(jooréi/roaw
4
Praatje over „Huismerken"
ty&v&zo-hc-n
Gemengd Nieuws
De Avonturen van
Robinson Crusoë
Oorspronkelijk waren het religi
euze teekens; ze zijn duizenden
jaren oud.
door J. F. OVERWIJN.
RECEPTEN
Spinaziesoep. Benoodigd: L. bouil
lon, ongeveer een hand spinazie, 35 gram
bloem, 45 gram boter, xTt dL. melk.
Bereiding: De spinazie wasschen en uit
zoeken en met 10 gram boter even smo
ren. Dan voegt men de bouillon toe en
laat de massa koken tot de spinazie gaar
is. De massa zeven en er met boter en
bloem een gebonden soep van maken,
die afgemaakt wordt met melk en wat
kruiden. In deze soep worden gebakken
stukjes brood gegeven.
NUTTIGE WENKEN.
Nauwe flesschen en karaffen reinigt
men goed met behulp van zoo warm mo
gelijk water en koffiedik.
Sinaasappelen (op de bon) en tomaten
zijn rijk aan vitamine C.
Tegen de mot: winterkleeren na uit
kloppen, eventueel wasschen, opbergen,
nadat u ze in krantenpapier heeft gepakt,
in een doos welke dichtgeplakt wordt
Een paar kamferballetjes er bij.
Illlllllllll OVER OPVOEDING.
10. LICHAMELIJKE STRAFFEN.
We weten allen, dat deze straffen vroe
ger 'n voorname plaats op de volksscho
len innamen. Onze vaderen waren niet
zachtzinnig en zoo werd bij het „onder
wijs" gebruik gemaakt niet alleen van
„roede" en „plak", maar ook van „riem"
en „bullepees", ja, wij lezen zelfs van
„lederen kussens met uitstekende spelde-
kens, puntwaerts naar boven gekeerd,
waarop de meisjes gezet werden". Hoe
ongelooflijk het ook klinkt, het kwam
voor/ dat men een ondeugende knaap een
bal of doek in de mond stopte en hem in
een zak buiten het raam hing. Niet al
gemeen bekend is echter, dat zelfs op de
hoogeschoïen aan den lijve werd gestraft.
Wij vonden dit uitvoerig geschetst in een
vroeger geschrift, „Een studenten-oproer
in 1594", waarin wordt verhaald, hoe
Burgemeesters en Curatoren van de we
reldberoemde Leidsche Hoogeschool
(toen reeds door jongelieden uit tal van
landen bezocht) gelastten de student Da
niël Alting in 't openbaar in tegen
woordigheid van alle bursalen, met de
roeden- te kastijden". Aldus geschiedde
de hevig-tegenspartelende student werd
met groote moeite ontkleed' en gekastijd
ofschoon hij smeekte hem liever van de
universiteit weg te zenden. Toen daarop
de studenten oproer maakten, werd de
zelfde straf op verscheidene hunner toe
gepast Het was de rector, die voor de
uitvoering van dergelijke pretjes moest
zorgen. De student Alting kastijdde hij
persoonlijk.
NIET ZOO SOMBER.
Wat een ellende, die mist!
Hij trekt al op, de mist!
Er zit een wolk voor de zon.
Achter de wolken zit de zon.
In deze gedachten zijn twee soorten
van menschen getypeerd: de pessimisten,
die alles van de zwarte zijde bezien,
overal en altijd het zwaartepunt leggen
op het onaangename en ellendige. En
daartegenover de optimisten, die aan al
les de lichtzijde ontdekken en allereerst
het oog vestigen op het goede en mooie
en hoopgevende.
Tot welke groep behoort u?
Bij de blijmoedigen met 'n zonnige le
venskijk en levensdurf of tot de zwart-
galligen, die hun leven zien als één mar
telgang door een donkere tunnel?
Bedenk, dat elke dag, die wij beleven,
een afschrijving is van de zware periode
van thans; versaag niet en speur met op
timisme en durf over de zorgen van de
dag naar de lichtende dageraad, die ko
men zal!
FEUILLETON.
ROMAN VAN MARLISE KOLLING
5.) Naast de monumenten der oudheid
verrezen moderne wolkenkrabbers van
Amerikaansch formaaf. De muren wa
ren beplakt met schreeuwénde reclames
en proclamaties der Sovjets. Tusschen
kostbare bouwwerken ontwaarde men
verwoeste kerken, en half vervallen hui
zen Het was een bedroevende mengel-
móes van oud en nieuw, van rijkdom,
armoede en verwaarloozing.
