Woningnood en
Wederopbouw
45msssw
Naar Wereldeenheid
en Wereldregering
Haar Koninkrijk
Werk, dat ons allen aangaat.
In de afgelopen tijd heeft de pers aan
het vvederopbouwwerk zeer veel aandacht
besteed en in bijna alle kranten en tijd
schriften zijn uitvoerige beschouwingen
en reportages verschenen over hetgeen op
het terrein van de wederopbouw zo onge
veer twee jaar na onze nationale bevrij
ding is gebeurd en niet gebeurd.
Er ontwikkelt zich in Nederland een
soort van wederopbouwweek. Onze We
deropbouw is een nationale taak van zeer
grote omvang. Daarbij moet het gehele
volk in alle geledingen worden betrokken,
al was het alleen maar, omdat wij bij het
volbrengen van dit werk ons naar men
selijke maatstaf in hoofdzaak op eigen
kracht en mogelijkheden moeten ^erlaten.
Vertrouwen in ons zelf.
Het is nodig, dat ieder meelevend Ne
derlands burger zich bewust wordt dat 't
welslagen van de wederopbouw ook van
hem en ook van zijn werk afhankelijk is.
Dat het hier een taak betreft, die ons al
len aangaat. De Ministerjieeft dit eens
in twee korte zinnen samengevat. Ergens
zei hij, dat wij ons voor de wederopbouw
van ons land niet moesten verlaten op
hulp van hèt buitenland, doch vertrou-
wenstellen in hetgeen wij zelf kunnen be
reiken. Daarmee wilde hij natuurlijk niet
zeggen, dat niet iedere mogelijkheid die 't
buitenland ons bieden kgn, zou moeten
worden uitgebuit, maar wèl, dat het toch
in de eerste plaats aankomt op hetgeen
Nederlandse werkkracht en energie kun
nen bereiken.
Bij een andere gelegenheid verklaarde
de Minister, dat hij defaitisme voor onze
wederopbouw 'n wezenlijk gevaar achtte.
Is er geen reden tot zelfverheerlijking,
toch blijkt, naar het oordeel van velen,
een respectabel stuk werk te zijn ver
richt. In twee jaar tijd was onze over
stroomde cultuurgrond drooggelegd en
heeft reeds weer oogst gedragen, ons ver
keerswezen is al weer in behoorlijke om
vang hersteld, de vernielde oeververbin
dingen zijn definitief of voorlopig in orde
gemaakt, de industrie is op gang geko
men, de zeehavencapaciteit is thans gro
ter dan het voorhanden zijnde werk eist,
de waterwegen zijn van versperringen
ontdaan en duizenden binnenvaartschepen
hersteld, talrijke vernield^ wegen zijn
wëer als vanouds begaanbaar.
Het kernpunt der wederopbouw.
Het kernpunt van liet wederopbouw-
werk achten velen het nijpende vraagstuk
van de volkshuisvesting en niet ten on
rechte. Er zijn vele duizenden beschadig
de woningen weer bewoonbaar gemaakt,
er zijn noodwoningen en noodboerderijen
gebouwd, de nieuwbouw is op gang ge
komen, maar toch, het is alles' nog veel te
weinig tegenover de onrustbarende wo
ningnood, die in ons land heerst. En zo
staat thans de woningbouw, wel in het
middelpunt van de belangstelling."
Er zijn al enige duizenden nieuwe hui
zen gereed gekomen, men is in vele ge-
meenten aan het bouwen en nog dagelijks
worden nieuwe aanbestedingen gehouden.
Waar men nog niet zo ver is, wordt met
man en macht gewerkt om de nog onder
handen zijnde bou\yplannen tijdig voor
uitvoering gereed te maken. Zoals het er
nu uitziet, zullen er in 1947 vele nieuwe
huizen worden gebouwd, af kan het te be
reiken resultaat jammer genoeg nog niet
toereikend zijn om aan de normale jaar
lijkse behoefte te voldoen.
Intussen, een woningbouwprogramma
is er en op grond hiervan is via de Prov.
