Texelsch dialect.
Hitier sprak in het* Sportpalast te Berlijn.
Het is nog niet te laat!
Naar een betere toekomst voor de Nederlandsche boer.
56e JAARGANG. No. 5692.
ZATERDAG 3 OCTOBER 1942.
TEXELSCHE COURANT
Er is meer, dat ons volk bindt,
dan \vat het scheidt.
Een beroep op de Hollandsche
nuchterheid.
„In het bloed der volken van Europa
wordt een nieuwe wereldordening gebo
ren", heeft Z.H. de Paus onlangs in een
zijner redevoeringen gezegd. En het is de
tragiek van deze tijd, dat het slechts in
het bloed van Europa's kracht, Europa's
mannen mogelijk was. Men moet de tra
giek niet zien in de historisch aan de orde
zijnde omwenteling, die zich thans vol
trekt. Want dit is de fout, die talloozen
thans maken in hun denken. De tragedie,
die de wereld thans in een roode mist
hult, ziet men alleen, relatief weinigen
vermogen door dit waas het, grootste we
reldgebeuren van onze dagen te-zien..Er
wordt niet slechts een nieuwe politiek-'
geboren, doch een nieuwe wereld staat
op uit de stuiptrekkende, bloedende res
ten van een oude. Geen land ter wereld
kan zich hieraan onttrekken, geen volk
kan en mag hier langer buiten staan.
Wat thans gaande is, raakt niet slechts
enkele volken, het is ten nauwste ver
bonden met het lot van alle volken ter
wereld. Den waren patriot schreit het
hart, wanneer hij ziet, hoe ons goede
volk, nog steeds versplinterd, gelaten de
ze tijd ondergaat en zich niet verwaar
digt kennis te nemen vdn diens strekking
en omvang, en vooral: van diens gevol
gen.
Het wordt de hoogste tijd, dat ons volk
zijn befaamde objectiviteit, zijn beroem
de nuchterheid terugvindt, om zich be
zig te houden met zakelijke werkelijk
heden in plaats van ijle illusies.
Daartoe is op de allereerste plaats noo-
dig, dat ons volk zichzelf als volk te-
ïugvindt. In plaats van tegenstellingen op
de spits te drijven, bezinne men zich'op
v/at ons nog als volk binden kan. Men
zal dan zeer zeker tot de conclusie ko
men, dat er meer is dat ons bindt, dan
dat ons scheidt.
Binding. Is het,een niet te vervullen
wenschdroom van hen, die de verdeeld
heid van ons volk als de diepste teleur
stelling van deze dagen ondervinden?
Wij gelooven van niet. Laten we er geen
doekjes om winden: ons volk is in de
hoogste nood, die we ooit hebben gekend.
Redding uit die nood kan ons niet door
andere volken worden gegeven, doch
""slechts door ons eigen volk, in de ure des
gevaars hecht verbonden
De geschiedenis heeft bewezen, dat
geen volk ten gronde ging aan verloren
oorlogen, doch slechts door innerlijke
ontbinding. Het is nog niet te laat. La
ten we onze krachten samenbundelen op
de zeer vele nog stéeds aanwezige voor
een goede binding garant staande om
standigheden.
Alleen de ware beleving van de volks
gedachte kan ons helpen. L.C.
Bij onverschilligheid is het veiliger le
ven dan bij lanatisme. Alléén kan men
zich niet branden warmen evenmin.
(V. Loosjes).
harige hande, door de kou ruw gewor
den handen;
harlewak, slecht schaatsrijder, ook:
prusser;
harsie, roofje, korstje op een wond;
hazeneut, hazelnoot; Friesch: „hazze-
nuut";
healkesig, zonder model, niet sierlijk;
heend, eend;,
't heer d'r of, bijna raak (bij het schie
ten of het werpen van een steen b.v.);
vgl. Ned.: „het scheelde maar een haar";
heft, hecht van een mes;
heft (aan een nagel), een eenigszins
geschonden plekje, dat aan de kleeren
blijft haken; wordt ook gezegd van voor
werpen op de zeebodem, waaraan vis-
schers met hun netten vastloopen;
Kookkolen voor hotels, restaurants en
pensions.
