V etgehalteverschillen Ik ga nu slapen V acantiebesteding door de Jeugd ■i'4 S# RECEPTEN. Koken van schol. (Voor 4 personen). 1 kg schol 1/3 a Va liter water, 10 gr. (1 eetlepel) zout, scheutje azijn (voor het snel opstijven van het vis-vlees). De kop en de ingewanden verwijderen en de li chaamsholte schoonmaken. De vis aan buiten- en binnenzijde wassen. De vinnen en de staart bijknippen en aan rug- en buikzijde dwarse insnijdingen maken, of- Menigmaal wordt door de veehouders de vraag gesteld, hoe het komt, dat er soms zo'n groot verschil bestaat tussen het vetgehalte op het melkbriefje en het vet gehalte bepaald door de melkcontrolever- eniging (Fokvereniging). Er zijn verschil lende veehouders, die regelmatig het ge middelde berekenen, maar het resultaat is dan meestal, dat ze met gelijk uitkomen; dan is het eerste cijfer te hoog, dan het tweede of omgekeerd. Meestal is de bere kening niet helemaal juist. Men gaat gewoonlijk als volgt te werk: alle vetgehalten der koeien worden opge teld en het verkregen cijfer wordt door het aantal koeien gedeeld. Men vergeet er aan te denken, dat alle koeien niet even veel melk geven. Men had eerst van alle koeien de grammen vet moeten bereke nen en het resultaat daarvan moeten de len door het aantal kg. melk. Welk een verschil dit maakt, moge uit onderstaan de melklijst blijken. Naam kg. melk pet vet gr. vet Jacoba 25,3,750 Neeltje 26,— 2,70 702 Witkop 20,— 2,80 560 Truus 15,2,60 390 Roosje 12,3,10 372 Keetje 11,50 3,20 368 Greet 9,— 2,50 225 Corrie 10,3,50 350 Berta 8,50 4,20 357' Jans 4,5,60 224 Nel 5,— 5,20 260 Totaal 146,— 38,40 4558 Dag avondmelk ochtendmelk gemiddeld pet. pet. pet 1 3,75 3,80 3,775 2 3,60 3,40 3,50 3 3,70 3,90 3,80 4 3,40 3,90 3,65 5 3,30 3,80 3,55 6 3,90 3,80 3,85 7 3,40 3,45 3,425 8 3,80 3,55 3,675 9 3,60 3,55 3,575 wel een insnijding in de lengte langs de graat. Het water met het zout en een scheutje azijn aan de kook brengen en de vis erin leggen, de lichte zijde naar bo ven. Aan te bevelen is het gebruik van een roostertje met hengsels of touwtjes, om de vis gemakkelijk uit het water te kunnen nemen. De vis zachtjes laten ko ken gedurende 5 a 10 minuten, al naar haar dikte. Als ze gaar is (de vinnen ja- ten dan gemakkelijk los), haar voorzich tig uit de pan nemen en opdienen, bv op een ovale schaal, met de witte zijde raar boven en een toefje peterselie op de plaats van de kop. Van het kooknat een peter seliesaus, kerrysaus of tomatensaus ma ken, dopr het kooknat met melk aan te lengen tot Vs liter en dit vocht te binden met bloem. Daarna wat boter of marga rine toevoegen en naar gelang de gewens te soort saus, fijngehakte peterselie, ker- rypoeder met gesnipperde uien of toma tenpuree met uien. 10 11 12 13 14 3,70 3,80 3,80 3,80 3,55 3,70 3,50 3,85 3,70 3.60 3,70 3,65 3,825 3,75 3,575 3,6 14-daags-gemiddelde Uit dit staatje blijkt, dat in een tijdsverloop van 14 dagen geen enkele dag gelijk is aan één der andere. Als nu de controleur van de Fokvereniging op de ze vende dag een monster neemt, is het ge vonden vetgehalte belangrijk lager dan dat van de Zuivedfabriek. Zou er echter Het gemiddelde van de vetgehalten is volgens de lijst 38,40:11 3,49. Bij bereke ning van de vetgrammen, gedeeld door 't aantal kg. melk, krijgt men echter 4558:146 3,12, hetgeen een verschil be tekent van 0,37 