Directies voor de Volkshuisvesting aan
iedere Gemeente een bepaald bouwvolu
me toegewezen. Zo aan het eind van het
vorige jaar konden de gemeentebesturen
rekenen op een bepaalde bouwactiviteit
voor 1947 in hun gemeente. Het is begrij
pelijk, dat men bijna nergens over deze
toewijzing tevreden kon zijn. De behoefte
aan woningen is bijna overal nog veel
groter dan men op het ogenblik nog bij
benadering zou kunnen bouwen.
Het financieel bezwaar.
Hoe dit verder zij, men kon dds plan
nen gereedmaken voor de bouw van zgn
woningwetwoningen, voor bouw door par
ticulieren of voor herbouw van verwoeste
huizen. De gem. besturen beslissen over
de indeling van het toegewezen bouw
volume en zorgen in de meeste gevallen
dus voor al de voorbereidingen, die nodig
zijn, voordat men met de werkelijke bouw
kan beginnen.
De particuliere bouw moet nog op
gang komen, het zijn hoofdzakelijk nog
financiële bezwaren en onduidelijkheden,
die grote activiteit in de particuliere sec
tor in de weg hebben gestaan.
Ook de herbouw van verwoeste huizen
laat nog even op zich wachten, ook al om
dat de financiële kant van de zaak nog
niet afdoende is geregeld. Zodoende is
thans nog bijna de gehele woningbouw
werk voor de overheid, vaak in samen
werking met de daarvoor bestemde wo
ningbouwverenigingen. Om plannen te
maken moet men dus allereerst weten,
hoeveel huizen er gebouwd kunnen wor
den. d.w.z. hoeveel materiaal en arbeids
kracht er ongeveer beschikbaar zal zijn.
Dit is een zaak van de centrale overheid
en het toegewezen bouwvolume geeft
hieromtrent de nodige zekerheid
De kwestie van bouwterrein.
De tweede vraag is dan: waar kunnen
de huizen gebouwd worden? Er zijn ge
meenten, die met het beantwoorden van
deze vraag geen moeite hebben, omdat zij
zich in het bezit van voldoende bouwter
rein kunnen verheugen. Er zijn er echter
ook, en niet weinige voor wie deze
kwestie al de nodige moeilijkheden ople
vert. In de geteisterde gëmeenten moet
viak "n herbouw- en-of uitbreidingsplan
bepalen, waar gebouwd kan worden.
Als men dan toch in die keus geslaagd
is, blijkt vaak, dat de grond niet zo ge
makkelijk in eigendom kan worden ver
kregen. Deze is bijna steeds particulier
bezit en moet in nagenoeg alle gevallen
worden onteigend. Tot voor kort leverde
dit niet zulke grote moeilijkheden op, om
dat ten behoeve van de wederopbouw op
betrekkelijk korte termijn onteigend kon
worden. In verband met grote bezwaren
DE GEBROEDERS KNOOPENSCHAAR
door G TH. ROTMAN.
(Nadruk verbóden)
73. De brave man kwam uit het hek
van zijn hoenderpark en was op weg naar
zijn huis. Om een ongeluk te voorkomen,
probeerde Pieter rechts te passeren en Jo-
docus links, en het zou allemaal prachtig
gegaan zijn, als dat nare touw er maar
niet geweest was. De boer, die door de
mand geen uitzicht op de weg had, werd
door het touw „geschept" en maakte, een
„salto mortale", die de beste kunstema
ker hem niet verbeteren zou.
74. Na deze sierlijke luchtsprong, waar
bij hij z'n kostbare mand geen ogenblik
losgelaten had, kwam Struifstra met z'n
bol midden in z'n eitjes terecht, die bo
vendien geen van alle verzekerd waren.
„Die komt nogal zacht terecht!" dachten
Pieter/en Jodocus, en, egoïsten als ze wa
ren, reden ze door alsof er niets gebeurd
was. Voor deze harteloosheid zouden ze
echter geducht gestraft worden!
van juridische aard heeft de Minister ech
ter bepaald, dat binnen niet al te lange
tijd de normale vooroorlogse onteige
ningsprocedure te baat genomen moet
worden en dan gaat het wel lang duren.