Dit alles kende Eschberg. Hij kende
ook de droeve stoet van menschen, die
door de straten slenterden. Allen gingen
zij gebukt onder de zichtbare last van
de honger, of de onzichtbare, maar mis
schien nog zwaardere druk van angst.
Als hij al die vermagerde gezichten
zag, de vele ongelukkigen in hun afge
dragen kleeding en versleten schoenen,
de beklagenswaardige file, die zich
P1429/1. Verantwoordelijk voor de
geheele inhoud; G. Joh. Duinker.
Uitg. en Drukkerij Fa. Langeveld en
De Rooij, Den Burg, Texel.
Aangezien hierop tegenwoordig meer
en meer de aandacht valt, kan het dien
stig zijn het een en ander over deze tee
kens mede te deelen. dat nu eens niet op
algemeenheden en banaliteiten gegrond
vest is.
In de eerste plaats wil ik de vraag
stellen „Hebben die merken een betee-
kenis, ja of deen?" En dan moet ik na
tuurlijk volmondig antwoorden: Ja, na
tuurlijk hebben ze die, want onze voor
vaders waren geen idioten, die willekeu
rige figuurtjes op hun huizen of waren
zetten, omdat ze die zoo aardig vonden.
Natuurlijk hadden die figuren een zéér
bepaalde en zinvolle beteekenis. Of men
die nu in latere tijden nog wist of niet,
doet aan die zaak niets toe of af. Inder
daad kende men ze in de Middeleeuwen
ïeeds niet meer, maar één ding wist men
héél zeker en dat was, dat het religieuse,
eerbiedwaardige, zoo men wil, „heilige"
teekens waren. Daarenboven bedenke
men er tevens bij, dat zij' met „Germa
nen" niets te maken hebben, omdat de
bij tienduizenden in ons land voorko
mende teekens vrijwel uitsluitend in
Westfriesland voorkomen of in streken,
die dat vroeger waren, of ook, zooals het
Oosten ~van ons land Grootfriesch waren,
zooals Twente, het Geldersche, enz Ik
heb hiervoor evenveel bewijzen als daar
teekens voorkomen. Als iemand derhalve
vraagt, wat zijn die teekens nu eigen
lijk en men antwoordt: „Het zijnhuismer
ken", dan schiet men daarmee niets op,
^want men wil weten, wat zij beteekenen,
omdat iedereen beseft, d^t onze voorva
ders geen willekeurige krabbels tot tee-
ken verhieven. De teekens op Texel bv.
No. 1 Krukkenkruisfiguur. Stijl: Egyp
tisch. 6000 v. Chr. Beteekenis: „Ver
zwijg het u toevertrouwde"
No. 2 Stijl:Etruskisch. 200 v Chr lich
telijk verminkt. Beteekenis; „Het leven
Gods" of ook „Het door God gegeven le
ven is heilig" (Odal.)
No. 3. Stijl: Grootfriesch, ook wel eens
Finsch en later in de heidensche Wodan-
periode vaak overgenomen, in een ver
doezelde beteekenis. Oorspr. beteeke
nis: als no. 2 (Odal). Odal is Od-al d w.z.
„Adem des heelals".
No. 4. Stijl Etruskisch of Kreténs Lich
telijk verminkt Beteekenis als 2 en 3.
Een geit van J Scheltus, Westerland,
heeft 5 sikjes geworpen (Wieringer Crt)
Bij het snoeien is te Groningen n 50-j
werkman uit een boom' op een rijwiel
pad gevallen; hij was op slag dood.
Aan de gemeentelijke vischafslag te
Harlingen was in 1941 de omzet f412000,
zesmaal zooveel als in 1940
Een uitgebreide sluikhandel is te
Brunssum ontdekt. Vijf personen, onder
wie een winkeliersvrouw, zijn gearres
teerd. Zij verkochten dubbele stukken
zeep voor f2,80, sigaien voor 35-57 cent,
tabak voor f 40 per kg.
Zeeland telt 101 gemeenten. Daarvan
hebben er 28 minder dan 1000 inwoners.
