(jooréi/roaw 4 Praatje over „Huismerken" ty&v&zo-hc-n Gemengd Nieuws De Avonturen van Robinson Crusoë Oorspronkelijk waren het religi euze teekens; ze zijn duizenden jaren oud. door J. F. OVERWIJN. RECEPTEN Spinaziesoep. Benoodigd: L. bouil lon, ongeveer een hand spinazie, 35 gram bloem, 45 gram boter, xTt dL. melk. Bereiding: De spinazie wasschen en uit zoeken en met 10 gram boter even smo ren. Dan voegt men de bouillon toe en laat de massa koken tot de spinazie gaar is. De massa zeven en er met boter en bloem een gebonden soep van maken, die afgemaakt wordt met melk en wat kruiden. In deze soep worden gebakken stukjes brood gegeven. NUTTIGE WENKEN. Nauwe flesschen en karaffen reinigt men goed met behulp van zoo warm mo gelijk water en koffiedik. Sinaasappelen (op de bon) en tomaten zijn rijk aan vitamine C. Tegen de mot: winterkleeren na uit kloppen, eventueel wasschen, opbergen, nadat u ze in krantenpapier heeft gepakt, in een doos welke dichtgeplakt wordt Een paar kamferballetjes er bij. Illlllllllll OVER OPVOEDING. 10. LICHAMELIJKE STRAFFEN. We weten allen, dat deze straffen vroe ger 'n voorname plaats op de volksscho len innamen. Onze vaderen waren niet zachtzinnig en zoo werd bij het „onder wijs" gebruik gemaakt niet alleen van „roede" en „plak", maar ook van „riem" en „bullepees", ja, wij lezen zelfs van „lederen kussens met uitstekende spelde- kens, puntwaerts naar boven gekeerd, waarop de meisjes gezet werden". Hoe ongelooflijk het ook klinkt, het kwam voor/ dat men een ondeugende knaap een bal of doek in de mond stopte en hem in een zak buiten het raam hing. Niet al gemeen bekend is echter, dat zelfs op de hoogeschoïen aan den lijve werd gestraft. Wij vonden dit uitvoerig geschetst in een vroeger geschrift, „Een studenten-oproer in 1594", waarin wordt verhaald, hoe Burgemeesters en Curatoren van de we reldberoemde Leidsche Hoogeschool (toen reeds door jongelieden uit tal van landen bezocht) gelastten de student Da niël Alting in 't openbaar in tegen woordigheid van alle bursalen, met de roeden- te kastijden". Aldus geschiedde de hevig-tegenspartelende student werd met groote moeite ontkleed' en gekastijd ofschoon hij smeekte hem liever van de universiteit weg te zenden. Toen daarop de studenten oproer maakten, werd de zelfde straf op verscheidene hunner toe gepast Het was de rector, die voor de uitvoering van dergelijke pretjes moest zorgen. De student Alting kastijdde hij persoonlijk. NIET ZOO SOMBER. Wat een ellende, die mist! Hij trekt al op, de mist! Er zit een wolk voor de zon. Achter de wolken zit de zon. In deze gedachten zijn twee soorten van menschen getypeerd: de pessimisten, die alles van de zwarte zijde bezien, overal en altijd het zwaartepunt leggen op het onaangename en ellendige. En daartegenover de optimisten, die aan al les de lichtzijde ontdekken en allereerst het oog vestigen op het goede en mooie en hoopgevende. Tot welke groep behoort u? Bij de blijmoedigen met 'n zonnige le venskijk en levensdurf of tot de zwart- galligen, die hun leven zien als één mar telgang door een donkere tunnel? Bedenk, dat elke dag, die wij beleven, een afschrijving is van de zware periode van thans; versaag niet en speur met op timisme en durf over de zorgen van de dag naar de lichtende dageraad, die ko men zal! FEUILLETON. ROMAN VAN MARLISE KOLLING 5.) Naast de monumenten der oudheid verrezen moderne wolkenkrabbers van Amerikaansch formaaf. De muren wa ren beplakt met schreeuwénde reclames en proclamaties