A «NICODEMUS EN Z'N SCHADUW» 7* h NEDERLANDSE REDDERS TER ZEE REDDEN VRIEND EN VIJAND Ons kleine park Mechanisatie in de landbouw TERDAG 2 NOVEMBER 1946 60c JAARGANG. No. 5661 EXELSCHE COURANT Miitatö rvrinnnn a A In November zal U.D.I. de klucht „Nicodemus en z'n schaduw" opvoeren. Deze maand wordt door het gezelschap D.V V. dit zelfde stuk in verschillende plaatsen in Noord-Holland opgevoerd. Wij zien hier tijdens de voorstelling te Amstelveen, de hypnotiseur Boudin in actie .UITGA VI voor de le helft van de 12e periode (27 Oct. t.m. 9 November) 1946. jonkaarten KA, KB, KC 612 (strook no. 1) 5-4 algem. is 250 gram waspoeder 5-5 algem. is 500 gram suiker, boterham strooisel, enz. of 1000 gram jam, stroop, enz. of 740 gram (is 2 potjes) pindakaas, lonkaarfen KD, KE 612 (strook no. 1) 5-4 algem. is 250 gram waspoeder 6-5, 46-6 algem. is 250 gr. suiker, boter hamstrooisel, enz., of 500 gr. jam, stroop, enz., of 370 gram (is 1 potje) pindakaas. 'abakskaartcn [56 is 2 rantsoenen tabaksartikelen Op de bonnen voor suiker kan men, olang de voorraad strekt, pindakaas ko en. Op bovenstaande bonnen kan met m- ;ang van Donderdag 31 Oct. 1946 worden ;ekocht. DEZE WEEK NOG GEEN BON VOOR CACAO. Deze week kan nog geen bon voor ca- ao worden aangewezen, daar wegens een vertraagde aflevering door de fabrikan- en de handel nog niet overal voldoende net cacao bevoorraad is. KEURING VOOR DE DIENSTPLICHT. Alle oproepingen voor de keuring voor ie lichting 1947 zijn verzonden. Zijn er in 1927 geboren mannelijke per- onen, die hier te lande wonen of geacht e wonen en een dergelijke oproeping of :en bericht van niet-inschrijvmg hebben ontvangen, dan moeten zij zich vóór 10 November a.s. ter gemeente-secretarie aanmelden. Texel, 28 October 1946. De Burgemeester van Texel, Mr. G. D. REHORST. PONT RIJZEN ERIKELEN. Het pontprobleem staat teqenwoordiq veer in het middelpunt der belanqstel- linq. Zowel op de verqaderinqen van jnze Middenstandsvereniqinqen als op de bijeenkomst van de V.V.V. werden de rerbindinqen met de vaste wal bespro ken. Op een van deze verqaderinqen werd het pontvraaqstuk uitvoeriq be handeld. Indien deze plannen tot uit- loerinq qebracht zouden worden, zo calculeerde men ons toen voor, zou, wat de passaqeqelden betreffen, met een rerhoqinq van ca. 15 pet. rekeninq ge houden moeten worden. Hoe staat het in ons land in het alge meen met de passaqeqelden van onze grote veren? Sinds verscheidene maanden worden ie veren van Walcheren en Zuid-Beve land naar en van Zeeuws-V laanderen gratis onderhouden. De prachtiqe boot, zoals die van Kruininqen naar de Perk- polder, verzekert een vlugge overtocht en er is een dubbele bemanninq beschik baar om 17 keer per daq de reis over de rivier te ondernemen. Deze reqelinq voor en van het Zuiden wordt reeds vanzelfsprekend qeacht, want de grote bruqqen over de rivier in andere qewesten zijn immers eveneens tolvrij en eist de billijkheid dat men qra- tis vervoerd wordt, daar deze bruqqen ook zonder betalinq kunnen worden overqetrokken. Nochtans is de reqelinq van verbin ding voor rekeninq der qemeenschap niet uniform. Voor de andere delen in de provincie Zeeland en daarbuiten qeldt zulk een voorkomende behandelinq niet. Om qebruik te maken van het veer over de Eendracht naar het eiland Tholen, moet men, dank zij een oud Servituut uit de tijd van Philips van Bourqondië en waarvan men geen afstand wil doen, betalen. Weer anders is deze materie qereqeld met de verbindinq met Noord-Beveland, Schouwen en Duiveland. Hier wordt ook weliswaar een qerinq bedraq aan pas saqeqelden qeheven, doch het tekort wordt door het Rijk aangezuiverd. Dus ook Texel draaqt in dit tekort bij! Terecht constateert het streekblad „De vrije stemmen van Schouwen en Dui veland", dat hier iets niet klopt! Wij ci teren woordelijk wat dit blad hierover opmerkt. „Men diene het qratis vervoer