pet. vet. Maar ondanks een goede berekening, krijgt men toch zelden een gelijke uit komst. Dit ligt uitsluitend aan het aantal monsternemingen. Immers, de monsterne mer van de Fokvereniging, neemt op één bepaalde dag een monster van de avond en ochtendmelk van elke koe en daarna wordt van elke koe het vetgehalte be paald. Op de Zuivelfabriek neemt men gedurende 14 dagen achtereen van elke levering een monster, doet "deze bij el kander, zodat er een verzamelmonster ontstaat en van dat verzamelmonster wordt 't vetgehalte bepaald. Zelfs, indien men nu eens aanneemt, dat alle koeien een gelijke hoeveelheid melk hebben ge produceerd, dan nog zullen er verschil len optreden. Om dit voor u te demon streren, dient onderstaand staatje, dat is overgenomen uit de C.M.C.krant no. 22. Meer of minder Invloed dan het 14-d. gemidd. van het weer 0,115 0,16 ochtend regen dager 0,14 0,01 0,11 avond regen: lager 0,19 avond regen: hoger 0,235 ochtend koud: lager 0,015 0,085 ochtend avond regen lager 0,04 0,01 ochtend koud: lager -f 0,165 0,09 0,085 avond regen: lager op de zesde dag gemonsterd zijn, dan zou het gevonden vetgehalte belangrijk hoger zijn dan dat van de Zuivelfabriek. Ik hoop, dat een en ander er toe mag bijdragen, u een juist inzicht in het bo vengenoemde te geven. C. J. v. L. DE GEBROEDERS KNOOPENSCHAAR door G. TH. ROTMAN. Ktl (Nadruk verboden) 39. Maar een hele motor met zijspan, dat is geen klein vrachtje voor een een voudige ladder. De bovenste sport, waar aan het hele geval hing, knapte dan ook plotseling af en Pieter en juffrouw Siet- je kwamen met hun vervoermiddel op het plaveisel terecht, na eerst nog den armen Kees een flinke duw te hebben gegeven. ONDER DE STREEP. Er werd gebeld en meneer Rimoulet ging opendoen. Het was de meteropne- mer van de gasfabriek. Arlette, nep meneer, waar is je por- temonnaie? Mevrouw Rimoulet, die juist de boter hammen smeerde, nep terug: „In m'n tas, op het kastje!" Rimoulet ging naar de slaapkamer en zocht in mevrouws tas. Het eerste wat hij zag, was een vulpen. Raar! Die vulpen had hij nog nooit in handen van zijn vrouw gezien. Hij bekeek 'm 's beter. Het was ongetwijfeld een herenvulpen, en in het eboniet van de dop was X. JVL gegrift. Rimoulet nam de vulpen en de benodigde contanten, betaalde den gasman en liep naar zijn vrouw. Je hebt me nooit verteld, dat je een vulpen had, zei hij. Arlette zag de vulpen, liet mes en bo terham los en stamelde: Nee.nee.waarom ook?. Ik heb er niet aan gedacht. Waar komt-ie vandaan? vroeg Ri moulet plotseling streng. Mevrouws fraaie wimpers knipperden schielijk, ze kreeg een kleur en ze brab belde: „Weet ik niet. ofeh. ja toch.ik heb 'm gevonden, eergisteren heb ik hem gevonden bij de bioscoop, toen ik aan het winkelen was. Hij lag op de grond bij een boomtoen heb ik 'm opgeraapt. Ik had 'm natuurlijk aan een agent moeten geven of naar het bureau moeten brengen.Als je vindt, dat 't móét, dan doe ik 't nóg, maar je 40 Helemaal „beduusd" door de hevige schok, bleven de beide slachtoffers lig gen. waar ze lagen. Maar gelukkig was de geneeskundige dienst spoedig ter plaatse; Pieter en juffrouw Sietje werden op de ladder gezet en zo naar huis gedragen, terwijl een politie-agent in de verte met de motor volgde. weet, 't is met vulpennen net als met zak doeken, je verliest zo'n ding zo gauw Ze