TEXELSCHE COURANT RUIL m VRIES. DIE INSTALLATIE VAN BURGEMEESTER 54ste Jaargang Woensdag 1 April 1942 No. 5639 MET DUiTSCHLAND VOOR EEN NIEUW EUROPA. I Uitgave Firma Langeveid en De Rooij Den Burg Texel Telefoon 11 Hoofdredacteur: G. Joh Duinker. Verantwoordelijk v. heele inhoud Een groot aantal autoriteiten en ande re belangstellenden was Zaterdagmiddag in Pens Schouwburgzaal bijeen om daar getuige te zijn van de installatie van de heer Rijk de Vries tot Burgemeester van Texel. Het tooneel was met groen en bloe men getooid, de lezenaar met de groen zwarte Texelsche vlag. De indirecte ver lichting gaf aan het geheel een bijzonder cachet. Achter de met een groen kleed overdekte tafel bevonden zich drie stoe len, waarin de Burgemeester, loco-bur gemeester Westdorp en gemeente-secre taris Jonker zouden plaatsnemen. Tegen half drie was de zaal grooten- deels gevuld. Onder de aanwezigen merkten we o.m. op de Ortskommandant van Texel, Burgemeester Plekker, van Haarlem, tevens Algemeen Gevolmach tigde van de Leider der NSB; de heer Ouwerkerk, plaatsverv. Gevolmachtigde van de leider voor N.-Holland; Burge meester Baron Sloet tot Everlo, van Den Bosch; Burgemeester Fijn, van Egmond, Mr. Dijkhuis, secr. van de Burgemeester van Rotterdam; Ir. A. v.d. Stok, wethou der van Zaandam en vele andere' autori teiten; gemeente- en rijksambtenaren uit deze gemeente waren in grooten getale aanwezig. De installatie geschiedde door de heer Jac. Westdorp, loco-Burgemeester. Op zijn verzoek leidde de heer C. Jonker, gemeente-secretaris, de heer en mw. De Vries, omstreeks 2,45 de zaal binnen, waar de meesten zich toen van hun zetels verhieven en de NSB-groet brachten. Mw De Vries, die bloemen in ontvangst mocht nemen, (Geertje Buys Jd. bood deze na mens de N.S.B aan), nam met enkele fa milieleden aan een voor haar gereser veerde tafel plaats, de Burgemeester be gaf zich naar het podium. Installatierede van de heer Jac. YVestdorp. Nadat de heer De. Vries de NSB-groet had beantwoord, sprak de heer Jac. Westdorp deze rede uit: Mijnheer de Burgemeester, aanwezi gen. ^Wanneer wij hier bijeen zijn tot het vervullen van een officieele taak in een tijd van bijzondere omstandigheden, ligt het niet op mijn weg, om de gebeurtenis sen van» de laatste tijd te schetsen. Onze taak ligt in het heden en in de toekomst. Deze toekomst voor de bevolking van de Gemeente Texel, heeft de heer Rijks commissaris voor het bezette Nederland- sche gebied, door Uw benoeming, Mijn- heey De Vries, tot Burgemeester van Texel, voor een belangrijk gedeelte in Uw handen gelegd. Dat deze taak geen eenvoudige en gemakkelijke is, zult U zich wel niet ontveinzen. In de tijd, waar in wij leven, zijn de moeilijkheden, ook in een kleine Gemeente als deze, vele Vele vraagstukken, het algemeen belang rakende, vragen om een oplossing. Was het vóór 1 September van het vorige jaar zoo, dat de Burgemeester gezamenlijk met de Wethouders en de gemeenteraad de verantwoording droeg voor hun da den en besluiten, van genoemde datum af rust de verantwoordelijkheid *voor al le handelingen op de schouders van de Burgemeester. Ik zie het dan ook zoo, dat U het aan U opgedragen ambt alleen met vrucht kunt waarnemen, ten bate van deze gemeente, indien U er in kunt sla gen, door Uw arbeid respect af te dwin gen van allen, met wie u hebt samen te werken en van hen, wier medewerking U behoeft om in het algemeen belang werk zaam te zijn en Uw arbeid goede vruch ten te zien afwerpen. De Texelsche be volking staat bekend als een verdraag zaam, goedaardig volk. De samenwer king tusschen de geboren Texelaar en de andere inwoners der gemeente, is over het algemeen genomen voorbeeldig te noemen. Hierin mag een gunstig teeken worden gezien. Ik hoop, dat het U gegeven