kapita
lisme? Dit stelsel, dat ons gebracht heeft
tot de internationale geldhandel, de han-
'del dus in hét ruilmiddel, het stelsel, dat
het arbeidende volk uitzoog om rijkdom
men op te stapelen voor enkelingen, ten
koste van het grootste en beste deel van
ons volk.
Wat de verhouding betreft tot de be
zettende macht, hoe men hier ook over
denkt, men heeft deze te aanvaarden. Ik
zie het in het belang van ons volk, een
volkomen loyale houding aan te nemen
en zoo goed mogelijk samen te werken,
zonder onze eigen eer en waardigheid
prijs te geven. Wij moeten komen tot een
nauwe samenwerking met het Groot-
Germaansche Rijk voor de veiligstelling
van Europa en wil men dan streven naar
een vrij Nederland in dit verband, ge
schoeid op een geest van vriendschap en
eensgezindheid, dan vindt men mij zeer
positief aan zijn zijde. De Nederlandsche
souvereiniteit berust thans in handen
van de Duitsche Overheid en ik zou ir
allen zeer ernstig willen waarschuwen
tegen een vijandige houding en daden
van sabotage, die u eventueel opgedron
gen worden door onverantwo,ordelijke
lieden, die zichzelf veilig hebben gesteld
en thans uit hun schuilhoek probeeren
anderen de kastanjes uit het vuur te la-
en halen. Neen, dit moeten wij niet
1
dóen; wij moeten streven naar een goe
de verstandhouding met het Duitsche
volk, naar een blijvende goede verhou
ding, die van het grootste belang zal
blijken te zijn voor het zijn of niet zijn
van ons Vaderland.
Thans een enkel woord over Winter
hulp, die straks wordt ondergebracht in
de Ned. Volksdienst. Deze Stichting is
het allerbeste middel om te toonen, dat
men gemeenschapszin bezit. Men moet
er natuurlijk aan wennen, men heeft al
les geprobeerd om dit mooie werk te tor-
pedeeren, doch de Stichting zet taai door
en ook hiervoor daagt het begrip. Leg
uw oor maar eens te luisteren bij de ar
men, die geregeld met goede gaven wor
den verrast. Ziet u maar eens die blijde
gezichten, ook van stille armen, zooals
ik het zelf heb gezien in Castricum, toen
ik in enkele gezinnen een gave heb kun
nen brengen.
Politiek heeft met deze instelling mets
te maken, evenmin werkt de WHN be
lemmerend tegenover kerkelijke en an
dere instellingen van weldadigheid. Al
len moeten de handen ineenslaan om de
minder bedeelden te helpen. Gij, die het
nog noodig vindt, WHN tegen te werken,
bedenkt, dat gij daarmede geen politieke
tegenstanders treft, doch slechts de al
lerarmste Dnder ons allen. Zijt gij een
vijand van de arme lieden, doe dan niet
aan Winterhulp, maar zou er wel één
Nederlander zijn, die dit odium op zich
wil laden? Ik richt mij daarom tot alle
sociaal-voelenden in deze gemeente met
het dringend beroep u allen alleen 't doel
voor oogen te houden, nl. verlichting te
brengen in arme gezinnen en wel met
vereende krachten. Het is slechts een
beroep, dat ik op u doe, een bevel of
dwang zal van mij niet uitgaan. Winter
hulp is een eereplicht en tot een eere
daad wordt men slechts gedwongen door
zijn geweten. Winterhulp is vrijwil
lig en zoolang de leiding van de Stich
ting dit principe heeft, zal ik volgen.
Geeft men niet vrijwillig voor -dit prach
tige doel, dan heb ik slechts medelijden
met de misleide, die dit niet doet, omdat
hij dan tenslotte zijn zelfrespect zal moe
ten Verliezen.
Een ding echter: ik zal niet dulden, dat
u het Winterhulpwerk tegenwerkt. Is
men zoo diep gezonken, dan zal ik met
krachtige hand weten in te grijpen. Ik
zie in deze mijn laak als beschermer van
de onbeschermden, ik zal op de bres
slaan voor alle groepen, alle standen en
voor iedere religie. Mijn Godsvertrouwen
zal mij dwingen dit te doen. Voor een
ieder zal ik steeds klaar staan met raad
en daad. Van u verwacht ik hetzelfde.
Laat ons de handen ineenslaan en wer
ken voor het zedelijk en lichamelijk wel
zijn van ons Volk, laat ons deze gemeen
te leiden naar een toekomst, waar soci
ale gerechtigheid en rechtvaardigheid
zullen heerschen, waar voor ieder, die
werken wil, een menschwaardig bestaan
mogelijk is.