sprak nu weer vlot en ongeremd. Meneer schudde het wijze hoofd. Haar verklaring leek hem afdoende. „Och, het is niet de moeite", zei hij, „hou 'm maar". Er gingen twee dagen voorbij en Ri moulet praatte niet meer over de vulpen. Het was trouwens vlak voor Pinksteren. „Pak de koffers", zei hij tot zijn vrouw, „we gaan met de Pinksterdagen naar Nor- mandië". Maandagavond waren ze in Le Havre, weer op weg naar Parijs, toen Rimoulet een inval had: „We konden de vrienden nog wel even een ansichtkaart sturen". Ze kochten er een paar en gingen aan een cafétafeltje zitten. Rimoulet schoof zijn vrouw de kaarten toe en zei, met 'n tikje ironie in z'n stem: „Schrijf jij ze maar. jij hebt immers een vulpen!" Braaf ging ze aan het schrijven. Eens klaps keek hij over haar schouder, hij verbleekte en voelde zich akelig worden. Toen hij de kaarten in de bus zou gooien, hield hij er tersluiks eentje achter en stak die in z'n zak. Toen ze 's avonds laat weer thuis wa ren en Arlette te ruste was gegaan, haal de hij de ansichtkaart voor de dag, zocht 'n pakje brieven op in een laatje, verge leek de inkt en trilde van woede. Arlette had hem bedrogen! Een maand tevoren was ze naar haar tante Léonie uit Blois, die doodziek was, gaan verplegen dat had ze ten minste gezegd. Hij had haar naar de trein ge bracht en een goed plaatsje voor haar uitgezocht. Wat had ze er lief uitgezien, toen ze afscheid van hem nam. Hij had zelfs gedacht: Zwart zal haar goed staan. HUISSLACHTINGSREGEL1NG 1947-1948. Voor het seizoen 1947-'48 gelden voor het afgeven van aanhoudvergunnmgen voor huisslachtingsvarkens dezelfde richt lijnen als het vorige jaar. Derhalve komen voor een huisslach- tingsvergunning in aanmerking personen, die hun hoofdberoep in de land- of tuin bouw hebben, t w.: exploitanten van land- en-of tuinbouwbedrijven, mits zij het be heer op deze bedrijven persoonlijk voe ren en 'de arbeiders in de land- en tuin bouwbedrijven; voorts personen, die het vorige jaar in de gelegenheid werden ge steld een huisslachtingsvarken aan te hou den op grond van het feit, dat men een oppervlakte cultuurgrond in eigen ex ploitatie had, waaruit een aanmerkelijk deel van het inkomen werd getrokken en waarop voldoende voeder voor het mesten van een varken werd geteeld, indien deze omstandigheden geen wijziging van be tekenis hebben ondergaan. Diegenen, die het vorige jaar een huisslachtingsvergun- ning hebben gehad, m^t de bepaling dat ze vóór 1 November moesten slachten, komen dit jaar niet in aanmerking voor een vergunning. Voor bet verkrijgen van een aanhoud- vergunning voor een huisslachtingsvarken dient men zich vóór 1 April a,s. tot den P B H. van zijn district te wenden Nadere bijzonderheden over de regeling betreffende de rantsoenering, etc ver strekken de Plaatselijke Bureauhouders. Een nationale zaak. Vorige zomer is in een aantal Neder landse gemeenten een poging ondernomen om voor de jeugd, die vacantie had. mo gelijkheden te scheppen, opdat zij, die va cantie zo goed mogelijk zou doorbrengen. Deze poging, die gezien werd als het be gin van een veel grotere activiteit op dit belangrijk terrein, stond onder auspiciën van Nederlands Volksherstel. In de ko mende zomer zal dit werk wederom ter hand worden genomen door het Centraal Werkcomité Vacantie. De heer J. Pront van Volksherstel, heeft over