moge zijn, de bevolking van Texel te mogen leiden in die banen, welke een waarachtige ge meenschapszin kenmerkt, en tot voor spoed van ons eiland en zijn bevolking. Onder het uitspreken van deze woor den bied ik U als teeken van de aan vaarding van Uw ambt de ambtsketen aan. De heer Ouwerkerk spreekt. Nadat de heer Westdorp de Burge meester het teeken zijner waardigheid had omgehangen, verkreeg de heer Ou werkerk als plaatsvervangend gevolmach tigde van de Leider voor N -Holland het wóorc^ Spreker zeide gaarne een kort woord tot de heer De Vries te willen richten en gewaagde Van een feestdag, niet alleen voor de Burgemeester, niet alleen voor de leden van de NSB op Texel, die reeds zoo lang naar de benoe ming van een nat.-soc. burgemeester hadden uitgezien, maar voor hebl Texel. Ik begrijp, zoo vervolgde spr., dat er zijn, die mij dit met een cynisch of sar castisch lachje willen bestrijden, maar ik houd het toch vol. Er zijn menschen, die aan een soort invasie van zwarte vijan den denken, van wie ze veel kwaads en weinig goeds hoorden; menigeen denkt wellicht met ergernis en woede aan de z.g. vij'fde colonne, die de vijand de hand gereikt en binnen gesmokkeld zou heb ben. En toch; het is een feestdag, nu ook deze gemeente een nationaal-soc. Burge meester heeft gekregen (applaus). Zich in het bijzonder richtend tot degenen, die nog tegen de NSB gekant zijn, wees spr. er op, dat men moet begrijpen, dat Ne derlanders eikaars vijanden niet kunnen en niet mogen zijn. Burgemeester De Vries komt hier niet als vijand maar als uw vriend, wie het er om te doen is, het belang van de gansche gemeenschap te dienen. In onze Zwarte Soldaten moet u niet de vertegenwoordigers van het bezettingsleger zien; zij willen u geen vrijheid ontnemen, maar zij melden u de nieuwe tijd. Wij, leden van de NSB, ver tegenwoordigen de revolutie van de ar beid. „Arbeid" daarop komt het voor ens aan. Wij willen één groote arbeids gemeenschap bouwen. Wars zijn \yij van alle „eilandjes-politiek", waaraan het Nederlandsche volk bijna ten gronde is gegaan. Wij ijveren voor de nieuwe tijd, waarin het socialisme tot zijn recht zal komen Wij willen verwerkelijken, waar over tientallen jaren reeds werd ge droomd. Gemeenschapsmenschen willen wij zijn, prachtige, gave kameraadschap willen wij scheppen en in stand houden. Tot voor kort werd,in ons land weinig anders gedaan dan gepraat. Nu is de tijd gekomen om te doen! Over de heer Rijk de Vries sprekende, z|ide de heer Ouwerkerk' Ik durf uw burgemeester aanbevelen. Texel heeft bij ons 'n dik streepje voor.Hij is een van onze beste krachten. De prak tijk zal dit leeren. Groote verantwoorde lijkheid rust op zijn schouders. Hij al leen is ^e gezagdrager. Denkt niet, Texe laars, dat hij hier als partijman gekomen is; hij wil allen dienen, die hier wonei* en arbeiden (applaus). Wat het beteekent, een nationaal-soc. burgemeester te heb ben, zullen in het bijzonder de maat schappelijk ontrechten, de armen en ou den van dagen in de praktijk ondervin den. Niet langer zullen zij op liefdadig heid aangewezen zijn; het is rechtvaar dig, dat zij op hulp en steun -aanspraak kunnen maken (applaus). Hieraan zult u de nat.-soc. burgemeester herkennen. Kameraden, zoo vervolgde spr.. gij hebt gehaakt naar deze dag. Gij hebt uw nat.