De Burgemeester van Texel deelt mee,
dat houders van bovengenoemde instel
lingen tot het verkrijgen van kookkolen,
zich op het distributiekantooor dienen te
vervoegen op 5 October a.s. van 2 tot 3
uur. Het gastenboek, alsmede de stam
kaart van den eigenaar, dienen te wor
den medegebracht.
Texel, 29 September 1942.
De Burgemeester voornoemd,
RIJK DE VRIES.
AFHALEN
FORMULIEREN VOOR KAARSEN.
De Burgemeester van Texel deelt mee,
dat van 1 Oct. 1942 af gelegenheid be-
staat,„voor het afhalen van formulieren
voor het verkrijgen van bonnen voor
kaarsen voor verlichting van stallen en
voertuigen. Deze formulieren kunnen ui
terlijk 17 Oct. 1942 bij de Distributie-
dienst wórden ingediend. Bij de indie
ning worden direct rantsoenbonnen ver
strekt. (uitsluitend aan hen, die niet o/er
electriciteit of andere verlichting be
schikken). Het formulier dient men aan
de loketten af te geven (niet Dinsdags of
Woensdags).
Texel, 1 October 1942.
De Burgemeester van Texel,
RIJK DE VRIES
VASTE BRANDSTOFFEN
voor kamer- en pensionbewoners.
De Burgemeester van Texel deelt mee,
dat op 5 'October a.s. van 9-12 uur op
het Distributiekantoor gelegenheid zal
worden gegeven tot het afhalen van een
formulier MD 333-11 (aanvragen van
>xtra brandstoffen voor kamer- en pen
sionbewoners.) De volledig ingevulde
formulieren moeten op 8 October a.s
worden ingeleverd door den kamerver
huurder of pensionhouder. Voor pensions
en verhuurde kamers met centrale ver
warming moet genoemd formulier'; in
tweevoud worden ingediend. De distri-
butiestamkaarten van huurder en ver
huurder dienen te worden medegebracht.
De Burgemeester voornoemd,
RIJK DE VRIES.
DE TAAK VAN DE N.V.D.
Wanneer sprake is van hulpv.erleening
door de Nederlandsche Volksdienst,
wordt niet gevraagd naar geloof of poli
tiek: Het gaat er alleen om, of de be
trokkene hulp noodig heeft om hem weer
te maken tot een goed lid van ons volk.
En de anti's? Doen die hetzelfde? Het
antwoord luidt neen. In het verleden is
ieder, die hulp noodig had, steeds ge
stuurd naar die groep, waarbij hij hoorde.
Er werden schotjes opgericht om het
/volk te verdeelen. De splijtzwam heeft
veel gescheiden, wat bij elkaar hoort.
Nu is het onze plicht te zorgen, dat het
volk weer een hechte eenheid wordt.
Wij, menschen van de N.V.D., hebben ons
daarvoor ingezet, met voor onszelf, maar
voor ons volk en vaderland. Ieder, die
trouwhartig en goedwillend is, zal bij ons
als een kameraad worden ontvangen ook
al is hij geen nat.-socialist.
Wendt u voor nadere inlichtingen of
aanmelding als lid tot het Bureau van de
N.V.D., Raadhuis, Den Burg.
DE ZON.
Za. 3 Oct. op 7,43; onder 19,15
Zo 4 Oct. op 7,44; onder 19,13
Ma 5 Oct. op 7,46; onder 19,11
Di. 6 Oct. op 7,48; onder 19,08
DE MAAN.
Za. 3 Oct. op 1,09; onder 16,05
Zo. 4 Oc. op 1,40; onder 16,44
Ma. 5 Oct op 2,08; onder 17,17
Di. 6 Oct. op 3,12; onder 17,47
Nieuwe Maan: 10 Oct, 6,06.
HOOG WATER OP TEXELS REE.
Za. 3 Oct. 3,35 en 16,09
Zo. 4 Oct. 4,49 en 17,33
Ma. 5 Oct. 6,17 en 18,57
Di, 6 Oct. 7,32 en 20,01
Springtij 10 en 23 October.