Plannen om er voorloopig 11 bij andere
gemeenten te voegen, verkeeren in ver
gevorderd stadium; het betreft de ge
meenten: Baarland, Borsele, Driewegen,
Ellewoutsdijk, Hoedekenskerke, Nissé,
Oudelande, Ovezande, 's-Gravenpolder,
's-Heer Abtskerke en 's-Heerenhoek De
kleinste hiervan is 's-Heer Abtskerke
met 442 inwoners.
voor een of andere winkel, waar nog
iets te krijgen was, verdrong, dan voelde
hij telkens weer een intens medelijden
in zich opwellen. En het hotel, waarin
men hem, als alle andere vreemdelingen,
placht onder te brengen, kreeg daardoor
iets onwezenlijks. Want dit hotel was
zoo weelderig, ingericht en bood de gas
ten zooveel verfijnde comfort, dat men
zich in een der meest mondaine bad
plaatsen aan de Cöte d' Azur zou kun
nen wanen, 's Avonds was het hier de
verzamelplaats van vreemdelingen, die
er al het door hen gewenschte amuse
ment vonden en alle delicatessen, die
waar ook ter wereld verkrijgbaar zijn.
Maar een paar straten verder ontdekte
men het werkelijke Rusland, waar nood
en wanhoop de voorbijganger tegen
grijnsden. Daar was de afgrond, waarin
alles, wat nog op beschaving leek, redde
loos verzonk; daar was de markt, waar
op de rest' van de beter gesitueerden en
de adel uit de Czarentijd haar laatste
schamele eigendommen aan de man
trachtten te brengen Daar stonden ze in
lange rijen, vrouwen met de lijdenstrek-
ken op haar gelaat, dat ondanks alle zor-
en verdriet, nog van haar betere afkomst
getuigde. Daar stonden mannen, mis
schien eens dragers van beroemde na
men, die een kostbaar stuk porcelein of
een paar oude, mooie boeken te koop
aanboden om zich voor het aldus ver
kregen geld wat thee, suiker, of meel te
kunnen aanschaffen.
zijn bijna alle zonder uitzondering oor
spronkelijk een goede 30,000 jaar oud en
zijn de hieroglyphen, die het Groot
friesch stamvolk van het Moedervolk, de
Maya's hebben overgenomen. Dit hebben
ook de Perzen, de Etrusken, de Phoeni-
ciërs, de Amenkaansche Indianen vap
Noord-en Zuid (Maya's en Inka's) en nog
vele andere volkeren gedaan, o.a. de
Chineezen Daarom kan men bv. een Per
zisch of Beloedsjistaansch kleed met de
zelfde sleutel lezen als de Westfriesche
grafschriften en merken. Anders kon
dat immers niet. Welnu in mijn werkje
„Onze Huis- en Grafteekens zijn 10,000
jaar oud. Wat zeggen zij ons?" heb ik de
bewijsvoering geleverd en aangetoond,
dat dit zoo is.
Natuurlijk is er aan die teekens ge
knoeid. Dat kon in het verloop van eeni-
ge duizenden jaren niet uitblijven. Zoo
komt het b.v. voor, dat de zoon, die het
teeken van zijn vader overneemt, er een
streepje aan toevoegt, of ook er een af
neemt. Vaak gebeurt dat ook niet. De
teekens zijn bijna alle grafteekens, en
zijn teksten Het zijn vóórchristelijke
teksten, het zijn geheele zinnen, zooals
b.v. een Chineesch teeken een geheel
woord voorstelt en niet een letter. Bij
wijze van voorbeeld neem ik de in de
Texelsche Courant afgebeelde teekens en
zal er de vertaling bij opgeven. Ik ge
bruik dezelfde nummers.
De lezer vergeve mij, dat ik nogmaals
herhaal. De teekens zijn religieuse tee
kens, van eenige duizenden jaren vóór
Christus en toen zij' niet meer werden
begrepen, toén pas werden het „merken"
(een afzakking dus).
No. 5. Stijl: zuiver Keltisch of liever
Druïdisch. Hun verkorting van het tee
ken „Y". Beteekenis: „God's zich mani-
festeerende Hoogheid". (God als ingrij
pende macht).
No. 6. Hetzelfde, lichtelijk verminkt,
althans onregelmatig geschreven.
No. 7. Stijl. Etruskisch of Kreténs. In
het Grootfriesch moet het een sierlijke S
zijn, een zwaanshals zoogezegd. Beteeke
nis: „Droomen Gods", later „Vreugde
Gods".
No. 8. Als 7, maar nu een grafteeken.