-soc burgemeester gekregen. Ik feliciteer u daarmee, maar wijs er u op, dat hij niet w burgemeester alleen is Sta eensgezind achter hem als een ge trouwe garde om hem en de 'Texelsche gemeenschap te {dienen. Tot de heer Westdorp richtte spr. woor den van dank voor de bereidwilligheid, waarmede hij zich met de installatie be lastte. Gij deelt onze gedachten niet, zoo voegde spr. hieraan toe, maar gij zijt in elk geval een loyaal tegenstander. Ik dank u voor de wijze, waarop u uw taak heeft verricht en hoop, dat u de burge meester ook in de toekomst met uw ad viezen ter zijde wilt staan, (applaus). Met een stevige handdruk bekrachtig de hierop de heer Ouwerkerk namens de Leider der NSB de benoeming van de heer De Vries tot Burgemeester van Texel. Door houzee-geroep gaven velen in de zaal hun instemming met hét gesprokene te kennen. De Burgemeester voert het woord. Toen nam Burgemeester Rijk de Vries het woord: Herr Inselkommandant, meine sehr vereHrten Deutschen Gaste, Alg. Gevol- fhachtigde van de Leider en Burgemees ter van Haarlem, kam. Plekker; Plaats verv. gevolmachtigde van de Leider van N.-Holland, kam. Ouwerkerk; Comman- oant W.A., kam. Van der Bijl; Comman dant Jeugdstorm, kam. Hofman; in het bijzonder kam. Sloet, burgemeester van Den Bosch, vroeger van Castricum die mijn eerste wankele schreden op het burgemee?terspad leidde; heeren verte genwoordigers van het gemeentebestuur van Castricum, mijnlveer de loco-burge meester, mijnheer de secretaris en gij, kameraden en andere belangstellenden, die gekomen zijt om getuige te zijn van mijn installatie, ik heet u allen hartelijk welkom. Ik moge aanvangen met woorden van dank aan de autoriteiten voor het in mij gestelde vertrouwen blijkens mijn be noeming tot Burgemeester van dit prach tige eiland De loco-Burg de heer Westdorp, die zoo juist de installatieplechtigheid heeft verrricht, zeg ik ten zeerste dank voor de hartelijke woorden van welkom en voor de wenschen, die hij heeft uitgesproken. Mijn allereerste kennismaking met de gemeente is zeer hoopvol geweest, ik hoorde woorden van vertrouwen en be reidwilligheid tot samenwerking. Dit heeft mij de overtuiging geschonken, dat hier met vrucht zal worden gewerkt in het belang van de gemeente Texel. Van zelfsprekend zullen er zich wel eens verschillen van meening voordoen, doch dit zal zijn in aller belang, doordat hier door elke zaak van verschillende zijden zal worden belicht. Ik heb meer aan een gefundeerde meening, die van de mijne afwijkt, dan aan het eeuwig ja en amen knikken van zwakkelingen. Hoofd zaak zal zijn elkaar te vertrouwen, eer bied te hebben voor elkanders standpunt en een open oog te hebben voor de eischen van de nieuwe tijd. Waarom moeten wij bij de pakken neer gaan zit ten? Onze voorvaderen hebben ons ge leerd niet te blijven staan op een be paald punt en verder alleen maar terug te zien, met de kans te veranderen in een zoutpilaar, zooals het Bijbelsche verhaal ons leert. Neen, mijne toehoorders, voor uit zien zij ons parool! In de allereerste plaats moet over en weer een mogelijkheid geschapen wor den, elkander te leeren begrijpen en om dat ik weet, omdat ik het in mijn bin nenste voel dat tusschen alle Nederlan ders een brug geslagen moet en kan worden, heb ik mij willen inzetten op de ze plaats. Om deze reden alleen heb ik afscheid genomen van mijn taak in het bedrijfsleven, omdat ik meende op deze plaats betere diensten te kunnen bewij zen aan het Nederlandsche Volk, dat ons allen zoo dierbaar is De taak van de Burgemeester is veel omvattend en wel allereerst omdat hij leiding moet geven aan zijn gemeente en haar belangen zoo goed mogelijk moet behartigen, waarbij niet a,lleen gedacht moet worden aan zuiver plaatselijke be langetjes. We moeten hierbij uitgaan van het beginsel, dat het plaatselijk belang achterstaat bij het landelijk belang en voorgaat t.a.v het persoonlijk belang. Om dit te kunnen volvoeren zal ik op de hoogte moeten komen van alles, wat in alle lagen der bevolking omgaat Ik zal mij daarom zooveel mogelijk onder u begeven, ik zal u steeds de gelegenheid geven bij mij te komen praten over al les, wat u op uw hart hebt. U zult bij mij steeds een open oor vinden voor elk voorstel