der Sovjets. Tusschen kostbare bouwwerken ontwaarde men verwoeste kerken, en half vervallen hui zen Het was een bedroevende mengel- móes van oud en nieuw, van rijkdom, armoede en verwaarloozing. Dit alles kende Eschberg. Hij kende ook de droeve stoet van menschen, die door de straten slenterden. Allen gingen zij gebukt onder de zichtbare last van de honger, of de onzichtbare, maar mis schien nog zwaardere druk van angst. Als hij al die vermagerde gezichten zag, de vele ongelukkigen in hun afge dragen kleeding en versleten schoenen, de beklagenswaardige file, die zich P1429/1. Verantwoordelijk voor de geheele inhoud; G. Joh. Duinker. Uitg. en Drukkerij Fa. Langeveld en De Rooij, Den Burg, Texel. Aangezien hierop tegenwoordig meer en meer de aandacht valt, kan het dien stig zijn het een en ander over deze tee kens mede te deelen. dat nu eens niet op algemeenheden en banaliteiten gegrond vest is. In de eerste plaats wil ik de vraag stellen „Hebben die merken een betee- kenis, ja of deen?" En dan moet ik na tuurlijk volmondig antwoorden: Ja, na tuurlijk hebben ze die, want onze voor vaders waren geen idioten, die willekeu rige figuurtjes op hun huizen of waren zetten, omdat ze die zoo aardig vonden. Natuurlijk hadden die figuren een zéér bepaalde en zinvolle beteekenis. Of men die nu in latere tijden nog wist of niet, doet aan die zaak niets toe of af. Inder daad kende men ze in de Middeleeuwen ïeeds niet meer, maar één ding wist men héél zeker en dat was, dat het religieuse, eerbiedwaardige, zoo men wil, „heilige" teekens waren. Daarenboven bedenke men er tevens bij, dat zij' met „Germa nen" niets te maken hebben, omdat de bij tienduizenden in ons land voorko mende teekens vrijwel uitsluitend in Westfriesland voorkomen of in streken, die dat vroeger waren, of ook, zooals het Oosten ~van ons land Grootfriesch waren, zooals Twente, het Geldersche, enz Ik heb hiervoor evenveel bewijzen als daar teekens voorkomen. Als iemand derhalve vraagt, wat zijn die teekens nu eigen lijk en men antwoordt: „Het zijnhuismer ken", dan schiet men daarmee niets op, ^want men wil weten, wat zij beteekenen, omdat iedereen beseft, d^t onze voorva ders geen willekeurige krabbels tot tee- ken verhieven. De teekens op Texel bv. No. 1 Krukkenkruisfiguur. Stijl: Egyp tisch. 6000 v. Chr. Beteekenis: „Ver zwijg het u toevertrouwde" No. 2 Stijl:Etruskisch. 200 v Chr lich telijk verminkt. Beteekenis; „Het leven Gods" of ook „Het door God gegeven le ven is heilig" (Odal.) No. 3. Stijl: Grootfriesch, ook wel eens Finsch en later in de heidensche Wodan- periode vaak overgenomen, in een ver doezelde beteekenis. Oorspr. beteeke nis: als no. 2 (Odal). Odal is Od-al d w.z. „Adem des heelals". No. 4. Stijl Etruskisch of Kreténs Lich telijk verminkt Beteekenis als 2 en 3. Een geit van J Scheltus, Westerland, heeft 5 sikjes geworpen (Wieringer Crt) Bij het snoeien is te Groningen n 50-j werkman uit een boom' op een rijwiel pad gevallen; hij was op slag dood. Aan de gemeentelijke vischafslag te Harlingen was in 1941 de omzet f412000, zesmaal zooveel als in 1940 Een uitgebreide sluikhandel is te Brunssum ontdekt. Vijf personen, onder wie een winkeliersvrouw, zijn gearres teerd. Zij verkochten dubbele stukken zeep voor f2,80, sigaien voor 35-57 cent, tabak voor f 40 per kg. Zeeland telt 101 gemeenten. Daarvan hebben er 28 minder dan 1000 inwoners. Plannen om er voorloopig 11 bij andere gemeenten te voegen, verkeeren in ver gevorderd stadium; het betreft de ge meenten: