Woningnood en Wederopbouw 45msssw Naar Wereldeenheid en Wereldregering Haar Koninkrijk Werk, dat ons allen aangaat. In de afgelopen tijd heeft de pers aan het vvederopbouwwerk zeer veel aandacht besteed en in bijna alle kranten en tijd schriften zijn uitvoerige beschouwingen en reportages verschenen over hetgeen op het terrein van de wederopbouw zo onge veer twee jaar na onze nationale bevrij ding is gebeurd en niet gebeurd. Er ontwikkelt zich in Nederland een soort van wederopbouwweek. Onze We deropbouw is een nationale taak van zeer grote omvang. Daarbij moet het gehele volk in alle geledingen worden betrokken, al was het alleen maar, omdat wij bij het volbrengen van dit werk ons naar men selijke maatstaf in hoofdzaak op eigen kracht en mogelijkheden moeten ^erlaten. Vertrouwen in ons zelf. Het is nodig, dat ieder meelevend Ne derlands burger zich bewust wordt dat 't welslagen van de wederopbouw ook van hem en ook van zijn werk afhankelijk is. Dat het hier een taak betreft, die ons al len aangaat. De Ministerjieeft dit eens in twee korte zinnen samengevat. Ergens zei hij, dat wij ons voor de wederopbouw van ons land niet moesten verlaten op hulp van hèt buitenland, doch vertrou- wenstellen in hetgeen wij zelf kunnen be reiken. Daarmee wilde hij natuurlijk niet zeggen, dat niet iedere mogelijkheid die 't buitenland ons bieden kgn, zou moeten worden uitgebuit, maar wèl, dat het toch in de eerste plaats aankomt op hetgeen Nederlandse werkkracht en energie kun nen bereiken. Bij een andere gelegenheid verklaarde de Minister, dat hij defaitisme voor onze wederopbouw 'n wezenlijk gevaar achtte. Is er geen reden tot zelfverheerlijking, toch blijkt, naar het oordeel van velen, een respectabel stuk werk te zijn ver richt. In twee jaar tijd was onze over stroomde cultuurgrond drooggelegd en heeft reeds weer oogst gedragen, ons ver keerswezen is al weer in behoorlijke om vang hersteld, de vernielde oeververbin dingen zijn definitief of voorlopig in orde gemaakt, de industrie is op gang geko men, de zeehavencapaciteit is thans gro ter dan het voorhanden zijnde werk eist, de waterwegen zijn van versperringen ontdaan en duizenden binnenvaartschepen hersteld, talrijke vernield^ wegen zijn wëer als vanouds begaanbaar. Het kernpunt der wederopbouw. Het kernpunt van liet wederopbouw- werk achten velen het nijpende vraagstuk van de volkshuisvesting en niet ten on rechte. Er zijn vele duizenden beschadig de woningen weer bewoonbaar gemaakt, er zijn noodwoningen en noodboerderijen gebouwd, de nieuwbouw is op gang ge komen, maar toch, het is alles' nog veel te weinig tegenover de onrustbarende wo ningnood, die in ons land heerst. En zo staat thans de woningbouw, wel in het middelpunt van de belangstelling." Er zijn al enige duizenden nieuwe hui zen gereed gekomen, men is in vele ge- meenten aan het bouwen en nog dagelijks worden nieuwe aanbestedingen gehouden. Waar men nog niet zo ver is, wordt met man en macht gewerkt om de nog onder handen zijnde bou\yplannen tijdig voor uitvoering gereed te maken. Zoals het er nu uitziet, zullen er in 1947 vele nieuwe huizen worden gebouwd, af kan het te be reiken resultaat jammer genoeg nog niet toereikend zijn om aan de normale jaar lijkse behoefte te voldoen. Intussen, een woningbouwprogramma is er en op grond hiervan is via de Prov. Directies voor de Volkshuisvesting aan iedere Gemeente een bepaald bouwvolu me toegewezen. Zo aan het eind van het vorige jaar konden de gemeentebesturen rekenen op een bepaalde bouwactiviteit voor 1947 in hun gemeente. Het is begrij pelijk, dat men bijna nergens over deze toewijzing tevreden kon zijn. De behoefte aan woningen is bijna overal nog veel groter dan men op het ogenblik nog bij benadering zou kunnen bouwen. Het financieel bezwaar. Hoe dit verder zij, men kon dds plan nen gereedmaken voor de bouw van zgn woningwetwoningen, voor