in het belang van deze gemeen te Ik reken hierin ook op uw aller me de werking Ook van de ambtenaren ver wacht ik een positieve v/il in deze. In mij zullen ze in de allereerste plaats hun medewerker en vertrouwde zien en niet de magistraat, die alleen ondergeschikt heid op de voorgrond stelt. Een van mijn meest positieve grondslagen is eerbied voor elke arbeid, voor de arbeid van hand en hoofd in dezelfde mate. De samenwerking moet volkomen lo yaal zijn. De heer Commissaris der Pro vincie Noord-Holland heeft het bij zijn ambtsaanvaarding zoo juist uitgedrukt door te zeggen, dat loyaliteit geen deel baar begrip is; men kan dit niet voor 60 of 70 pet. zijn, doch slechts voor 100 pet. Het is geenszins de bedoeling, het met alle maatregelen eens te zijn; als ver antwoordelijk Nederlandsch ambtenaar heeft men zelfs de plicht op eventueele gevaren te wijzen, die uit maatregelen kunnen voortspruiten, zoowel tegenover de Duitsch Overheid als tegenover het Nederlandsche Volk. Ik wil niets liever dan in vriendschap en vertrouwen met u samenwerken, doch denkt er wel om, dat de liefde niet van één kant kan komen. Indien u allen uw volle werkkracht aan de gemeente blijft geven en volkomen loyaal met mij samenwerkt, zullen wij allen met steeds meer genoegen onze dagelijksche plich ten vervullen. Wat de behandeling van het publiek betreft, mijne heeren ambte naren: Wij zijn er voor het publiek en het publiek niet voor ons. Meent men op deze wijze niet met mij te kunnen samen werken, dan doet men beter, hieruit ter stond zijn conclusie te trekken. Dit wil niet zeggen, dat er nu een soort dicta tuur zal komen, neen, integendeel, met de Burgemeester zullen Wethouders en ambtenaren een eenheid moeten vormen, het Gemeentebestuur. Zij moeten zich in dit verband voor alles de dienaren voe len van de bevolking. Van de ambtena ren zal ik volle werkkracht eischen, maar daarentegen hun geven, wat? hun toekomt. Men weet, dat ik Nationaal-Socialist ben. Samenwerking met mij zal dus be- teekenen samenwerking in de geest van deze beginselen in het belang van de ge meente. Ik zal van niemand uwer eischen het met mijn beginselen eens te zijn, doch ik zal probeeren, u door mijn voorbeeld van de juistheid ervan te overtuigen. (Applaus). De geschiedenis der menschheid leert ons, dat elke nieuwe richting op veel te genkanting stuit, alvorens zij erkend en gewaardeerd wordt. Ik las dit in een medisch studieboek èn zoo zal het ook hier zijn. Hoevelen onder u zullen niet onze beginselen veroordeelen, zonder de ze te kennen, al begint het wat dit be treft te dagen. Wie uwer zal het niet met mij eens zijn, dat het verleden groote fouten heeft gemaakt en wie uwer zal niet het veelhoofdig bestuur van toen met de bekende vriendjespolitiek ver werpen? Wie uwer zal niet met mij in stemmen, dat wij in het moeras zijn ge komen door de misdaad van het kapita lisme? Dit stelsel, dat ons gebracht heeft tot de internationale geldhandel, de han- 'del dus in hét ruilmiddel, het stelsel, dat het arbeidende volk uitzoog om rijkdom men op te stapelen voor enkelingen, ten koste van het grootste en beste deel van ons volk. Wat de verhouding betreft tot de be zettende macht, hoe men hier ook over denkt, men heeft deze te aanvaarden. Ik zie het in het belang van ons volk, een volkomen loyale houding aan te nemen en zoo goed mogelijk samen te werken, zonder onze eigen eer en waardigheid prijs te geven. Wij moeten komen tot een nauwe samenwerking met het Groot- Germaansche Rijk voor de veiligstelling van Europa en wil men dan streven naar een vrij Nederland in dit verband, ge schoeid op een geest van vriendschap en eensgezindheid, dan vindt men mij zeer positief aan zijn zijde. De Nederlandsche souvereiniteit berust thans in