de noodzaak van dit werk en de organisatie ervan on langs enige mededelingen gedaan. In crisistijd. De jonge generaties, aldus de heer Pont, groeien nu op in een tijd, die men met veel recht een crisis-tijd kan noe men. De volwassenen, of zij ouders zijn of niet, hebben de verantwoordelijkheid om bij te dragen, dat onze jeugd die pe riode te boven komt. Die twee elementen: de crisis-periode en de verantwoordelijkheid van de vol wassenen, vormen het verband, het raam, waarin ook de vacantiezorg voor de Lage re Schooljeugd een plaats moet krijgen. Dat komt, met andere woorden, hierop neer- de neiging tot tuchteloosheid krijgt in de vacantietijd in versterkte mate gele genheid, zich uit te vieren. Ons land, ons volk en zeker de jongere generaties zelf, kunnen daarvan niet anders dan nadeel ondervinden. Dit nadeel moet worden ge keerd. En positief komt het hierop neer het beleven van een waarlijke vacantie tijd is voor het schoolgaande jonge kind van grote waarde. Het Centraal Werkcomité Vacantie stelt thans deze zorg aan de orde, voor het gehele land Want iedereen is daarbij be trokken. De ouders, de overheid, die op allerlei baldadigheid en onrust bedacht moet zijn. De particulier, die zijn tuin aangerand ziet. het verkeer, dat de onge lukken en de onveiligheid ziet stijgen, etc. Op ons allen komt dus een blaam te rusten, wanneer niet gedaan wordt, wat mogelijk is, om vacantiezorg ter hand te nemen. Voor wezenlijke activiteit komt het aan op landelijke, de provinciale en de plaatselijke overheid op de jeugdorga nisaties, op de onderwijsbonden en mis schien ook wel op sommige instellingen voor kinderbescherming. Daarom zijn vertegenwoordigers van de Overheid (Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), de Neder landse Jeugdgemeenschap, de Onderwij zersbonden, de confessionele schoolbestu ren, de Ver. v Volksonderwijs, de Ned. Unie van Speeltuinorganisaties tot het Centraal Werkcomité Vacantie. toegetre den en zijn zij gezamenlijk bezig die zorg voor te bereiden. Gegevens gevraagd. Maar bij die voorbereiding stuiten zij op een moeilijkheid, waarvoor zij de me dewerking nodig hebben van zoveel mo- HET IS EEN NATIONALE TAAK DE met inhoud! Wij denken hierbij aan Gem. goede films, jeugddansen, enz. gelijk Nederlanders. Die moeilijkheid is deze, dat niemand in ons land eigenlijk weet, waar iets gedaan wordt voor de vacantiebesteding voor de jeugd, wié dat doen, wat er gedaap wordt. Daarom vraagt de heer Pont aan iedereen: Geef ons op, wat er in 1946 in uw gemeente aan de vacantiezorg voor de Lagere Schooljeugd is gedaan, of laat ons dat op geven door de commissie die daarvoor misschien bestaat. En ook, of het mislukt is en waarom Zijn er mensen, die zich beschikbaar wil len stellen om in een gemeente deze zaken aan te pakken, dan melde men dit ook. Daarbij moet men goed begrijpen, dat de vacantiezorg vaak een, zaak is. die door eigen godsdienstige richting voor de eigen kinderen beoefend wil worden. Het is geenszins de bedoeling, om daar, waai de wensen uitgaan om de zorg in eigen millieu te beoefenen, daaraan te tornen door een zg. algemene zorg te bevorde ren. En tenslotte heeft men denkbeelden omtrent vormen, waarvan men zegt: „Als men nu eens zo deed of zus deed, of dit deed of dat deed", deel ze dan mee. Wat werd gedaan? In dit verband is het