Te Alkmaar is door de Nederlandsche Landstand in Noord-Holland een pro
vinciale Landdag gehouden. Tijdens het openluchtspel „De Strooppot", naar een
Texelsche volksoverlevering door Fred Groot, werden boerendansen uitge
voerd. (V.N.P./De Haan Pax-Holland-c.)
De Landstand heeft op zijn Provinciale
Landdag te Alkmaar getuigd9 van zijn
onwankelbaar geloof aan 'n wereldorde,
welke het hoerendom in al zijn eer en
rechten zal herstellen.
De Nederlandsche Landstand vecht
door! Met vertrouwen de toekomst tege
moet. Dit was de leuze van de groote
Landdag, die Woensdag te Alkmaar is
gehouden. Met vuur hebben de algemee-
ne boerenleider van Nederland, de heer
Roskam, en de Provihciale boerenleider,
de heer J. Saai, in beteekenisvolle betoo-
gen de groote schare, die in de stedelijke
muziektuin was samengestroomd, toege
sproken. Zij hebben een hart onder de
riem gestoken bij hen, die zich door een
eventueel pessimisme zouden laten lei
den en zich afvragen: „Waarom heeft de
Landstand nog niet alle macht op ons
gebied in handen?" Maar niet gewan
hoopt: De tijd komt, dat aller wensen in*
vervulling zal gaan, dat de Landstand
zich ten volle zal kunnen ontplooien, en
in elkeen een heftig verlangen zal gebo
ren worden, méé te mogen marcheeren
in zijn gelederen.
De Landdag werd bijgewoond door de
Commissaris der Provincie, Mr. Backer,
door Dr. Griinwald, als vertegenwoordi
ger van het Rijkscommissariaat, door de
heer Eggerth, pressereferent voor Noord-
Holland en door verscheidene burge
meesters.
De Texelsche deelnemers aan deze
belangrijke dag, onder wie wij burge
meester Rijk de Vries en boerenleider
Joh.. Parlevliel opmerkten, hadden zich
natuurlijk met bijzondere belangstelling
naar de Kaasstad begeven; immers zou
op deze dag ook de opvoering van het
openluchtspel „De Strooppot" bewerkt
naar de Texelsche legende plaats heb
ben. Er zou een „levensgroot" front van
boerderij De Strooppot zijn opgebouwd.
En inderdaad, daar stond de Stroop
pot in „levenden, lijve" voor ons, midden
in de Stedelijke Muziektuin. Net echt!
Wel 10 m. hoog en 16 m. breed! Een
groo.te pluim voor de decorist, Arend
Meijer, die voor zulk 'n natuurgetrouwe
nabootsing zorgdroeg. Recht tegenover de
boerderij, op een vijftig meter afstand,
bevond zich een hoog podium, aan de
achterzijde waarvan een vele meters
hoog en breed, wit geschilderd front was
opgetrokken, waarop in groote zwarte
letters: „Met ploeg en zwaard naar de
zege!" Voor het spreekgestoelte hing een
groot zwaard en daaronder stond een
ploeg, geflankeerd door garven graan.
Hoög boven de plèats, vanwaar de lei
ders zouden spreken, was 't welbekende
embleem van de Landstand aangebracht.
Omstreeks kwart voor 12 betraden de
heeren Roskam en Saai de muziektuin,
waar alle aanwezigen ter begroeting van
huu stoelen opstonden. Hierop sprak de
heer Koeman, plaatsvervanger van de
Prov. boerenleider, een kort welkomst
woord, waarna een vrouwenkoor, be
staande uit landsvrouwen en leden van
de landjeugd o.l.v. Jac Jansen op ver
dienstelijke wijze een tweetal liederen
ten gehoore bracht. Hierop begaf de heer
Saai zich naar hot podium.
De, Provinciale Boerenleider
spreekt.
Hier volgt een samenvatting van de re
de van de Prov. boerenleider J. Saai, die
aanving met het doel van deze landdag
ujteen te zetten. Hij Wil een bemoediging
zijn voor wie'zich reeds volledig voor 't
belang van ons volk, voor dat van de
boer in het bijzonder, hebben jngezet;
een gelegenheid tot kennismaking met
hen, die tegenover 't werk van de Lapd-
stand niet onsympathiek staan; een
waarschuwing voor de afzijdigen, die het
liefst de Landstand dwars zitten.