handen van de Duitsche Overheid en ik zou ir allen zeer ernstig willen waarschuwen tegen een vijandige houding en daden van sabotage, die u eventueel opgedron gen worden door onverantwo,ordelijke lieden, die zichzelf veilig hebben gesteld en thans uit hun schuilhoek probeeren anderen de kastanjes uit het vuur te la- en halen. Neen, dit moeten wij niet 1 dóen; wij moeten streven naar een goe de verstandhouding met het Duitsche volk, naar een blijvende goede verhou ding, die van het grootste belang zal blijken te zijn voor het zijn of niet zijn van ons Vaderland. Thans een enkel woord over Winter hulp, die straks wordt ondergebracht in de Ned. Volksdienst. Deze Stichting is het allerbeste middel om te toonen, dat men gemeenschapszin bezit. Men moet er natuurlijk aan wennen, men heeft al les geprobeerd om dit mooie werk te tor- pedeeren, doch de Stichting zet taai door en ook hiervoor daagt het begrip. Leg uw oor maar eens te luisteren bij de ar men, die geregeld met goede gaven wor den verrast. Ziet u maar eens die blijde gezichten, ook van stille armen, zooals ik het zelf heb gezien in Castricum, toen ik in enkele gezinnen een gave heb kun nen brengen. Politiek heeft met deze instelling mets te maken, evenmin werkt de WHN be lemmerend tegenover kerkelijke en an dere instellingen van weldadigheid. Al len moeten de handen ineenslaan om de minder bedeelden te helpen. Gij, die het nog noodig vindt, WHN tegen te werken, bedenkt, dat gij daarmede geen politieke tegenstanders treft, doch slechts de al lerarmste Dnder ons allen. Zijt gij een vijand van de arme lieden, doe dan niet aan Winterhulp, maar zou er wel één Nederlander zijn, die dit odium op zich wil laden? Ik richt mij daarom tot alle sociaal-voelenden in deze gemeente met het dringend beroep u allen alleen 't doel voor oogen te houden, nl. verlichting te brengen in arme gezinnen en wel met vereende krachten. Het is slechts een beroep, dat ik op u doe, een bevel of dwang zal van mij niet uitgaan. Winter hulp is een eereplicht en tot een eere daad wordt men slechts gedwongen door zijn geweten. Winterhulp is vrijwil lig en zoolang de leiding van de Stich ting dit principe heeft, zal ik volgen. Geeft men niet vrijwillig voor -dit prach tige doel, dan heb ik slechts medelijden met de misleide, die dit niet doet, omdat hij dan tenslotte zijn zelfrespect zal moe ten Verliezen. Een ding echter: ik zal niet dulden, dat u het Winterhulpwerk tegenwerkt. Is men zoo diep gezonken, dan zal ik met krachtige hand weten in te grijpen. Ik zie in deze mijn laak als beschermer van de onbeschermden, ik zal op de bres slaan voor alle groepen, alle standen en voor iedere religie. Mijn Godsvertrouwen zal mij dwingen dit te doen. Voor een ieder zal ik steeds klaar staan met raad en daad. Van u verwacht ik hetzelfde. Laat ons de handen ineenslaan en wer ken voor het zedelijk en lichamelijk wel zijn van ons Volk, laat ons deze gemeen te leiden naar een toekomst, waar soci ale gerechtigheid en rechtvaardigheid zullen heerschen, waar voor ieder, die werken wil, een menschwaardig bestaan mogelijk is. Nu reeds komen met plannen voor de ze gemeente wil ik niet; ik ben hier nog te kort om dit te kunnen beoordeelen. Ik zou dan misschien teveel in het oude schuitje komen van veel beloven en wei nig doen Van één ding kunt u over tuigd zijn: Tegen de zwarte handel zal ik met volle energie optreden. Met men schen, die zich willen verrijken door de nood van anderen uit te buiten, heb ik voor geen cent medelijden.. Verbetering zal ik pogen te brengen voor de ouden van dagen; dat zie ik als eereplicht, ter wijl rpisschien ook voor de kleuters wat .zal moeten worden gedaan, gedachtig MISLUKTE LANDINGSPOGING VAN DE ENGELSCHEN. In de nacht van Vrijdag op Za terdag