bouw door par ticulieren of voor herbouw van verwoeste huizen. De gem. besturen beslissen over de indeling van het toegewezen bouw volume en zorgen in de meeste gevallen dus voor al de voorbereidingen, die nodig zijn, voordat men met de werkelijke bouw kan beginnen. De particuliere bouw moet nog op gang komen, het zijn hoofdzakelijk nog financiële bezwaren en onduidelijkheden, die grote activiteit in de particuliere sec tor in de weg hebben gestaan. Ook de herbouw van verwoeste huizen laat nog even op zich wachten, ook al om dat de financiële kant van de zaak nog niet afdoende is geregeld. Zodoende is thans nog bijna de gehele woningbouw werk voor de overheid, vaak in samen werking met de daarvoor bestemde wo ningbouwverenigingen. Om plannen te maken moet men dus allereerst weten, hoeveel huizen er gebouwd kunnen wor den. d.w.z. hoeveel materiaal en arbeids kracht er ongeveer beschikbaar zal zijn. Dit is een zaak van de centrale overheid en het toegewezen bouwvolume geeft hieromtrent de nodige zekerheid De kwestie van bouwterrein. De tweede vraag is dan: waar kunnen de huizen gebouwd worden? Er zijn ge meenten, die met het beantwoorden van deze vraag geen moeite hebben, omdat zij zich in het bezit van voldoende bouwter rein kunnen verheugen. Er zijn er echter ook, en niet weinige voor wie deze kwestie al de nodige moeilijkheden ople vert. In de geteisterde gëmeenten moet viak "n herbouw- en-of uitbreidingsplan bepalen, waar gebouwd kan worden. Als men dan toch in die keus geslaagd is, blijkt vaak, dat de grond niet zo ge makkelijk in eigendom kan worden ver kregen. Deze is bijna steeds particulier bezit en moet in nagenoeg alle gevallen worden onteigend. Tot voor kort leverde dit niet zulke grote moeilijkheden op, om dat ten behoeve van de wederopbouw op betrekkelijk korte termijn onteigend kon worden. In verband met grote bezwaren DE GEBROEDERS KNOOPENSCHAAR door G TH. ROTMAN. (Nadruk verbóden) 73. De brave man kwam uit het hek van zijn hoenderpark en was op weg naar zijn huis. Om een ongeluk te voorkomen, probeerde Pieter rechts te passeren en Jo- docus links, en het zou allemaal prachtig gegaan zijn, als dat nare touw er maar niet geweest was. De boer, die door de mand geen uitzicht op de weg had, werd door het touw „geschept" en maakte, een „salto mortale", die de beste kunstema ker hem niet verbeteren zou. 74. Na deze sierlijke luchtsprong, waar bij hij z'n kostbare mand geen ogenblik losgelaten had, kwam Struifstra met z'n bol midden in z'n eitjes terecht, die bo vendien geen van alle verzekerd waren. „Die komt nogal zacht terecht!" dachten Pieter/en Jodocus, en, egoïsten als ze wa ren, reden ze door alsof er niets gebeurd was. Voor deze harteloosheid zouden ze echter geducht gestraft worden! van juridische aard heeft de Minister ech ter bepaald, dat binnen niet al te lange tijd de normale vooroorlogse onteige ningsprocedure te baat genomen moet worden en dan gaat het wel lang duren. In het algemeen is men er in geslaagd voor de aanvankelijke toewijzing voor dit jaar voldoende bouwterrein te verkrijgen. De stand van zaken. Voor het jaar 1947 tot 1 Juni waren on geveer 4000 nieuwe huizen gegund, ter wijl de goedkeuringen in de eerste week van Juni een aantal van ruim 700 wonin gen omvatten. In het eerste kwartaal van dit jaar moesten de toen zeer kleine ma teriaal-contingenten worden besteed aan het afwerken van de in 1946 aangevan gen nieuwbouw. Gelukkig konden de ma- teraaltoewijzingen de laatste maanden wat worden verhoogd, waardoor goedkeu ringen in wat groter omvang dus moge lijk werden Voor de gemeentenaren, die grond be zitten, is hier een taak weggelegd. Men mag de wederopbouw de vertraging van de woningbouw niet verwijten, als men er zelf niet in slaagt de plannen tijdig voor de aanbesteding gereed te hebben. Hoe wel het bekend is. dat hier belangrijke problemen een rol spelen, is