Hartelijk dankte spreker zijn getrou
wen voor hun steun in de vaak moeilijke
strijd tegen domheid, onwil en verkeerd
inzicht. Geen duimbreed, zoo vervolgde
hij, zijn wij van de uitgestippelde weg
afgeweken. Wars van dikdoenerij en
ambtenarij trachten wij ons doel te be
reiken, niets en niemand, zoo noodig,
sparend. Dc taak van de Landstand is
grdotsch; wij beleven de grootste revolu
tie aller tijden; wij hebben geen regee
ring meer; door verkeerd inzicht van
onze vroegere regeering zijn de koloniën
ons afgenomen; wij staan in ons hemd en
in de kou. Nu moeten de boeren, in de
Landstand vereend, zelf het fundament
voor het gebouw der nieuwe boerenorde
leggen; in de Landstand, die er komen
moest, doch waarvan de komst dooi
de oorlog werd verhaast. Onze boeren
konden niet meer wachtën de boeren
stand, met al zijn gebreken, kon niet
blijven wat hij was Wanneer men iets
tegen de Landstand heeft, kan men toch
zeker niets inbrengen* tegen de eenheid,
waar we naar streven; tegen het ver
werven van boerenrecht en waken voor
de hoereneer. Dan heeft men alleen wat
tegen de „politieke inslag". Maar de par
tij, uit wie en door wie de Landstand
voor een goed deel is gevormd, draagt
de gezonde begrippen eer en trouw
haar devies en nimmer heeft die partij
daartegen gezondigd.
Gelukkig wordt het aantal boeren, dat
de Landstand een goed hart toedraagt,
steeds grooter. Het besef groeit, dat stil
stand achteruitgang is, voor ons volk en
voor henzelf. De Landstand leeft en mar
cheert!
De organisatie op de dorpen is nage
noeg voltooid. Over het algemeen vervul
len de dorpsboerenleiders hun taak met
ambitie. De medewerking der burge
meesters is" verbeterd; op sommige plaat
sen is ze zeer goed. De burgemeesters
worden nu niet meer gehinderd door een
verpolitiekte gemeenteraad, waarin niet
altijd de besten uit de gemeente zitting
dden; hfj wordt nu gesteund door een
groepje ingezetenen, die hem goede ad
viezen geven.
Volkomen decentralisatie bij de behan
deling der boerenvraagstukken is mijn
ideaal. Wie op ons bureau komt, wordt
getroffen door de goede geest, welke
daar heerscht. Men vindt er geen loket
leeuwen, maar menschen, die zich be
wust zijn, dat zij er zijn voor de boer en
de boer niet voor hen.
De Landjeugd moest eigenlijk alle boe
renzoons en boerendochters omvatten,
maar tot dusverre hebben we hieronder
nog slechts te verstaan een keurcorps van
jongeren, dat zich zijn roeping bewust is;
dat trotsch is te behooren tot de eeregarde
van hen, die ons volk voeden. Zij scha
men zich hun afkomst niet. Zij kennen
de waarde der uiterlijke beschaving,
maar schatten die der innerlijke bescha
ving hooger. Deze jeugd zal de eerste
vruchten plukken, die rijpen aan de
boom van de nieuwe tijd, welke zij met
de ouderen thans bezig is te planten.
Niet alleen mannen, maar vooral ook
vrouwen hebben we in de Landstand
noodig. Zij hebben op de medewerking
van de man in de Landstand de grootste
invloed. Gelukkig staat het overgroote
deel van hen in onze voorste rijen en zoo
zullen man en vrouw het leger der on-
willigen, saboteurs, dommen en haat-
zaaiers ten slotte onschadelijk maken.
