ff Li-
_ieuwe bonnen
LM«st en Waarheid"
iet—
w<
eiin
Minister Mansholt's
Landbouwplan
HULDE
Borgen geeft Zorgen!
Vrede of Welvaart
een voorshands onoplos
baar probleem
15 MAART 1947
60e JAARGANG. No. 5698
EXELSCHE COURANT
Ike
n geBJK LEVEN.
.M.T 9
bij centrum van Amsterdam was een
e „de Pijp" werd genoemd. Geen
want de steeg daar, had meer
^"Olrioolbuis dan van een straat. Al-
en muf en duf. Wie er van bui-
Jew. kwam, kreeg een groot verlan
gt e|wvincji en zon.
erschBisch hebben er gelukkig maar
liëdeHensen in „de Pijp" gewoond,
int. teötelijk9
-r, tel mensenlevens zijn niet be-
hetloor muren? muf en duf?
Oulier Mensen die het niet vinden
uwelijk. in hun werk, enz. zonder
>ERi zonder hoop
lijk: „Onze kerk is de ware" en
chting". „Bemoei je niet met Vrij-
B'lat is zoveel als athéist"; of „hoed
^ee<le orthodoxie, want dat is schijn-
moahuichel".
Tian>k: alle moffen zijn tuig. „Laat
raT} iun streken maar thuis krijgen".
nifljHien ze eens wat ze ons aan-
:°e,Wij Nederlanders, wij zijn allen
Buitf Moedig en betrouwbaar
gun? bitten in „de Pijp" op één van
iet geinen, of in alle drie.
Te éoSgrafisch in ,de Pijp" zit, v'er-
Tiar wind en zon!
?n s eéstelijk in „de Pijp" zit, behoeft
n. nSvaarheid".
1Rj«ntmoeting met Christus brengt
i^eeg. Dan bemerkt men, dat men-
^Bvijanden zijn, maar broeders,
'ege8wan den Vader. Dat brengt een
•lenjke verruiming,
woijjórt men dat het wereldgebeuren
ber^i heeft, niet naar een volgende
ook al zal die misschien wel ko
mbaar het Koninkrijk Gods, dat be-
-geballen die zich aan Christus over-
IjtqjTI Hem volgen. Welk een bevrij-
aimervindt men dat het nooit te
1 sf'om opnieuw te beginnen, maar
er4 oprecht berouw steeds vergeeft
end k|acht geeft om opnieuw te be
ien |3
iike'een verrlumGn(Te bevrijding.
Inj vrienden, zoekt Christus. Stel
jÉijyoor Hem open en ge zult be-
wat er in uw leven fout is en
iel geest en waarheid u bevrijden.
voor het tijdvak
lS(jp tot en met 29 Maart 1947
rten KA, KB, KC 703 (strook no. 3)
""bod is 800 gram brood
Dod is 400 gram brood
ter is 125 gram boter
ter is 125 gr. marg of 100 gr. vet
,ter is 250 gr marg. of 200 gr. vet
'lil is 4 liter melk
-3 melk is 7 liter melk
wiiB 1S grj^m vlees
|?es is 400 gram vlees
bem is 200 gram kaas
'S. 'is 1600 gram brood
ApS. is 200 gram kaas
ïs.; is 800 gram brood
«terten KD, KE 703 (strook no. 3)
ood is 800 gram brood
ter is 250 gram boter
ter is 125 gr. marg. of 100 gr. vet
t 1-3 melk is 12 liter melk
1-2 vlees is 100 gram vlees
gem. is 100 gram kaas
s. is 800 gram brood
:s. is 500 gr. rijst of kindermeel (uit
it bereid) of kinderbiscuits
,'S. iis 1000 gr sinaasappelen (voor
evering)
ïs.Jis 1500 gr. sinaasappelen (voor-
nkeevering)
atjjirten MA, MB, MC, MD, ME, MF,
MG. 704 (strook no. 3)
''"•ood is 800 gram brood
jurtter is 250 gram boter
-^argarine is 250 gr marg. of 200
i s ve*
1 elk is 5 liter melk
ees is 300 gram vlees
ees is 100 gram vlees
las is 200 gram kaas
Teren is 5 eieren
—O Maart zullen bonnen aangewezen
i voor suiker, versnaperingen en
irde
tgenoemde bonnen kunnen op Vrij-
>c Maart 1947 worden gebruikt, met
lering van de bonnen voor melk,
J S> eerst met ingang van Maandag 17
mag worden gekocht.
in onnen 66-S res. en 66-V res. voor
erppelen moeten uiterlijk op 19
worden ingeleverd bij een detail
groenten en-of fruit,
.iet-aangewezen bonnen van strook
ingunnen worden vernietigd.