Beteekenis: „Gestorven in de vreugde
Gods
Aanspraak op een overheidsfunctie
kan men niet laten gelden, wanneer men
militair of bij de Opbouwdienst is ge
weest. Wel kan men hiervan bij het sol-
liciteeren melding maken. Bewijsstukken
aan te vragen; Bureau Arbeidsdienst,
Laan C van Cattenburch 28, Den Haag
De Taalclub-uitzendingen (20 maal
Zondagsavonds over Hilv. II., van 6,30-7)
hadden veler belangstelling. Wie in het
bezit van „Het schrift van Marie" (met
veel taai-wetenswaardigheden) wil ko
men, schrijve aan de Ned. Omroep. Voor
blinde luisteraars komt er een verkorte
uitgave in Braille-schrift.
Illlllllllll OVER POSTZEGELS. Illlllllllll
FINLAND.
Finland geeft met Mei voor de lucht
post en voor buitenl. pakketten nieuwe
zegels uit; eenige vertoonen 'n landschap,'
andere de haven van Helsinki.
VATICAANSTAD
Vaticaanstad geeft ter gelegenheid
van het a.s. Bisschopsjubileum van de
Paus waarschijnlijk speciale postzegels
uit.
Robert Eschberg was de laatste jaren
vaak in Rusland geweest. Hij had steeds
belangstellend en met een nietszeggend
gezicht geluisterd, wanneer men hem
van de cultureele en economische voor
uitgang van Rusland vertelde en van de
gunstige uitwerking der vele ingrijpen
de maatregelen van het Sovjetrégime.
Maar wanneer hij dan eens een wande
ling maakte over een dergelijke markt,
dan had hij, als vele anderen, die zich
niet door het uiterlijke lieten verblinden,
voorloopig weer genoeg gezien om zich
een eigen meening te kunnen vormen.
Nooit verzuimde Robert hier een paar
inkoopen te doen. Zelfs wanneer er niets
,was, dat zijn belangstelling vermocht op
te wekken, keerde hij niet met leege
handen terug. Dit was de eenige manier
om hier nog wat goed te doen en hoe
vaak gebeurde het niet, dat hij een ont
roerend dankbare blik uit de moede
oogen van een of andere grijsaard op
ving, omdat voor het gekochte eigenlijk
een te hooge prijs werd betaald
Ook vandaag had hij weer lang over
de markt geslenterd. Ditmaal was het
een uit hout gesneden en met de hand
beschilderd heiligenbeeldje, dat zijn be
langstelling opwekte. Hij had verstand
van zulke dingen. Dit fijne figuurtje was
ongetwijfeld uit een of andere koergane,
een der oudste grafheuvels in Oost-Rus
land en Siberie, afkomstig. Hij was reeds
twee-, driemaal voorbij geloopen en zou
het begeerde voorwerp zeker reeds heb-
VOOR DE ZOOVEELSTE MAAL
HET OERA LINDA BOEK
Het artikel van den heer J. Overwijn
in de Texelsche Courant van 11 April 1.1.
heb ik met aandacht en over het alge
meen met instemming gelezen. Evenals
hij haak ik er naar, dat echt-deskundige
mannen ons over het Oeralindaboek af
doende uitsluitsel geven. Het is een neu
traal terrein. Het wetenschappelijk on
derzoek er van wenschen zoowel de heer
Overwijn als ik in volkomen vrijheid en
openhartigheid doenlijk en mogelijk te
achten.
Toch zou ik op zijne reactie-op-mijn-
artikel-van-4-April enkele opmerkingen
willen maken.
Hij schrijft; „Men heeft het nog nooit
en nergens de moeite waard geacht, er 'n
wetenschappelijk onderzoek naar in te
stellenSpeelt nu mijn geheugen mij
parten? Ik meen mij heel zeker te herin
neren, dat er een diep onderzoek, ook
scheikundig, voor een jaar of dertig
a veertig heeft plaats gehad inzake het
papier, waarop het oorspronkelijk
handschrift van het Oeralindaboek is ge
schreven; en dat de betreffende -onder
zoekers tot de conclusie zijn gekomen,
dat dit papier negentiende-eeuwsch pa
pier is, en wel uit de bekende papierfa
briek van Van Gelder.
