U
Mi
KJ
De vooruitzichten voor
bollenkwekers in 1947.
Stippelman voor Kerstman speelde.
L
Het kistje dat toveren kon
Van den heer H. Bruijn, secr. van de
afd. Texel van de Algem. Ver. voor
Bloembollencultuur, ontvingen wij nog
enige gegevens, in aanvulling op ons ver
slag v.d. de vorige week gehouden ver
gadering. De motieven voor de opti
mistische verwachtingen in 1947 zijn vol
gens den heer Bruijn als volgt:
1. Het exportcijfer over 1946 ten be
drage van 50 millioen gulden tegenover
37 millioen in 1945 wijst op vooruitgang
en rechtvaardigt het vertrouwen dat dit
voor 1947 nog zal stijgen omdat Amerika
de invoer van onze bollen met gecontin-
genteerd heeft en de berichten over de
verkoop in Amerika, dat reeds thans door
onze reizigers wordt bewerkt, over het
algemeen gunstig luiden.
2. Er is enige gerechtvaardigde hoop,
dat Engeland het contingent enigszins zal
verhogen.
3. Met Zweden is een handelsovereen
komst getroffen waarin van een flinke
hoeveelheid bloembollen sprake is, het
geen o.a. voor Sions eerste grootte van
belang kan zijn.
4. We hebben voor 50 millioen gulden
geëxporteerd, zonder dat Duitsland, dat
voor de oorlog een van onze grootste en
gedurende de oorlog bijna onze enige af-
remer is geweest, hierbij betrokken was.
Beeds nu wordt er hard aan gewerkt om
Duitsland weer opengesteld te krijgen, al
zal uiteraard het eventueel daarheen uit
te voeren kwantum het volgend jaar nogi
niet groot kunnen zijn.
5. Van onze regering die alle zeilen
bijzet om de export in het algemeen zo
hoog mogelijk op te voeren, kunnen we
alle mogelijke medewerking verwachten.
6. Alle kwekers hebben een zekere hoe
veelheid plantgoed moeten inleveren,
waardoor de productie wordt verminderd.
Bovendien is er meer dan 100 ha. vrij
willig ingekrompen door vrijwillige inle
vering van plantgoed, ongeacht de vrij
willige inkrimping waarvoor niet is inge
leverd, en waarvan de grootte dus onbe
kend is.
7. Dank zij de strengere maatregelen
zullen er het volgend jaar geen bollen op
de markt komen die zonder vergunning
zijn geteeld, hetgeen vooral in 1946, ten
gevolge van de onvoldoende controle in
voorgaande jaren, in ontstellende mate
het geval is geweest en die dan ook het
surplus in hoge mate hebben vergroot,
tengevolge waarvan de noodlottige are
aalheffing zo hoog moest worden gesteld.
COÖPERATIEF GEBRUIK VAN
WERKTUIGEN.
In een onlangs gehouden vergadering
van de Coöp. Aankoopver .Texel" werd
een commissie benoemd, die tot taak heeft
de mogelijkheid te onderzoeken om ook
op Texel te komen tot een coöperatief
gebruik van landbouwwerktuigen. Derge
lijke verenigingen werken reeds op enke
le plaatsen in ons land; in onze provincie
DE GEBROEDERS KNOOPENSCHAAR
door G. TH. ROTMAN.
(Nadruk verboden).
15. Maar al spoedig maakte Gerrits
verbazing plaats voor bewondering „Nou.
ik mot zegge, da's knap hoor!"' zei hij.
Hierop nam hij den verbouwereerden Jo-
docus, die inmiddels al helemaal droog
geworden was. bij de arm en voerde hem
in triomf naar zijn Gerrits huis,
waar hij hem plechtig een grote ham
vereerde.
16. Toen Jodocus thuiskwam en daar
uit Pieters verhaal begreep, waaraan hij
de ham feitelijk te danken had, grinnikte
hij „Hi-hi, dat lijkt het verhaaltje van de
haas en de egel wel!" Maar Pieter kreeg
geen stukje van de ham en moest toezien,
hoe zijn broer er dikke plakken van op
zijn boterhammen legde.