—"VOER VAN ZWARE VRACHTEN.
—"Jurgemeester van Texel wijst er
ote nadruk op, dat bet gedurende
waarop een weg tengevolge van
Qi in doorweekte toestand verkeert,
^engste verboden is:
v'achtens het Motor- en rijwielrcgle-
»ver wegen te rijden, te doen rijden
^aten rijden met een motorrijtuig,
an de grootste wielbelasting meer
)0 kg. bedraagt of met een motor
met aanhangwagen.
.fljghtens 't Wegenreglement Noord-
id anders dan met schriftelijke ver-
ig van den wegbeheerder over de
s rijden met voertuigen, geen motor-
én zijnde waarvan de wielbelasting
is dan 600 kg., indien de wielband-
e 10 cm. of meer bedraagt en meer
w)0 kg. indien de wielbandbreedte
r dan 10 cm. bedraagt.
r(e| 10 Maart 1947.
De Burgemeester voornoemd,
Mr. G. D. REHORST.
Bij twee gelegenheden heeft de Mi
nister van Landbouw de vorige week zijn
plannen ten aanzien van het boerenbe
drijf uiteengezet: de eerste maal voor de
Friese Maatschappij van Landbouw en de
tweede maal op een congres van zijn par
tij te Utrecht. Hij gaf nog slechts een be
knopt overzicht van zijn inzichten en kon
digde aan, dat in de loop van het jaar een
uitgewerkt plan gepubliceerd zal worden.
Het hoofdmotief van den minister is, dat
binnen afzienbare tijd gerekend moet
worden met een zeer groot aanbod van
landbouwproducten op de wereldmarkt.
Niet alleen nemen de Amerik oogsten toe,
vooral door verbetering van de land
bouwmethoden en door snelle stijging
van het kunstmestgebruik, maar boven
dien beginnen de Amerik. landen meer
en meer over te gaan tot intensivering
van het landbouwbedrijf, d.w.z. dat zij
ook op de wereldmarkt zullen komen met
vlees, zuivelproducten en eieren. Het ge
volg daarvan zal onvermijdelijk zijn, dat
het voor ons land nog moeilijker wordt
zijn landbouwoverschot in het buitenland
te plaatsen
Wanneer het nu zo was, dat m ons ei
gen land alle kleinbedrijf opgeruimd kon
worden, dan ware het wellicht niet zo
moeilijk met dat buitenlandse aanbod te
concurreren, doch de Nederlandse boer
derijen zijn voor meer dan tweederde
kleine bedrijven en wij moeten er reke
ning mee houden, dat dit aantal zeker
niet zal afnemen Er moet dus met alle
kracht naar gestreefd worden, dat het
kleinbedrijf en onze veehouderij zulke la
ge productiekosten krijgen, dat zij hun
producten toch kwijt kunnen Als gunstig
verschijnsel mag hierbij in aanmerking
worden genomen, dat de stedelijke bevol
king nog steeds groeit. Hoe onaangenaam
het voor de boeren op zichzelf is, dat zij
naar verhouding een steeds kleiner deel
van het volk uitmaken, men mag niet uit
het oog verliezen, dat door deze zelfde
ontwikkeling onze binnenlandse markt
regelmatig groter wordt. Wanneer 40 pet
van onze bevolking in de landbouw
werkt, kunnen de boeren hun producten
slechts verkopen aan de andere 60 pet.,
zodat het aantal kopers slechts anderhalf
maal zo groot is als het aantal producen
ten. Daalt het pc-rcentage van de land
bouwende bevolking echer tot 20 pet., zo
als in ons land ongeveer het geval is, dan
staan er reeds tegenover iedere boer vier
kopers Het binnenlandse afzetgebied is
daardoor dus ruim 2V* maal zo groot ge
worden.