af te schaffen of rekene een laag tarief, waar niemand bezwaar tegen behoeft te heb ben óf men stelle de andere bewoners van Zeeland, Zuid-Holland en ook de WADDENEILANDEN in het Noorden eveneens in de qeleqenheid om voor zekeninq van de qehele Nederlandse gemeenschap voor niets te reizen. Be voorrechting van de ene groep ten koste van de andere qroepen, dient evenwel volstrekt van de hand te worden qewe- zeiK- Tot zover dit blad. Van het vrij vervoer zijn wij, mis schien vreemd genoeg, geen voorstan ders. De jeugd zou een dermate qebruik van het qratis vervoermiddel gaan ma ken, dat het lawaai van de teqenwoor diq „qratis-vervoerde jeuqd" nog met verscheidene decibels vergroot zou wor den. Maar wat denkt ge overigens van de hierboven voorqestelde qelijkscha- kelinq? ZON. MAAN EN HOOGWATER. De zon komt 3 Nov. op om 7,37; onder 5,09. Maan: 9 Nov. V.M.; 15 Nov. L.K. Hoog water ter rede van Texel: 4 Nov. 5,41 en 6,24; 5 Nov. 7,01 en 7,32; 6 Nov. 7,58 en 8,22; 7 Nov. 8,44 en 9,04; 8 Nov. 9,22 en 9,41; 9 Nov. 10,— en 10,20; 10 Nov. 10,39 en 11, Men zag ook tijdens de oorlog slechts de mens. Toen in September 1939 verschillende onzer kustlichten werden gedoofd en de duisternis van de oorlog over Europa ge vallen was, begrepen de mannen der kust-reddingboten, dat ook voor hen, meer nog dan voor andere mensen, een moeilijke tijd zou aanbreken. Nu immers zouden behalve de gewone gevaren van wind en branding, ook de mijnen ko men opdagen. Er daagde trouwens meer op dan mijnen al waren het mijnen in andere gedaanten dan voorheen, nl. mag netische en accoustische. Er daagde een vijandelijk leger op van de landzijde en uit de lucht kwamen vliegtuigen. Reeds op 8 September '39 kon men de bittere ernst van de toestand ervaren, toen Hr. Ms. Mijnenveger Willem van Eewijck" op een mijn liep bij Terschel ling, in stukken brak en in de diepte verdween. De reddingsboot van de Noord en Zuid-Hollandse Redding Maatschappij, de „Brandaris", zocht lang en tevergeefs. Drie weken later herhaalde zich het zelfde met de Mijnenveger ,,Jan van Gel der". Weer moest de „Brandaris" na lang zoeken onverrichterzake terugkeren. Doordat het Engelse mijnenveld bij Ter schelling aan onze territoriale wateren grensde en de scheepvaartroute langs de gevaarlijke Terschellinger gronden voer de, liep het aantal strandingen en ram pen door mijnontploffingen snel omhoog. En telkens weer gingen de mannen van de Reddingsmaatschappij er op uit, om mensen te redden, die zonder hulp onher roepelijk de dood zouden hebben gevon den in het roerige water van de gronden. Toen in 1940 ons land zelf in de oorlog kwam, werd de reddingsarbeid langs de kust nog veel moeilijker. Reeds de dagen, voordat wij capituleerden, waren de bo ten actief. De Britse Marine-attaché te Den Haag, admiraal Sir Gerald Dickens, werd ijlings met de „Zeemanshoop" over gebracht naar een Engelse torpedojager, terwijl de boot op de tweede tocht met vice-admiraal Fürstner, Nederlandse of ficieren en Franse generaals aan boord, veerdienst verrichtte naar de torpedo boot Hr. Ms. Z 5. Op de avond van dezelfde dag 14 Mei, voer de „Zeemanshoop" de derde maal uit, nu niet onder den eigen schipper Bruin, maar onder het commando van 4 studenten. In die dagen immers, trachtten talrijke personen, hoofdzakelijk Joden, die wisten dat een toekomst onder de Duitse overheersing de dood voor hen zou betekenen, van Schevemngen uit ons land te verlaten. Daar de schippers van vissersboten e.d., ondanks de hoge geld- aanbiedingen de overtocht niet aandurf den, besloot een viertal jongemannen, die in Delft studeerden, zélf hun lot in han den te nemen. Ze sprongen in de boot en kregen de motor met de hulp van een monteur op gang. Onmiddellijk daagden vele adspi- rant-reizigers op, zodat de boot aldra overbelast was. Men wist zich echter van de wal vrij te maken en met 24 passa giers