Kleine stadjes en steden in
de V S. Mauch Chunk Pennsyl
vania. Mauch Chunk, het dis
trictsstadje van Carbon Coun
ty ligt in het bergachtige ko-
lenmijnengebied van de Staat
aan de Lehighnvier. Het was
de oorsprong van de eerste
spoorweg, die werkte met
magnetische kracht in de V.S.
Het heeft een bevolking van
meer dan 3000 inwoners.
De foto toont een gezicht op
Mauk Chunk met de Lehigh
rivier op de voorgrond.
vinden we daarvan een voorbeeld in de
Zijpe. 0
Wat is het doel van een dergelijke ver
eniging? De algemene omstandigheden
maken het nodig, dat er gewerkt wordt in
de richting van verlaging van de kost
prijs van onze producten Eén van de be
langrijkste middelen daartoe is de me
chanisatie van onze landbouwbedrijven,
die zoals in de toekomst duidelijk blijken
zal, in belangrijke mate kan bijdragen tot
een kostenverlaging van de producten.
Het is dan natuurlijk gewenst, dat een
zo groot mogelijk aantal bedrijven van de
voordelen van de mechanisatie profiteren.
Dit nu kan worden bereikt door een co-
operatief gebruik van werktuigen, die
voor de kleinere bedrijven anders onbe
reikbaar blijven.
Misschien zeggen sommigen Het is
voor die kleine bedrijven maar het beste
zo spoedig mogelijk het bouwland weer
om te zetten in grasland. Wij kunnen het
hiermede niet, eens zijn. De algemene toe
stand wijst er op, dat we in de toekomst
zoveel mogelijk zullen moeten gaan in de
richting van zelfvoorziening. En wij me
nen nog altijd*, dat de bedrijven, die in
staat zijn een gedeelte van het benodigde
veevoeder op eigen bedrijf te telen, het
minst kwetsbaar zijn. Wanneer we zo om
ons heen zien, dan valt het op, dat heel
veel bedrijven op het ogenblik kostelijk
profiteren van de stoppelgewassen. die
een zeer welkome besparing van de schra
le hooioogst betekenen.
Intussen zijn we overtuigd van de gro
te moeilijkheden, die het exploiteren van
'n betrekkelijk kleine oppervlakte bouw
land voor diverse bedrijven met zich mee
brengt. We denken hier met name aan
meerdere bedrijven in De Westen en Den
ls de heer Hupwin-
kel in een slecht hu
meur was, floot hij.
Was het zéér slecht,
dan floot hij vals en
waren er geen woor
den voor te vinden,
dan floot hij vals de
Marseillaise. Die
middag, van kan
toor thuiskomend,
floot hij vals de
li Iarseiliaise voor de tweede keer. Hij was
overigens geen onaangenaam mens en als
egel zelfs bepaald welwillend in de om-
ang.
Natuurlijk had hij niet zo maar 't land.
r waren redenen voor. Ten eerste was
ij uitgegleden op een van die ongelukki
ge glijbaantjes, die jongetjes altijd pre-
ies maken op de weg tussen zijn kantoor
n zijn huis. Ten tweede was en bleef er
ïjn eksteroog. En ten derde- Knooks, de
t leuwe overbuui, een spichtig oud ventje
ad nét gezien, hoe hij op dat baantje on-
'eruit was gesuld. De man heette geen
Inooks, maar in gedachten noemde me-
'r.eer Hupwinkel hem nooit anders. Hij
y/as er van overtuigd, dat de reeks ram
en, die hem de laatste tijd trof, de
^.chuld was van Knooks. Hij was 'n boos
wicht. dat ventje. Venijnige oogjes. Oog
van een naér, achterbaks mannetje
Waarom zou hij niet dat pakje uit Ame
rika verduisterd hebben, waarvan zijn
broer schreef dat het was afgezonden. Hij,
Hupwinkel, woonde op no. 89 en Knooks
op no 98. Het kon bést
Toon hij de huiskamer binnenstapte, zat
zijn vrouw bij de kachel te breien, Joost
las ,,De Woudloper" van Ferry en Jaapje
kliederde met een verfdoos. Hij hield on
middellijk op met fluiten. Zijn boze bui
imolt weg als sneeuw voor de zon Hij
gaf ze alle drie een zoen, luisterde naar
hun verhalen en vertelde zelf een grap
pig verhaal over de gekke manier, waar-
p hij op een glijbaantje was uitgegleden.