Niettemin houden wij ook dan nog een
groot deel van onze landbouwproductie
over, doordat onze boeren hun vak zo
roed verslaan en dus uit hun bedrijf ha
len wat er uit te halen is. Naarmate het
bedrijf zich meer herstelt van de oorlogs
schade zal dit overschot toenemen. Even
eens zal de productie groter worden, door
dat men met het oog op de grote bevol
kingsdichtheid van ons platteland voort
durend bezig is de bedrijven intensiever
te maken.
Nu willen wij ons landbouwoverschot
graag uitvoeren, maar we kunnen dat al
leen, wanneer w.e onze producten tegen
ongeveer dezelfde prijs kunnen aanbieden
als andere landen. Daartoe is het nodig,
dat de onkosten worden verminderd en
de opbrengsten vergroot. Voor de oorlog
werd ons landbouwoverschot tegen ver
laagde prijzen aan het buitenland aange
boden, maar dat zal in de toekomst vrij
wel niet meer mogelijk zijn, ten eerste
doordat de andere landen een dergelijke
handelspolitiek als oneerlijke concurren
tie beschouwen en ten tweede, omdat
ons land zo verarmd is, dat het een groot
verlies op de export eenvoudig niet meer
dragen kan. Om die reden, aldus de mi
nister, moeten wij ten spoedigste van de
..subsidiepolitiek" af.
De minister wil dit mogelijk maken
door betere verkaveling van de grond,
door betere werktuigen en arbeidsmetho-
den en door te zorgen, dat alle boeren
bun vak ten volle verstaan. Dit laatste be
tekent, dat er eisen van vakbekwaamheid
zullen worden gesteld aan de boeren, die
zich willen vestigen.
De regering zal dus moeten beginnen
met een zeer sterke uitbreiding van het
landbouwonderwijs en met het bestem
men van enorme bedragen voor de uit
voering van nieuwe verkavelingen op gro
te schaal en voor de aanschaffing van be
tere machines.
Hoe aantrekkelijk dit plan er ook uit
ziet. wij mogen niet ml het oog verliezen,
dat het slechts uitzicht biedt op zeer lan-
<?e termijn. De herverkaveling van enkele
honderdduizenden hectaren grond vereist
;aren en iaren arbeid en dêrgeüike kapi
talen. dat ons land die vooreerst niet kan
opbrengen. Ook bet investeren van geld
in machines geeft niet aanstonds een nut-
l'g resultaat en de verbetering van de op
leiding is eveneens iets van lange adem.
Intussen echter moeten de moeilijkheden
ten aanzien van de productiekosten en
van de uitvoer on korte termijn worden
opgelost Juist dit is voor onze boeren een
kwestie van het dagelijks brood. En wii
«dellen daarom met klem de vraag: wat
denkt de regering te doen voor de <la°
van heden? Op dit punt-echter hebben wij
niets vernomen.
ZON, MAAN EN HOOOWATER
De zon komt 15 Maart op om 6,17; on
der 18,03. Maan: 22 Maart N.M 29 Maart
E.K. Hcog water ter rede van Texel: 15
Maart 2,42 en 3,09. 16 Maart 3.42 en 4 23
17 Maart 5,11 en 6,18 Maart 6,46 en
7,24. 19 Maart 7,56 en 8,23. 20 Maart 8,45
en 9,04. 21 Maart 9,20 en 9,36.
KXBfl
Reeds weken zit ons Texelland
Al in de sneeuw en ijs,
En al die rommel brengt 't verkeer
En mensen van de wijs.
En alle dagen wordt gezwoegd,
Een zware strijd gevoerd,
De winter maakt een ieder hier
Zo akelig beroerd.
Al vele dagen werd gespit
Gesjouwd door jong en oud.
Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat
Trotseerde men de koud'.
De auto's zaten telkens vast
De bussen ook heel veel,
De boot zat soms in bergen ijs,
We kregen wel ons deel.
De „post" die sloofde wat hij kon
En bracht de boel op tijd.
Wanneer hij met de Tex'laar kwam
Was ieder weer verblijd.