Trotsch ben ik op onze Landvrouwen in
Noord-Holland; zij zullen er wel komen,
al is hun weg steil. Meer nog dan de
mannen hebben zij te verduren van ver
zuurden, die haar met oogenschijnlijk
kleine dingen het leven onaangenaam
trachten te maken. Zij toonen groote ac
tiviteit (excursies, spin-cursus). De win
ter zal zwaar zijn, maar met en door
onze vrouwen zullen we er doorkomen.
Door de goede geest, welke er heerscht,
zal het bouwwerk van de-landstand goed
worden. Onze fundamenten zijn goed.
Geleerde professoren hebben we niet
noodig om ons boeren te vertellen, hoe
het moet. Dat kunnen en zullen we zelf
doen!
Boer Saai besloot zijn rede met dank
te brengen aan allen, die in de voorbe
reiding van deze dag een werkzaam aan
deel hadden.
(Zie verder 2e pagina.)
Berlijn, 30 Sept. (D.N.B.) Tijdens een
grootsche betooging der NSDAP in het
Sportpalast is vanavond de 10e JVinter-
hulpactie van het Duitsche volk met een
ïede van de Fuehrer geopend.
Daden spreken.
Hitier herinnerde er aan, dat hij een
jaar geleden voor 't laatst op deze plaats
tot het Duitsche volk kon spreken. In
die tijd heeft hij zich meer met handelen
en daden moeten bezig houden. Wat
thans uitgesproken moet worden, wordt
bovendien door de soldaten gezegd.
Ons partijprogramma.
Onze tegenstanders, aldus zeide Hitier,
hebben na jaren plotseling ons partij
programma ontdekt en wij zien met ver
bazing, dat zij de wereld ongeveer dat
gene beloven, wat wij het Duitsche volk
reeds hebben gegeven en waarvoor ons
door de tegenstanders deze oorlog is
aangedaan.
Wat wij gelooven en doen.
Wij gelooven, dat wij de vijand moeten
verslaan, tot de eindoverwinning be
haald is. Natuurlijk kunnen wij met deze
lieden in het geheel niet debatteeren
over het begrip geloof. Wij kunnen, aldus
Hitier ironisch, onze bescheiden succes
sen natuurlijk niet vergelijken met een
expeditie, die negen uur duurde en die
door die menschen wordt beschouwd als
een verwonderlijke, bemoedigende uiting
van een zegevierende natie. Als wij
doordringen tot de Don, tot de
Wolga, als wij Stalingrad bestor
men en het ook zullen nemen, dan is dat
in het geheel niets. Als wij doordringen
tot de Kaukasus, de Oekraine bezetten,
het grootste graangebied ter wereld ont
ginnen voor het Duitsche volk en daar
mede voor Europa, als wij ons van de pe-
troleumbronnen verzekeren, dan is dat
niets. Maar als een Canadeesche voor
hoede met 'n klein Engelsch aanhangsel
naar Dieppe komt en zich met moeite 9
uur handhaaft om daarop te worden ver
nietigd, dan is dat een bemoedigend,
wonderbaarlijk blijk van de onuitputte
lijke, zegevierende kracht, die het Brit-
sche Rijk eigen is
Geen sprake van angst.
Wie derhalve dergelijke dingen ge
looft zal ons geloof nooit begrijpen. Maar
deze menschen hebben natuurlijk ook
-wissels op de toekomst. Zij zeggen: Het
tweede front zal komen. Ik wil niet zeg
gen, dat wij ons niet op een tweede front
voorbereiden, Als Churchill zegt: Wij
willen thans het aan de Duitschers^over-
laten, er in hun angst over te piekeren,
waar en wanneer wij dat front vormen,
dan kan ik slechts antwoorden: Meneer
Churchill, angst hebt u mij niet ingeboe
zemd, maar dat wij moeten piekeren,
daaraan hebt u gelijk, want als ik een
tegenstander van militair formaat had,
zou ik ongeveer kunnen uitrekenen,
waar hij moet aanvallen.
Als men echter militaire idioten tegen
over zich heeft, kan men natuurlijk niet
weten, waar zij aanvallen. Waar Chur
chili ook zijn plek uitkiest, hij mag over
al van geluk spreken als hij 9 uur aan
v/al blijft.
De zwaarste beproevingen voorbij.