In het algemeen is men er in geslaagd
voor de aanvankelijke toewijzing voor dit
jaar voldoende bouwterrein te verkrijgen.
De stand van zaken.
Voor het jaar 1947 tot 1 Juni waren on
geveer 4000 nieuwe huizen gegund, ter
wijl de goedkeuringen in de eerste week
van Juni een aantal van ruim 700 wonin
gen omvatten. In het eerste kwartaal van
dit jaar moesten de toen zeer kleine ma
teriaal-contingenten worden besteed aan
het afwerken van de in 1946 aangevan
gen nieuwbouw. Gelukkig konden de ma-
teraaltoewijzingen de laatste maanden
wat worden verhoogd, waardoor goedkeu
ringen in wat groter omvang dus moge
lijk werden
Voor de gemeentenaren, die grond be
zitten, is hier een taak weggelegd. Men
mag de wederopbouw de vertraging van
de woningbouw niet verwijten, als men er
zelf niet in slaagt de plannen tijdig voor
de aanbesteding gereed te hebben. Hoe
wel het bekend is. dat hier belangrijke
problemen een rol spelen, is het misschien
wat al te veel gewoonte geworden, het al
tijd maar op een onteigening te laten aan
komen. Wellicht verdient het ernstige
overweging of ér misschien edn mogelijk
heid bestaat om tot minnelijke overdracht
te .komen. Dat dit niet overal zo vlot van
stapel zal lopen, ligt voor de hand, maar
toch is het misschien niet overbodig, op
deze zaak eens de aandacht te vestigen,
omdat waar minnelijk overleg tot resul
taten kan leiden dit voor de betrokken
gemeente van het grootste belang kan
zijn. Het gevoelen, dat mogelijk hier en
daar nog wel eens wordt gekoesterd, dat
men bij verkoop aan de gemeentelijke
overheid wel wat meer kan vragen dan
bij normale transacties mogelijk is, be
hoort in ons aller belang te verdwijnen.
Hopelijk wordt het mede hierdoor de
gemeentelijke autoriteiten mogelijk ge
maakt, volop gebruik te maken van de
gelegenheid tot bouwen, die de Centrale
Overheid eventueel kan bieden. Het blijkt
ook hier al weer, dat de wederopbouw een
zaak is. die een beroep doet op ons aller
goede samenwerking. En als dan straks
de eigenlijke herbouw en de particuliere
bouw op gang kunnen komen, dan zijn
wellicht de voorwaarden vervuld, die
voor ons land tot een zo hoog mogelijk
opgevoerde woningproductie kunnen lei
den.
Reeds geruime tijd zijn de stofwolken
boven Hiroshima en Nagasaki opgetrok
ken en het zo vaak beschreven beeld van
de ontzettende verwoestingen in beide
steden is u allen nu wel tot in bij zonder
den bekend.
Thans echter pakken zich boven de
mensheid wolken samen van een nog veel
somberder en onheilspellender karakter,
omdat een nieuwe oorlogstechniek met
nooit gedroomde mogelijkheden zich met
onrustbarende snelheid ontwikkelt.
Onbemande raketvliegtuigen, beladen
met atoombommen, waarvan de explosie
ve kracht nu reeds tot het 200-voudige
gestegen is. kunnen thans elke plek op
aarde bereiken. Andere vliegtuigen kun
nen een lading radioactiefzand over een
landstreek uitstrooien. Dit gebied wordt
dan bij voorbaat als oorlogvoerend uitge
sloten, want alle leven zowel dierlijk als
plantaardig, gaat daar te gronde.
Als vaststaand mogen we aannemen,
dat in een volgende oorlog de aanvaller
overwinnaar wordt, ook al was hij de
zwakste. Aan uw eigen fantasie mag ik
dan overlaten, het iÉtense gevaar te door
voelen, dat beslbten ligt in die wedstrijd
om toch vooral de eerste te zijn.