Nu reeds komen met plannen voor de
ze gemeente wil ik niet; ik ben hier nog
te kort om dit te kunnen beoordeelen. Ik
zou dan misschien teveel in het oude
schuitje komen van veel beloven en wei
nig doen Van één ding kunt u over
tuigd zijn: Tegen de zwarte handel zal ik
met volle energie optreden. Met men
schen, die zich willen verrijken door de
nood van anderen uit te buiten, heb ik
voor geen cent medelijden.. Verbetering
zal ik pogen te brengen voor de ouden
van dagen; dat zie ik als eereplicht, ter
wijl rpisschien ook voor de kleuters wat
.zal moeten worden gedaan, gedachtig
MISLUKTE LANDINGSPOGING
VAN DE ENGELSCHEN.
In de nacht van Vrijdag op Za
terdag hebben Engelsche zeestrijd-
krachten geprobeerd in de baai van
St. Nazaire te landen. De aanval
lende formaties werden door mari
ne- en luchtdoelartillerie onder
vuur genomen en leden zware ver
liezen. Voor zoover de tegenstan
der er in slaagde strijdkrachten aan
land te zetten, werden deze door
het snelle ingrijpen van troepen al
ler weermachtsonderdeelen om
singeld en vernietigd. Een vrij
groot aantal gevangenen is in onze
handengebleVen. Tal van schepen
van de vijand zijn in de grond ge
boord, de rest is weggevaren op een
wijze, die veel weg had van een
vlucht
(Uit het Hoofdkwartier van de
Fuehrer).
BIJ DE INSTALLATIE.
Wanneer, in onze prille jaren,
Op school een nieuwe meester kwam.
Dan was dat lang reeds van te voren
't Gesprek, waar ieder deel aan nam.
Wij hadden onze vooroordeelen
We wisten dit, we hoopten dat.
Te meer als w' aan de vorengaande
„Een reuze vent" hadden gehad.
Met die gedachten, Burgemeester,
Gaan wij U thans ook tegemoet.
En zeker zal Uw komst op Texel
Verschillend wel worden begroet.
Doch hoe het zij, wij hopen gaarne.
Dat w' ook in U een magistraat
Mogen begroeten, c&e voor 't welzijn
Van Texel op de bres steeds staat.
Natuurlijk zijn er ook verlangens
En vele wenschen, groot en klein.
'Al loopen die, dat is begrijp'lijk.
Niet allen langs dezelfde lijn.
Maar laat ons allen zijn doordrongen,
En dat ook toonen met de daad,
Dat het vóór alles om de welvaart
Van heel onze gemeente gaat.
Laat ieder Tesselaar persoonlijk
Bezield zijn met dezelfde wil,
Zijn goede eiland trouw te dienen.
Trots mogelijk bestaand verschil.
In Gods kracht werkend voor ons eiland
Zij, Burgemeester Rijk de Vries,
Dat in de tijd, die staat te komen.
Uw en der Tesselaars devies.
HUIB FENIJN
aan net feit, dat de jeugd de toekomst
heeft. Ik «zal landbouw, veeteelt en vis-
scherij gelijkelijk helpen bevorderen. Ik
zal mij inzetten, in de toekomst, vooreen
geordend vreemdelingenverkeer, waar
bij ik zal probeeren het schoone en on
gerepte van onze flora en fauna en het
karakteristieke van ons eiland te behou
den Texel zal geen modebadplaats wor
den. (Applaus). Op sportgebied zult u in
mij een getrouw medewerker vinden,
terwijl de folklore, culmineerend in het
Sint-Nicolaasfeest, zeker mijn volle aan
dacht zal hebben; zij moet behouden
blijven.
Ik aanvaard thans mijn ambt en roep
de steun in van den Almachtige om mijn
werk naar behooren- te kunnen vervul
len en mede te mogen werken aan ons
aller ideaal, een sterk Nederlandsch
volk, waardig aan zijn allerbeste tradi
ties.
Applaus en „houzee-geroep" volgde op
deze toespraak. De heer Westdorp deelde
nog mee, dat van 4-5 uur te raadhuize
gelegenheid zou worden gegeven om met
de heer en mevr. De Vries kennis te ma
ken
Met het zingen van een couplet van 't
Wilhelmus, waarbij allen zich van hun
zetel verhieven, werd de plechtigheid be
sloten. De uitroep „Met Mussert voor vrij
Nederland" werd met „hou-zee" en spon
taan huldebetoon beantwoord.
Het défilé.
Vervolgens werd Burgemeester Rijk
de Vries op de Groeneplaats gehuldigd
door een vendel van de W.A. en een
groep leden van de Jeugdstorm, waar
bij ook de kop van Noord-Holland van
belangstelling blijk gaf. De troep bleek
grondig te zijn afgericht; correct werd
aan ieder bevel gevolg gegeven.
Bij 't défilé marcheerde de Jeugdstorm
voorop, voorafgegaan door drie tam
boers Na het défilé maakten W.A. en
Jeugdstorm een marsch door het dorp.
Gunstig weer werkte mee om deze de
monstratie en huldiging te doen slagen
Van de receptie ten Raadhuize werd
door verscheidene ingezetenen gebruik
gemaakt.
Van het Raadhuis wapperde behalve
de Nederlandsche vlag oranje-blanje-
bleu de Texelsche en de zwart-roode
met het embleem van de NSB.