Kwart over vier werd er gebeld bij den
epensionneerd ambtenaar van de poste
rijen, den heer Stippel. Bellen was onge
woon bij hem. Hij was een man-alléén.
Zijn enige familie was zijn neef Oscar, die
lke Vrijdag aanliep, een hand gaf. vroeg
oe het was en wegliep met een sigaar.
Maar het was geen Vrijdag, het was
Dinsdag. Hij rees op en ging open doen.
Voor de deur stond een jongetje, dat zei
Ach, wilt u morgen niet even Kerstman
etje bij ons komen spelen?"
Ieder voelt dadelijk het vreemde van
io'n vraag. Meneer Stippel zette een ge-
richt als een verkeersagent, die wordt uit-
enodigd een portret van minister Beel
Een Kerstverhaal door
Ie komen schilderen. ,,Maar jongetje", zei
hij, „wat is dat nou. Hoe kom je daór
nou bij"!
Achteloos haalde het jongetje een hand
door zijn kuif. Het was volstrekt niet uit
het veld geslagen. ,.Toe, doe het maar",
zei de knaap „Iedereen zal het geschikt
vinden. Vader vooral. Aan vader kan je
echt merken, dat hij het vervelend vindt,
dat er dit jaar weer geen Kerstman komt.
Toen hij het ons vertelde, moest hii zuch
ten. .Bovendien", zei 't ventje, „heb ik
het mijn broertjes beloofd".
Nu schudde meneer Stippel energiek 't
hoofd. ,,Dat kan toch niet", protesteerde
hij. ,,Het idéé Ik Kerstmannetje!" Hij zon
op iets om te laten uitkomen, hoe mal het
was. Hij zei „Ik heb niet eens een baard".
Onhandiger opmerking had hij niet
kunnen maken, want nu kwam het jon
getje, dat even uit. zijn evenwicht was ge
weest, weer helemaal op dreef. „Geeft
niet' sprak het. „in de feestartikelenzaak
van Blokum hebben ze erg mooie. U
neemt een muts en een oude winterjas
en een wandelstok Wèdden, dat u dan
een goeie kerstman bent!"
Hulpeloos keek de oude Stippel het
jongetje aan. Zelden had hij zich zo onge
lukkig gevoeld ..Hoe kan je dat nou zeg
gen", mompelde hij ,,Ik deug er beslist
niet voor. Ik heb niks van een Kerstman
Op dat ogenblik deed het jongetje een
stap naderbij. „Jawel", zei het, .en óf. U
hebt Kerstmannetjes-ogen. Daarom ben
ik bij u gekomen Omdat u Kerstman
netjes-ogen hebt
De oude heer Stippel keek het knaapje
strak aan. Het werd hem ineens wonder
lijk te moede. Daarna legde hij langzaam
een spitse vinger tegen zijn neus „Weet
je." zei hij na een poosje, „ik doé het".
Voor de deur stond een Kerstman, die
beweerde bij de familie Hupwinkel te
moeten zijn Hij werd binnengelaten Het
was een pracht van een Kerstman. Hij
had een lange rode mantel, met bont om
zoomd. een bontmuts, een knoestige stok
en een indrukwekkende baard
„Goeden avond", zei de Kerstman.
„Goeden avond, Kerstman", zei meneer
Hupwinkel en hij dacht: een aardigheid
je van mijn vrouw. Zijn vrouw glóm Die
Hein toch, dacht ze. altijd vol verrassin
gen Joost keek toe met de koele nieuws
gierigheid van een generaal, die parade
afneemt. De kleine Jaapje was dadelijk
tot de aanval overgegaan en had de rode
grijsaard resoluut in de baard gegrepen
Hii moest tot de orde geroepen worden.
„Ik kom maar weer eens zelf", sprak
de gast. „dat valt niet mee, je wordt een
dagje ouder Maar ik dacht: toch éven
zien hoe het bij de Hupwinkels is". Daar-
Han G HOEKSTRA,
na stapte hij vief naar de stralende Kerst
boom en deed wat des Kerstmans was.