misschien van be lang, dat men weet, wat men zoal aan treft op de programma's van steden en dorpen, waarin reeds iets gedaan wordt. Er zijn plaatsen, waar men de kinderen één of tweemaal in de vacantie een reisje laat doen. Deze reisjes kunnen wij niet tot de vacantiezorg rekenen, al hebben 1 ze natuurhjk wel hun waarde Zij beho ren er wel bij, wanneer ze een onderdeel uitmaken van een zorg voor de langere periode en dus hoogtepunten daarin zijn. Reisjes moeten dus als onderdeel van een groter programma gezien worden. Dan worden er in en om de stad ex cursies op touw gezet, waaraan bij toer beurt telkens andere groepen van de jeugd deelnemen. Natuurlijk is het dui delijk, dat men ook niet van een vacan tiezorg kan spreken, als er alleen eens af en toe een excursie plaats heeft en boven dien kan men niet vier weken lang elke dag met een excursie vullen. Het spreekt vanzelf, dat gebruik ge maakt wordt van speelterreinen en speeltuinen in de gemeente of in de om geving. De speeltuinen beleven eigenlijk hun grote seizoen in de vacantietijd De ontspanning zal bij voorkeur in de open lucht plaats hebben. Overdekte gelegenhe den, bv. schoolgebouwen of één of meer grote tenten, dienen in reserve gehouden te worden voor slecht weer. Men be steedt in sommige plaatsen de vacantie tijd, door de jeugd zo te organiseren, dat zij groepsgewijze zich wijdt aan de ver-/ JEUGD a.s. zomer een vacanST dbijeenkomsten met muzH w zorging van groen en bloem» ruimingswerk of aan opbouw: go is het opvallend, dat men dezeH heden het beste kan laten vefl der aanvoering van door de lir gekozen leiders, en met hoeme ding dit gebeurt. éi Verder behoren tot de ondfl een programma wedstrijden fl len en klassen, of straten of vf - een streek-gebied ook van to bij zowel openlucht- als zaalfl den beoefend. Maar ook wedM het tekenen van een bijzondc#* het bouwen van vlicgtuigmod-fjj wedstrijd in het herkennen vijf? bomen of planten, komen voc Gemeenschappelijke bijeenfi bijeenkomsten van groepen 1 c voor jeugdtoneel of voor dfl van een sportvereniging, of vo- gramma, dat een jeugdorganf1* biedt, voor een poppenkast -JU1 cok een onderdeel, terwijl tea®' moetingen van de jeugd v-5* verschillende plaatsen met navl gemeenschappelijke spel ook fl schappelijk programma, een SN element uitmaken kan, soms .H hele streek. Bij vele gelegenhjl, aandacht geschonken aan bean menzang als bindende en optfw factor. le Dit is een nationale zaal; S allen betrokken zijn. Hier life) concrete activiteit, waarmee cirf nen kunnen voldoen aan ve:^i lijkheden die zij jegens de fl jeugd hebben. De volgende jafi zorg, waarvoor in verschiller/j»e ten reeds jarenlang pioniersw0 richt, moeten uitgroeien tot tot de normale instellingen br° moet het ongerijmd zijn, dat^ den jonge kinderen hun kostefi tietijd verdoen door zichzelf du: geving tot last te zijn. Dan mP gesloten zijn, dat moeders de© van hun kinderen als de ergst© het jaar zien. I En dat geldt voor de kleins® is de omgeving nog zo moJ»; maakt er aanspraak op, dat rao; schermt tegen losbandigheid tai heid. Wij zijn er niet voor, dalg, kinderen in de vacantie een de ge schooltijd opdringt. Wij zibi dat het leert en er aan went, zije lijk te vermaken en in vrij hete heid en orde opdoet. Wij ms r. er vandaag over spreken omiB reeds een goed begin te kunrS Het adres van