Het jaar 1942 heeft de zwaarste be
proevingen r^eds achter zich. Dat was de
winter 1941-1942. Ik mag wel zeggen, dat
in die winter het Duitsche volk en vopral
zijn weermacht door de Voorzienigheid
zijn gewogen. Iets ergers kan en zal er
niet meer komen.
We kunnen tevreden zijn.
Ik geloof, dat wij tevreden kunnen zijn
over de drie jaar, die achter ons liggen
ONS VERSLAAN IS
ONMOGELIJK EN
UITGESLOTEN.
Onze tegenstanders mogen deze
oorlog voeren zoolang zij daartoe in
staat zijn. Wat wij kunnen doen
om hen te verslaan, zullen wij
doen. Dat zij ons ooi verlsaan, is
onmogelijk en uitgesloten. Het nati-
onaal-socialistische Duitschland en
de daarmee verbonden staten zul
len als jonge naties, als werkelijke
volken en volkstaten met een roem
rijke overwinning uit deze oorlog te
voorschijn komen.
Ons programma.
Voor dit jaar hebben wij een heel een
voudig programma opgesteld:
1. Onder alle omstandigheden vast te
houden, wat vastgehouden moet worden,
dat wil zeggen, de ander te laten aan
stormen waar wijzelf niet van plan zijn
op te rukken, stevig stand houden en af
te wachten wie hier het eerst vermoeid
raakt.
Onvoorwaardelijk aan le vallen op
de plaats waar de aanval onder alle om
standigheden noodzakelijk is. Het doel is
daarbij volkomen duidelijk: vernietiging
van de rechterarm van de internationale
samenzwering van kapitalisme, van plu
tocratie en bolsjewisme.
Van het Oostelijk Front.
Hitier gaf vervolgens een beknopt
overzicht van de militaire verrichtingen
aan het Oostelijk Front in dit jaar. Een
van de doelen van het groote offensief is
het afsnijden van de laatste grootste ver
keersader der Sovjet-Unie, de Wolga.
Door de uitschakeling van de Dnjepr,
Don en Wolga, geschiedt voor Rusland
hetzelfde of iets ergers dan voor Duitsch
land het geval zou zijn, wanneer het Rijn,
Elbe, Oder en Donau zou verliezen. Op
ae Wolga werden in 6 maanden ongeveer
30 millioen ton goederen vervoerd, het
geen evenveel is als in een jaar op de
Rijn Dit verkeer op de Wolga is nu reeds
geruime lijd afgesneden Thans wordt
ook een einde gemaakt aan de positie
van Stalingrad. Geen mensch zal ons van
deze plaats weg krijgen.
Achter het front.
Gij zult wél begrijpen, aldus vervolg
de de Fuehrer, dat ik over de overige
oogmerken niet spreek, omdat die op het
oogenblik worden nagejaagd. Maar het
oogenblik zal komen, waarop het Duit
sche volk volledige opheldering daarom
trent zal verkrijgen. Ik mag echter wel
zeggen, dat wij ons de organisatie van
dit reusachtige gebied, dat wij thans
beheerschen, als nieuwe taak hebben ge
steld. Er is ons iets aan gelegen, dit ge
bied te beveiligen ten bate van onze
oorlogvoering, van de voeding van ons
volk, maar ook voor de instandhouding
van -geheel Europa. In de eerste plaats
moest hét verkeer in orde worden ge
bracht. Het reusachtige spoorwegnet, dat
thans reeds voor het grootste deel op
Europeesche spoorbreedte is gebracht,
was volkome^ verwoest. Duizenden
bruggen moesten opnieuw worden ge
bouwd. Dit alles is in enkele maanden
geschied of zal binnen enkele weken vol
tooid zijn. Er zijn aan de kant van onze
tegenstanders menschen, die zeggen
Waarom stoppen ze ineens? Omdat wij
voorzichtig zijn, omdat wij ergens blij
ven, tot de etappedienst geheel in orde is.
Wij organiseeren achter het front het
verkeer en de landbouw. Het gebied
moet worden ontgonnen. Wat hier is ge
presteerd is gewoon ontzaggelijk.