Hij bleek volkomen op de hoogte Hij
greep de pakjes en deelde ze uit met 'n toe
passelijk woord. Uit het blauwe koffertje,
dat hij zelf bij zich had, kwamen nog een
bouwdoos voor Jaapje en een padvinders-
boek voor Joost. Toen hij dat boek per
ongeluk liet vallen, zag meneer Hupwin
kel het.
Slobkousen. Bruine slobkousen. De
slobkousen van Knooks. Hij werd er
draaierig van Het liefst had hij direct de
vent zijn valse baard van het gelaat ge
rukt en hem daarna over de drempel ge
worpen. Dit nu echter gaat niet met een
persoon, die zoeven je kroost vermanend
heeft toegesproken en met geschenken
begiftigd Hij had zelfs, trillend op zijn
stoel, nog een kop chocolade met den ke
rel te drinken en aan te zien, hoe zijn
kinderen hem klapzoenen schonken
Maar eindelijk had hij hem dan in de
keuken, dat mannetje dat hem zijn Ame
rikaanse pakket had ontroofd en dat nu,
als Kerstman vermomd, zijn huis was
binnengedrongen om te zien of er nog
meer te halen was. Waardig zou hij den
man vermorzelen.
„Waar is dat pak?" vroeg hij temerig
langzaam. Net op dat moment ging de
deur open en mevrouw Hupwinkel, met
een rood hoofd, kwam de keuken binnen.
Ze had iets zwaars bij zich. „Ach Hein",
zei ze, „ik had je willen verrassen. Dat
pakje van je broer uit Amerika was tóch
gekomen en ik had het onder de boom
willen zetten Laat ik het nou hélemaal
vergeten zijn".
Meneer Hupwinkel schrompelde ineen
tot een vod. Hij zei: „O". Hij zei ook nog:
„Juist" De oude meneer Stippel stond er
timide bij, met een vaag gevoel, dat hij
iets zeggen moest
„Misschien had ik niet moeten komen",
lispelde hij. „Maar uw zoontje Joost
kwam mij vragen. Kom. laat ik het eens
doen, dacht ik. Ik ben een eenzaam man,
weet u Ik woon hier pas aan de over
kant, u zult me niet kennen".
Met z'n drieën stonden ze daar in de
keuken. Kan een mens zich zo in een an
der mens vergissen, vroeg meneer Hup
winkel zich af. Ja, dat kon blijkbaar.
Toen draaide hij zich om naar meneer
Stikkel en vroeg of hij nog een kopje
chocolade kwam halen, straks, als de kin
deren naar bed waren. Graag, zei het
vriendelijke ventje en huppelde weg
Nadenkend haalde meneer Hupwinkel
een zakschaartje voor de dag en begon
langzaam de touwtjes door te knippen
van het pakket uit Amerika
Hoorn. Maar ze zijn er ook op andere
plaatsen van ons eiland
Wij hebben ons licht eens opgestoken
bij de Coöp. Werktuigenver. in de Zijpe.
En de gegevens, die wij hebben ontvan
gen zijn alleszins gunstig. De vereniging
werkt tot volle tevredenheid van haar le
den. De grote moeilijkheid is momenteel
nog het tekort aan trekkracht, want de
vereniging beschikt over slechts één wiel-
tractor Het streven is nu zo spoedig mo
gelijk over te gaan tot aanschaffing van
een rupstractor. Tot het werkgebied van
de vereniging behoort nl. ook een gedeel
te met zware kleigrond en op dit soort
gronden is men met een wieltrekker
spoedig uitgewerkt in het najaar.
Verder bestaat het werktuigenmateriaal
uit een tweeschaar tractorploeg, een
schijvenegge, een 10-voets graanmaaier,
een zaaimachine, een kunstmeststrooier
en een aardappelsorteermachine.
Thans nog iets over de financiële basis
van de vereniging. Ieder deelnemer heeft
een bedrag van f 20 per ha. cultuurgrond
gestort als beginkapitaal van de vereni
ging Op deze wijze werd een bedrag van
f 8000 bijeengebracht, waarvoor aan de
betrokkenen 3 pet. rente per jaar wordt
uitgekeerd. Het aantal deelnemers is 45,
welke verspreid wonen door de hele Zij
pe, een gebied van 5000 ha. We mogen
dus zeker niet spreken van een uitzonder
lijk gunstig geval. Op Texel zou het ze
ker mogelijk en ook gewenst zijn de deel
nemers in een kleiner gebied bijeen te
krijgen.