vertrokken de vier jongens in N.W. richting. Ze kwamen aan, zij het na veel span ning en binnenboords rumoer over de brandstof, het voedsel en de koers. Hier in Nederland kreeg men pas bericht, dat de boot goed was aangekomen, door een Rode Kruis-telegram aan den secretaris van de Reddingmij., dat luidde: „Broertje van Dons, Arthur en Hilda, is hier en maakt zich verdienstelijk". „Dorus", „Arthur" en „Hilda" zijn namen van boten van de N.Z..H Reddings Mij. Het doel van de N. en Z.H. Redd. Mij. is het redden van mensen van de dood in zee, van welke nationaliteit ze ook zijn. Dit laatste hield gedurende de oorlog in, dat zowel vijanden als geallieerden wer den gered volgens de hoogste Christelijke en beschavingswet, al was het wel eens heel moeilijk in de jaren van terreur, toch uit te varen en het eigen leven te wa gen om de aanstichters van onze ellende het leven te redden. Maar onder de witte vlag met het rode kruis gingen deze on willige gedachten nooit over in daden; men zag nog slechts de mens en niet de nationaliteit. Zoals spreekt, hebben de Duitsers niet altijd de Rode-Kruishoeda- nigheden van de reddingsdiensten begre pen en maar al te vaak werkten zij een redding tegen, vooral wanneer het vij andelijke vliegers betrof. Zo viel er voor Callantsoog een vlieg tuig in zee. De beide vliegers trachtten in een rubberbootje de kust te bereiken, terwijl er een hevige branding stond. Een lid van de Redingsmaatschappij wilde met lijnen het strand op, om de drenke lingen te helpen, maar Duitsers verboden de toegang tot het strand. Zo was men ge doemd, machteloos toe te zien, hoe het vlot omsloeg en een der Engelsen ver dronk. Eens stortte omstreeks kwart over twee een Engels vliegtuig neer tussen Ame land en Terschelling. Eerst om half zes mocht de boot „Abraham Fock" uitva ren. wat na een half uur pas mogelijk was. Men zag op de Koffieboonplaat een propeller boven het zand uitsteken, ter wijl verderop een vleugel lag. Na lang zoeken vond men het nog warme li chaam van een vlieger. Een van zijn be nen was gebroken en uit zijn oor liep bloed. Als men drie uur eerder had kun nen uitvaren, had men deze man mis schien nog kunnen redden. Hoewel de 4 Marine-Befehlshaber, overigens (ook wel ten bate van zijn eigen mensen), zoveel medewerking verleende om de bericht geving zo snel mogelijk te doen plaats vinden, ontbrak hier altijd iets aan; ener zijds doordat het oog van de Reddings dienst, de kustwacht (ongeroutineerde landrot-Duitsers, die de ervaren Neder landers vervingen), ongeschikt was, an derzijds doordat men sabotage pleegde, waar het de Geallieerden betrof. Want de 140 tochten, die naar neergestorte vlieg- Wanneer we zo ons Park bezien. Dan denken we, wat tof, Er wordt met man en macht qewerkt, Daarover niets dan lof. De perken zien er keuriq uit, De bladeren qraaft men weq, Het is, mijn lezers, alles waar. Wat of ik u hier zeg. Noq nimmer werd er zo gezorgd, Voor ons zo lief plantsoen, Het is het eniqst wat we hebben, Wat kan men beter doen. De Afrikaantjes blijven wel, Verdwijnen niet, naar 't schijnt, De Leeuwenbekjes zijn niet meer, Voor hen is 't parool: „verdwijn!" We wachten weer het voorjaar af, Dan komen ze wel weer, En zijn ze dan teruq in 't Park, Vertellen we u wel meer. Aan het slot van de vergadering van de Holl. Mij. van Landbouw, afd. Texel kwam nog de oprichting van een Coöp Werktuigen Vereniging ter sprake. Hoe belangrijk de voordelen zijn, die men hiermee kan bereiken, blijkt wel uit de ervaringen opgedaan in het N.O. van ons land bij verschillende systemen maai- dorsmachines. De capaciteit van de twee grootste machines was 30-50 mud p. uur Deze machines werden door twee drie mensen bediend. De arbeidslonen, die tegenwoordig hoog zijn, worden belangrijk bespaard, aldus ir P. A. van der Ban, rijkslandbouwconsu- lent te Wageningen. In het buitenland is men reeds