Ook hen komt zeker hulde toe
Voor al hun moe gesjouw,
Geen wonder, dat men wensen gaat:
O, winter, ga toch gauw!
De „zandman" reed haast elke dag.
Langs 's Burgs straten rond,
En strooide steeds met volle hand
Het zand op d' gladde grond
Zo was men dan weer voor één dag
Van alle gladheid vrij,
Al was de jeugd t er niet mee eens,
De ouderen waren blij
Maar laat ik nog een woord van dank
Hier even wijden gaan
Aan die „vrijwilligers" die paraat
Met schoppen steeds staan klaar.
Wat is door hen een werk verzet!
Wat bergen sneeuw vergooid!
Voorwaar, aan hen komt hulde toe,
Vergelen wij dat nooit!
Dc kankeraars zijn meestal thuis
En roepen ach en wee!
Maar als een ploeg weer scheppen .gaat.
Dan trekken zij niet mee.
Gij mannen, luistert met naar hen,
Trek u er niets van aan,
De meesten weten het tóch wel:
Gij hebt uw best gedaan'
LOAN
OVER PROEFVELDEN, GRONDMON
STERS E.A. LANDBOUWAANGELE-
GENHEDEN OP TEXEL.
V.
In een vorig artikel heb ik het woord
aaltjesziekte genoemd. En dat brengt mij
toch nog weer op het onderdeel planten
ziekten. Nog geen enkel jaar moesten we
zoveel gevallen van aaltjesziekten rap
porteren als het afgelopen jaar. Dit staat
weer direct in verband met de kwestie
van het structuurverval, waarover ik het
de vorige keer heb gehad
Het is en ik hoop, dat u dit, dit voor
jaar heel goed voor ogen zult houden
op de oudere percelen niet meer verant
woord om haver op een gerstesloppel te
zaaien. De ervaringen daarmee zijn zo
buitengewoon slecht, dat ik u dit ten
strengste ontraden moet. Wel in negen
van de tien gevallen heeft dit als gevolg,
dat de haver aangetast wordt door aal
tjesziekte. Of hier niets aan te doen is?
Wij geloven van wel. Het moet door be
paalde cultuurmaatregelen mogelijk zijn,
haver op een gerstestoppel te verbouwen
zonder last te hebben van aaltjesziekte.
En wij zullen ook over dit vraagstuk dit
jaar een proefveld aanleggen bij Gebr.
Timmer in de P. H. Polder. En u begrijpt,
dat wij het vooral weer zullen zoeken in
de toediening van organische stoffen.
Maar daarnaast willen wij ook aan de
bewerking denken.
Nu heb ik dan de belangrijkste onder
delen van ons werk genoemd. Of er niet
meer is? Ja, veel meer. Ik denk bv. aan
het drinkwateronderzoek, dat in bijna al
le gevallen aantoonde, dat we op Texel
zeer slecht drinkwater voor het vee heb
ben en dat het tijd wordt, dat we water
leiding krijgen.
Dan is er het geven van advies over de
meest uiteenlopende zaken. U kunt u geen
voorbeeld vormen van de gevarieerdheid
van de vragen, die ons gesteld worden.
L'en kwestie, die ik nog even aanroeren
wil en die mij ook na aan het hart ligt,
is die van onkruidbestrijding.
U weet, dat we in het begin van de be
zettingstijd buitengewoon veel succes
hadden met Synox als onkruidbestrijdc-r.
De resultaten waren zo, dat we de idee
hadden, dat deze wijze van onkruidbe
strijding binnen korte tijd algemeen zou
worden. Helaas kunnen we nu al enkele
jaren geen Synox krijgen en tot nu toe
is het ons niet gelukt een goede vervanger
te vinden, hoewel we al diverse middelen
hebben beproefd. Ook in het afgelopen
jaar namen we weer enkele proeven. Een
ogenblik hebben gemeend in Stirpan een
goede vervanger te hebben gevonden,
maar later viel het resultaat weer tegen.
Toch gaan we door. We hebben voor het
komende seizoen al weer enkele proeven
met nieuwe middelen op het programma.