Bezonken overleg behoort dus zeker
tot het verleden. Reeds al of niet gerecht
vaardigd wantrouwen doet de oorlog on
herroepelijk uitbreken.
Maatregelen tegen die dreigende onder
gang der mensheid zullen dus met spoed
getroffen dienen te worden
Gelukkig echter krijgen we nog een
laatste kans, want op dit ogenblik ziet
men alom op aarde groepen mensen zich
aaneensluiten met het ernstige voorne
men deze ramp alsnog af te wenden.
Duidelijk en helder wordt de weg, die
zij dienen te volgen ten einde tot resulta
ten te komen, beschreven in het beroemde
werk van de Amerikaan Emery Reves.
De titel van dit boek luidt: „De Ana
tomie van de Vrede".
De schrijver toont hierin met onweer
legbare documentatie aan, dat de enige
oplossing kan en .moet gevonden worden
in de vorming van een Wereldregering,
d.w.z. in Wereldeenheid. Einstein formu
leert deze idee zeer kernachtig:
„Eén wereld of helemaal géén".
Uit het voorafgaande moge blijken, dat
deze Wereldeenheid met grote spoed tot
stand zal moeten komen.
Verenigingen, die dit doel nastreven,
heten natuurlijk Wereldeenheidvereni-
ging. De Nederlandse beweging is bijzon
der actief en Reves sprak daarover bij
zijn bezoek aan Amsterdam in Juni dan
ook jzijn bijzondere waardering uit. Te
zamen vormen deze ver. de „World Mo
vement for World Federal Government"
te Genève, die van 17 tot 24 Aug. a s. een
internationaal congres te Montreux bijeen
geroepen heeft, waarop ook Nederland
goed voor de dag hoopt te komen.
Het doel is de vorming van een supra
nationale regering, een wereldgrondwet
en een wereldparlement met bijbehoren
de organen zoals een wereldgerechtshof
en een wereldpolitiemacht ter handhaving
van het wereldrecht.
In de meeste landen is thans het bur
gerlijk recht gebaseerd op het principe,
dat de individuele vrijheid moet ophouden
bij het verbod op de vrije uitoefening van
die menselijke handelingen, die inbreuk
maken op de vrijheid van handelen van
anderen.
De wereldregering moet ditzelfde prin
cipe toepassen op de souvereine staten,
zodat ook zij elkanders vrijheid niet meer
kunnen aanranden en beknotten.
Gebonden aan en door deze rechtsorde,
zal de gehele bevolking der aarde her
ademen en zich bevrijd voelen van einde
loos veel zorgen, vrees en leed.
De wereldregering zal zich daarente
gen niet mengen in die interne aangele
genheden, die alleen de volken zelf aan
gaan, zoals regeringsvorm, religie en
volkshuishouding.
Toch zal automatisch onze persoonlijke
vrijheid belangrijk toenemen, niet het
minst door het wegvallen van al die be
perkende maatregelen, die ons gedurende
en ook nu na de oorlog nog in ruime mate
het leven veronaangenamen.
Een ieder kan bovendien begrijpen, dat
bij het wegvallen der enorme kosten van
voorbereiding en voeren van oorlogen
met hun nasleep van verwoestingen en
menselijke ellende, de algemene welvaart
belangrijk moet toenemen.
Wanneer zich voor de Wereldeenheid
voldoende medestanders hebben uitge
sproken en naar alle schijn zal dat niet
al te lange tijd duren, omdat in korte tijd
dit aantal nu reeds de 20 millioen nadert,
wordt een wereldconventie bijeengeroe
pen, teneinde de wereldgrondwet te ont-
wtrpen en vast te stellen.
Het is duidelijk, dat wij allen ons
steentje al is het nog zo klein, moeten
bijdragen, al zou het alleen maar moeten
zijn door gebruik te maken van ons stem
recht als a.s. wereldburger.