Baarland, Borsele, Driewegen, Ellewoutsdijk, Hoedekenskerke, Nissé, Oudelande, Ovezande, 's-Gravenpolder, 's-Heer Abtskerke en 's-Heerenhoek De kleinste hiervan is 's-Heer Abtskerke met 442 inwoners. voor een of andere winkel, waar nog iets te krijgen was, verdrong, dan voelde hij telkens weer een intens medelijden in zich opwellen. En het hotel, waarin men hem, als alle andere vreemdelingen, placht onder te brengen, kreeg daardoor iets onwezenlijks. Want dit hotel was zoo weelderig, ingericht en bood de gas ten zooveel verfijnde comfort, dat men zich in een der meest mondaine bad plaatsen aan de Cöte d' Azur zou kun nen wanen, 's Avonds was het hier de verzamelplaats van vreemdelingen, die er al het door hen gewenschte amuse ment vonden en alle delicatessen, die waar ook ter wereld verkrijgbaar zijn. Maar een paar straten verder ontdekte men het werkelijke Rusland, waar nood en wanhoop de voorbijganger tegen grijnsden. Daar was de afgrond, waarin alles, wat nog op beschaving leek, redde loos verzonk; daar was de markt, waar op de rest' van de beter gesitueerden en de adel uit de Czarentijd haar laatste schamele eigendommen aan de man trachtten te brengen Daar stonden ze in lange rijen, vrouwen met de lijdenstrek- ken op haar gelaat, dat ondanks alle zor- en verdriet, nog van haar betere afkomst getuigde. Daar stonden mannen, mis schien eens dragers van beroemde na men, die een kostbaar stuk porcelein of een paar oude, mooie boeken te koop aanboden om zich voor het aldus ver kregen geld wat thee, suiker, of meel te kunnen aanschaffen. zijn bijna alle zonder uitzondering oor spronkelijk een goede 30,000 jaar oud en zijn de hieroglyphen, die het Groot friesch stamvolk van het Moedervolk, de Maya's hebben overgenomen. Dit hebben ook de Perzen, de Etrusken, de Phoeni- ciërs, de Amenkaansche Indianen vap Noord-en Zuid (Maya's en Inka's) en nog vele andere volkeren gedaan, o.a. de Chineezen Daarom kan men bv. een Per zisch of Beloedsjistaansch kleed met de zelfde sleutel lezen als de Westfriesche grafschriften en merken. Anders kon dat immers niet. Welnu in mijn werkje „Onze Huis- en Grafteekens zijn 10,000 jaar oud. Wat zeggen zij ons?" heb ik de bewijsvoering geleverd en aangetoond, dat dit zoo is. Natuurlijk is er aan die teekens ge knoeid. Dat kon in het verloop van eeni- ge duizenden jaren niet uitblijven. Zoo komt het b.v. voor, dat de zoon, die het teeken van zijn vader overneemt, er een streepje aan toevoegt, of ook er een af neemt. Vaak gebeurt dat ook niet. De teekens zijn bijna alle grafteekens, en zijn teksten Het zijn vóórchristelijke teksten, het zijn geheele zinnen, zooals b.v. een Chineesch teeken een geheel woord voorstelt en niet een letter. Bij wijze van voorbeeld neem ik de in de Texelsche Courant afgebeelde teekens en zal er de vertaling bij opgeven. Ik ge bruik dezelfde nummers. De lezer vergeve mij, dat ik nogmaals herhaal. De teekens zijn religieuse tee kens, van eenige duizenden jaren vóór Christus en toen zij' niet meer werden begrepen, toén pas werden het „merken" (een afzakking dus). No. 5. Stijl: zuiver Keltisch of liever Druïdisch. Hun verkorting van het tee ken „Y". Beteekenis: „God's zich mani- festeerende Hoogheid". (God als ingrij pende macht). No. 6. Hetzelfde, lichtelijk verminkt, althans onregelmatig geschreven. No. 7. Stijl. Etruskisch of Kreténs. In het Grootfriesch moet het een sierlijke S zijn, een zwaanshals zoogezegd. Beteeke nis: „Droomen Gods", later „Vreugde Gods". No. 8. Als 