geruime tijd geleden tot me chanisatie overgegaan. Men bespaart hierdoor mensen. Niet alleen door het aanschaffen van een motortrekker met daarbij behorende werkmethoden, doch ook door het toepassen van rationele werkmethoden met betrekking tot het 'handgereedschap is dit te bereiken. De motortrekkers maken het mogelijk met minder paarden te volstaan. Het voordeel van de mechanisatie moet men niet on derschatten. tuigen gemaakt werden in de oorlog, le verden maar zeer wenig resultaat op, hetgeen zeer teleurstellend was voor de mannen. Want een redder is geboren om te red den. Toen de „Neeltje Jacoba", een nieu we boot, in dienst werd gesteld, uitte eer van de sprekers de begrijpelijke wens dat de boot nimmer gebruikt zou behoe ven te worden. De schipper Kramer wist niet wat hij hoorde, zo'n mooie boo. nooit gebruiken. „Die mijnheer begrijp, er niks van", zei hij. „Stel je voor, dat we nooit wat te doen zouden krijgen waarvoor leef je dan?" En ieder schipper van de Reddingsmij. heeft een respecta bel aantal reddingen op zijn naam staan Natuurlijk hebben de schippers van plaat sen, waar de omstandigheden „gunstiger' zijn voor schipbreukelingen, meer kans om reddingen te verrichten, maar de goe de wil ertoe is overal langs de kust. Een opmerkelijke redding was die van de „Aquila" op 7 Februari 1944. Men hac reeds 26 man van de 60 van het schij gehaald met de „Dorus Rijkers" van Der Helder, toen het weer gunstiger leek te worden en de kapitein nog maar ever wilde wachten met verdere actie. He' ging echter opnieuw stormen en om achi uur 's avonds vroeg de bekende schippe Bot den kapitein of hij zijn schip wild' verlaten. Men antwoordde ontkennend maar vroeg wel of de „Dorus Rijkers in de buurt zou willen blijven gedurend de nacht. In vier vaam water werd he' anker uitgegooid en daar lag het licht scheepje en „werd in de hoge zee vai stuurboord naar bakboord heen en wee gesmeten op een vreselijke manier", zeg' het journaal. 's Morgens vroeg het gestrande schir dringend hulp, de branding sloeg aan houdend over het schip heen. Door d< grondzeeën gelukte het echter niet, langs zij te komen aan bakboordzijde. Terwij men aan stuurboord een dergelijke po ging in het werk stelde, werd de red dingsboot hoog opgenomen en op het de' van de „Aquila" neergezet Men moer de poging opgeven en wachtte het da" licht af. Door het draaien van de wind werd het gestrande schip echter los ge woeld, het raakte zelfs vlot en kon ir dieper water het anker laten vallen Het gevaar was geweken en om 9 uur keerde de „Dorus Rijkers" terug. „Wind Z.W. tot N.N.W., kracht 7-9, buiig weer hoge tot zeer hoge zee", zegt het jour naal. (Zie ook volgend nummer). (Copy-recht: „Pen Gun", Weekblad v d. Ned. Strijdkrachten). v.h. Fa. LANGEVELD DE ROOIJ Boekhandel - Drukkerij en Bibl. Den Burg Texel Postbus 11 Telefoon 11 Postgiro 652 Bankrekening: Rotterd. Bankver en Coöp. Boerenleenbank. Verschijnt Woensdags en Zaterdags V Postabonnementen f 2,25 p. half j. „OVER TWAALF DAGEN TEGEN MIDDERNACHT". Door de R.K. Toneelvereniging „St. Jan", is in studie genomen het vrolijk spel in 3 bedrijven „Over 12 dagen tegen middernacht" door Gerard Nielen. Het ligt in de bedoeling, dit stuk 24 en 29 November a.s. in „Casino" op te voeren. Liefhebbers van een vrolijke klucht kunnen we aanraden, deze uitvoe ringen te bezoeken. Zie verdere aankon digingen. VERGADERING „IJSCLUB OOST". OOST. Belanghebbenden verwijzen wij naar een adv. in dit nummer betreffende ?en te houden vergadering op 4 Nov. a.s. Er is ook nu weer een verloting aan ver bonden, waarin een paar schaatsen en een doos sigaren zal worden verloot. Wij twijfelen dan ook niet of de vergadering zal wel goed bezocht worden. BOND VAN PLATTELANDSVROUWEN AFDELING TEXEL. Voor een goedbezette zaal in Hotel „De Lindeboom", opende de voorzitster, mevr. E. C. Keijser-Bolier 18 October j.l. de