het misschien wat al te veel gewoonte geworden, het al tijd maar op een onteigening te laten aan komen. Wellicht verdient het ernstige overweging of ér misschien edn mogelijk heid bestaat om tot minnelijke overdracht te .komen. Dat dit niet overal zo vlot van stapel zal lopen, ligt voor de hand, maar toch is het misschien niet overbodig, op deze zaak eens de aandacht te vestigen, omdat waar minnelijk overleg tot resul taten kan leiden dit voor de betrokken gemeente van het grootste belang kan zijn. Het gevoelen, dat mogelijk hier en daar nog wel eens wordt gekoesterd, dat men bij verkoop aan de gemeentelijke overheid wel wat meer kan vragen dan bij normale transacties mogelijk is, be hoort in ons aller belang te verdwijnen. Hopelijk wordt het mede hierdoor de gemeentelijke autoriteiten mogelijk ge maakt, volop gebruik te maken van de gelegenheid tot bouwen, die de Centrale Overheid eventueel kan bieden. Het blijkt ook hier al weer, dat de wederopbouw een zaak is. die een beroep doet op ons aller goede samenwerking. En als dan straks de eigenlijke herbouw en de particuliere bouw op gang kunnen komen, dan zijn wellicht de voorwaarden vervuld, die voor ons land tot een zo hoog mogelijk opgevoerde woningproductie kunnen lei den. Reeds geruime tijd zijn de stofwolken boven Hiroshima en Nagasaki opgetrok ken en het zo vaak beschreven beeld van de ontzettende verwoestingen in beide steden is u allen nu wel tot in bij zonder den bekend. Thans echter pakken zich boven de mensheid wolken samen van een nog veel somberder en onheilspellender karakter, omdat een nieuwe oorlogstechniek met nooit gedroomde mogelijkheden zich met onrustbarende snelheid ontwikkelt. Onbemande raketvliegtuigen, beladen met atoombommen, waarvan de explosie ve kracht nu reeds tot het 200-voudige gestegen is. kunnen thans elke plek op aarde bereiken. Andere vliegtuigen kun nen een lading radioactiefzand over een landstreek uitstrooien. Dit gebied wordt dan bij voorbaat als oorlogvoerend uitge sloten, want alle leven zowel dierlijk als plantaardig, gaat daar te gronde. Als vaststaand mogen we aannemen, dat in een volgende oorlog de aanvaller overwinnaar wordt, ook al was hij de zwakste. Aan uw eigen fantasie mag ik dan overlaten, het iÉtense gevaar te door voelen, dat beslbten ligt in die wedstrijd om toch vooral de eerste te zijn. Bezonken overleg behoort dus zeker tot het verleden. Reeds al of niet gerecht vaardigd wantrouwen doet de oorlog on herroepelijk uitbreken. Maatregelen tegen die dreigende onder gang der mensheid zullen dus met spoed getroffen dienen te worden Gelukkig echter krijgen we nog een laatste kans, want op dit ogenblik ziet men alom op aarde groepen mensen zich aaneensluiten met het ernstige voorne men deze ramp alsnog af te wenden. Duidelijk en helder wordt de weg, die zij dienen te volgen ten einde tot resulta ten te komen, beschreven in het beroemde werk van de Amerikaan Emery Reves. De titel van dit boek luidt: „De Ana tomie van de Vrede". De schrijver toont hierin met onweer legbare documentatie aan, dat de enige oplossing kan en .moet gevonden worden in de vorming van een Wereldregering, d.w.z. in Wereldeenheid. Einstein formu leert deze idee zeer kernachtig: „Eén wereld of helemaal géén". Uit het voorafgaande moge blijken, dat deze Wereldeenheid met grote spoed tot stand zal moeten komen. Verenigingen, die dit doel nastreven, heten natuurlijk Wereldeenheidvereni- ging. De Nederlandse beweging is bijzon der actief en Reves sprak daarover bij zijn bezoek aan Amsterdam in Juni dan ook jzijn bijzondere waardering uit. Te zamen vormen deze ver. de „World Mo vement for World Federal Government" te Genève, die van 17 tot 24 Aug. a s. een internationaal congres te Montreux bijeen geroepen heeft, waarop ook Nederland goed voor de dag hoopt te komen. Het doel is de vorming van een supra nationale regering, een