In verband met dat wereldburgerschap
behoeft uw nationaliteitsgevoel u geen
parten te spelen. Schrijver dezes voelt
zich niet minder Amsterdammer omdat
hij Nederlander is. Waarom zoudt ge u
minder Nederlander voelen, indien gij
wereldburger zoudt worden?
Het verbod van oorlogvoeren brengt
ons land geen schade, daar wij niet over
een bloeiende wapenindustrie beschikken.
Historisch is het eveneens in orde. Toen
de steden en dorpen verenigd waren tot
graafschappen, bis- en hertogdommen,
konden zij hun meningsverschillen niet
meer door geweld van wapenen beslissen
Toen deze laatsten tot staten verenigd wa
ren, mochten zij elkander al evenmin be
oorlogen.
In aanmerking genomen de algemene
stemming is de tijd nu overrijp om tot de
derdë etappe over te gaan en de souve
reine staten tot wereldeenheid te brengen.
Het is echter zaak, de oogst vóór de drei
gende bui binnen te halen en ik herhaal
Einsteins waarschuwing en nu in zijn ei
gen taal „One world or none!"
J. W. HOXEL.
Wekelijks kunt u de Wereldeenheidbe-
weging volgen in het Zaterdagavondblad,
Amsterdam, tel. 36110, Rokin 34.
Zie de adv. in dit nummer.
BEDRIJVIGHEID BIJ DE COCKSD
Na de achter ons liggende oorlogsjj
is het thans weer een drukte van be!
aan de kust. De rederij Doeksen is
weer teruggekomen met de schelpen
gers en de gehele dag is het druk op
met het schelpenvaren door de diy
tjalken, die ze weer naar de ikalkfabrit
vervoeren. Ook zal binnenkort een bi
worden gemaakt met het herstel van
Eierlandse vuurtoren. Dan zal hei
zwaar door de oorlog geteisterde nooi
lijk deel van ons eiland weer een
aanzien krijgen.
Vele vreemdelingen kpmen deze 1
van Texel met een bezoek vereren. Nu
verbinding tussen Texel en Vlieland
stand gekomen is, wordt ook daar door
vreemdelingen druk gebruik
gemaakt. Laten we hopen, dat bij
volgende seizoen het Kamphuis „de
benjager" weer geheel hersteld zal
zodat hier ook weer verscheidene
geherbergd kunnen worden.
Zo krijgt men geleidelijk aan toch
een klein beeld van het vooroorlogse la
schap.
ga
7000 DEELNEMERS AAN DE
VIERDAAGSE TE NIJMEGEN
Aan de 31st Vierdaagse welke vo
de week Dinsaag een aanvang zal
hebben zich niet minder dan 7000 t
laars laten inschrijven. Dit betekent,
Nijmegen in de laatste weèk van
2500 wandel-enthousiasten meer zal
vangen dan vorig jaar. De leiding bi
bij Majoor Breunesse. die reeds meer
25 jaar belast is met de leiding dei-
daagse.
RECEPTEN.
Karnemelk vla (voor 4 personen
lepels zijn afgestreken lepels).
Vs 1. karnemelk, Va 1. melk, 40 gi
eetlepels) custardpoeder, 60 gr. (4
pels) suiker, zout, jam.
De melk op een kopje na aan de
brengen met de suiker en iets zout.
het kopje melk de custardpoeder aan
gen en de kokende melk daarmede
den, onder roeren. De custardvla lat<
koelen en dan de karnemelk erbij r< n<
De vla in een schaal overdoen en v
ren met wat jam.
Komkommersoep (4 personen).
V< liter water, Vi liter melk. 4
kommers, kerry, 3 bouillonblokjes,
appelmeel, boter of margarine, 1 theftë
zout, peterselie.