Wel hebben we kunnen constateren, dat
de vorm en ligging der percelen gunsti
ger is dan op Texel. In dit verband kun
nen we nog weer eens wijzen op het gro
te belang van ruilverkaveling.
Ondanks de grote uitgestrektheid van
het werkgebied der coöperatie is het mo
gelijk met de wieltractor te ploegen voor
f 5,per uur. Dit komt neer op een prijs
van f 25 tot f 35 per ha. Daarbij is het no
dig er op te wijzen, dat men in de Zijpe
over het algemeen veel dieper ploegt dan
op Texel, zodat het dikwijls onmogelijk is
met twee scharen te ploegen.
Indien mocht blijken, dat ook op Texel
belangstelling is voor deze zaak, zal de
commissie binnen korte tijd een vergade
ring voor belanghebbenden uitschrijven
Maak dus uw wensen en gedachten om
trent deze zaak aan een der commissiele
den bekend.
De commissie bestaat uit de heren
N. Eelman Wzn., Joh. de Graaf M.Wzn..
N. Kikkert Jaczn., S. Lap Bzn., Jac. Roe
per Johzn. en C. v Groningen. C.v.Gr.
NED. GEZANT UIT SPANJE
TERUGGEROEPEN.
Overeenkomstig de verwachting heeft
de regering, ingevolge de resolutie dei-
Ver. Naties, het besluit genomen, onzen
gezant, te Spanje, den heer P. E. Teppe-
ma, terug te roepen.
Met deze terugroeping worden onze di
plomatieke betrekkingen met het Franco-
land echter niet verbroken. T& verwach
ten is, dat de heer Teppema zal worden
vervangen door een zaakgelastigde.
KERSTVERHAAL VOOR DE JEUGD.
„En nu kinderen", zei vader, die gezel
lig zijn pijp ging stoppen, „zal ik jullie
vertellen wat ik je gisteren beloofde,
maar.moeder, dan moeten we er alle
maal een kop chocolade bij drinken en
gezellig rond de tafel gaan zitten Weet
je wat: ik tel langzaam tot tien en in dio
tijd zitten we allemaal en luisteren.
Ik begin hoor: één, twéé, drie". Allen
waren druk in de weer en nog voordat hij
tien gezegd had, brandde gezellig de sche
merlamp, rook je de dampende chocolade,
die moeder juist uit de keuken gehaald
had en zaten acht nieuwsgierige kinderen
ieder op hun eigen plaatsje naar vader te
luisteren, die in zijn zware leuningstoel
gezeten, de kring eens rondkeek en begon:
„Ja, dat hadden jullie niet gedacht hè,
dat er hier in huis een toverkistje was,
een heel echt toverkistje. Nou ik had er
jullie ook nog niet over gesproken als
iiiet heel toevallig moeder en Elsje het er
samen gisteren over hadden. Toen dacht
ik ineens weer aan dat kistje, dat boven
op zolder staat, zo lang vergeten in een
stoffig hoekje en dat toch... maar laat
ik beginnen bij het begin en dat is een
heerlijke kop chocolade", zei vader pla
gend Moeder schonk de dampende choco
lade in en ieder kreeg een kopje.
„Nu dan, jullie moet weten, dat ik vroe
ger net als Elsje ook eens verdrietig ben
geweest toen ik merkte, dat pannekoeken-
huisjes, dwergen en goede feeën wèl in
boeken bestaan, maar niet in werkelijk
heid. Maar Grootmoeder, die mij altijd
zo goed begreep, heeft toen eens voor
mijn verjaardag een kistje gekocht. Het
was een echt toverkistje, maar dat wist
ik toen nog met.
Toen ik het kreeg, zag het er heel ge
woon uit en er lag een rijksdaalder in,
een gloednieuwe, glanzend-zilveren rijks
daalder. Ik was er wat trots op, dat wil
ik je wel vertellen En iedereen op
school moest het ook van mij horen.
Iedere keer, wanneer ik mijn huiswerk
goed had gemaakt, of met een heel mooi
rapport thuis kwam, ging er een rijks
daalder in. En 's Zondags, als grootmoe
der op bezoek kwam en het kistje op ta
fel stond, legde zij cr altijd uit haar gro
te beugeltas wat extra's bij Dan zei ze
met een ondeugend gezicht: „Kistje ik
verwacht er van. dat jij met Kerstmis to
veren kan".