Verder schrijft de heer Overwijn' „On
getwijfeld is er aan het werk geknoeid,
omdat het eenige malen is afgeschreven,
maar ik zou Ds. Bakels eens willen vra
gen, of hij in de omstandigheid, dat de
Bijbel vele malen is afgeschreven en ver
taald, een reden ziet, om dat Boek te
verwerpen"
Hierop antwoord ik, dat ik zeer zeker
reden vind om den bijbel als B o e k te
verwerpen Niet natuurlijk de schoone-
en-goede fragmenten er van. Maar het
boek als Boek-zelf. Hierover behoef ik
niet uit te wijden. Ieder oplettend lezer,
die enkele mijner boeken heeft gelezen,
weet, dat ik voor deze mijne verwerping
cr.telbare stevige argumenten heb.
Vervolgens komt het Maya aan de
beurt. Het Maya-volk en deszelfs taal
gingen vooraf aan de Azteeksche be
schaving, die Columbus' volgelingen in
het begin der 16e eeuw in Mexico von
den. Ik ken de Maya-taal niet. Ik heb
ook het allerlaatste nieuws over die taal
MERKWAARDIGHEDEN
Familieschandaal.
Gevonden voorwerken: Willem, zoon
van W. van Sonnen en C. Th. de Regt,
Marcus, z. van B. Houters en A. A Spil
man. (Utr. Nieuwsblad).
Doe iets!
Klaag over de wereld,
Want ze is nog niet goed,
Maar zorg bij uw klagen,
Dat ge iets voor haar doet.
Laurillard
Steunt de Nederlandsche Volksdienst
UITSPRAKEN ECONOM. RECHTER.
A.Kerckhaert, Wieringermeer, ruil
handel tarwe-pruimtabak, f 150 boete of
25 dagen.
F. Timmerman, Wieringerwerf, ruil
handel tarwe-soda, f 40 boete of 5 dg.
J Marijn, Bergen, die een textiel-
kaart verkocht, f 60 boete of 15 dagen.
Veehandelaar J. de Waard, Bergenj
volle melk achtergehouden en gekarnd,
f 100 boete of 10 dg.
Veehandelaar Th Volkers, Oudesluis
clandestien boter en kaas bereid, f 150
boete of 30 dagen.
G A. Fokker, Den Helder, ongedekt
vervoer van 12 kg tarwe, f 40 boete of
10 dagen.
J. den Adel, Den Helder, tarwemo-
lentje frauduleus in voorraad en er mee
gemalen, f 25 boete of 6 dg
W. Bijpost, A. Groet en A. Bruin,
St. Maarten, die groenten buiten de vei
ling om hadden verkocht, resp. f 150;
f 75 en f 100 boete of resp. 25-15-20 dg.
Meubelmaker J. B. Hoogland en
melkventer C. A. Roskam te Alkmaar,
kettinghandel in kaas (tot f 6,50 per
stuk), resp. f 275 en f 200 of elk 25 dg
of 10 dagen.
ben gekocht, zonder op de prijs af te din
gen, wanneer de eigenaar niet zoo'n
weerzinwekkende indruk had gemaakt.
Hij had een typisch Sarmatengezicht
spleetoogen, een platte neus en een bree-
ae mond met dikke lippen, waaromheen
een valsch lachje speelde. Hij voelde
er weinig voor deze man de sterk oyer-
vraagde prijs te betalen
Te duur, te duur! Robert stond
reeds op het punt nu voor goed van de
koop af te zien, toen hij plotseling achter
de man een jong meisje ontwaarde Het
eerst viel hem haar zonderlinge kleeding
op: een ruwe Russische boerenrok, danig
verschoten en hier en daar versteld, afge
dragen schoenen, welke door kapotte
veters bijeen werden gehouden tot
zoover in deze omgeving niets onge
woons. Maar bij deze verwaarloosde
kleedingstukken droeg het meisje een,
met de hand geborduurde zijden blouse
en daaroverheen een nu wat kaal gewor
den, half lange bontjas, waarvoor echter
wel eens een behoorlijk bedrag moest
zijn betaald. Een bonte doek, welke over
het hoofd was geslagen, liet slechts het
teere ovaal van het gezicht vrij.
Bij het aanschouwen van dit gezichtje
echter, bleef Robert als aan de grond ge
nageld staan, terwijl hij het vreémde
meisje onafgebroken aanstaarde. Anne-
greet, dacht hij, om 's hemels wil, dat is
toch Annegreet!