7, maar nu een grafteeken. Beteekenis: „Gestorven in de vreugde Gods Aanspraak op een overheidsfunctie kan men niet laten gelden, wanneer men militair of bij de Opbouwdienst is ge weest. Wel kan men hiervan bij het sol- liciteeren melding maken. Bewijsstukken aan te vragen; Bureau Arbeidsdienst, Laan C van Cattenburch 28, Den Haag De Taalclub-uitzendingen (20 maal Zondagsavonds over Hilv. II., van 6,30-7) hadden veler belangstelling. Wie in het bezit van „Het schrift van Marie" (met veel taai-wetenswaardigheden) wil ko men, schrijve aan de Ned. Omroep. Voor blinde luisteraars komt er een verkorte uitgave in Braille-schrift. Illlllllllll OVER POSTZEGELS. Illlllllllll FINLAND. Finland geeft met Mei voor de lucht post en voor buitenl. pakketten nieuwe zegels uit; eenige vertoonen 'n landschap,' andere de haven van Helsinki. VATICAANSTAD Vaticaanstad geeft ter gelegenheid van het a.s. Bisschopsjubileum van de Paus waarschijnlijk speciale postzegels uit. Robert Eschberg was de laatste jaren vaak in Rusland geweest. Hij had steeds belangstellend en met een nietszeggend gezicht geluisterd, wanneer men hem van de cultureele en economische voor uitgang van Rusland vertelde en van de gunstige uitwerking der vele ingrijpen de maatregelen van het Sovjetrégime. Maar wanneer hij dan eens een wande ling maakte over een dergelijke markt, dan had hij, als vele anderen, die zich niet door het uiterlijke lieten verblinden, voorloopig weer genoeg gezien om zich een eigen meening te kunnen vormen. Nooit verzuimde Robert hier een paar inkoopen te doen. Zelfs wanneer er niets ,was, dat zijn belangstelling vermocht op te wekken, keerde hij niet met leege handen terug. Dit was de eenige manier om hier nog wat goed te doen en hoe vaak gebeurde het niet, dat hij een ont roerend dankbare blik uit de moede oogen van een of andere grijsaard op ving, omdat voor het gekochte eigenlijk een te hooge prijs werd betaald Ook vandaag had hij weer lang over de markt geslenterd. Ditmaal was het een uit hout gesneden en met de hand beschilderd heiligenbeeldje, dat zijn be langstelling opwekte. Hij had verstand van zulke dingen. Dit fijne figuurtje was ongetwijfeld uit een of andere koergane, een der oudste grafheuvels in Oost-Rus land en Siberie, afkomstig. Hij was reeds twee-, driemaal voorbij geloopen en zou het begeerde voorwerp zeker reeds heb- VOOR DE ZOOVEELSTE MAAL HET OERA LINDA BOEK Het artikel van den heer J. Overwijn in de Texelsche Courant van 11 April 1.1. heb ik met aandacht en over het alge meen met instemming gelezen. Evenals hij haak ik er naar, dat echt-deskundige mannen ons over het Oeralindaboek af doende uitsluitsel geven. Het is een neu traal terrein. Het wetenschappelijk on derzoek er van wenschen zoowel de heer Overwijn als ik in volkomen vrijheid en openhartigheid doenlijk en mogelijk te achten. Toch zou ik op zijne reactie-op-mijn- artikel-van-4-April enkele opmerkingen willen maken. Hij schrijft; „Men heeft het nog nooit en nergens de moeite waard geacht, er 'n wetenschappelijk onderzoek naar in te stellenSpeelt nu mijn geheugen mij parten? Ik meen mij heel zeker te herin neren, dat er een diep onderzoek, ook scheikundig, voor een jaar of dertig a veertig heeft plaats gehad inzake het papier, waarop het oorspronkelijk handschrift van het Oeralindaboek is ge schreven; en dat de betreffende -onder zoekers tot de conclusie zijn gekomen, dat dit papier negentiende-eeuwsch pa pier is, en wel uit de bekende papierfa briek van Van