wereldgrondwet en een wereldparlement met bijbehoren de organen zoals een wereldgerechtshof en een wereldpolitiemacht ter handhaving van het wereldrecht. In de meeste landen is thans het bur gerlijk recht gebaseerd op het principe, dat de individuele vrijheid moet ophouden bij het verbod op de vrije uitoefening van die menselijke handelingen, die inbreuk maken op de vrijheid van handelen van anderen. De wereldregering moet ditzelfde prin cipe toepassen op de souvereine staten, zodat ook zij elkanders vrijheid niet meer kunnen aanranden en beknotten. Gebonden aan en door deze rechtsorde, zal de gehele bevolking der aarde her ademen en zich bevrijd voelen van einde loos veel zorgen, vrees en leed. De wereldregering zal zich daarente gen niet mengen in die interne aangele genheden, die alleen de volken zelf aan gaan, zoals regeringsvorm, religie en volkshuishouding. Toch zal automatisch onze persoonlijke vrijheid belangrijk toenemen, niet het minst door het wegvallen van al die be perkende maatregelen, die ons gedurende en ook nu na de oorlog nog in ruime mate het leven veronaangenamen. Een ieder kan bovendien begrijpen, dat bij het wegvallen der enorme kosten van voorbereiding en voeren van oorlogen met hun nasleep van verwoestingen en menselijke ellende, de algemene welvaart belangrijk moet toenemen. Wanneer zich voor de Wereldeenheid voldoende medestanders hebben uitge sproken en naar alle schijn zal dat niet al te lange tijd duren, omdat in korte tijd dit aantal nu reeds de 20 millioen nadert, wordt een wereldconventie bijeengeroe pen, teneinde de wereldgrondwet te ont- wtrpen en vast te stellen. Het is duidelijk, dat wij allen ons steentje al is het nog zo klein, moeten bijdragen, al zou het alleen maar moeten zijn door gebruik te maken van ons stem recht als a.s. wereldburger. In verband met dat wereldburgerschap behoeft uw nationaliteitsgevoel u geen parten te spelen. Schrijver dezes voelt zich niet minder Amsterdammer omdat hij Nederlander is. Waarom zoudt ge u minder Nederlander voelen, indien gij wereldburger zoudt worden? Het verbod van oorlogvoeren brengt ons land geen schade, daar wij niet over een bloeiende wapenindustrie beschikken. Historisch is het eveneens in orde. Toen de steden en dorpen verenigd waren tot graafschappen, bis- en hertogdommen, konden zij hun meningsverschillen niet meer door geweld van wapenen beslissen Toen deze laatsten tot staten verenigd wa ren, mochten zij elkander al evenmin be oorlogen. In aanmerking genomen de algemene stemming is de tijd nu overrijp om tot de derdë etappe over te gaan en de souve reine staten tot wereldeenheid te brengen. Het is echter zaak, de oogst vóór de drei gende bui binnen te halen en ik herhaal Einsteins waarschuwing en nu in zijn ei gen taal „One world or none!" J. W. HOXEL. Wekelijks kunt u de Wereldeenheidbe- weging volgen in het Zaterdagavondblad, Amsterdam, tel. 36110, Rokin 34. Zie de adv. in dit nummer. BEDRIJVIGHEID BIJ DE COCKSD Na de achter ons liggende oorlogsjj is het thans weer een drukte van be! aan de kust. De rederij Doeksen is weer teruggekomen met de schelpen gers en de gehele dag is het druk op met het schelpenvaren door de diy tjalken, die ze weer naar de ikalkfabrit vervoeren. Ook zal binnenkort een bi worden gemaakt met het herstel van Eierlandse vuurtoren. Dan zal hei zwaar door de oorlog geteisterde nooi lijk deel van ons eiland weer een aanzien krijgen. Vele vreemdelingen kpmen deze 1 van Texel met een bezoek vereren. Nu verbinding tussen Texel en Vlieland stand gekomen is, wordt ook daar door vreemdelingen druk gebruik gemaakt. Laten we hopen, dat bij volgende seizoen het Kamphuis „de benjager" weer geheel hersteld zal zodat hier ook weer verscheidene geherbergd kunnen worden. Zo krijgt men geleidelijk aan toch een klein beeld van het vooroorlogse la schap. ga 7000 DEELNEMERS AAN DE VIERDAAGSE