,.Kan dat nu heus, grootmoeder?' vroeg
ik dan altijd „Ja, mijn jongen", zei ze
steeds, „maar anders dan in jouw sprook
jesboeken. ja eigenlijk nog mooier".
Toen het kistje bijna een jaar in de
kast had gestaan en aardig zwaar begon
te worden, zei grootmoeder op een keer:
„Heb je er nu al eens over nagedacht,
wat er met al dat geld moet gebeuren?"
„Ik zou wel erg graag zo'n fijne me-
canodoos willen hebben, zoals we laatst
in de stad zagen, of een vliegende Hol
lander, of zo'n grote spoortrein met wis
sels en seinposten, ja ik weet een heleboel
grootmoeder".
„O. ja, jongen, nu ik heb er ook eens
over nagedacht, ik weet iets waarvan je
veel meer plezier zult beleven dan van 't
mooiste speelgoed, maar wat het is, zeg
ik je nu nog niet. dat zul je met Kerst
mis pas te weten komen
Een week voor Kerstmis nodigde groot
moeder mij uit om Kerstavond bij haar te
komen vieren en dan zou ik zien hoe het
kistje werkelijk toveren kon.
Eindelijk was het dan zover. Toen ik
bij haar in de grote huiskamer kwam, zag
ik tien kindergezichten, die ik daar nog
r.ooit eerder had gezien, vrolijk en blij
ïond een feestelijk gedekte tafel van het
Kerstbrood smullen
Ieder had bij zijn bordje een nummer
en ik begreep al gauw dat deze hoorden
bij die, welke op de pakjes stonden, die
in de Kerstboom hingen. En midden op
de tafel zag ik mijn toverkistje staan.
Grootmoeder begon na de feestelijke
maaltijd alle nummers in volgorde af te
lezen en ik mocht de pakjes uitdelen.
Nooit heb ik later zulke gelukkige ge
zichten gezien als toen De kinderen ris
ten de rode lintjes van hun pakjes los om
te kijken wat zij hadden gekregen. De
tafel kwam vol cadeautjes, die zorgvuldig
rond de bordjes werden opgesteld. Ten
slotte hing in het topje van de boom nog
een klein pakje voor mij Nadat ik dit
met moeite er uit gehaald had, zei groot
moeder: „Je mag het pas openmaken,
wanneer je thuis bent." Ik kon mijn
nieuwsgierigheid haast niet bedwingen,
maar stak het pakje in mijn zak.
Toen na het zingen van enkele kerst
liederen door ons allen bij de piano de hele
schare blij afscheid had genomen vroeg
grootmoeder mij* „En hoe vond je het
feest nu?"
„Enig, grootmoeder, wat had u dat leuk
bedacht. En wie waren al die kinderen?"
„Dat waren allemaal kinderen, die an
ders nooit een Kerstboom thuis hebben,
die vol hangt met vervulde wensen
Jouw kistje heeft hierbij voor goede to
verfee gespeeld en veel kinderhartjes met
blijdschap vervuld, maar dat ging niet
zonder ons toedoen. Wij moesten daar
bij helpen. Je ziet het nu leeg, maar ik
wed: zonder spijt, hè jongen! En zie je nu,
dat toveren mogelijk is?"
„Ja, grootmoeder", zei ik. Ik nam het
kistje mee naar huis en heb het briefje,
dat ik er in vond, altijd zorgvuldig be
waard. Vader haalde voorzichtig een
klein papiertje uit zijn portefeuille en las
hardop voor:
Alles heb ik verloren, alles ben ik
kwijt.
Maar wie van mij aan anderen gaf,
Gevoelde hiervan achteraf,
Geluk steeds, maar nooit SDijt.
En wat er in het kleine pakje zat? Iets
waar ik iedere dag naar kijk. Nu mogen
jullie het ook van binnen zien. Vader
haalde een klein zilveren horloge te voor
schijn. Het klepje sprong open en met
ouderwetse krulletters stond er in ge
grift.
„Herinnering aan een mooi Kerstfeest,
Grootmoeder".