De komkommer in blokjes snijden
len en in de boter of margarine met
kerry en zout gaarsmoren in plm. 2( a'
De komkommer op enkele stukji
zeven. Het water, de melk en de boile:
blokjes aan het moes toevoegen, d<
weer aan de kook brengen en binde
wat aangemengd aardappelmeel of 1
De overgehouden stukjes komkomn
wat fijngehakte peterselie door de
roeren (en er naar verkiezing nog
klein scheutje azijn aan toevoegen),
soep wordt voedzamer \tfanneer
wat gaar gekookte witte bonen dooi
In plaats van peterselie kan mei:
venkel aan de soep toevoegen. De
kommer wordt dan zonder ker
smoord.
>E
J1
ir«
w.
?SC
lil
FEUILLETON.
naar het Engels van IDA BOYD.
7.) Linda zat in de krakende leunstoel
en probeerde te doen en te kijken of ze
zich op haar gemak gevoelde. De zonder
linge legkaart van linoleum, de vrije ge
moedelijkheid van de man uit het volk en
haar samenzijn met Arthur in die omge
ving brachten haar een beetje in de war.
Ze kon niet goed denken. Het linoleum
en de rommelende en piepende gek die
vlakbij op een schoorsteenpijp draaide,
l hadden een hypnotiserende invloed op
haar geest. Doch gelukkig had Loutje
geen hulp nodig om de conversatie gaande
te houden.
Zij praatten over het weer en over het
litteken op Arthurs been en zij begon te-
v gen Arthur over Lenda's huwelijk en de
mooie partij die Wanda ging doen en het
gesprek kwam nog op vele andere din
gen. Maar de toon bleef gereserveerd en
beleefd en kon Arthurs koelheid en Lin
da's schuwheid met breken. Loutje meng
de zich telkens in de conversatie en gaf
over verscheidene dingen zijn mening ten
beste.
Pas toen hij opsprong om de tafel af te
ruimen, vatte Linda moed en begon over
wat haar zo na aan het hart lag, met.met
woorden maar met daden.
„Laat mij helpen", zei ze en samen zet
ten ze kopjes en schoteltjes en wat er nog
meer was in de zinken gootsteen op het
frrapportaaltje, strooiden er soda over
heen en hingen de ketel boven_ het vuur
om af was water te maften. Ze na'men de
krant van de tpfel, maakten er een prop
van en wierpen die in het vuur, waarna
ze brood, boter, etc., in de kast zetten.
Terwijl ze wachtten op het water, staken
de mannen hun pijpen op en bood Loutje
Linda een „zuigertje" aan. Ze voelde zich
met hem al veel meer vertrouwd dan met
deze vreemde, in zichzelf gekeerde Ar
thur.
En ze drentelde door de kamer, be
keek de boeken, tuurde uit het voorraam
neer in de sombere Strutts, ging naar het
achterraam en keek naar het weinige wat
daardoor te zien was van de binnenplaats
van „De Rode Terreur". Na een ogenblik
keerdè zij zich om en vroeg: -„Hebben
jullie een slaapkamer? Of slaap je hier?"
„Hier", antwoordde Arthur. „Ik slaap
op het veldbed en Loutje op de matras
op de vloer. We wassen ons op het por
taaltje".
Tijdens het afwassen merkte zij nog
allerlei dingen op een kastje onder de
gootsteen voor pannen en borstels, etc.,
een zitbad, dat aan een spijker tegen de
wand hing, een plank boven de goot
steen met een spiegeltje en scheerbeno-
digdheden Beide mannen waren netjes
geschoren. Een draaibaar hekje sloot de
trap van het portaaltje af.
„Dat geeft je zo'n beetje een gevoel van
eigenheid", zei Loutje en deed de haak op
het hekje.
Hij waste de vaat en Linda droogde af.
Hij boende de gootsteen schoon toen ze
klaar waren.
,,'t Is niet prettig as de boel vet is en
je moet je wassen en scheren", zei hij.
Linda zag in de kast allerlei eetwaren
boter en kaas en ham en brood, samen
met potjes jam en blikken groenten
De geuren er vdn waren niet erg aange
naam.
„Ik ga die kast eens netjes opruimen",
zei ze opeens.
„Ha, ha, echt iets voor vrouwen om
de boel op te ruimen en de dingen weg te
leggen, waar je ze niet vinden kan", zei
Loutje, maar hij begon haar ijverig te
helpen met de opruiming.