vergadering en leidde den heer Van Ingen Schenau in, die over zijn reis ervaringen naar Indië en Australië zou spreken. Zij memoreerde resp. onze jon gens, die geroepen zijn om orde en rust te helpen bevorderen, de repatriërenden, die vaak hun toekomst in rook zagen op gaan, zij die vrijwillig hun hulp bieden, waar nodig en gedacht met eerbied al en, die daar vielen in de afgelopen oor- ogsjaren. Met de wens, dat spoedig alles ten goede mocht keren, gaf zij spreker 't woord. Op boeiende en heldere wijze vertelde dhr Van Ingen Schenau eerst van zijn spontaan vertrek met de „Tarakan", vlak na de Japanse nederlaag. Dat er nog geen mogelijkheid op Sumatra voor de plan tages bleek en hij toen werd aangezocht ïls ass.-transportleider mee naar Hol- and te gaan. Hoe succesvol hij zich van rijn taak kweet, bleek wel uit het feit, dat hij in Holland terug, al gauw voor en tweede transport werd aangezocht, rie heenreis werd toen per vliegtuig af gelegd. Interessant waren de opmerkin gen over deze tocht. Van Indië ging het weer door de lucht naar Australië, (het and van belofte met 400 geldige textiel punten, wol en ondergoed vrij!). Hier .verden plm. 1600 passagiers ingescheept. Een stad op zichzelf! We genoten van de verhalen over het door spr. met flair be noemde „stadsbestuur": HBS-kinderbe- bewaarplaats, politie, etc. Op deze reis werden voor het eerst „betaalde" corvee- diensten ingesteld en ziedaar.het aan bod overtrof de vraag! Veel tact was no dig om ieder het zijne te geven en te la- fen behouden! Het mooie weer droeg veel bij om ook deze reis tot een succes te maken en in goede welstand met één pas sagier meer dan men uitgevaren was, be- eikte men het Moederland. Spreker beschreef ons de goede zorgen vaarmee de gerepatriëerden werden om ringd, de vlotte afwikkeling van voorlo pige uitkering, distributiebescheiden, buisvesting, extraatjes van diverse fa brieken en de service der Rode Kruis- puto's. Daarna gaf spreker in het kort ^en beschrijving van de Australische ste den en het leven aldaar (ook gebrek aan huishoudelijke hulp!) en de enorme af- rtanden. De dokter legt zijn bezoeken per liegtuig af, opgeroepen per privé-radio- ender. Veel te vlug naar ieders zin, was de lijd verstreken en voorzitster sprak dan pok in haar dankwoord voor deze buiten gewoon interessante causerie, de hoop •rit, dat dhr Van Ingen Schenau in de toe- '-omst nogmaals bereid zou zijn van zijn ervaringen te komen vertellen. Na de pauze las mevr. Dros-Bakker, >ecretaresse, de notulen en bracht voor- ritster verslag uit van het bezoek aan de entoonstelling in de P.H. Polder en de Wgem. Vergadering in Utrecht De leden werden opgewekt in 1947 mee te gaan iaar het Internationale Congres, waar- mor Plattelandsvrouwen uit alle delen 'an de wereld naai Nederland zullen ko men. Om 11 uur werd deze leerzame bijeen komst gesloten. ALGEMENE REGELING WINKELSLUITING. Van 1 Oct. 1946 tot 1 April 1947. Algemeen sluitingsuur 6 uur (Zater dags 7 uur) en 's middags van 12,30 tot 13,30, uitgezonderd Dinsdags, wanneer om 13 uur definitief gesloten moet wor den. KATHOLIEKE KERKLIJST Zondag: H.H. Missen in Den Burg en Den Hoorn om 8 uur en half 11, in Oos terend alleen half 11. Biechtgel van 7,30- 8 u. Communie onder alle Missen en om 7,30 en 9,30 u. Meisjescongr. om 4 u. Lof om 7 uur. Na het lof Mannencongr. Deze week: H.H. Missen om 7,30 en 8,30 u.; communie vóór en onder de Missen. Dinsdag en Vrijdag ook om 7 uur. Maan dag ook H. Mis om 9,30 uur. Dinsdag avond om 7 u. Vrouwencongr. Woensdag: 8 u. Mis in Den Hoorn, 's Avonds half 8 Jozef lof. Donderdag: 8 u. Mis in Ooster end. 9,30 u. gez. Mis bij een 35-jarig hu welijk. Vrijdag: geen biechtgel. v. school kinderen. Zaterdag: 48 u. biechtgel. op hele uren. 6 u. rozenkrans. Terug van een oefentocht („Pen Gun").

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1946 | | pagina 1