Gelder. Verder schrijft de heer Overwijn' „On getwijfeld is er aan het werk geknoeid, omdat het eenige malen is afgeschreven, maar ik zou Ds. Bakels eens willen vra gen, of hij in de omstandigheid, dat de Bijbel vele malen is afgeschreven en ver taald, een reden ziet, om dat Boek te verwerpen" Hierop antwoord ik, dat ik zeer zeker reden vind om den bijbel als B o e k te verwerpen Niet natuurlijk de schoone- en-goede fragmenten er van. Maar het boek als Boek-zelf. Hierover behoef ik niet uit te wijden. Ieder oplettend lezer, die enkele mijner boeken heeft gelezen, weet, dat ik voor deze mijne verwerping cr.telbare stevige argumenten heb. Vervolgens komt het Maya aan de beurt. Het Maya-volk en deszelfs taal gingen vooraf aan de Azteeksche be schaving, die Columbus' volgelingen in het begin der 16e eeuw in Mexico von den. Ik ken de Maya-taal niet. Ik heb ook het allerlaatste nieuws over die taal MERKWAARDIGHEDEN Familieschandaal. Gevonden voorwerken: Willem, zoon van W. van Sonnen en C. Th. de Regt, Marcus, z. van B. Houters en A. A Spil man. (Utr. Nieuwsblad). Doe iets! Klaag over de wereld, Want ze is nog niet goed, Maar zorg bij uw klagen, Dat ge iets voor haar doet. Laurillard Steunt de Nederlandsche Volksdienst UITSPRAKEN ECONOM. RECHTER. A.Kerckhaert, Wieringermeer, ruil handel tarwe-pruimtabak, f 150 boete of 25 dagen. F. Timmerman, Wieringerwerf, ruil handel tarwe-soda, f 40 boete of 5 dg. J Marijn, Bergen, die een textiel- kaart verkocht, f 60 boete of 15 dagen. Veehandelaar J. de Waard, Bergenj volle melk achtergehouden en gekarnd, f 100 boete of 10 dg. Veehandelaar Th Volkers, Oudesluis clandestien boter en kaas bereid, f 150 boete of 30 dagen. G A. Fokker, Den Helder, ongedekt vervoer van 12 kg tarwe, f 40 boete of 10 dagen. J. den Adel, Den Helder, tarwemo- lentje frauduleus in voorraad en er mee gemalen, f 25 boete of 6 dg W. Bijpost, A. Groet en A. Bruin, St. Maarten, die groenten buiten de vei ling om hadden verkocht, resp. f 150; f 75 en f 100 boete of resp. 25-15-20 dg. Meubelmaker J. B. Hoogland en melkventer C. A. Roskam te Alkmaar, kettinghandel in kaas (tot f 6,50 per stuk), resp. f 275 en f 200 of elk 25 dg of 10 dagen. ben gekocht, zonder op de prijs af te din gen, wanneer de eigenaar niet zoo'n weerzinwekkende indruk had gemaakt. Hij had een typisch Sarmatengezicht spleetoogen, een platte neus en een bree- ae mond met dikke lippen, waaromheen een valsch lachje speelde. Hij voelde er weinig voor deze man de sterk oyer- vraagde prijs te betalen Te duur, te duur! Robert stond reeds op het punt nu voor goed van de koop af te zien, toen hij plotseling achter de man een jong meisje ontwaarde Het eerst viel hem haar zonderlinge kleeding op: een ruwe Russische boerenrok, danig verschoten en hier en daar versteld, afge dragen schoenen, welke door kapotte veters bijeen werden gehouden tot zoover in deze omgeving niets onge woons. Maar bij deze verwaarloosde kleedingstukken droeg het meisje een, met de hand geborduurde zijden blouse en daaroverheen een nu wat kaal gewor den, half lange bontjas, waarvoor echter wel eens een behoorlijk bedrag moest zijn betaald. Een bonte doek, welke over het hoofd was geslagen, liet slechts het teere ovaal van het gezicht vrij. Bij het aanschouwen van dit gezichtje echter, bleef Robert als aan de grond ge nageld staan, terwijl hij het vreémde meisje onafgebroken aanstaarde. Anne- greet, dacht hij, om 's hemels wil, dat is toch Annegreet! (Wordt vervolgd.) niet gelezen. Het