TE NIJMEGEN Aan de 31st Vierdaagse welke vo de week Dinsaag een aanvang zal hebben zich niet minder dan 7000 t laars laten inschrijven. Dit betekent, Nijmegen in de laatste weèk van 2500 wandel-enthousiasten meer zal vangen dan vorig jaar. De leiding bi bij Majoor Breunesse. die reeds meer 25 jaar belast is met de leiding dei- daagse. RECEPTEN. Karnemelk vla (voor 4 personen lepels zijn afgestreken lepels). Vs 1. karnemelk, Va 1. melk, 40 gi eetlepels) custardpoeder, 60 gr. (4 pels) suiker, zout, jam. De melk op een kopje na aan de brengen met de suiker en iets zout. het kopje melk de custardpoeder aan gen en de kokende melk daarmede den, onder roeren. De custardvla lat< koelen en dan de karnemelk erbij r< n< De vla in een schaal overdoen en v ren met wat jam. Komkommersoep (4 personen). V< liter water, Vi liter melk. 4 kommers, kerry, 3 bouillonblokjes, appelmeel, boter of margarine, 1 theftë zout, peterselie. De komkommer in blokjes snijden len en in de boter of margarine met kerry en zout gaarsmoren in plm. 2( a' De komkommer op enkele stukji zeven. Het water, de melk en de boile: blokjes aan het moes toevoegen, d< weer aan de kook brengen en binde wat aangemengd aardappelmeel of 1 De overgehouden stukjes komkomn wat fijngehakte peterselie door de roeren (en er naar verkiezing nog klein scheutje azijn aan toevoegen), soep wordt voedzamer \tfanneer wat gaar gekookte witte bonen dooi In plaats van peterselie kan mei: venkel aan de soep toevoegen. De kommer wordt dan zonder ker smoord. >E J1 ir« w. ?SC lil FEUILLETON. naar het Engels van IDA BOYD. 7.) Linda zat in de krakende leunstoel en probeerde te doen en te kijken of ze zich op haar gemak gevoelde. De zonder linge legkaart van linoleum, de vrije ge moedelijkheid van de man uit het volk en haar samenzijn met Arthur in die omge ving brachten haar een beetje in de war. Ze kon niet goed denken. Het linoleum en de rommelende en piepende gek die vlakbij op een schoorsteenpijp draaide, l hadden een hypnotiserende invloed op haar geest. Doch gelukkig had Loutje geen hulp nodig om de conversatie gaande te houden. Zij praatten over het weer en over het litteken op Arthurs been en zij begon te- v gen Arthur over Lenda's huwelijk en de mooie partij die Wanda ging doen en het gesprek kwam nog op vele andere din gen. Maar de toon bleef gereserveerd en beleefd en kon Arthurs koelheid en Lin da's schuwheid met breken. Loutje meng de zich telkens in de conversatie en gaf over verscheidene dingen zijn mening ten beste. Pas toen hij opsprong om de tafel af te ruimen, vatte Linda moed en begon over wat haar zo na aan het hart lag, met.met woorden maar met daden. „Laat mij helpen", zei ze en samen zet ten ze kopjes en schoteltjes en wat er nog meer was in de zinken gootsteen op het frrapportaaltje, strooiden er soda over heen en hingen de ketel boven_ het vuur om af was water te maften. Ze na'men de krant van de tpfel, maakten er een prop van en wierpen die in het vuur, waarna ze brood, boter, etc., in de kast zetten. Terwijl ze wachtten op het water, staken de mannen hun pijpen op en bood Loutje Linda een „zuigertje" aan. Ze voelde zich met hem al veel meer vertrouwd dan met deze vreemde, in zichzelf gekeerde Ar thur. En ze drentelde door de kamer, be keek de boeken, tuurde uit het voorraam neer in de sombere Strutts, ging naar het achterraam en keek naar het weinige wat daardoor te zien was van de binnenplaats van „De Rode Terreur". Na een ogenblik keerdè zij zich om en vroeg: -„Hebben jullie een slaapkamer? Of slaap je hier?" „Hier", antwoordde Arthur. „Ik slaap op het veldbed en Loutje op de matras op de vloer. We wassen ons op het por taaltje". Tijdens het afwassen merkte zij nog allerlei dingen op een kastje onder de gootsteen voor pannen en borstels, etc., een zitbad, dat aan een spijker tegen de wand hing, een plank boven de goot steen met een