het Centraal^ té Vacantie is Paleisstraat 1 hage C Ik zal je elke dag schrijven, lieverd, had ze gezegd, en ze had woord gehouden. El ke dag van de vijf dagen, dat ze weg was, had hij een brief gekregen. En wèt een brieven waren dat geweest, ieder, harts tochtelijk, vol echt gevoel, vol aardige de tails. Een van die brieven kende hij bijna uit het hoofd. Die begon zo: „Ik ga nu slapen, het grote huis is leeg en stil, en m'n hart zoekt je. De kat zit bij de haard, hij weet wel, dat ik dol op je ben, het is een geheim tussen ons beiden. En zo ging dat zes zijtjes door. Wat was hij blij geweest met die brieven. En nu moest hij ontdekken, dat die brieven en de kaart van zo even met de zelfde inkt geschreven waren, die van de vulpen. Een maand geleden had Arlette de vulpen dus al, en toen ze zei, dat ze hem voor een week bij een bioscoop ge vonden had, toen had ze gejogen! Hij snelde naar de slaapkamer, waar Arlette reeds argelos onder zeil was. Hij schudde haar wakker, hield haar de brie ven en de kaart onder de neus en riep: Je hebt je verraden. De brieven en die kaart zijn met dezelfde pen geschre ven, de pen van je minnaar natuurlijk Ontken het maar niet Ik heb alles ont dekt. Arlette wreef zich de ogen uit, gaapte eens en zei doodbedaard: 't Is zo, ik heb gelogen. Ik heb die vulpen niet gevonden, k heb 'm gestolen. Van wien? riep Rimoulet met vrese lijke stem. spreek, of ik wurg je. Van Xavier Miraboche. Wat? Kén je die niet? Ach. da's waar ook, je leest ook nooit een boek. Xavier Mira boche is een vreeselijk beroemde roman schrijver. Verleden maand stond ik op een avond in 'n boekwinkel op de Chaussée d' An- tin. Hij was er juist bezig handtekeningen te zetten in zijn boeken. Terwijl hij met iemand stond te praten, zag ik z'n vulpen op 'n tafel liggen. Je begrijpt wel, de vul pen van Miraboche, da's net zo iets als de steek van Napoleon. De verleiding was te groot en. toen heb ik 'm gepikt. Daarna had ik wel spijt, maar toen was 't al te laat.Geloof je me niet? Kijk maar, de letters X. M. staan op de dop. Wantrouwig keek Rimoulet naar zijn vrouw. Sprak ze de waarheid? Was die schrijver misschien haar. Goed, zei hij, morgen zal ik die inkt- vermorser wel eens opzoeken. De volgende morgen stond hij in de salon van den schrijver, en hij was aardig opgelucht, toen Xavier Miraboche kwam opdagen. Het bleek een keuni heertje te zijn, dat zo stilletj muisje naar binnen trippelde.) Meneer, zei Rimoulet, ik" vulpen terug, die mijn vrouw gens gevonden heeft. Is die vafj De schrijver greep er haastijP1 Inderdaad, zei hij, jaje vrouwen, die mijn romans lezef schrikkelijk. Jaar in jaar uit® er op die manier zeker wel to« pennen, ze maken me arm. Eri'] eisten ze nog méér van me, ÏL dig hebben ze alleen nog rm^j stelling voor m'n vulpennen Hij zuchtte eens melancholiek' lijk is 't wél zo rustig. Hij streelde de vulpen. „Dit >n die ik terugkrijg en uit dankbr ik u graag m'n laatste boek wt bieden." Volkomen bevrijd van bo: wandelde Rimoulet met z't| huis. Op straat bladerde hij Eensklaps stond hij stil en W ogen uit. Want wat las hij dasfl die de heldin van het boek ï'i aangebedene schreef. En die zó: .„Ik ga nu slapen; het',; is leeg en stil, en m'n hart kat zit bij de haard, hij we® ik dol op je ben.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1947 | | pagina 4