laatste bericht, dat ik er over las, luidde, dat er nog geen tweede Champollion (die het Egyptische hieroglyphenschrift het eerst ontcijferde) is opgestaan om de Maya-inschriften te lezen. Met wat de heer Overwijn ver der meedeelt over het Oudindische Djae (Djaus) (en ik voeg er bij: het Chinee- sche Taoe of Toa), Theos, Deus, kan ik geheel meegaan k Heb er zelf meermalen over geschreven en gezegd, dat dit reus- achtig-internationale woord gereisd is van China heel tot het Germaansche Friezenland, en in het Fransch luidt „Dieu" en bij de oude Germanen Tiejs (de god van 't Recht) en dat daarvan nog onze naam van den tweeden dag dei- week stamt: Dinsdag; en dat de Frie zen dien dag nog ^hed?n4 WSMfiidje" (Tiesj-dag) noemen. Over de „plompe grapjes" heb ik een andere meening dan de heer Overwijn. Ook over de vraag, of er in de 19e eeuw wel iemand kon gevonden worden, die zulk een inderdaad geniale uit-den- duim-zuigerij had kunnen te voor schijn brengen. Naar mijn innige (literai re) overtuiging, moet zulk een genie in de 19de eeuw in Nederland inderdaad geleefd hebben. Wat mij indertijd tot de meening bracht, dat het Oeralindaboek ((evenals zoo menig geschrift der oude' Grieken en Romeinen (op Pythagoras' beroemden naam staan ontelbare pseudepigrafische geschriften), en evenals de meeste bijbel boeken, zich valschelijk ouder voor doen dan ze zijn)). ik herzeg: wat mij indertijd tot de meening bracht, dat het Oeralindaboek niet is wat het 1 ij k t te zijn,.... dat is; een gewoon onbevoor oordeeld vlot doorlezen van de Neder- lr.ndsche vertaling, die er naast gedrukt staat. Daarin worden m.i. overduidelijk de gewone liberale Nederlandsche gods dienst-ideeën van zeg 't jaar 1860 van onze jaartelling verkondigd. Overigens met handdruk aan mijn col- lega-onpartijdig-onderzoeker, den heer Overwijn. H. BAKELS Haarlem, 13 April 1942. (Door gebrek aan plaats werd opname van dit artikel vertraagd. Red.) 263. Robinson en Vrijdag marcheerden koelbloedig op het punt aan, waar de walden waren gelahd. Zij brachten het kleine meegebrachte kanon in stelling zonder dat de wilden het bemerkten. .opyrlgT 264. Door zijn verrekijker ontdekte Ro binson, dat zich onder de gevangenen ook een blanke bevond. In een eerste op welling van drift had hij de troep zwar ten meteen maar willen bestormen. Illlllllllll VAN DE BOEKENPLANK. Hollands Glorie, door Jan de Hartog Opnieuw ontvingen we een klein getal van-dit prachtige boek. Reeds meer dan 100 exemplaren werden daarvan door ons verkocht. Bestel thans. We kunnen u nu nog helpen. Goede voorleesboeken voor het gezin Vertellen! Luister je mee? Verhalen voor kleuters, door Aafje Fokker. 120 blz. (1— Lichte bloei, bloemlezing, verzameld o.a door Tony de Ridder. 128 blz. f 1, Kleine fakkels, bloemlezing door I C Thomson yerza'meld. 127 blz. f 1, Stralen van een licht. Verhalen voor jongens en meisjes. Verzameld door R Oostra. 135 blz. f 1, Jezus en Zjjn vrienden, door I. C Thomson. 128 blz. f 1, IHHIIHM HYGIENE EN VEILIGHEID mm 412. Vroeger en nu. Men hoort wel eens zeggen, dat onze voorouders zooveel krachtiger waren dan wij. Zij waren gespierde menschen gehard door de ruwe levenswijze, ge staald tegen de invloeden van weer en wind. Dat is allemaal best mogelijk maar laten we niet vergeten, dat door een natuurlijke selectie de krachtigste individuen in leven bleven en cje zwak ken het niet lang uithielden. (Dr. J. G Menken). Z 3 9 d

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1942 | | pagina 4