spiegeltje en scheerbeno- digdheden Beide mannen waren netjes geschoren. Een draaibaar hekje sloot de trap van het portaaltje af. „Dat geeft je zo'n beetje een gevoel van eigenheid", zei Loutje en deed de haak op het hekje. Hij waste de vaat en Linda droogde af. Hij boende de gootsteen schoon toen ze klaar waren. ,,'t Is niet prettig as de boel vet is en je moet je wassen en scheren", zei hij. Linda zag in de kast allerlei eetwaren boter en kaas en ham en brood, samen met potjes jam en blikken groenten De geuren er vdn waren niet erg aange naam. „Ik ga die kast eens netjes opruimen", zei ze opeens. „Ha, ha, echt iets voor vrouwen om de boel op te ruimen en de dingen weg te leggen, waar je ze niet vinden kan", zei Loutje, maar hij begon haar ijverig te helpen met de opruiming. Arthur sloeg hen tersluiks gade. Aller lei gedachten bestormden hem, braken door de verstarring van wanhoop en cy nisme, waarin hij zolang geleefd had. „Èen schaar", zei Linda, „en nu knip pen we de randen zó Loutje keek bewonderend toe, terwijl ze kranten vouwde om op de kastplanken te leggen en de randen er van getand uitknipte. „Zo doen ze het in de beste huizen", verklaarde Linda "Ziezo nu al die blikken aan deze kant en de eetwaar hier Boter en melk zo ver mogelijk af van dingen, die rieken. Is het zo niet veel beter en netter?" „Het is prachtig", zei Loutje. Zij kwamen naar de haard terug met blijde gezichten en als goede kameraden. „Nou een zuigertje", zei Loutje en dit maal nam hij er een uit het doosje, dat Linda bij zich had, evenals Arthur. Ze rookten enige tijd in stilte een stilte, die nu geen spanning meer had. „En nu zal ik moeten gaan", zei Linda tenslotte. „Moeder zal zich afvragen waar ik blijf. Ik dank jullie hartelijk voor de thee, hoor". De wind klaagde over de daken, de gek knarste en rammelde en ze huiverde bij de gedachte, dat ze moest teruggaan naar die donkere, stinkende straat, waar het uitvaagsel der grote stad zijn somber be staan vöerde. „Hoor toch es", zei Loutje met een hoofdbeweging naar de gek, buiten. Het geluid had iets van een krijsend gelach. „Wat is het eigenlijk?" vroeg ze. „Een gek op een schoorsteen, vlakbij Die draait rond met de wind Het vet is er uit en hij gilt als bezeten als het waait. In het begin kon ik het niet uitstaan, dacht dat ik zelf gek zou worde; maar je went er aan We zouen 'm nou missen astie op hiel. Hij is een soort kameraad' geworden zie je." Weer luisterden ze in stilte naar het angstwekkende geluid en naar het huilen van de wind. „Kom!" zei Linda. „Ik moet nu werke lijk gaan." Ze zuchtte. „En wanneer kom ie weer?" vroeg Lou tje met de vertrouwelijkheid van een vriend. Ze keek naar Arthur, 'die in het' vuur zat te staren. „Odat we^ ik nog niet „Laat het ons weten," zei Loutje. „Dan ben we zeker thuis. Zaterdags met thee tijd bijvoorbeeld Later in de ben we weer weg". „Ik breng je Cretton Street uit' Arthur, plotseling opstaande. Ze zag, dat zijn been pijn deed lange zitten en hij merkte, dat ze h „Als ik maar even gelopen heb weer goed", zei hij en het bloed naar haar gevoelig gezicht. Loutje drukte haar hartelijk de hielp haar in haar mantel en dror^j nogmaals op aan, dat ze terugkwaï ,rs gaf aanwijzingen boven aan de tri dat ze niet vallen zou. Ze. hoorde h hekje dichtslaan toen ze halverwe ren. Arthur volgde haar zwijgen ?ie straat op En zwijgend vergezelde hij haar eind van Cretton Street en blepf m j wachten, tot er een bus kwam ojlcje Toen keek ze hem plotseling aa^. vroeg: „Zal ik terugkomen?" In haarf: blonken tranen. „Zal ik? Of hel ver.M „Ja kom terug", zei hij scho het. Ik was zo blij, dat je kwam daag. Je bent een engel, Linda. I je altijd geweest." Zijn droeve ogen volgden haar, in de bus stapte. n ve N ls lot tui C7 ÏC im: 'nk erl F "ne uit !t a (Wordt verv icc< erd esc. Bi

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1947 | | pagina 4