(Wordt vervolgd.)
niet gelezen. Het laatste bericht, dat ik
er over las, luidde, dat er nog geen
tweede Champollion (die het Egyptische
hieroglyphenschrift het eerst ontcijferde)
is opgestaan om de Maya-inschriften te
lezen. Met wat de heer Overwijn ver
der meedeelt over het Oudindische Djae
(Djaus) (en ik voeg er bij: het Chinee-
sche Taoe of Toa), Theos, Deus, kan ik
geheel meegaan k Heb er zelf meermalen
over geschreven en gezegd, dat dit reus-
achtig-internationale woord gereisd is
van China heel tot het Germaansche
Friezenland, en in het Fransch luidt
„Dieu" en bij de oude Germanen Tiejs
(de god van 't Recht) en dat daarvan nog
onze naam van den tweeden dag dei-
week stamt: Dinsdag; en dat de Frie
zen dien dag nog ^hed?n4 WSMfiidje"
(Tiesj-dag) noemen.
Over de „plompe grapjes" heb ik een
andere meening dan de heer Overwijn.
Ook over de vraag, of er in de 19e eeuw
wel iemand kon gevonden worden, die
zulk een inderdaad geniale uit-den-
duim-zuigerij had kunnen te voor
schijn brengen. Naar mijn innige (literai
re) overtuiging, moet zulk een genie in
de 19de eeuw in Nederland inderdaad
geleefd hebben.
Wat mij indertijd tot de meening
bracht, dat het Oeralindaboek ((evenals
zoo menig geschrift der oude' Grieken en
Romeinen (op Pythagoras' beroemden
naam staan ontelbare pseudepigrafische
geschriften), en evenals de meeste bijbel
boeken, zich valschelijk ouder voor
doen dan ze zijn)). ik herzeg: wat mij
indertijd tot de meening bracht, dat het
Oeralindaboek niet is wat het 1 ij k t te
zijn,.... dat is; een gewoon onbevoor
oordeeld vlot doorlezen van de Neder-
lr.ndsche vertaling, die er naast gedrukt
staat. Daarin worden m.i. overduidelijk
de gewone liberale Nederlandsche gods
dienst-ideeën van zeg 't jaar 1860 van
onze jaartelling verkondigd.
Overigens met handdruk aan mijn col-
lega-onpartijdig-onderzoeker, den heer
Overwijn.
H. BAKELS
Haarlem, 13 April 1942.
(Door gebrek aan plaats werd opname
van dit artikel vertraagd. Red.)
263. Robinson en Vrijdag marcheerden
koelbloedig op het punt aan, waar de
walden waren gelahd. Zij brachten het
kleine meegebrachte kanon in stelling
zonder dat de wilden het bemerkten.
.opyrlgT
264. Door zijn verrekijker ontdekte Ro
binson, dat zich onder de gevangenen
ook een blanke bevond. In een eerste op
welling van drift had hij de troep zwar
ten meteen maar willen bestormen.
Illlllllllll VAN DE BOEKENPLANK.
Hollands Glorie, door Jan de Hartog
Opnieuw ontvingen we een klein getal
van-dit prachtige boek. Reeds meer dan
100 exemplaren werden daarvan door
ons verkocht.
Bestel thans. We kunnen u nu nog
helpen.
Goede voorleesboeken voor het gezin
Vertellen! Luister je mee? Verhalen
voor kleuters, door Aafje Fokker. 120
blz. (1—
Lichte bloei, bloemlezing, verzameld
o.a door Tony de Ridder. 128 blz. f 1,
Kleine fakkels, bloemlezing door I C
Thomson yerza'meld. 127 blz. f 1,
Stralen van een licht. Verhalen voor
jongens en meisjes. Verzameld door R
Oostra. 135 blz. f 1,
Jezus en Zjjn vrienden, door I. C
Thomson. 128 blz. f 1,
IHHIIHM HYGIENE EN VEILIGHEID mm
412. Vroeger en nu.
Men hoort wel eens zeggen, dat onze
voorouders zooveel krachtiger waren
dan wij. Zij waren gespierde menschen
gehard door de ruwe levenswijze, ge
staald tegen de invloeden van weer en
wind. Dat is allemaal best mogelijk
maar laten we niet vergeten, dat door
een natuurlijke selectie de krachtigste
individuen in leven bleven en cje zwak
ken het niet lang uithielden. (Dr. J. G
Menken).
Z 3 9 d