Arthur sloeg hen tersluiks gade. Aller
lei gedachten bestormden hem, braken
door de verstarring van wanhoop en cy
nisme, waarin hij zolang geleefd had.
„Èen schaar", zei Linda, „en nu knip
pen we de randen zó
Loutje keek bewonderend toe, terwijl
ze kranten vouwde om op de kastplanken
te leggen en de randen er van getand
uitknipte.
„Zo doen ze het in de beste huizen",
verklaarde Linda "Ziezo nu al die
blikken aan deze kant en de eetwaar hier
Boter en melk zo ver mogelijk af van
dingen, die rieken. Is het zo niet veel
beter en netter?"
„Het is prachtig", zei Loutje.
Zij kwamen naar de haard terug met
blijde gezichten en als goede kameraden.
„Nou een zuigertje", zei Loutje en dit
maal nam hij er een uit het doosje, dat
Linda bij zich had, evenals Arthur.
Ze rookten enige tijd in stilte een
stilte, die nu geen spanning meer had.
„En nu zal ik moeten gaan", zei Linda
tenslotte. „Moeder zal zich afvragen waar
ik blijf. Ik dank jullie hartelijk voor de
thee, hoor".
De wind klaagde over de daken, de gek
knarste en rammelde en ze huiverde bij
de gedachte, dat ze moest teruggaan naar
die donkere, stinkende straat, waar het
uitvaagsel der grote stad zijn somber be
staan vöerde.
„Hoor toch es", zei Loutje met een
hoofdbeweging naar de gek, buiten. Het
geluid had iets van een krijsend gelach.
„Wat is het eigenlijk?" vroeg ze.
„Een gek op een schoorsteen, vlakbij
Die draait rond met de wind Het vet is er
uit en hij gilt als bezeten als het waait. In
het begin kon ik het niet uitstaan, dacht
dat ik zelf gek zou worde; maar je went
er aan We zouen 'm nou missen astie op
hiel. Hij is een soort kameraad' geworden
zie je."
Weer luisterden ze in stilte naar het
angstwekkende geluid en naar het huilen
van de wind.
„Kom!" zei Linda. „Ik moet nu werke
lijk gaan." Ze zuchtte.
„En wanneer kom ie weer?" vroeg Lou
tje met de vertrouwelijkheid van een
vriend.
Ze keek naar Arthur, 'die in het' vuur
zat te staren.
„Odat we^ ik nog niet
„Laat het ons weten," zei Loutje. „Dan
ben we zeker thuis. Zaterdags met thee
tijd bijvoorbeeld Later in de
ben we weer weg".
„Ik breng je Cretton Street uit'
Arthur, plotseling opstaande.
Ze zag, dat zijn been pijn deed
lange zitten en hij merkte, dat ze h
„Als ik maar even gelopen heb
weer goed", zei hij en het bloed
naar haar gevoelig gezicht.
Loutje drukte haar hartelijk de
hielp haar in haar mantel en dror^j
nogmaals op aan, dat ze terugkwaï ,rs
gaf aanwijzingen boven aan de tri
dat ze niet vallen zou. Ze. hoorde h
hekje dichtslaan toen ze halverwe
ren. Arthur volgde haar zwijgen ?ie
straat op
En zwijgend vergezelde hij haar
eind van Cretton Street en blepf m j
wachten, tot er een bus kwam ojlcje
Toen keek ze hem plotseling aa^.
vroeg:
„Zal ik terugkomen?" In haarf:
blonken tranen. „Zal ik? Of hel
ver.M
„Ja kom terug", zei hij scho
het. Ik was zo blij, dat je kwam
daag. Je bent een engel, Linda. I
je altijd geweest."
Zijn droeve ogen volgden haar,
in de bus stapte.
n ve
N
ls
lot
tui
C7
ÏC
im:
'nk
erl
F
"ne
uit
!t a
(Wordt verv
icc<
erd
esc.
Bi