hebben Engelsche zeestrijd- krachten geprobeerd in de baai van St. Nazaire te landen. De aanval lende formaties werden door mari ne- en luchtdoelartillerie onder vuur genomen en leden zware ver liezen. Voor zoover de tegenstan der er in slaagde strijdkrachten aan land te zetten, werden deze door het snelle ingrijpen van troepen al ler weermachtsonderdeelen om singeld en vernietigd. Een vrij groot aantal gevangenen is in onze handengebleVen. Tal van schepen van de vijand zijn in de grond ge boord, de rest is weggevaren op een wijze, die veel weg had van een vlucht (Uit het Hoofdkwartier van de Fuehrer). BIJ DE INSTALLATIE. Wanneer, in onze prille jaren, Op school een nieuwe meester kwam. Dan was dat lang reeds van te voren 't Gesprek, waar ieder deel aan nam. Wij hadden onze vooroordeelen We wisten dit, we hoopten dat. Te meer als w' aan de vorengaande „Een reuze vent" hadden gehad. Met die gedachten, Burgemeester, Gaan wij U thans ook tegemoet. En zeker zal Uw komst op Texel Verschillend wel worden begroet. Doch hoe het zij, wij hopen gaarne. Dat w' ook in U een magistraat Mogen begroeten, c&e voor 't welzijn Van Texel op de bres steeds staat. Natuurlijk zijn er ook verlangens En vele wenschen, groot en klein. 'Al loopen die, dat is begrijp'lijk. Niet allen langs dezelfde lijn. Maar laat ons allen zijn doordrongen, En dat ook toonen met de daad, Dat het vóór alles om de welvaart Van heel onze gemeente gaat. Laat ieder Tesselaar persoonlijk Bezield zijn met dezelfde wil, Zijn goede eiland trouw te dienen. Trots mogelijk bestaand verschil. In Gods kracht werkend voor ons eiland Zij, Burgemeester Rijk de Vries, Dat in de tijd, die staat te komen. Uw en der Tesselaars devies. HUIB FENIJN aan net feit, dat de jeugd de toekomst heeft. Ik «zal landbouw, veeteelt en vis- scherij gelijkelijk helpen bevorderen. Ik zal mij inzetten, in de toekomst, vooreen geordend vreemdelingenverkeer, waar bij ik zal probeeren het schoone en on gerepte van onze flora en fauna en het karakteristieke van ons eiland te behou den Texel zal geen modebadplaats wor den. (Applaus). Op sportgebied zult u in mij een getrouw medewerker vinden, terwijl de folklore, culmineerend in het Sint-Nicolaasfeest, zeker mijn volle aan dacht zal hebben; zij moet behouden blijven. Ik aanvaard thans mijn ambt en roep de steun in van den Almachtige om mijn werk naar behooren- te kunnen vervul len en mede te mogen werken aan ons aller ideaal, een sterk Nederlandsch volk, waardig aan zijn allerbeste tradi ties. Applaus en „houzee-geroep" volgde op deze toespraak. De heer Westdorp deelde nog mee, dat van 4-5 uur te raadhuize gelegenheid zou worden gegeven om met de heer en mevr. De Vries kennis te ma ken Met het zingen van een couplet van 't Wilhelmus, waarbij allen zich van hun zetel verhieven, werd de plechtigheid be sloten. De uitroep „Met Mussert voor vrij Nederland" werd met „hou-zee" en spon taan huldebetoon beantwoord. Het défilé. Vervolgens werd Burgemeester Rijk de Vries op de Groeneplaats gehuldigd door een vendel van de W.A. en een groep leden van de Jeugdstorm, waar bij ook de kop van Noord-Holland van belangstelling blijk gaf. De troep bleek grondig te zijn afgericht; correct werd aan ieder bevel gevolg gegeven. Bij 't défilé marcheerde de Jeugdstorm voorop, voorafgegaan door drie tam boers Na het défilé maakten W.A. en Jeugdstorm een marsch door het dorp. Gunstig weer werkte mee om deze de monstratie en huldiging te doen slagen Van de receptie ten Raadhuize werd door verscheidene ingezetenen gebruik gemaakt. Van het Raadhuis wapperde behalve de Nederlandsche vlag oranje-blanje- bleu de Texelsche en de zwart-roode met het embleem van de NSB.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1942 | | pagina 1