Persoonlijk verwachten wij van deze wij
ze van onkruidbestrijding in de toekomst
veel. Maar ik weet,, dat niet iedereen hier
zo over denkt Er zijn nog altijd mensen,
die de bestrijding van onkruid met be
hulp van chemische stoffen een paarden
middel noemen, dat je pas in de uiterste
noodzaak gebruikt. Ik kan het hier niet
mee eens zijn. Een paardenmiddel kan het
worden, wanneer je tot dit middel de
toevlucht neemt op een moment, dat de
zaak hopeloos vast zit, m a.w„ wanneer
het gewas geheel onder het onkruid ver
loren zit. De oplossing moet dan zo sterk
genomen worden, dat het niet anders
kan of ook het gewas lijdt zware schade.
Maar dat is de bedoeling van deze be
strijdingswijze niet. Chemische onkruid
bestrijding moet men op tijd gebruiken
evenals men op tijd gaat wieden. En dan
moet ik zeggen, dat er cultuurmaatrege
len zijn, die eerder onder de paardenmid
delen gerangschikt moeten worden dan
de bestrijding met chemische middelen.
Als men keer op keer met dc onkruideg
door de gerst moet, omdat men ze er an
ders niet boven weet te houden, moeten
we zeker spreken van een paardenmiddel
En het resultaat is dan ook heel vaak dui
delijk te zien.
Tot slot nog iets over een onderdeel van
ons werk, dat niet tot het aangenaamste
behoort. Het is het werk, dat we verrich
ten als assistenten van den Productie-
commissaris. Gelukkig neemt dit werk
af In het afgelopen jaar hadden we nog
te maken met de distributie van land
bouwwerktuigen en vooral met de toeslag
lichte gronden. Vooral het laatste werk
heeft ons heel wat hoofdbrekens gekost.
En we zijn er van overtuigd, dat we de
plank wel eens mis hebben geslagen. Ik
hoop evenwel, dat u er van overtuigd
bent, dal we het werk naar beste weten
hebben gedaan.
Maar nu ga ik eindigen. Ik wil dit
evenwel niet doen zonder u allen harte
lijk te danken voor de medewerking. In
het bijzonder de proefveldhouders harte
lijk dank. Er waren er bij, die het werk
met buitengewoon veel animo hebben uit
gevoerd en tijd noch moeite hebben ge
spaard om er iets goeds van te maken.
Ik dank u. C. v. Gr.
KOLEN, FIETSBANDEN EN
SCHOENEN.
Naar aanleiding van enkele circuleren
de berichten, volgens welke verwacht
mag worden, dat de voorziening van ko
len, fietsbanden en schoenen spoedig nor
maal zal zijn, heeft een redacteur van het
A N.P. de mening van den Minister van
Econ. Zaken gevraagd. Z Exc. deelde het
volgende mede.
Fietsbanden.
Op grond van de huidige productie en
bestaande importtransacties mag worden
verwacht, dat binnen enkele weken de
achterstand in het honoreren van de aan
vragen van de tot dusver geldende voor-
rangsgroepen (artsen, wijkverpleegsters,
Een foto van de bemanning van de Mrb. „Dorus Rijkers", te Den Helder.
Copyrecht N.Z.H Reddingmaatschappij.
UITGAVE
v.h. Fa. LANGEVELD DE ROOIJ
Boekhandel - Drukkerij en Bibl.
Den Burg Texel Postbus 11
Telefoonnr. 11 Postgiro 652
Bankrekening: Rotterd. Bankver
en Coöp. Boerenleenbank.
Verschijnt Woensdags en Zaterdags
Postabonnementen f2,25 p. half j.
Verantw. Redacteur: J. ZEEMAN,
Emmalaan 92, tel 157 Den Burg.
MIDDENSTAND.
arbeiders, werkzaam bij de wederop
bouw, enz.) grotendeels zal zijn ingelopen.
Een verruiming in de voorziening van
fietsbanden kwam reeds tot uitdrukking
in de onlangs plaats gehad hebbende ver
laging van de afstandsnormen. Opheffing
van deze distributie zal echter voorshands
wel niet mogelijk zijn
Schoenen.
Hoewel de huidige productie het wel
licht mogelijk zou maken de distributie op
te heffen, is het. in het bijzonder in ver
band met de zeer moeilijke deviezenposi-
tie nog zeer de vraag of deze productie op
het huidige peil kan worden gehandhaafd.
In verband hiermede kan opheffing van
ae distributie thans nog niet worden
overwogen.
Kolen.
Wat betreft de kolenvoorziening ver
wees de minister ons naar de mededeling,
welke Z.Exc. dezer dagen aan de pers
verstrekte. In deze mededeling vestigde
hij er de aandacht op, dat, aangezien de
vóóroorlogse productie van 12 millioen
ton op zijn vroegst tegen het einde van dit
jaar kan worden bereikt, er nog geen
sprake van kan zijn. dat in het wintersei
zoen 1947-1948 de kolen van de bon zullen
gaan.
Tot in den treure wordt betoogd, dat de
vraag, wat de toekomst van Duitsland zal
zijn, het allesbeheersende vraagstuk zal
zijn. Dit standpunt is juist, maar het
ongelukkige is, dat niemand ons kan ver
tellen wat die toekomst inhoudt. Integen
deel, er zijn twee grote factoren, die op
die toekomst van invloed zijn, doch die
elkander lijnrecht tegenwerken. De eer
ste is de behoefte aan een producerend
en koopkrachtig Duitsland en de tweede
is de vrees voor een welvarend en dus
machtig Duitsland.
Alle economen zijn er van overtuigd,
dat er voor Europa geen rust en geen wel
vaart mogelijk is, zolang Duitsland in ie
der opzicht een chaos blijft. Ons land
vooral wordt daardoor buitengewoon
zwaar gedupeerd, omdat wij in econo
misch opzicht zo nauw met het Duitse
achterland zijn verbonden. Om het even,
welke tak van bedrijf van ons land men
neemt, steeds ontdekt men weer, dat men
Duitsland nodig heeft, hetzij als leveran
cier van machines en grondstoffen, hetzij
als afnemer.
Zoals de toestand thans is, krijgen wij
te weinig kolen, te weinig metalen, te
weinig machines en gereedschappen, te
weinig chemische stoffen, te weinig
kunstmest, te weinig glas en instrumen
ten, te weinig drukwerk, enz. Tegelijk
komen onze havens en binnenscheepvaart
niet op gang en kunnen wij onze uit
voer niet op 't oude peil terugbrengen om
dat Duitsland niets kan kopen en het is
dus niet overdreven te zeggen, dat een
blijvende vernietiging van de Duitse pro
ductiviteit onherstelbare schade aan de
Nederlandse welvaart achter zich aan zou
slepen Vooral nu ons arbeidsterrein in de
Indische Archipel dreigt te verschrompe
len, zou het totaal wegvallen van de
tweede hoofdpeiler van ons bestaan een
voudig fataal zijn.
Dat is één zijde van de medaille, maar
de keerzijde is, dat een opnieuw tot bloei
komend Duitsland onvermijdelijk een
machtig land zal zijn en wat dat voor ons
betekent, weten we maar al te goed. Men
wil dus Duitsland verdeeld en machteloos
houden en verzint allerlei ingewikkelde
plannen om tot dat doel te geraken. Nie
mand heeft echter de moed te erkennen,
dat een kleingehouden en verbrokkeld
Duitsland nooit het welvarende en hoog-
produetieve land van vroeger zal zijn en
dus nooit zal kunnen leveren of kopen,
zoals voorheen. Men kan van een volk in
slavernij niet verwachten, dat het hard
en met ambitie zal werken. Daarom is het
zelfbedrog te menen, dat men tegelijker
tijd Duitsland machteloos kan houden en
hard laten werken.
Hoe dit proces zich zal ontwikkelen,
kan niemand voorzien, maar het is goed
de ogen open te houden voor de tegen
spraak, die gelegen is in de maatregelen,
die men thans ten opzichte van Duitsland
nemen wil. Laat men vooral goed begrij
pen. dat men een technisch hoog-ontwik-
keld volk als het Duitse niet iedere macht
kan ontzeggen als men het wèl als vol
waardig producent en volwaardige kopei
in het economische leven wil mschake-
den.
Zeggen wij te veel, als wij spreken van
een voor het moment onoplosbaar pro
bleem?